De Rembrandt van Weimar
gaat terug naar Duitsland
Bijdragen concilie
van organisaties
Het geruchtmakende werk
van William Manchester
onverkort exclusief in
losse nummers 55 cent
„Russisch concert
met Nikolai Petrol
Verhalen bouwen
Gestolen zelfportret in Washington te zien
Middelaar tussen muziekschepper en toehoorder
RAPPORT OVER MEDISCHE FACULTEIT
KOOP GEEN Spin
koop
kwaliteit in de
seizoenfinale van
KOOP GEEN SPIJT
koop
kwaliteit in de
seizoenfinale van
VERWANTSCHAP MET NEDERLANDS MUZIEKLEVE^
■1 1
lilPSPt
EEN SHOWER VAN AKKOORD!^
Tijd voor een
Tientje per dienst
Quintet in De Doelen
Waldo Frank
overleden
Onthulling
WOENSDAG 11 JANUARI 1967
peek cloppenburg
WASHINGTON, 11 jan. Een
zelfportret van Rembrandt, dat
deze week in de National Gallery
in Washington wordt tentoonge
steld voordat het teruggaat naar
West-Duitsland, is door de Ame
rikaanse regering 20 jaar in depot
gehouden om te vermijden, dat
het op een publieke veiling zou
moeten worden verkocht, zoals
de wet vereist. Het doek ver
dween op 18 april 1922 uit het
museum van Weimar. Na 45 jaar
kan men het weer in het open
baar zien.
peek cloppenburg
4,
Dit is het zelfportret van Rembrandt, dat in 1922 uit het museum
van Weimar verdween.
EINDHOVEN, 11 jan. De|
„Commissie voorbereiding Medi
sche Faculteit Eindhoven" heeft
vandaag een eerste rapport ge-|
publiceerd over de organisatori
sche en technische mogelijkheden
die hier voor de oprichting van
zo'n faculteit aanwezig zijn. Kern
punt van het rapport is een plei
dooi voor een intensieve samen
werking tussen de faculteit der
geneeskunde en beoefenaren van
natuurwetenschappen en techni
sche wetenschappen.
CmRL SCHURICHT
i'
Uier hoopt. Eindhoven de achtste medische faculteit te bouwen.
Peter Bichsel: Eigentlich möchte
Frau Blum den Milchmann ken
nen lemen. W alter-V erlagOlten
und Freiburg im Breisgau; 1966,
48 blz.
DIT BOEKJE verscheen in 1964
▼oor de eerste maal als bibliofiele
uitgave. Voor de op nog geen vijftig
bladzijden afgedrukte eenentwintig tek
sten kreeg de jonge Zwitserse onder
wijzer in 1965 de veelbegeerde prijs van
de „Gruppe 47" die in feite een aan
moedigingsprijs is voor nog onbeken
de maar veelbelovende schrijvers.
Bichsel heeft een heel aparte ma
nier van schrijven. In het eerste „ver
haal" bouwt hij heel behoedzaam met
korte hoofdzinnen een flatgebouw op.
Verdieping na verdieping verschijnt in
grove omtrekken, ze worden verbon
den door een trap, elementair aange
duid als in een kinderprentenboek. De
mens in dit gebouw wordt tastbaar
door de geluiden, door de etensluch-
tjes, door de vloekende monteur aan
het elektriciteitskastje, door zonne
vlekken op de trap tussen de tweede
en derde verdieping in de lente „op
vier april bijvoorbeeld". Het beste ver
haal is misschien „Der Milchmann"
dat in de titel van de bundel uitvoe
riger is aangeduid als „Eigentlich
möchte Frau Blum den Milchmann
kennen lernen". Het kontakt tussen de
melkboer en mevrouw Blum vindt
plaats via haastig gekrabbelde brief
jes en beperkt zich tot de dagelijkse
bestelling en het wisselgeld. De melk
boer komt 's morgens om vier uur,
mevrouw ziet hem nooit. Beiden heb
ben van elkaar een bepaalde voorstel
ling. „In het eerste elftal heeft eens
een Blum gespeeld, die heeft de melk
boer gekend en die had afstaande oren.
Misschien heeft mevrouw 31um ook
afstaande oren." Maar een nader kon-
takt komt nooit tot stand, het blijft
bij de beleefde, nuchtere briefwisseling
Bichsel demonstreert op deze eenvou
dige, maar tegelijk geraffineerde wij
ze de geïsoleerdheid van de mens in
de huidige samenleving. ..En eigenlijk
zou mevrouw Blum de melkboer graag
willen leren kennen. De melkboer kent
mevrouw Blum, ze neemt 2 liter en
100 gram boter en ze heeft een melk-
pannetje met deuken." Van Bichsel
mag men nog veel verwachten.
Msn
J9
ADVERTENTIE
UTRECHT, 11 jan. Voor gediplo
meerde organisten is een honorarium
van tien gulden per kerkdienst ruim
voldoende. Dit is in de gereformeerde
kerken het standpunt van het bestuur
van het landelijk verbond van com
missies en van beheer.
(Van een correspondent)
Het zelfportret, dat in 1643 gesig
neerd en gedateerd is, behoort tot de
drie oude meesters, die spoedig na de
eerste wereldoorlog uit het Weimar-
museum gestolen werden. Na onder
geheimzinnnige omstandigheden in ae
Verenigde Staten te zijn aanbeland,
moesten ze volgens een wet uit de
tweede wereldoorlog als eigendom.
van de vijand verkocht worden.
De wettelijke strijdvr&ag is nooit ge
heel opgelost, totdat het ministerie
ven justitie met een speciaal wetsont
werp kwam, dat de afgelopen herfst
door het Congres is aangenomen.
Hierdoor kunnen de werken uit het de
pot van de National Gallery worden
opgediept en een korte tijd aan de
Amerikaanse kunstminnaars worden
tentoongesteld om vervolgens naar
West-Duitsland terug te keren.
De „Rembrandt van Weimar" werd
geschilderd in het jaar na de dood van
Saskia, Rembrandt's echtgenote,
tevens het jaar na de voltooiing van
de „Nachtwacht". Men zou het een
voorbode kunnen noemen van de som
bere portretten uit Rembrandt's latere
jaren. De andere gestolen schilderijen
zijn: „Portret van een man" van Ge
rard Terborgh en het „Portret van
een jonge vrouw" van Tischbein.
De doeken moesten in een zekere
mate door de National Gallery geres
taureerd worden, daar ze vele jaren
opgerold gelegen hebben op de zolder
van een loodgietersechtpaar in Ohio.
ADVERTENTIE
NIET HET AANVANKELIJK aan
gekondigde Allegri-Kwartet maar het
uit Italiaanse strijkers bestaande
Boccherini-Quintet concerteerde dins-
dagavond in de Kleine Doelenzaal
voor de leden van de Kamermuziek
vereniging. Deze omstandigheid
bracht met zich mee dat ditmaal een
genre kamermuziek werd beoefend,
dat doorgaans in de uitvoeringsprak
tijk zelden aan bod komt: de strijk
kwartetcombinatie, niet met toevoe-
fing van een tweede alt, zoals bij Mo
zart en Beethoven gebruikelijk, maar
met een tweede cello, waardoor de
mogelijkheid geopend wordt voor sug
gestieve, donker getinte klank-effec-
De Italiaanse cellovirtuoos Bocche-
rini geldt als de schepper van deze
kamermuziekvorm en kon dus met
recht als naamgever van het ensem
ble fungeren. Het spreekt welhaast
vanzelf dat op het programma ook
een van zijn werken voorkwam, het
Quintet in F opus 13 no. 3. Aan de
beide cglli wordt daarin een niet on
belangrijke rol toebedeeld, maar het
was toch opmerkelijk te moeten con
stateren, dat Schubert in zijn uitvoe
rige, veelal wonderlijk mooie Quintet
in C opus 163 een veel rijker gebruik
maakt van de timbre-mogelijkheden.
In zijn genoemde quintet komt Bocche-
rini boven een gemakkelijk en bij mo
menten uiterst gracieus epigonisme
van de Mannheimerschool niet uit. Al
leen in het Largo breekt een zekere
mate van verdieping en persoonlijk
accent door. Muzikaal gezien gaven
wij de voorkeur aan het Quintet in F
van Cambini, een uitermate vrucht
baar maar thans vrijwel vergeten
componist uit de tijd van Mozart en
Beethoven, op wiens naam onder meer
het enorme aantal van zestig symfo
nieën en 144 strijkkwartetten staat.
Het quintet van Schubert torent hoog
boven de beide andere werken uit en
het was daarom te betreuren dat het
ensemble hierin juist tot de minst be
vredigende resultaten kwam.
C.v.R.
(Van onze speciale verslaggever)
DOORN, 11 jan. Eigener bewe
ging heeft een vijftigtal katholieke
organisaties zich bereid verklaard bij
dragen te leveren aan het Pastoraal
Concilie. Verwacht wordt dat er nog
vele verenigingen en instellingen zul
len volgen. In eerste aanleg zijn al
veertig vertegenwoordigers uit het ka
tholieke organisatieleven twee dagen
in gesprek geweest, met elkaar en de
concilieleiding, om een geschikt werk
patroon op te bouwen. Dit is gebeurd
in het A.C. de Bruyn-instituut, waar
ter kennisneming ook waarnemers aan
wezig zijn geweest van kardinaal
Frings en enkele andere Westduitse
en Oostenrijkse bisschoppen.
Het bijeengekomen gezelschap noem
de zichzelf weldra „de levende Pius-
almanak". De vertegenwoordigde ver
enigingen, instituten en organisaties
liepen wat taak en aard en omvang
betreft nogal uiteen. Zoals mgr. L. Rooy-
akkers samen met pater W. God-
dijn belast met de dagelijkse leiding
het uitdrukte, was het ook voor de Con-
cilieleiding nog niet helemaal duidelijk
geweest hoe het organisatieleven moest
functioneren in de gehele conciliema
chinerie. Bovendien ontbraken er ook
nog heel belangrijke. Maar na twee
dagen praten begon men licht te zien.
Er vormden zich vier groepen, die
men achtereenvolgens zou kunnen van
gen onder de noemers: sociale organi
saties (met behalve NKV, Arka, Adel-
bert ook bijv. Kath. Vrouwengilde en
Bedrijfsapostolaat), Onderwijs, (vor
mingswerk, katechese), Charitas en
Jeugd. De vijftien punten die door de
concilieraad zijn aangewezen als vraag
stukken die met prioriteit door het
Pastoraal Concilie behandeld moeten
worden, werden voorgelegd aan de
deelnemers. Een vraag was: Welke
vraagstukken zal de groep waartoe u
wil behoren opnemen in de verdere
besprekingen in eigen kring? En ver
der: Meent u dat de eigen organisatie-
problematiek voldoende terug te vin
den is in de vijftien gestelde punten
van het prioriteitenschema?
In verscheidene instellingen en vere
nigingen was het congiliegesprek al op
gang gebracht of was men druk doende
zich te bezinnen op de vraagstukken
van het eigen milieu. Zonodig zal men
de resultaten kenbaar maken aan de
concilieraad. Van meerdere kanten
werd gevraagd in ieder geval de con-
■t
fessionaliteit of deconfessionalite1 3;
organisaties ter sprake te brengt ff
dit niet onder een der punten va»
prioriteitenschema te rangschikk® e,j
•zijn. Vanuit de „Jeugdgroepen' erf
vond men dat in het prioriteit®" «p
ma te zeer het zoeklicht op de P\. pUj;
wereld ontbreekt, en dat te zeer m
de huidige structuur van de kerk zjc'
gedacht, met het gevaar dat me
afsluit voor hetgeen er zou leye x
aanzien van deconfessionalisatie»
mocratisering, etc. Van enkele k
is ook de noodzaak benadrukt on1
ingediende rapporten voorlopig aL#
sis-rapporten en dus als gespr®*1 s;
te beschouwen, dus beslist niet
eind-rapporten. Het zal immers 6j
een enorme opgave zijn om m' Af
dragen te coördineren, en de 0
linge waarden tegen elkaar af »eJ
gen. Vanuit de caritas-sector had
behoefte aan een sub-secretariaa'
de samenhang van de voorligS i
vraagstukken kon bestuderen, 0
een nieuw studieschema van te «"y
Ook vroeg men vanuit deze sector
dacht voor het begrip caritas,
band met de vermaatschappeiv^j
van de menselijke dienstverlening- J
zijn de consequenties, ook ten aa.ati'
van de confessionaliteit der chari
ve organisaties? r
Het bedrijfsapostolaat vroeg b® f
dering van de waardering voor he jt
beidsleven en van de verantwd jS:
lijkheid van de kerk jegens de t<
schappij. Het Vrouwengilde was „f,
uitstek geïnteresseerd in de Pu,0off
waarin gesproken wordt over
verkondiging aan jongeren en voi jjl
senen" en „Huwelijk en gezin
jeugdgroeperingen waren de °v trcï
ging toegedaan dat zij zich aang® -
ken moeten voelen tot alle punten f:
in het concilie ter sprake komen»
dat de stem van de jeugd bij.?
aanhangig zijnde vraagstukken gen
zou moeten worden. J
Deelnemers uit de onderwijs-s® -s
toonden zich evenals anderen trouw
dankbaar voor deze ontmoeting,
was hierdoor op eikaars spoor 8
en was gaan zoeken naar een
voor mogelijke samenwerking.
Deze ontmoeting zal door andere
volgd worden; men zal te horen j
gen wat het concilie met de bijdr»?
gaat doen, en de relatie zal vooj'
de toekomst verder aangehaald
den.
NEW Y(?RK, 11 jan. (Reuter)
De Amerikaanse schrijver Waldo
Frank is maandag op 77-jarige leeftijd
in New York overleden. Frank, die
in Latijns-Amerika geliefder was dan
im eigen land, werd wel de literaire
ambassadeur voor Latijns-Amerika ge
noemd. Drie boeken, die hem in dit
gebied bekendheid verschaften, zijn ge
titeld „Virgin Spain", „South Ameri
can Journey" en „Birth of a World",
een biografie van de Zuidamerikaanse
bevrijder Simon Bolivar.
Het echtpaar had de Rembrandt, waar
van de waarde door een kunsthande
laar in New York, op liefst 2.700.000
gulden is getaxeerd, aan verschillen
de plaatselijke antiquairs laten zien,
om zich ervan te vergewissen, of het
een vervalsing of in het gunstigste
geval een kopie betrof.
In 1945 stelde het echtpaar zich in
vèrbinding met het Dayton Art Insti
tute, waar men practisch onmiddellijk
alle drie de schilderijen herkende.
Een jaar later .bepaalde het ministerie
van justitie, dat de schilderijen als vij
andelijk eigendom moesten worden be
schouwd.
De loodgieter onthulde tegenover de
functionarissen van het ministerie, dat
hij tijdens een weekeinde in New York
ln 1934 in een café met twee Duitse
zeelieden kennis had gemaakt. Zij lie
ten hem drie opgerolde doeken zien.
Hij had echter geen belangstelling ge
toond en was met drinken doorgegaan.
Toen hij de volgende ochtend tot zijn
positieven kwam, vond hij de drie
schilderijen naast hem liggen. Zijn por
tefeuille was echter verdwenen.
Het Congres bepaalde, dat de schil
derijen aan West-Duitsland moeten
worden gegeven, ,,in trust" voor het
Weimarmuseum, dat zich in Oost-
Duitsland bevindt. Het museum krijgt
ze niet terug, zoals enkele in politiek
opzicht onkundige kunstminnaars had
den verwacht. De Verenigde Staten
erkennen het communistische regiem
namelijk niet.
Justitiële autoriteiten hebben zich
thans over het vraagstuk gebogen hoe
men de Westduitsers in de gelegen
heid zal stellen om de schilderijen te
bezichtigen.
Carl Schuricht groot dirigent
Met de 85-jarige Carl Schuricht is
weer een uitzonderlijk orkestleider
heengegaan. Men zag zijn tengere,
broze gestalte die de laatste jaren
meer geest dan mens leek, nog het vo
rig jaar tastend en wankelend het di-
rigeergestoelte in de grote Kurzaal be
klimmen om zijn zwanezangde ze
vende Symfonie van Bruckner bij het
Residentie-Orkest te leiden. Hoe wan
kel zijn uiterlijke verschijning de laat
ste jaren ook geweest moge zijn, zodra
hij bevend de maatstok verhief was het
alsof alles werd opgeheven naar een
sfeer buiten de stof. Zijn dirigeertech-
ADVERTENTIE
DOOD UWE»
PRESIDENT
revu
Geneeskunde vindt in
Eindhoven de techniek
(Van onze verslaggever)
Het rapport opent met een citaat
van Hermannus Boerhaave (1668-1738),
die o.a. betoogt „dat van twee genees
kundigen die gelijke ervaring in hun
vak hebben opgedaan, hij het meest
geschikt is om zijne wetenschap voor
uit te brengen, die meer dan de an
der met de regelen der Mechanica
vertrouwd is." „In de jaren na de
tweede wereldoorlog", zo sluit het
rapport daarbij aan, „is de genees
kunde in toenemende mate gebruik
gaan maken van de methoden en
hulpmiddelen die door de techniek
beschikbaar worden gesteld. De tech
nische fysica, de werktuigbouwkunde,
de elektrotechniek en de scheikundige
technologie hebben belangrijke bijdra
gen geleverd. Ook de snelle ontwikke
ling van de computertechniek, van de
bedrijfskunde en van de operations re
search zijn van grote betekenis voor
de ontwikkeling van de geneeskunde
en voor de uitoefening van de genees
kunst. Reeds vóór het vraagstuk van
de achtste medische faculteit ter
sprake kwam, heeft zich te Eindhoven
een coördinatie-commissie van medi
sche en technische specialisten ge
vormd, die de medisch-technische re
search stimuleert.
Aan de andere kant stelt de snel toe
nemende „technisering" van het per
soonlijk en maatschappelijk leven
techniek en industrie voor tal van
vraagstukken, die betrekking hebben
op de geestelijke en lichamelijke ge
zondheid, en die slechts in samenwer
king met medische onderzoekers kun
nen worden behandeld.
De samenwerking tussen medische
faculteit en technische hogeschool zal
voor overwinning van drempelvrees,
voor ontmoeting, gesprek en rationele
coördinatie grote mogelijkheden bie
den. Het vraagstuk is van zodanig be
lang. dat bij de institutionalisering van
een samenwoning als in deze nota
wordt voorgestaan, naar vormen van
organisatie moet worden gezocht, die
niek was nl. zó feilloos, dat ze boven
iedere vakmatigheid uitgroeide.
Deze indruk werd nog versterkt door
zijn gewoonte om met uiterst spaar
zame middelen, zonder een zweem van
vertoon, puriteins bijna, zijn intenties
over te dragen op het honderdkoppig
instrumentaal ensemble. Deze bijna
vreemd geworden ingetogenheid bij di
rigenten, spruitte voort uit zijn diepste
muzikale drijfkracht om zich midde
laar te tonen tussen de muziekschep
per en de toehoorders. Juist door deze
gesteldheid wist hij door te dringen tot
de eenzame hoogten waaruit b.v. de
symfonieën van die Oostenrijkse exta-
ticus, Anton Bruckner, zijn voortgeko
men. Het is dan ook een bestiering
dér goden dat Bruckners meest even
wichtige schepping, de Zevende Symfo
nie, Schurichts vaarwel is geweest aan
ons Nederlands concertleven en dat
bij MMS hiervan een opname als laat
ste waardevolle document is versche
nen. Onder de geslaagde opnamen van
MMS moet in dit verband ook nog
de Vierde Symfonie en de Tragische
Ouverturen van Brahms worden ge
noemd.
Maar we zouden deze oud-leerling
van M. Reger en van Humperdinck te
kort doen met hem alleen in het laat-
romantische kader der Duitse muziek
te rangschikken. Tijdens zijn langdurig
verblijf in Nederland als eerste diri
gent van het U.S.O. (toen W. van Ot-
terloo in de Domstad nog tweede di
rigent was) en als vaste dirigent bij het
Residentie-Orkest tijdens de Kurhaus-
zomerconcerten van vóór de oorlog en
incidenteel daarna bij het Concertge
bouworkest, heeft hij een breed spec
trum bestreken zowel van Franse mees
ters der eeuwwende als van eigen Ne
derlandse componisten. Voor hoeveel
muziek van Nederlanders heeft hij niet
een lans gebroken?
Men zou door deze onbaatzuchtige in
zet voor de Nederlandse componisten
welke hij' o.m. op het Nederlands Mu
ziekfeest te Wiesbaden heeft voortgezet,
kunnen gewagen van een grote ver
wantschap met onze eigen muziek-
aard. Juist zijn bijna asketische inge
keerdheid, welke enkele malen als een
steekvlam kon uitschieten, kwafl» ec
heel overeen met onze eigen, niet
dadige, bijna religieuze wijze van J
ziekmaken. Om deze reden verwi®Ltt'
ook zijn Bruckner-Cycli in het Kur",/
tot ver buiten de grenzen verma
heid, een reputatie van zomerc?"
ten die na de oorlog met Schurich1
grave is gedaald. A
MARIUS MONNIKEN^
optimale mogelijkheden bieden", aldus
het rapport.
Van dezelfde opvatting getuigt een
bij het rapport gevoegd schrijven van
de afdeling Eindhoven van de Konink
lijke Maatschappij tot Bevordering
van de Geneeskunst, waarin o.a. ge
steld wordt, dat (Ie aanwezigheid van
de technische hogeschool de mogelijk
heid biedt om in Eindhoven een spe
cifieke studierichting te ontwikkelen
en hierdoor een aparte bijdrage aan
de medische wetenschap in Neder
land te leveren.
Overigens zegt de commissie-Posthu-
mus die het rapport aan de ge-
.meente heeft uitgebracht dat zij
zich er volledig van bewust is, dat de
mens en zijn gezondheid in het mid
delpunt van aandacht en inspanning
behoren te staan en dat in de ge
neeskunde de technische hulpmiddelen
een dienende functie hebben. Dat
geldt eveneens voor de wetenschappen
van mens en maatschappij, waarmee
eveneens een intensieve samenwerking
noodzakelijk wordt geacht. „Bij de op
bouw van de technische hogeschool
Eindhoven is, in overeenstemming
met het groeiende inzicht in de bete
kenis van deze wetenschappen voor
technisch wetenschappelijk onderwijs
en onderzoek, een onderafdeling wijs
pen geconstitueerd, die indien no
dig verder uitgebreid, en waar moge
lijk in samenwerking met elders ge-
begeerte en maatschappij-wetenschap-
vestigde instellingen voor weten
schappelijk onderwijs ook bij het
geneeskundig onderwijs een functie zal
kunnen vervullen", aldus het rapport.
Met „elders gevestigde instellingen
voor wetenschappelijk onderwijs
wordt kennelijk gedoeld op de katho
lieke hogeschool in Tilburg, die in de
Eindhovense visie goed blijft voor de
A-faculteiten, al kondigt hetzelfde rap-
Dort in een verloren regeltje op pagi
na 16 alvast aan, dat de commissie
in een volgende studie graag wil in
gaan op een eventuele „alleszins
denkbare" uitgroei van de Eindho
vense hogeschool tot universiteit.
De thans naar buiten gebrachte
Eindhovense argumentatie is geheel
overeenkomstig hetgeen wij in onze
publicatie van 2 januari al als Eind
hovense zienswijzen naar voren heb
ben gebracht. Gewezen wordt op de
aanwezigheid van bouwterrein annex
aan de TH, op de accommodatie die
al ter beschikking staat, met name in
de voorzieningen voor het propaedeu-
tisch onderwijs in de chemie en na
tuurkunde, waar gedurende de eerste
jaren voldoende gelegenheid is voor
praktica voor eerste-jaars medische
studenten; op het centrale auditorium
met zijn collegezalen, voorbereidings-
kamers, senaatszaal, discussieka
mers en kantine; en op de centrale
bibliotheek.
Verder wordt gewag gemaakt van
de bereidheid van de Eindhovense zie
kenhuizen om mee te werken aan de
bouw van een academisch ziekenhuis
van 800 bedden, door hun eigen reeds
goedgekeurde bouwplannen te tempo
riseren en een deel van de geplande
bedden „in te brengen" in het aca
demisch ziekenhuis, dat een apart be
stuur zal krijgen, waarin de verschil
lende levensbeschouwelijke richtin
gen vertegenwoordigd zijn.
IN ZEKERE ZIN zou men de rol
van Prokofieff in de Russische muziek
kunnen vergelijken met die van Ri
chard Strauss in de Duitse. Beiden
zijn zij geen vernieuwers, maar epi-
gonen, nabloeiers van de romantiek.
Zij waren handige hanteerders van
traditionele vormen en gegevens, die
met koel kunstenaarschap en heel veel
theater-feeling de romantische senti
menten ten top en soms ab absurdum
dreven. Ontzagwekkende vaklieden,
die veel stijlen beheersen, en nooit
verlegen waren om invallen. Pro
kofieff zei van zichzelf: „Meestal be
schik ik over thematisch materiaal
voor een half dozijn symfonieën _als
ik aan een groter werk begin. Dan
wordt er gewerkt aan het uitzoeken
en rangschikken". Prokofieff heeft mij
nooit kunnen overtuigen, zoals Tsjai-
kowski steeds weer doet van de nood
lottige onafwendbaarheid van zijn
scheppingen.
Dit verschil in echtheid en innerlij
ke noodzaak trad dinsdagavond in het
Concertgebouw te Amsterdam weer
duidelijk aan de dag, tijdens het twee
de concert waarin dirigent Swetlanow
het Kunstmaandorkest dirigeerde. Na
een tamelijk bleekbloedige „Ouverture
op Hebreeuwse thema's" volgde Pro-
kofieffs Derde Planoconcert. Solist
was weer Nikolai Petrow, een pianis-
tisch wonder. De technische peridiZ
de uitgebalanceerde klankverh" y£i\
gen, het vurige en beheerste ela» \o
zijn interpretatie waren boven a'pipL
verheven. Het werk is zo ëeC"{%ej
neerd dat de piano vaak een po
trale rol gaat vervullen; Swet gg
zag er dan ook geen bezwaar
de pianoklank in enkele clih. o>
flink te laten afdekken door h jpjF
kest. Het stuk verheugt door „fW'v
dige vormgeving en de pittige jpav
seling van melos en stootkracht» p
het laat de hoorder in wezen k°" v>»
gebeurt niets dan een show vaMfflj
tuositeit en een shower van a j
den. Die show werd door pi
glansrijk gestolen, zodanig dat n j>r
zonder toegiften (van Bach ei
kofieff) kon heengaan. cohc-e-
De nobelste bijdrage in dit od'gt
was Tsjaikowski's Vierde Sy
Over Swetlanows unieke dirig® ,n IE
is hier al het nodige gezegd,
kerhand is onuitsprekelijk exigiF
Zelfs van een schouderbeweging^ 0
een bezieling uit. Hij brengt y®
kestleden tot prestaties die - e^e.$
zichzelf niet kenden. De
de hoorn-solo waarmee het jpp
begint, heb ik nooit zo gaai ^eid°
horen blazen. Deze muziek
diep.