Sas van Gent vreest grote broer
Bedreigde Algazelien
via omweg naar Artis
EEN KERSTVERHAAL UIT DE WARMOESSTRAAT
ZEEUWS-VLAANDEREN WIL GEMEENTEN SAMENVOEGEN
Oliebollen
Veel ellende
de TIJD
ZATERDAG 23 DECEMBER 1967
13
u Terneuzen, 16 december
VEER OVER de Wester-
cheide kost bijna drie kwartier,
brug bij Sluiskil ruim vijftien
gluten. Wie dus een half uur
Xtra reistijd heeft uitgetrokken,
Riveert dus een half uur te laat
Sas van Gent.
»We zijn eraan gewend," zegt
p-Tgemeester r. a. J. den Boer.
vleidooien voor een vaste oever-
1^binding worden aan de andere
jvn.t van het water veel begrij-
j^bjker. Nog veel sterker spreekt
A de verbondenheid met België,
b overig Nederland een met de
m0fld beleden Benelux-gedachte,
)i'fr 6611 ervaiang van de dage-
wse praktijk.
S' de
fev
hv
VIC LANGENHOFF
Walcheren
Zuidbeveland
Soms zijn het kinderen die tegen hun
■ouders beschermd moeten worden en dan
door de politie hierheen gebracht worden. We
hebben plaats voor acht dames en zes kinde
ren. We hebben op de begane grond ook nog
een paar logeerkamers met opklapbedden.
Natuurlijk hebben, we zo langzamerhand
wel goede contacten met de politie en tal van
instanties opgebouwd. Dat is wel pretig. Zij
weten ook .dat bij ons de telefoon dag en nacht
wordt opgenomen en dat alle loketten geslo-
en zijn, zoals met Kerstmis, ze bij ons nog
altijd terecht kunnen."
Vorig jaar in de Kerstnacht werd er om een
uur of drie gebeld. Het was een vrouw, die
bij haar man was weggelopen. Ze kon het
niet meer aan. Ruzie met de kinderen, ruzie
met haar man, die veel dronk. Van kennissen
had ze ons adres. We hebben haar eten en een
bed gegven. Later is ze nog eens terugge
weest om ons te bedanken. We hadden vorig
jaar ook op Eerste Kerstdag twee gevallen
van mensen die in de kou zaten, helemaal
geen kolen meer. Een van die gevallen was
een bejaard echtpaar, zij ziek op bed, hij in
valide. Een van onze zusters is toen aan de
slag geweest om kolen te laten bezorgen. Op
Eerste Kerstdag mag toch niemand in de kou
zitten.
treskens
rerneuzen
iasvonGent
ANTWERPEN
Dit'is een kerstverhaal, een kerstverhaal uit de Warmoesstraat.
Niet van het meisje met de zwavelstokjes, maar van logement
mannen en prostituée's. Een verhaal ook van de stille armen. Zij
allen vormen de troetelkinderen van de zusters uit de Warmoes
straat of wat formeler gezegd van de zusters Augustinessen van
St. Monica. Vijftien jaar zijn zij nu werkzaam in het hartje van
Amsterdam op de Wallen en ook daaromheen. Zij zijn een ver
trouwde verschijning geworden en een begrip ver daarbuiten.
Als de Amsterdamse politie met hopeloze gevallen zit, dan
biedt een telefoontje naar de Warmoesstraat meestal wel, uit
komst, al is dat 's nachts om drie uur of op Eerste Kerstdag. De
zusters doen hun werk in stilte zoals dat heet, zonder veel tam
tam of publiciteit. December is hun drukste maand. Dan komen
al hun „vrienden uit de buurt" naar de Warmoesstraat om er te
eten, te drinken en feest te vieren. Voor de zusters is kerstmis
niet alleen het feest van devotie, rust en gebed, van Kerstliedjes
en Kindeke Wiegen in de kapel.
Vier zusters van de Warmoesstraat die graag anoniem willen
blijven vertellen in bijgaand verhaal een paar van hun vele er
varingen uit die drukste maand van het jaar.
gegeven moment, niet meer. Soms vonden we ze
zwervend door ons zusterhuis.
Op 5 december krijgen ze allemaal een cadeautje.
Kr is een grote tafel vol. Ze loten wie het eerst mag
uitzoeken, anders krijg je daar misschien weer
schele ogen om. Ze zijn meestal heel dankbaar.
Sommigen sturen later een Kerstkaart. D'r zijn erbij
van heel goede kom-af, van bekende Amsterdamse
familtes, maar aan lager wal geraakt, verschopt, of
het zwarte schaap. Ze willen zelf vaak niet anders.
Bij onze kledinguitdeling iedere zaterdag hier in
de Warmoesstraat vragen we wel eens: „Waaromga
je toch niet aan het werk," „Ja zuster, maandag,
maandag ga ik aan het werk in de haven." Ze gaan
altijd 's maandags aan het werk, maar de volgende
week zijn ze d'r weer. Soms zijn ze te vies om met
een tang aan te pakken. Het liefst zouden ze dan ter
plaatse hun boeltje willen uittrekken en schone
kleren aan. „Neem nou eerst een bad" zeggen we
dan. Soms geven we ze geld mee voor het badhuis.
Met Kerstmis komen ze in de mis, 's morgens hier
in onze kapel. Daarna is het de hele dag feest in
„de kloof" op de Kloveniersburg. Dan krijgen ze een
warme maaltijd. Vorig jaar zijn er ik weet niet
hoeveel liters snert heengegaan. Er wordt dan
ontzettend gegeten.
Met Oudjaar hadden ze ook een goeie. D»
Bijenkorf belde op of we hun restant oliebollen
wilden hebben. Wij erheen. Tassen vol oliebollen. De
logementmannen hebben er aardig in gehapt. Ze
hadden er eigenlijk ook wel een beetje op gerekend.
Een paar hadden er plastic zakken bij zich. Nee, op
zulke dagen hebben ze het wel best.
Door het jaar heen kunnen ze dan nog altijd voor
een boterham aan de voordeur terecht. Ze hebben
het over het algemeen echt niet zo best. Maar
meestal willen ze niet anders. Er zijn vaak jonge
kerels bij. Soms hebben we het zover, dat er een
paar een tijdje geplaatst kunnen worden in een
Labre-huis, maar dan zijn ze plotseling zo bang, dat
ze hun vrijheid kwijt zullen raken, dat ze als puntje
bij paaltje komt toch niet willen.
We hebben met Kerstmis ook een nachtmis met
ontbijt op onze zaal. Die mis zit altijd stampvol.
Vorig jaar stonden ze zelfs in de gang. legen de
Kerst gaat er altijd een van onze zusters geld
ophalen in de Dominicus-parochie. Ze komt dan ook
wel bij de meisjes en vrouwen die daar zitten. Die
geven vaak gul. Ze heeft wel eens een paar honderd
gulden in énkele dagen. Ze nodigt ze dan net als de
pastoor van de Dominicusdoet voor de nachtmis uit.
Sommigen geven daar wel gehoor aan, al wordt dat
de laatste jaren steeds minder. Kennelijk generen ze
zich toch als ze elkapr in de nachtmis tegenkomen
December is onze topmaand. Ver voor Sinterklaas
gaan we al de bedel op. Als opvangcentrum en
gastverblijf worden we niet door de overheid
gesubsidieerd, dat is misschien wel prettig. Je bent
dan ook helemaal onafhankelijk. We hebben wel veel
adresjes van mensen die ons met geld of goederen
helpen. Bakkers, slagers, textielfirma's, de Bijen
korf, Krasnapolsky.
Vlak voor Sinterklaas is de hele kelder onder ons
gebouw als een soort kledingverdeelplaats ingericht.
Alles gaat naar maat op stapeltjes. Dat is dan de
nieuwe kleding, die we hebben gekregen. Van de
Sinterklaaspakketten maken we veel werk. Dit jaat
reden er vijf heren voor ons met hun auto om de
pakjes weg te brengen.
We hebben eens voor een gezin van vijf kinderen,
waarvan de vader plotseling was overleden allemaal
aparte pakjes gemaakt met rijmpjes erbij. Zoiets
kun je doen als de zusters de situatie door hun
huisbezoek dóór en dóór kennen. We wisten precies
wat iedereen graag zou willen hebben en hoe het
anders ook in dat gezin gegaan zou zijn. Dat
huisbezoek is leuk. maar hier in de binnenstad wel
eens een beetje eng met die donkere trappen. Een
van de zusters was eens bij een man die toen ze
wegging zei: „Past u op voor onze huisrat zuster,
als u de trap afgaat. Hij is niet onaardig hoor. Als-is
in een goede bui .is zegt-ie „misschien zelfs goeden-
Ach echt bang zijn we niet. De mensen kennen ons
en groeten ons. Laatst liep een van de zusters met
een troepje kinderen bij de. Nieuwmarkt. D'r kwam
een man uit een café. Dronken, 's morgens om half
twaalf. „Zuster," zei hij, „ik wil je zo graag iets
aanbieden. Ga even mee naar het café."
De gevaarlijkste dingen maak je nog In huis mee.
Er wonen tijdelijk wel eens meisjes of vrouwen bij
ons, die na een paar dagen door hun man of vriend
worden opgezocht. En die zijn vaak moeilijk 'voor
reden vatbaar. Die willen met alle geweld naar
binnen en zo. Eens Jieeft een van onze zusters eert
klap gehad van zo'n man. Maar toen de moeder
eraan kwam lopen en riep „huisvredebreuk" was hij
onmiddellijk verdwenen.
Op zulke momenten ben je wel nerveus, maar echt
niet ban. Neen. We zijn altijd samen, we doen ook
alles samen.
De politie of de mensen van Sociale Zaken vragen
wel eens: „Hoe kunt u dit werk jarenlang doen
zonder het zat te worden of overspannen te raken".
Het kan gewoon, omdat we elkaar opvangen, omdat
we ook niet alleen dit werk doen. We doen het vanuit
het gebed. Als we in de kapel zitten, voel je j,e tot
rust komen. Wij bidden veel ondanks, dat we het
druk hebben. En in de recreatie kom je ook
helemaal bij. Als je een moeilijke dag of een paar
nare gevallen hebt gehad, dan vangen andere
zusters je op. Die zeggen: „Ach, ben je gek". En het
is vreemd, maar dan ben je ook zo weer in het beste
humeur.
Wij maken hier veel mee, wij zien veel ellende. Er
is in een stad als Amsterdam veel ellende. En dan
voel je je echt uitverkoren wanneer je bedenkt, dat
jijzelf niet in die ellende ziet. De mensen weten ons
zo langzamerhand wel te vinden. Laatst kwam er
een mevrouw, die in Athene woonde en een sterven
de vriendin in Londen ging opzoeken. Ze had niet
genoeg geld om te overnachten en klopte bij ons aan
voor onderdak. Het adres had ze in Athene van
iemand gekregen. We hebben nog precies uit
proberen te zoeken van wie, maar dat was niet te
achterhalen.
Er komen veel mensen die in huwelijksnóod zitten,
die in conflictssituatie leven, het op een gegeven
moment niet meer kunnen verdragen en dan
vluchten, naar ons. Soms zijn er mannen in het spel,
die slaan of dronken zijn.
Er komen ook nogal eens jonge meisjes, die
weglopen omdat ze niet meer begrepen worden en
thuis helemaal niet meer overweg kunnen. Een man
bracht eens midden in de nacht een 15-jarig meisje,
dat hij slapend in het Vondelpark had aangetroffen.
Ze bleek weggelopen te zijn uit Aalsmeer. Hij had
haar meegenomen omdat hij het geen pas vond
geven, dat een meisje van die leeftijd in het
Vondelpark sliep.
Soms komen de meisjes uit zichzelf.
Er kwam er eens een, die het thuis niet meer
aankon. Ze kwam uit een vrij goed milieu. Maar alle
aandacht ging naar een zoon die studeerde. Toen zij
thuiskwam met een jongen, die niet katholiek was,
en daar woorden over vielen, kwam ze naar ons. Er
belde ook eens een 15-jarig meisje om half een
's nachts dat letterlijk door haar moeder op straat
was gezet. Zoek je weg maar. 15 jaar. Ze zag er
onverzorgd en vies uit. Wij hebben haar opgevangen
en verdergeholpen. Schrijnend vonden wij dat geval
van een meisje, ook al 15 jaar, dat thuis totaal niet
Rotterdamse plannenkoorts in
de havenstad Terneuzen
fr
'lui
's van Gent is nooit anders dan de
Vi*eest-
kolk van de stad Gent
„Het leefpatroon heeft een
aarnse inslag. Door huwelijken „over
grens'u oof t t i o n nmr t van Hf*
s®u-oners
«aa
heeft tien procent van de
de Belgische nationaliteit
'tl Van Gent is de eniSe gemeente
llet Zeeuwse waar vanouds carnaval
Ook ecbno-
met het zuiden
gevierd en waar. men op zondag
- winkels terecht kan"
is de band
■■Sas van Gent is functioneel-econo-
sch een wezenlijk deel van het Belgi-
industriegebied", citeert burge-
®®ster Den Boer uit een1 nota van het
^lyieentebestuur. De industriële be-
]71Jvigheid in Sas van Gent waar
j mannen en 425 vrouwen werken
°ntstaan vanuit het aangrenzende
jo®'êisch-Vlaamse gebied. Dat zal in de
®kornst nog veel meer impulsen
''en: Gent, met tweehonderdduizend
TVoners België's vierde stad, is in
Pmars naar de grens.
'n Zelzate, vlakbij Sas van Gent,
'ferdt Europa's grootste hoogovenbe-
?rHf gebouwd. De kanaaloevers op
Belgisch gebied raken snel vol. De
eurt is dan aan Sas van Gent, waar
b vredige bietenakkers al grote bor-
®h staan die industrieterrein aanprij-
gA' Wat zal daarvan terecht komen
6e gemeente wordt opgeheven en
J Terneuzen gevoegd?
"Voorlopig niet veel", vreest de
kUrSemeester. „Terneuzen richt
A'®maal naar de Wester-Schelde en
u gem eester. „Terneuzen richt zich
U'®maal naar de Wester-Schelde en
Q®®t"t daarmee de rug naar Sas van
®nt. Terneuzen wordt meer in de
n°nd gegeven dan het kan verteren.
Wij worden een uithoek, een tweede
rangs gebied".
Sas van Ge"t heeft de twee buurge
meenten Westdorpe en Philippine op
zijn hand. Zij steunen het idee van een
zuidelijke kanaalgemeente, waaraan ze
hun eigen naam en zelfstandigheid
graag opofferen. Als het „noordelijke"
Terneuzen maar verre blijft. Moet dan
het kanaal GentTerneuzen de
ruggegraat van het snel opkomende
Zeeuws-Vlaanderen in tweeën wor
den geknipt? „Voor industrialisatie is
gemeentelijke eenheid helemaal geen
voorwaarde. Kijk maar ijaar het
stormachtig groeiende Zelzate. Men
kan toch samen zitting hebben in een
havenschap? Er ligt nu een wetsont
werp, dat het rijk, de provincie en
Terneuzen is zo'n'schap moet brengen.
Eerst zou ook Sas van Gent mee
spelen, maar nu gaat men weer uit
van éèn gemeente."
De affiniteit ten opzichte van België
berust niet alleen op historische, con
fessionele en mentale gronden, maar
vooral op de gezamenlijke gerichtheid
naar het "kanaal. Terneuzen heeft dat
kanaal niet nodig, omdat het de Schel
de voor de deur heeft. „Dus" zal het
zich weinig 'bekommeren orn de ont
wikkeling van de kanaalstreek. „Dus"
zal men in Sas van Gent ook geen
woningen meer bouwen. De bewoners
van de „uithoek" kunnen dan in Ter
neuzen gaan werken. Deze veronder
stellingen voeden in Sas van Gent het
historisch wantrouwen tegenover de
noordelijke buur. Als in Sas van Gent
gesproken wordt over het in tweeën
knippen van een streek, dan doelt men
niet op een tweedeling van de Neder
landse kanaalzone, maar juist op de
eenmaking daarvan. Want daardoor
wordt Sas van Gent losgemaakt van de
Gentse agglomeratie. Aanhangsel wor
den van het „vreemde" Terneuzen
betekent volgens Sas van Gent het
einde var een ontwikkeling, die juist
op het punt staat spectaculair te
worden. Het brede ftvater van het
kanaal zou voorlopig omzoomd blijven
door bietenvelden
Het „vreemde noordelijke Terneu
zen" blijkt geen tien minuten rijden
verwijderd te liggen. De entree is
rommelig; buizen, kranen, zandhopen,
omleggf"-- T;i. borden en tensïbtte de
zeesluizen. Een Europoortsfeer. On
middellijk daarna het groteske con
trast van een oud miniatuurcentrum,
een doolhof van kromme, smalle stra
ten, waar je in het eenrichtingsverkeer
hulpeloos blijft rondtollen. De Euro
sfeer, is er weer op het gemeentehuis,
BIJ DE KAMER ligt een wetsontwerp tot herindeling van
Zeeuws-Vlaanderen. Als het wordt aangenomen zullen uit de
bestaande eenendertig gemeenten vijf nieuwe worden gevormd.
Dat gebeurt dan uiteraard onder protest van veel kleine
gemeenten, die hun zelfstandigheid fel verdedigen. Alle klas
sieke e.n veel actuele argumenten zijn in stelling gebracht door
Sas van Gent, vijfduizend inwoners, dat volgens het plan moet
opgaan in Terneuzen, eenentwintigduizend inwoners. Tot schade
van de streek, omdat nu eenmaal voorop stond dat zoveel mo
gelijk gemeenten moesten sneuvelen, zegt Sas van Gent.
waar ambtenaren hun beste Engels en
fraaie brochures te voorschijn halen om
Terneuzen'te verkopen aan buitenlan
ders. Rotterdamse vitaliteit bij burge
meester J. C. Aschoff. Zijn eerste
kreet: i,Het gaat ons nooit lekker
genoeg". Hij heeft negen jaar Botlek
ervaring achter de rug als burgemees
ter van Rozenburg en runt met kenne
lijk plezier de Zeeuw-Vlaamse hoofd
stad.
„Nationaal moeten wij een maxi
maal gebruik maken van onze ligging.
Daarom moeten ,we de Nederlandse
Delta principieel als één gebied zien.
De Wester-Schelde biedt unieke kan
sen: daarnaast zijn er mogelijkheden
aan het kanaal Gent-Terneuzen, waar
via de nieuwe sluis schepen tot zestig
duizend ton kunnen komen". Hij laat
kaarten aanrukken. Grote paarse vlek
ken oostelijk en westelijk van de stad:
industrieterreinen aan de Schelde.
Naar het zuiden toe insteekhavens.
vanuit het kanaal. Bij Sas van Gent
kleine paarse vlekken: het industrie
terrein van de bieten. „Hier hij
wijst al ver over de toekomstige
gemeentegrenzen is drieduizend
hektare beschikbaar. Rechts komt een
oliehaven met zware industrie, links
een handelshaven met kleinere indus
trieën die geen luchtvervuiling geven.
Aan de andere kant van de stad breidt
DOW chemical verder uit. Dat wordt
zevenhonderd hectare. Dit jaar is er
honderd miljoen geïnvesteerd en dat
gaat de volgende jaren zo door. Er
werken nu zeshonderdvijftig mensen.
DQW Chemical is een van de groten,
gestart in 1963. Philips, sinds 1962,
slaat het record wat de werkgelegen
heid betreft: achthonderdvijftig men
sen. En dat kostte maar vijf hectare
grond Vorig maand is een depen
dance van De Schelde geopend: een
reparatiedok, waar zestig man werken.
„Dat is speciaal voor de klanten uit
België. Oók andere ondernemingen
werken al voor Belgische bedrijven. De
afstand is helemaal niets."
Richt Terneuzen zich helemaal op de
Westerschelde? „De ligging aan de
'Schelde moeten we benutten voor de
nationale economie in de toekomst,
voor het hele welvaartspeil. Maar dat
betekent niet dat er aan het kanaal
geen ontwikkeling komt. U ziet het op
de kaart. Op het ogenblik brengen we
belangstellenden natuurlijk niet naar
Sas van Gent, maar als het één
gemeente is wordt het anders. Dan
gelden ook daar de kernfaciliteiten.
Elkaar industrieën afvangen doe je
juist alleen als er twee gemeenten zijn.
Ach, ik begrijp het wel van Sas van
Gent, maar de bezorgdheid is mis
plaatst. Als ze zelf medeverantwoorde
lijkheid dragen zullen de bezwaren snel
slijten. Natuurlijk kun je ook industria
liseren met gemeenschappelijke rege
lingen, maar dat gaat veel moeizamer.
Een havenschap? Dan hebben ze ook
niets meer te vertellen. Men verwart
gemeente met gemeenschap.
Het grote sluizencomplex bij Terneuzen: de oude zeesluis (2) ligt tussen de sluis voor de binnenvaart
(1) en de nieuwe, nog niet voltooide zeesluis (3).
Laten ze in Sas van Gent rustig
carnaval vieren en 's zondags hun
winkels openhouden. We zouden wel
een heel grote fout maken als we het
eigene gingen weghalen. Dat is be
stuurlijk onverantwoord. En natuurlijk
komen er in Sas van Gent woningen.
Daar zijn de mensen trouwens zelf
bij
Dacht u dat de politieke partijen zo
onverstandig zouden zijn om de vroe
gere gemeenten geen behoorlijke ver
tegenwoordiging in de raad te geven?
Je kunt als grote gemeente juist veel
meer doen. In ons ontwerp-structuur-
plan hebben we Zaanslag en Biervliet
veel mooier getekend dan ze zelf
hadden gedroomd. We gaan het plan
nu samen bepleiten bij de provincie."
(Van onze verslaggever)
AMSTERDAM. 22 dec. Twee
wijfjes van een diersoort, waarvan
insiders geloven dat deze binnen
afzienbare tijd in het wild zul zijn
uitgeroeid, hebben voet op Artis-
boaem gezet. Het zijn twee Algazel
ien die het, naar men hoopt, in de
toekomst goed zullen kunnen vin-
den met ac reeds geruime lijd in
Artis levene bok.
Algazelien leven nog in geringe
aantallen in het dorre, woenstijn-
achtige gebied van Centraal-Afrika,
juist ten zuiden van de Sahara. Het
gaat deze prachtige, overwegend
wit- en lichtbruin gekleurde antilo
pen, in hun geboorteland niet voor
de wind. De algazelien, en uiter
aard ook andere antilopen, in dit
deel van Afrika worden veel ge
schoten. Vermoorde exemplaren
blijven in. vele .gevallen achter ali
voelsel voor aaseters, als gieren en
jakhalzen. Controle is in dit barre
en vrijwel ontoegankelijke gebied
onuitvoerbaar.
Of deze diersoort voor het nage
slacht kan worden bewaard, hangt
in hoge mate van de in dierentui
nen verblijvende exemplaren af.
Momenteel zijn het er vermoedelijk
nog te weinig om de soort voor
uitsterven te behoeden. In totaal
zullen er ongeveer 50 in dierentui
nen in de gehele wereld leven.
De beide wijfjes zijn via een
omweg naar Nederland gekomen.
In ons land mogen namelijk in
verband met besmettelijke veeziek
ten geen hoefdieren direct uit Afri-
ka worden ingevoerd. Ze moeten
minstens zes maanden in een an
der Europees land gehuisvest zijn
geweest, dat minder strenge bepa
lingen met de import van hoefdie
ren kent. Vandaar dat de algazelien
na een korte quarantaine-periode
op een hiervoor speciaal ingericht
schip in de Hamburgse haven wer
den doorgezonden naar de dieren-
'tuin van Aalborg in Denemarken.
De directie van deze tuin was,
vriendelijk de dieren gedurende les
maanden onderdak te verlenen,
waarna ze eindelijk naar Holland
mochten worden getransporteerd.
Dezer dagen zullen de algazelien,
na een verblijf van drie weken in de
officiële Artis-quarantaine naar de
antilopenstal worden overgebracht.
De zusters van de Warmoesstraat doen alles
op de fiets. Men komt ze vaak tegen in de
binnenstad, fietsend over hoge bruggen.
meer geaccepteerd werd. Een jaar lang had ze ol
geïsoleerd moeten eten en had niemand een woord
tegen haar gezegd. Toen zij hier kwam was het een
15-jarige met een oude-vrouwtjes gezicht.
De politie weet ons ock wel te vinden. Laatst belde
er een agent midden in de nacht op: Heeft u nog
een bed voor een kindje zuster?" Natuurlijk hoor",
,,Hardstikke bedankt zuster, ik heb al drie tehuizen
afgebeld."
L. HIESELAAR
Warmoesstraat 161, gastvrij opvangcentrum
voor iedereen die in nood zit.
Kerstmis is voor ons zo'n beetje de drukste tijd
van het jaar, de hele decembermaand trouwens. Het
begint al met Sinterklaas als we de logementmannen
krijgen, al die mannen, die ergens in de stad in
logementen wonen en hun meeste tijd op straat
doorbrengen. Iedere week hebben we ze al in een
keldertje, „de Kloof", op de Kloveniersburgwal, dar
daarvoor speciaal.is incgricht, maar met Sinterklaas
en Kerstmis doen we iets bijzonders. Dan komen ze
hier in de Warmoesstraat. Vroeger hadden we ze
iedere week in ons klooster, maar dat kon bp een