Sas van Gent vreest grote broer Bedreigde Algazelien via omweg naar Artis EEN KERSTVERHAAL UIT DE WARMOESSTRAAT ZEEUWS-VLAANDEREN WIL GEMEENTEN SAMENVOEGEN Oliebollen Veel ellende de TIJD ZATERDAG 23 DECEMBER 1967 13 u Terneuzen, 16 december VEER OVER de Wester- cheide kost bijna drie kwartier, brug bij Sluiskil ruim vijftien gluten. Wie dus een half uur Xtra reistijd heeft uitgetrokken, Riveert dus een half uur te laat Sas van Gent. »We zijn eraan gewend," zegt p-Tgemeester r. a. J. den Boer. vleidooien voor een vaste oever- 1^binding worden aan de andere jvn.t van het water veel begrij- j^bjker. Nog veel sterker spreekt A de verbondenheid met België, b overig Nederland een met de m0fld beleden Benelux-gedachte, )i'fr 6611 ervaiang van de dage- wse praktijk. S' de fev hv VIC LANGENHOFF Walcheren Zuidbeveland Soms zijn het kinderen die tegen hun ■ouders beschermd moeten worden en dan door de politie hierheen gebracht worden. We hebben plaats voor acht dames en zes kinde ren. We hebben op de begane grond ook nog een paar logeerkamers met opklapbedden. Natuurlijk hebben, we zo langzamerhand wel goede contacten met de politie en tal van instanties opgebouwd. Dat is wel pretig. Zij weten ook .dat bij ons de telefoon dag en nacht wordt opgenomen en dat alle loketten geslo- en zijn, zoals met Kerstmis, ze bij ons nog altijd terecht kunnen." Vorig jaar in de Kerstnacht werd er om een uur of drie gebeld. Het was een vrouw, die bij haar man was weggelopen. Ze kon het niet meer aan. Ruzie met de kinderen, ruzie met haar man, die veel dronk. Van kennissen had ze ons adres. We hebben haar eten en een bed gegven. Later is ze nog eens terugge weest om ons te bedanken. We hadden vorig jaar ook op Eerste Kerstdag twee gevallen van mensen die in de kou zaten, helemaal geen kolen meer. Een van die gevallen was een bejaard echtpaar, zij ziek op bed, hij in valide. Een van onze zusters is toen aan de slag geweest om kolen te laten bezorgen. Op Eerste Kerstdag mag toch niemand in de kou zitten. treskens rerneuzen iasvonGent ANTWERPEN Dit'is een kerstverhaal, een kerstverhaal uit de Warmoesstraat. Niet van het meisje met de zwavelstokjes, maar van logement mannen en prostituée's. Een verhaal ook van de stille armen. Zij allen vormen de troetelkinderen van de zusters uit de Warmoes straat of wat formeler gezegd van de zusters Augustinessen van St. Monica. Vijftien jaar zijn zij nu werkzaam in het hartje van Amsterdam op de Wallen en ook daaromheen. Zij zijn een ver trouwde verschijning geworden en een begrip ver daarbuiten. Als de Amsterdamse politie met hopeloze gevallen zit, dan biedt een telefoontje naar de Warmoesstraat meestal wel, uit komst, al is dat 's nachts om drie uur of op Eerste Kerstdag. De zusters doen hun werk in stilte zoals dat heet, zonder veel tam tam of publiciteit. December is hun drukste maand. Dan komen al hun „vrienden uit de buurt" naar de Warmoesstraat om er te eten, te drinken en feest te vieren. Voor de zusters is kerstmis niet alleen het feest van devotie, rust en gebed, van Kerstliedjes en Kindeke Wiegen in de kapel. Vier zusters van de Warmoesstraat die graag anoniem willen blijven vertellen in bijgaand verhaal een paar van hun vele er varingen uit die drukste maand van het jaar. gegeven moment, niet meer. Soms vonden we ze zwervend door ons zusterhuis. Op 5 december krijgen ze allemaal een cadeautje. Kr is een grote tafel vol. Ze loten wie het eerst mag uitzoeken, anders krijg je daar misschien weer schele ogen om. Ze zijn meestal heel dankbaar. Sommigen sturen later een Kerstkaart. D'r zijn erbij van heel goede kom-af, van bekende Amsterdamse familtes, maar aan lager wal geraakt, verschopt, of het zwarte schaap. Ze willen zelf vaak niet anders. Bij onze kledinguitdeling iedere zaterdag hier in de Warmoesstraat vragen we wel eens: „Waaromga je toch niet aan het werk," „Ja zuster, maandag, maandag ga ik aan het werk in de haven." Ze gaan altijd 's maandags aan het werk, maar de volgende week zijn ze d'r weer. Soms zijn ze te vies om met een tang aan te pakken. Het liefst zouden ze dan ter plaatse hun boeltje willen uittrekken en schone kleren aan. „Neem nou eerst een bad" zeggen we dan. Soms geven we ze geld mee voor het badhuis. Met Kerstmis komen ze in de mis, 's morgens hier in onze kapel. Daarna is het de hele dag feest in „de kloof" op de Kloveniersburg. Dan krijgen ze een warme maaltijd. Vorig jaar zijn er ik weet niet hoeveel liters snert heengegaan. Er wordt dan ontzettend gegeten. Met Oudjaar hadden ze ook een goeie. D» Bijenkorf belde op of we hun restant oliebollen wilden hebben. Wij erheen. Tassen vol oliebollen. De logementmannen hebben er aardig in gehapt. Ze hadden er eigenlijk ook wel een beetje op gerekend. Een paar hadden er plastic zakken bij zich. Nee, op zulke dagen hebben ze het wel best. Door het jaar heen kunnen ze dan nog altijd voor een boterham aan de voordeur terecht. Ze hebben het over het algemeen echt niet zo best. Maar meestal willen ze niet anders. Er zijn vaak jonge kerels bij. Soms hebben we het zover, dat er een paar een tijdje geplaatst kunnen worden in een Labre-huis, maar dan zijn ze plotseling zo bang, dat ze hun vrijheid kwijt zullen raken, dat ze als puntje bij paaltje komt toch niet willen. We hebben met Kerstmis ook een nachtmis met ontbijt op onze zaal. Die mis zit altijd stampvol. Vorig jaar stonden ze zelfs in de gang. legen de Kerst gaat er altijd een van onze zusters geld ophalen in de Dominicus-parochie. Ze komt dan ook wel bij de meisjes en vrouwen die daar zitten. Die geven vaak gul. Ze heeft wel eens een paar honderd gulden in énkele dagen. Ze nodigt ze dan net als de pastoor van de Dominicusdoet voor de nachtmis uit. Sommigen geven daar wel gehoor aan, al wordt dat de laatste jaren steeds minder. Kennelijk generen ze zich toch als ze elkapr in de nachtmis tegenkomen December is onze topmaand. Ver voor Sinterklaas gaan we al de bedel op. Als opvangcentrum en gastverblijf worden we niet door de overheid gesubsidieerd, dat is misschien wel prettig. Je bent dan ook helemaal onafhankelijk. We hebben wel veel adresjes van mensen die ons met geld of goederen helpen. Bakkers, slagers, textielfirma's, de Bijen korf, Krasnapolsky. Vlak voor Sinterklaas is de hele kelder onder ons gebouw als een soort kledingverdeelplaats ingericht. Alles gaat naar maat op stapeltjes. Dat is dan de nieuwe kleding, die we hebben gekregen. Van de Sinterklaaspakketten maken we veel werk. Dit jaat reden er vijf heren voor ons met hun auto om de pakjes weg te brengen. We hebben eens voor een gezin van vijf kinderen, waarvan de vader plotseling was overleden allemaal aparte pakjes gemaakt met rijmpjes erbij. Zoiets kun je doen als de zusters de situatie door hun huisbezoek dóór en dóór kennen. We wisten precies wat iedereen graag zou willen hebben en hoe het anders ook in dat gezin gegaan zou zijn. Dat huisbezoek is leuk. maar hier in de binnenstad wel eens een beetje eng met die donkere trappen. Een van de zusters was eens bij een man die toen ze wegging zei: „Past u op voor onze huisrat zuster, als u de trap afgaat. Hij is niet onaardig hoor. Als-is in een goede bui .is zegt-ie „misschien zelfs goeden- Ach echt bang zijn we niet. De mensen kennen ons en groeten ons. Laatst liep een van de zusters met een troepje kinderen bij de. Nieuwmarkt. D'r kwam een man uit een café. Dronken, 's morgens om half twaalf. „Zuster," zei hij, „ik wil je zo graag iets aanbieden. Ga even mee naar het café." De gevaarlijkste dingen maak je nog In huis mee. Er wonen tijdelijk wel eens meisjes of vrouwen bij ons, die na een paar dagen door hun man of vriend worden opgezocht. En die zijn vaak moeilijk 'voor reden vatbaar. Die willen met alle geweld naar binnen en zo. Eens Jieeft een van onze zusters eert klap gehad van zo'n man. Maar toen de moeder eraan kwam lopen en riep „huisvredebreuk" was hij onmiddellijk verdwenen. Op zulke momenten ben je wel nerveus, maar echt niet ban. Neen. We zijn altijd samen, we doen ook alles samen. De politie of de mensen van Sociale Zaken vragen wel eens: „Hoe kunt u dit werk jarenlang doen zonder het zat te worden of overspannen te raken". Het kan gewoon, omdat we elkaar opvangen, omdat we ook niet alleen dit werk doen. We doen het vanuit het gebed. Als we in de kapel zitten, voel je j,e tot rust komen. Wij bidden veel ondanks, dat we het druk hebben. En in de recreatie kom je ook helemaal bij. Als je een moeilijke dag of een paar nare gevallen hebt gehad, dan vangen andere zusters je op. Die zeggen: „Ach, ben je gek". En het is vreemd, maar dan ben je ook zo weer in het beste humeur. Wij maken hier veel mee, wij zien veel ellende. Er is in een stad als Amsterdam veel ellende. En dan voel je je echt uitverkoren wanneer je bedenkt, dat jijzelf niet in die ellende ziet. De mensen weten ons zo langzamerhand wel te vinden. Laatst kwam er een mevrouw, die in Athene woonde en een sterven de vriendin in Londen ging opzoeken. Ze had niet genoeg geld om te overnachten en klopte bij ons aan voor onderdak. Het adres had ze in Athene van iemand gekregen. We hebben nog precies uit proberen te zoeken van wie, maar dat was niet te achterhalen. Er komen veel mensen die in huwelijksnóod zitten, die in conflictssituatie leven, het op een gegeven moment niet meer kunnen verdragen en dan vluchten, naar ons. Soms zijn er mannen in het spel, die slaan of dronken zijn. Er komen ook nogal eens jonge meisjes, die weglopen omdat ze niet meer begrepen worden en thuis helemaal niet meer overweg kunnen. Een man bracht eens midden in de nacht een 15-jarig meisje, dat hij slapend in het Vondelpark had aangetroffen. Ze bleek weggelopen te zijn uit Aalsmeer. Hij had haar meegenomen omdat hij het geen pas vond geven, dat een meisje van die leeftijd in het Vondelpark sliep. Soms komen de meisjes uit zichzelf. Er kwam er eens een, die het thuis niet meer aankon. Ze kwam uit een vrij goed milieu. Maar alle aandacht ging naar een zoon die studeerde. Toen zij thuiskwam met een jongen, die niet katholiek was, en daar woorden over vielen, kwam ze naar ons. Er belde ook eens een 15-jarig meisje om half een 's nachts dat letterlijk door haar moeder op straat was gezet. Zoek je weg maar. 15 jaar. Ze zag er onverzorgd en vies uit. Wij hebben haar opgevangen en verdergeholpen. Schrijnend vonden wij dat geval van een meisje, ook al 15 jaar, dat thuis totaal niet Rotterdamse plannenkoorts in de havenstad Terneuzen fr 'lui 's van Gent is nooit anders dan de Vi*eest- kolk van de stad Gent „Het leefpatroon heeft een aarnse inslag. Door huwelijken „over grens'u oof t t i o n nmr t van Hf* s®u-oners «aa heeft tien procent van de de Belgische nationaliteit 'tl Van Gent is de eniSe gemeente llet Zeeuwse waar vanouds carnaval Ook ecbno- met het zuiden gevierd en waar. men op zondag - winkels terecht kan" is de band ■■Sas van Gent is functioneel-econo- sch een wezenlijk deel van het Belgi- industriegebied", citeert burge- ®®ster Den Boer uit een1 nota van het ^lyieentebestuur. De industriële be- ]71Jvigheid in Sas van Gent waar j mannen en 425 vrouwen werken °ntstaan vanuit het aangrenzende jo®'êisch-Vlaamse gebied. Dat zal in de ®kornst nog veel meer impulsen ''en: Gent, met tweehonderdduizend TVoners België's vierde stad, is in Pmars naar de grens. 'n Zelzate, vlakbij Sas van Gent, 'ferdt Europa's grootste hoogovenbe- ?rHf gebouwd. De kanaaloevers op Belgisch gebied raken snel vol. De eurt is dan aan Sas van Gent, waar b vredige bietenakkers al grote bor- ®h staan die industrieterrein aanprij- gA' Wat zal daarvan terecht komen 6e gemeente wordt opgeheven en J Terneuzen gevoegd? "Voorlopig niet veel", vreest de kUrSemeester. „Terneuzen richt A'®maal naar de Wester-Schelde en u gem eester. „Terneuzen richt zich U'®maal naar de Wester-Schelde en Q®®t"t daarmee de rug naar Sas van ®nt. Terneuzen wordt meer in de n°nd gegeven dan het kan verteren. Wij worden een uithoek, een tweede rangs gebied". Sas van Ge"t heeft de twee buurge meenten Westdorpe en Philippine op zijn hand. Zij steunen het idee van een zuidelijke kanaalgemeente, waaraan ze hun eigen naam en zelfstandigheid graag opofferen. Als het „noordelijke" Terneuzen maar verre blijft. Moet dan het kanaal GentTerneuzen de ruggegraat van het snel opkomende Zeeuws-Vlaanderen in tweeën wor den geknipt? „Voor industrialisatie is gemeentelijke eenheid helemaal geen voorwaarde. Kijk maar ijaar het stormachtig groeiende Zelzate. Men kan toch samen zitting hebben in een havenschap? Er ligt nu een wetsont werp, dat het rijk, de provincie en Terneuzen is zo'n'schap moet brengen. Eerst zou ook Sas van Gent mee spelen, maar nu gaat men weer uit van éèn gemeente." De affiniteit ten opzichte van België berust niet alleen op historische, con fessionele en mentale gronden, maar vooral op de gezamenlijke gerichtheid naar het "kanaal. Terneuzen heeft dat kanaal niet nodig, omdat het de Schel de voor de deur heeft. „Dus" zal het zich weinig 'bekommeren orn de ont wikkeling van de kanaalstreek. „Dus" zal men in Sas van Gent ook geen woningen meer bouwen. De bewoners van de „uithoek" kunnen dan in Ter neuzen gaan werken. Deze veronder stellingen voeden in Sas van Gent het historisch wantrouwen tegenover de noordelijke buur. Als in Sas van Gent gesproken wordt over het in tweeën knippen van een streek, dan doelt men niet op een tweedeling van de Neder landse kanaalzone, maar juist op de eenmaking daarvan. Want daardoor wordt Sas van Gent losgemaakt van de Gentse agglomeratie. Aanhangsel wor den van het „vreemde" Terneuzen betekent volgens Sas van Gent het einde var een ontwikkeling, die juist op het punt staat spectaculair te worden. Het brede ftvater van het kanaal zou voorlopig omzoomd blijven door bietenvelden Het „vreemde noordelijke Terneu zen" blijkt geen tien minuten rijden verwijderd te liggen. De entree is rommelig; buizen, kranen, zandhopen, omleggf"-- T;i. borden en tensïbtte de zeesluizen. Een Europoortsfeer. On middellijk daarna het groteske con trast van een oud miniatuurcentrum, een doolhof van kromme, smalle stra ten, waar je in het eenrichtingsverkeer hulpeloos blijft rondtollen. De Euro sfeer, is er weer op het gemeentehuis, BIJ DE KAMER ligt een wetsontwerp tot herindeling van Zeeuws-Vlaanderen. Als het wordt aangenomen zullen uit de bestaande eenendertig gemeenten vijf nieuwe worden gevormd. Dat gebeurt dan uiteraard onder protest van veel kleine gemeenten, die hun zelfstandigheid fel verdedigen. Alle klas sieke e.n veel actuele argumenten zijn in stelling gebracht door Sas van Gent, vijfduizend inwoners, dat volgens het plan moet opgaan in Terneuzen, eenentwintigduizend inwoners. Tot schade van de streek, omdat nu eenmaal voorop stond dat zoveel mo gelijk gemeenten moesten sneuvelen, zegt Sas van Gent. waar ambtenaren hun beste Engels en fraaie brochures te voorschijn halen om Terneuzen'te verkopen aan buitenlan ders. Rotterdamse vitaliteit bij burge meester J. C. Aschoff. Zijn eerste kreet: i,Het gaat ons nooit lekker genoeg". Hij heeft negen jaar Botlek ervaring achter de rug als burgemees ter van Rozenburg en runt met kenne lijk plezier de Zeeuw-Vlaamse hoofd stad. „Nationaal moeten wij een maxi maal gebruik maken van onze ligging. Daarom moeten ,we de Nederlandse Delta principieel als één gebied zien. De Wester-Schelde biedt unieke kan sen: daarnaast zijn er mogelijkheden aan het kanaal Gent-Terneuzen, waar via de nieuwe sluis schepen tot zestig duizend ton kunnen komen". Hij laat kaarten aanrukken. Grote paarse vlek ken oostelijk en westelijk van de stad: industrieterreinen aan de Schelde. Naar het zuiden toe insteekhavens. vanuit het kanaal. Bij Sas van Gent kleine paarse vlekken: het industrie terrein van de bieten. „Hier hij wijst al ver over de toekomstige gemeentegrenzen is drieduizend hektare beschikbaar. Rechts komt een oliehaven met zware industrie, links een handelshaven met kleinere indus trieën die geen luchtvervuiling geven. Aan de andere kant van de stad breidt DOW chemical verder uit. Dat wordt zevenhonderd hectare. Dit jaar is er honderd miljoen geïnvesteerd en dat gaat de volgende jaren zo door. Er werken nu zeshonderdvijftig mensen. DQW Chemical is een van de groten, gestart in 1963. Philips, sinds 1962, slaat het record wat de werkgelegen heid betreft: achthonderdvijftig men sen. En dat kostte maar vijf hectare grond Vorig maand is een depen dance van De Schelde geopend: een reparatiedok, waar zestig man werken. „Dat is speciaal voor de klanten uit België. Oók andere ondernemingen werken al voor Belgische bedrijven. De afstand is helemaal niets." Richt Terneuzen zich helemaal op de Westerschelde? „De ligging aan de 'Schelde moeten we benutten voor de nationale economie in de toekomst, voor het hele welvaartspeil. Maar dat betekent niet dat er aan het kanaal geen ontwikkeling komt. U ziet het op de kaart. Op het ogenblik brengen we belangstellenden natuurlijk niet naar Sas van Gent, maar als het één gemeente is wordt het anders. Dan gelden ook daar de kernfaciliteiten. Elkaar industrieën afvangen doe je juist alleen als er twee gemeenten zijn. Ach, ik begrijp het wel van Sas van Gent, maar de bezorgdheid is mis plaatst. Als ze zelf medeverantwoorde lijkheid dragen zullen de bezwaren snel slijten. Natuurlijk kun je ook industria liseren met gemeenschappelijke rege lingen, maar dat gaat veel moeizamer. Een havenschap? Dan hebben ze ook niets meer te vertellen. Men verwart gemeente met gemeenschap. Het grote sluizencomplex bij Terneuzen: de oude zeesluis (2) ligt tussen de sluis voor de binnenvaart (1) en de nieuwe, nog niet voltooide zeesluis (3). Laten ze in Sas van Gent rustig carnaval vieren en 's zondags hun winkels openhouden. We zouden wel een heel grote fout maken als we het eigene gingen weghalen. Dat is be stuurlijk onverantwoord. En natuurlijk komen er in Sas van Gent woningen. Daar zijn de mensen trouwens zelf bij Dacht u dat de politieke partijen zo onverstandig zouden zijn om de vroe gere gemeenten geen behoorlijke ver tegenwoordiging in de raad te geven? Je kunt als grote gemeente juist veel meer doen. In ons ontwerp-structuur- plan hebben we Zaanslag en Biervliet veel mooier getekend dan ze zelf hadden gedroomd. We gaan het plan nu samen bepleiten bij de provincie." (Van onze verslaggever) AMSTERDAM. 22 dec. Twee wijfjes van een diersoort, waarvan insiders geloven dat deze binnen afzienbare tijd in het wild zul zijn uitgeroeid, hebben voet op Artis- boaem gezet. Het zijn twee Algazel ien die het, naar men hoopt, in de toekomst goed zullen kunnen vin- den met ac reeds geruime lijd in Artis levene bok. Algazelien leven nog in geringe aantallen in het dorre, woenstijn- achtige gebied van Centraal-Afrika, juist ten zuiden van de Sahara. Het gaat deze prachtige, overwegend wit- en lichtbruin gekleurde antilo pen, in hun geboorteland niet voor de wind. De algazelien, en uiter aard ook andere antilopen, in dit deel van Afrika worden veel ge schoten. Vermoorde exemplaren blijven in. vele .gevallen achter ali voelsel voor aaseters, als gieren en jakhalzen. Controle is in dit barre en vrijwel ontoegankelijke gebied onuitvoerbaar. Of deze diersoort voor het nage slacht kan worden bewaard, hangt in hoge mate van de in dierentui nen verblijvende exemplaren af. Momenteel zijn het er vermoedelijk nog te weinig om de soort voor uitsterven te behoeden. In totaal zullen er ongeveer 50 in dierentui nen in de gehele wereld leven. De beide wijfjes zijn via een omweg naar Nederland gekomen. In ons land mogen namelijk in verband met besmettelijke veeziek ten geen hoefdieren direct uit Afri- ka worden ingevoerd. Ze moeten minstens zes maanden in een an der Europees land gehuisvest zijn geweest, dat minder strenge bepa lingen met de import van hoefdie ren kent. Vandaar dat de algazelien na een korte quarantaine-periode op een hiervoor speciaal ingericht schip in de Hamburgse haven wer den doorgezonden naar de dieren- 'tuin van Aalborg in Denemarken. De directie van deze tuin was, vriendelijk de dieren gedurende les maanden onderdak te verlenen, waarna ze eindelijk naar Holland mochten worden getransporteerd. Dezer dagen zullen de algazelien, na een verblijf van drie weken in de officiële Artis-quarantaine naar de antilopenstal worden overgebracht. De zusters van de Warmoesstraat doen alles op de fiets. Men komt ze vaak tegen in de binnenstad, fietsend over hoge bruggen. meer geaccepteerd werd. Een jaar lang had ze ol geïsoleerd moeten eten en had niemand een woord tegen haar gezegd. Toen zij hier kwam was het een 15-jarige met een oude-vrouwtjes gezicht. De politie weet ons ock wel te vinden. Laatst belde er een agent midden in de nacht op: Heeft u nog een bed voor een kindje zuster?" Natuurlijk hoor", ,,Hardstikke bedankt zuster, ik heb al drie tehuizen afgebeld." L. HIESELAAR Warmoesstraat 161, gastvrij opvangcentrum voor iedereen die in nood zit. Kerstmis is voor ons zo'n beetje de drukste tijd van het jaar, de hele decembermaand trouwens. Het begint al met Sinterklaas als we de logementmannen krijgen, al die mannen, die ergens in de stad in logementen wonen en hun meeste tijd op straat doorbrengen. Iedere week hebben we ze al in een keldertje, „de Kloof", op de Kloveniersburgwal, dar daarvoor speciaal.is incgricht, maar met Sinterklaas en Kerstmis doen we iets bijzonders. Dan komen ze hier in de Warmoesstraat. Vroeger hadden we ze iedere week in ons klooster, maar dat kon bp een

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 13