De witte leugen
Brieven van lezers
Belijd
en of bestrijden?
Maria als een knappe diva uit een opera
Bescherming voor rechtskundig adviseur
Sensuele ogen
Raffinement
Moderne
Europea^
DE TIJD
ZATERDAG 23 DECEMBER 1967
door BEN KROON
T EEL IJJD OE MOEITE kan het hem niet hebben
gekost en na het vertrek van het kolossale doek zal
hij waarschijnlijk opgewekt een nieuwe opdracht
hebben aangevat, want zo ging alles bij Giovanni
Battista I iepoio. snel. virtuoosgoedgeluimd en
rijk gehonoreerd. Klooster Schwarzach in Zuid-
Duitsland wilde een grote Aanbidding der Drie Ko
ningen. Klooster Schivrirzdch kreeg zijn altaarstuk
want Tiepolo, de Venetiaanwas toch in de buurt
om in R iirzburg de fres -o s te schilderen in het kolos
sale ouleis dat de prins-bisschop Carl Philipp von
Greiffenklau er had laten bouwen.
In Amsterdam is een dominee op het
idee gekomen een anti-kerstslal te
maken. Een happening van verschrik
kelijke dingen, een schreeuw van on
behagen, een aanklacht tegen hel
feest van vredig spijsverteren. tegen
het herkauwen van alle vredige kerst
feesten uit de voorgaande jaren en
tegen de illusie, dat we dan alles
mogen vergeten wat tussen die kersl
feesten in ligt: een wereld, die tol
de tanden bewapend is. een klooi
tussen rijke en arme landen en een
scheur in de harten van alle mensen
pijnlijk gevoeld door degenen die
iets aan de wereld buiten kerstmis
willen doen, verwaarloosd door de
genen, die er vrede mee zeggen te
hebben.
Er is een kerstbestand in Viet
nam. De strijdenden voegen zich
ieder naar de motieven, die zijn cul
tuur 'hem als fatsoenlijk voorhoudt
naar de vredes-illusie die een paar
dagen aanhoudt: Kerstmis '67. Er is
tijd om puin te ruimen en zieken
te verzorgen. Er is gelegenheid om
brieven te lezen over Joe s examen
en Pat's eerste „date". En er is tijd
om het vernietigingstuig op orde te
brengen want morgen is de droom
voorbij. Kerstmis is Kerstmis en oor
log is oorlog, er is niets aan te doen.
Kerstmis is een witte leugen. Een
leugen om bestwil van allen die hel
ook niet kunnen helpen, en van allen
die het wel kunnen helpen. De laal-
sten zijn in de minderheid. Het zijn
de herbergiers die geen plaats meer
hadden, maar zich tenslotte toch ook
niet verzetten tegen de Geboorte in
een stal. Die stal zijn we sindsdien
gaan romantiseren met sterren, die er
niet waren, met dieren, die met hun
warmte deden wat mensen weiger
den te doen, met herders die in de
nijpende kou te velde hun bestaan
als minimumlijders lagen te ver-
knoersen. In die dagen is de ellende
van de wereld door een rechtstreekse
ingreep naar hoger plan gebracht.
Maar het was nooit de bedoeling,
dat die gift beperkt zou blijven tot
de da gen tussen Kerstmis en Nieuw
jaar. Maar wij hebben het door de
jaren heen tot een dergelijke pro
portie verwrongen, net zo lang tot
we niet anders meer konden. We
hebben er een bestand van gemaakt.
Wat heeft het nog allemaal te
'.eggen? Na honderden jaren van
kerst-traditie heeft de kerstgedachte
de wereld niet veranderd. En de
leugen vreet verdeer. We hebben
mediumbollen naar het heelal ge
schoten waardoor we straks op de
televisie kunnen zien hoe goed en
vredig het familiefeest in Lapland,
in Chili en op Long Island gevierd
wordt. Maar een gedeelde leugen is
een grotere leugen.
I
Wij moeten erkennen dat Kerst
mis niets oplost. Hel dringt door tol
onze geestelijke opperhuid. Het be
roert onze magen, maar niet ons hart.
Vrede op aarde, zeggen wij, maar
in ons achterhoofd liggen alle nrgu
menten opgetast, die zeggen, dat we
toch moeten vechten. Bij wie ligt de
schuld? Niet bij het kerstfeest, dal
is onschuldig. De schuld ligt bij hel
on-feest, dal we na Kerstmis her
vatten alsof er niets gebeurd was.
De zwarte waarheid, die op de witte
leugen volgt. Daarom is een anti
kerststal geen slecht id ee. H el is een
rauw vertoon in deze dagen nu de
gevoelens op hun best zijn. Het is
een spelbreker. Maar voor men er
zijn toorn aan verspilt moet duidelijk
worden welk spel hier gebroken
wordt. Ons dunkt, dat het niet hel
spel van Kerstmis is. maar hel spel.
dat wij tussen de kerstdagen in alle
maal meespelen, een jaar lang. Wij
geloven in de goede bedoelingen van
die Amsterdamse dominee. Zijn on
behagen is hel onze, want vrede op
aarde moet er zijn. Hel hele jaar
door, want Kerstmis is geen lancy-
fair,
De jongerenorganisatie der Katholie
ke Volkspartij, klein in getal maar
groots in élan, beleett moeilijke maan
den. Wat bedoeld was als gist voor de
moederpartij dreigt aan gistingen ten
onder te gaan, het zuiverend zout, dat
door de jongeren wordt aangedragen,
komt terecht in open wonden der grote
partij. En dat doet pijn. Zodanig pijn
dat elke reële inbreng wordt gene
geerd en vermaningen worden gege
ven, zich aan de partij-discipline te
onderwerpen: resoluties moeten zon
der meer worden aanvaard. Na enige
tijd kan men dan weer de gewone
verwijten van „slaafs navolgen" en
„baantjesjagerij" verwachten. Dat
hoort er zo bij.
Een partij die haar electoraat niet
veronachtzaamt zal letten op het
toestromen van jeugdige aanhang. In
het geval van de KVP is de stroom
reeds aardig afgedamd, terwijl de
aanhang bij elke kiezerspeiling in
steeds groter golven wegvloeit. Een
partij, die bouwt aan haar toekomst,
zal dan minstens aandacht besteden
aan opvattingert en wensen van de
eigen jeugdige partijgangers. In plaats
van het oor te luisteren te leggen bij
deze groep, wellicht de avant-garde
van jonge KVP-kiezers, wordt slechts
verlangd in paradepas achter het ven
del van Aalberse en Schmelzer op te
marcheren. Wanneer jongeren zich
bekommeren om de toekomst van het
landsbestuur, kunnen zij zich andere
instructors en al heel snel ook een
ander exercitieterrein voorstellen.
Die toekomst speelt een grote rol.
Bedenkend dat déze generatie binnen
25 jaar het staatsschip moet gaan
bemannen, zal men zich wensen te
zijner tijd niet met de resultaten van
een failliet beleid „opgescheept" te
zitten. Failliet is een groot woord.
Tegenstanders wijzen meteen triom
fantelijk op de politiek van het kabinet
Cals, waaraan het recht werd ontno
men, het beloofde ten uitvoer te bren
gen. Zij beseffen niet dat zonder
structurele ing-epen op het gebied van
woningbouw, opvoeding en bezitsher-
vorming de zaak naar de knoppen
gaat. Het bij de dag regeren mag de
economische situatie van het ogenblik
wat rooskleuriger houden, er zullen
vele rozen nodig zijn om een wereld
poel, vol van ellende, liefdevol té
verbloemen. Conclusie moet dan zijn,
dat een radicalisering van de huidig'
politiek noodzakelijk ir Tot deze slot
som komen althans jongeren, die per se
geen socialisten zijn en die inzien, dat
vooruitstrevendheid niet slechts een
socialistisch plakplaatje is, maar wel
degelijk ook een Christelijk etiket.
Vanwaar dan de huiver om door te
ga'an met Christelijke partijformatie?
Duidelijke uitspraak heeft dit nooit
gekregen, maar zou hel niet zo kunnen
z;jn, dat juist bij de jongeren bekom
mernis bestaat om de naam van het
Christendom, zo men wil om de naam
van Christus zelf? Is het wel juist om
in groepsverband me een politieke
interpretatie van Christelijke gegeven
heden (dit laatste in zijn meest letter
lijke vorm) te komen, terwijl men
weet, dat andere groepen op grond van
hetzelfde heel anders concluderen?
Men zou zo verstandig moeten zijn
ook al voelt men tot diëp in zijn hart
aanhanger te zijn van de enig juiste
interpretatie, het belijden van de eigen
godsdienst los te koppelen van politie
ke opvattingen. Althans in partijver
band.
Niemand kan he' recht ontzegd wor
den, persoonlijk op basis van de Chris
telijke inspiratie tot politieke beslissin
gen te komen Dit is een der rechten
en vanzelfsprekendheden, die via
Christelijke partijformatie bevochten
zijn. Nu dit bereikt is, staat de zin van
die partijopstelling ter discussie. Fun
damenteel onderscheid moet gemaakt
worden tussen het belijden van de
eigen godsdienst op ieder levensterrein
(dus ook het politieke) er» het zich
laten leidèn door religieuze inspiratie.
Van het eerste artikel heeft Nederland
genoeg, met het tweede weet men nog
niet goed overweg. Daar komt nog bij
dat de Christelijke inspiratie bij zeer
velen een gevoel oproept van „zo kan
het niet langer". Op grond daarvan
radicaliseren zij hun toekomstbeeld,
waarvan anderen, die genoemd gevoel
niet kennen, koude rillingen krijgen.
De radicalen hebben gemeen, dat zij
een blik, werpen op de gehele samenle
ving van nu én van de toekomst. Men
kijkt over de grenzen, zowel die van
het land als die van ,de eigen porte-
monnaie. Hetgeen men voor ogen
krijgt, levert eerst recht koude rillin
gen op. Dan is het niet verwonderlijk,
dat men beschaamd de Christelijke
mond sluit en niet anders kan dan
lijden aan de noden van "de wereld.
Met e„.i zeker pathos realiseert men
zich, dat juist Christus ons de bood
schap gaf, open te staan voor de
medemens, zo geen medelijden te
tonen met andermans nood, dan toch
minstens in offerbereidheid het nood
zakelijke te doen. Dit moge een ouder
wetse opwekking lijken, zich te scha
ren achter het Christelijk ideaal. In
werkelijkheid wensen jonge Christen
radicalen slechts een partij, die konse-
kwent ten uitvoer brengt, wat metter
daad noodzakelijk blijkt. Dat noodzake
lijke is synoniem aan een program.
Het partijprogram moet de projectie
zijn van de idee, die velen zich, lijdend
aan de nood van de wereld, hebben
gevormd. De partij moet Christelijk
ZIJN, of zij dat ook zal belijden, is een
andere zaak.
Nog steeds lijkt de KVP de meest
geëigende partij zichzelf in deze rich
ting te hervormen. Wanneer het kader
zich in meerderheid uitspreekt vóór
Christelijke inspiratie als grondslag
der partij, dan accepteert het tegelij
kertijd dtaak, dat ook waar te
maken. Het blijft echter tevens de
vraag oi men louter aandacht moet
schenken aan Christen-democratische
vormen van partijopstelling. Een
meerderheid in de volksvertegenwoor
diging zal op deze basis waarschijnlijk
onbereikbaar blijven. Daarom zal men
het oog moeten richten op anderen,
die, zij het vanuit een geheel andere
inspiratie, eenzelfde beleid voorstaan.
Om de zaak in het reine te houden kan
men het op een (stembus-)akkoordje
gooien,
AMSTERDAM Pieter F. M. Stolwijk
Afgevaardigde van de Jongerengroepen
in het- K V P.-bestuur Amsterdam
DE MOOR
VAN VENETIË
V
te-..
Dat bisschoppen ook prinsen konden
zijn en heersen over grote gebieden,
dat ze paleizen bouwden en de grootr
ste schilder van hun tijd tegen grof
ge'd rf&ar hun residentie konden laten
komen om er plafondschilderingen te
maken die elke bezoeke'r de adem be
namen, dat vond die tijd normaal.
We zijn pas halverwege de achttiende
eeuw en het zal nog een kleine vijftig
jaren duren voordat de vloedgolf van
de Franse revolutie en de Napoleonti
sche oorlogen al die machtsposities
met een slag zal neerhouwen. Tiepolo
heeft dat niet beleefd. Het heeft hem.
zelfs weinig beroerd dat in de centra
waar nieuwe ideeën in de kleine kring
van intellectuelen en hun aanhangers
werden ontwikkeld Parijs, Londen
Rome zijn kunst mei koelte werd
bejegend. De oude machthebbers had
den geld, paleizen en kerken en wie
maar wilde betalen kon zich een aan
deel reserveren in' de produktie van
de onstuimige werker Tiepolo.
Mengs was de favoriet van de nieuw
lichters. Hij werkte langzaam en stu
deerde eindeloos op de voorbeelden van
de oude Romeinen en Grieken, die hij
nauwkeurig en bloedeloos op zijn doe
ken kopiëerde. Hij had ideeën en prin
cipes en dat was eigenlijk wat de
nieuwlichters nog liever was dan
kunst, want elke revolutie die in haar
kinderschoenen staat zoekt gelijkgezin
den.
Wie nu naar de Oude Pinakotheek in
München gaat zal er vergeefs een
Mengs zoeken. Na de revolutie is
Mcngs vergeten, maar het altaarstuk
van Schwarzach heeft de kloosterliqui
datie van 1804 overleefd en het hangt
nu in de galerij der meesterwerken. En
telkens als er een Tiepolo op een vei
ling wordt gesignaleerd, stromen de
kopers toe. Dat is de eeuwige ironie
van de kunst.
DE AANBIDDING der drie koningen
weerstaat geen enkele kritische toet
sing behalve de puur picturale.
Wat is dat voor zonderlinge bedoe
ning, die hij op linnen heeft gebracht.
Maria is de knappe diva uit een opera
van Metastasio, een begerenswaardige
vrouw met vochtige lippen en dromerig
sensuele ogen, op en top een dame
met op haar schoot de frisgewassen
bambino, die een kinderlijke pret be
leeft aan de leuke ooms, die voor hem
knielen. Die ooms zijn de drie konin
gen, maar ze komen uit Venetië, zoals
alles bij Tiepolo uit Venetië komt, zo
weggestapt uit de schilderijen Van Ve
ronese, prachtige grijsaards, altijd in
stijl, zelfsals ze knielen bij het
kindje en 'zijn mooie moeder. En dan
is er een page, op de rug gezien,
maar toch al een jongeman met een
toekomst voor zich, die eens ook mee
zal regeren in de Republiek van de Do-
gestad. Alles is ih de weer op de trap
pen van de oude tempel, die het voet
stuk vormt voor een oude stal, want
het evangelie zegt nu eenmaal dat het
Kind in een stal werd geboren. Er
wordt druk gebaard en gepraat, er
vliegen engeltjes door de lucht en er
kijken barbaren bij St Jozef over de
arm mee. En om het beeld af te ron
den staat er, meer dan levensgroot,
zwijgend, de arm in de zij en de vuur
rode tulband als een kroon op het
hoofd, de zwarte van de koningen,
Balthasar, de Moor van Venetië. Zo
gauw het oog al die verborgen aan-
dachtslijnen van het schilderij heeft
doorlopen eindigt het bij de stilte van
de grote Moor links in het, beeld die
bijna onaandoenlijk het tafreel beziet,
zich bewust van ziji. hauteur, het
kromzwaard bungelend aan zijn linker
zij. En de Moor in zijn prachtige, ge
streepte buis doet een stap vooruit als
het minste motief van hulde, misschien
meer geïmponeerd door de schoonheid
van de christenmoeder dan de godde
lijkheid van haar kind.
AL DIE MOTIEVEN zijn door Tie
polo met bijna nonchalant raffinement
in het schilderij verwerkt. Hij was de
picturale Mozart van zijn eeuw, hij
kon alles schilderen wat zijn fantasie
hem ingaf, rococo, altijd greep zijn lu
cide penseel het drama
Wat ons,' twee eeuwen later, zo ver
wondert in die tijd is het ogenschijn
lijke gemak waarmee men alle moge
lijke onaanvaardbare situaties overeind
hield en ze artistiek wist te omschrij
ven. Men wist dat men aan de kant
van het ongelijk stond. Dat voor de
macht van de adel en de kloosters
geen aanvaardbaar motief meer was te
bedenken. Dat Venetië ten dode ge
doemd was. Dat dit huwelijk van chris
tendom en volstrekt wereld-gericht sen
timent niet houdbaar was.
Dat de Moor nooit hulde zou komen
betuigen aan de schone maagd van de
christenen. Dat eigenlijk alles maar
een briljant verzinsel was, want ook de
hulde van de andere koningen was een
spel van oude heren, die de tradities
trouw wilden blijven. Maar men bleef
spelen, met die onverwoestbare trouw
van Italianen aan de dramatische il
lusie, die het zicht op zoveel onaange
name realiteiten vervaagt en die de
Noord-Europeanen Latijnse huichelarij
noemen. Nooit heeft men dat spel met
zoveel verfijning en ingewikkelde re
gels gespeeld als halverwege de acht
tiende eeuw, toen Europa met een voet
in het Paradijs stond en aanstalten
maakte om scheep te gaan naar het
Liefdeseiland. Het is natuurlijk apders
verlopen en daar weten wij alles van,
maar van die illusie zijn we nooit gene-
zen. En telkens weer proberen „i
uitersten te verenigen in een were
droom. Maar telkens als het schü11^
lukken is er weer een Mengs me' ^t-
zwaren. Ze hebben elkaar nog ontb1^.;
In 1770 in Madrid, waar Tiepolo
sterven.
IN DIE STAD vertoefde toen oo<e
jongeman, die de revolutie zou
ven. Goya. Niet Mengs, die ten®' |jf
maar een magere classicus zou
ken, maar Goya zou de revolutie
zweten" in zijni verschrikkelijke s .(i-
etsen. De eerste moderne Europe ,r
Tiepolo heeft de poging om het on
zoenlijke te verzoenen naar de K/
van de breuk gevoerd. Een ingeS
pen zin voor evenwicht heeft hero aii
juist voor de crisis behoed. HÜ
zijn inspiratie volkomen kwijt f1
geweldige kader, dat de renaissAj'
had geschapen. Hij was de laatste J,
te zoon van de renaissance. Zijn
was in zijn tijd al verouderd.
Mist", schreef Heine. Maar wie
v
een Tiepolo staat hoort altijd muzi® „ji-
voelt altijd warmte. Het eeuwige
wee naar het picturale paradijs-
(Van een juridische medewerker)
EEN WETSVOORSTEL om de posi
tie van rechtskundig adviseurs offici
eel te regelen is vrijwel geruisloos
ingetrokken. Vooral de Nederlandse
orde van advocaten had er terecht
ernstig» bezwaren tegen geuit. Niel
alleen tegen de naam die de rechtskun
dig adviseurs in het vervolg zouden
voeren: praktizijn, eer. naam die tot
nu toe werd beschouwd als een verza
melnaam van advocaten en procu
reurs. Ook het feit dat de rechtskundig
adviseurs op vrijwel letterlijk dezelfde
wijze werden georganiseerd als de
advocatuur, zodat we naast de grote
orde ook nog een kleint zouden krijgen
werd gekritiseerd. Met de eigen aard
van dit andere vak was in het ontwerp
geen rekening gehouden.
Anderen hadden er nog bezwaai
tegen dat er geen voldoende over
gangsregeling in het ontwerp voorzien
was. Dit all s had echter eerder
aanleiding moeten zijn tot het aan
brengen van de nodige veranderingen
Eén regeling is namelijk dringend
noodzakelijk. Iedereen kan zich vesti
gen als juridisch adviseur en ook ais
zodanig reclame maken. Het is moge
lijk dat een kantonrechter iemand die
ongeschikt of onbetrouwbaar is uitsluit
van het behandelen van kantonge
rechtszaken, maar dat zal vaak niet
veel uitmaken. De naam mogen zij
nog altijd blijven voeren. De praktijk
bestaat bij velen van hen maar voor
een klein deel uit rechtszaken die bij
het kantongerecht geregeld moelo-i
-•/orden. Vaak beslaat de hoo.c!zii,<k
van de praktijk uit het schrijven van
allerlei brieven aan overheidsinstan
ties, huisbazen, werkgevers en zo
voort. Ook personen zonder enige vak
kennis kunnen zich voor dit soort
werkzaamheden laten betalen zelfs als
ze niet meer voor de kantonrechter
mogen verschijnen.
Waarborgen voor kennis van het vak
en eigen solvabiliteit zijn dus zeker
nodig Er zal ook een zeker toezicht
moeten worden uitgeoefend op een
menselijke wijze van beroepsuitoefe
ning. Sommige incasso-bureaus zijn tot
de grofste incasso-praktijken zonder
aanzien van persoon of de omstan
digheden van de persoon bereid. Soms
kan men van regelrechte wreedheid
spreken en doen de incasso-methoden
denken aan chantage. „Als U niet
betaalt stellen wij ons met Uw. werk
gever in verbinding om daar eens een
boekje over U open te doen".
Nu is het aantal van de bureaus die
zich hieraan schuldig maken of van de
adviseurs die zo iets doen heel klein
Er is een Nederlandse vereniging van
rechtskundig adviseurs die machtig
zorgt voor de beroepsuitoefening en de
vakopleiding van haa, leden. Helaas
geniet de naam rechtskundig adviseur
geen enkele bescherming. Onschuldige
burgers vliegen er juist door de goede
naam die de meeste rechtskundig
adviseurs nu- terecht genieten bij
niet aangeslotenen in. Sommige grote
bedrijven weten niet eens van wat
voor louche incasso-bureaus zij zich
bedienen evenmin als ze weten wa'
Jaar aan de strijkstok blij;; hangen
EEN WETTELIJKE REGELING die
de naam rechtskundig adviseur be
schermt is dus nodig met daarnaast
een monopolie voor deze mensen voor
het incasso-bedrijf. De bestaande ver
eniging zou meer dan in het wetsont
werp basis kunnen worden voor een
wettelijke toelating voor het beroep.
De verhouding tussen rechtskundig
adviseurs en advocaten dient ook wet
telijk te worden geregeld. Zeer terecht
verbiedt de Nederlandse orde van
advocaten nu het samenwerken tussen
advocaten en rechtskundig adviseurs.
Het is nu onmogelijk om van iedere
adviseur afzonderlijk te onderzoeken
of hij betrouwbaar is en evenmin is
het tegenover betrouwbaren buiten de
vereniging, die er zeker ook zijn,
verantwoord, een soort monopolie tot
samenwerking aan leden van de ver
eniging te geven. Een regeling van de
samenwerking is zeker nodig. Men
moet er nu rekening mee houden dat
bij talrijke mensen voor het ad
vocatenkantoor een grote drempel
vrees bestaat. De advocaat komt nu
eenmaal uit een heel ander milieu
dan de meesten van de mensen die zijn
hulp nodig hebben. Dp economische
positie van de jurist is zo dat hij het
hoofdzakelijk van het bedrijfsleven
moet hebben. Een procedure om dui
zend gulden is vaak ingewikkelder dan
een om tienduizend vooral wat de
bewijsvoering betreft. Toch zal de
advocaat, zelfs al op 'grond van zijn
wettelijke tarig^en niet hetzelfde ho
norarium knnn-,> bedingen. Het is dus
var behing voni de advocaat Jut hij
de inrichting van zijn kantoor en zijn
persoonlijk leven afstemt op de eisen
van het groot- en middenbedrijf. De
specialisatie in de advocatuur geeft
vele advocatenkantoren zelfs al iets
van groot-bedrijven. Dit zal de drem
pelvrees van de gewone man nog
bevorderen.
Van de nood een deugd makend zal hij
dus het probleem maar zelf op gaan
lossen en het honorarium daarvoor
innen, want de hulp van de grote
advocatenkantoren waai men wel over
voldoende specialistische hulp voor het
noodzakelijk advies beschikt is voor
hem niet te krijgen en het proces via
dit bureau voor zijn cliënt te duur. In
plaats van een verbod tot samenwer
king zou er dus eerder sprake moeten
zijn van een verplichting tot samen
werking zodat men steeds kon weten
waar de rechtskundig adviseur zijn
hulp in geval van nood gaat halen.
KOMT ER EEN NIFUW ontwerp
dan zal met dit alles rekening gehou
den moeten worden. Men zal dan niel
weer ruzie moeter gaan maken om
een naam. Rechtskundig adviseur zelf
was waarschijnlijk de beste naam om
te beschermen, omdat men daarmee
vertrouw-' is en bij een andere be
schermde naam er altijd nog lieden
klanten zouden kunnen lokken met de
naam rechtskundig adviseur.
Het zal vrij lang duren voordat het
tot het grote publiek doordringt dat
beschermde rechtskundig adviseurs
een andore titel hebben gekregen.
Ondertussen voeren alleen de louche
bureaus de vertrouwde naam. P.tfi
naam kan ook tot enige moeilü tef>
aanleiding geven. Er zijn ook
die de naam juridisch adviseur v°
en die feitelijk niets anders doe"
het geven van aanvullende advl
bij die van accountants en belave'
adviseurs veelal hoofdzakelijk .xp
bedrijfsvormen, fusies en derge'^f
Ook noemt men .de juridische
werkers in dienst van bedrijven rijs'
juridisch adviseur, zelfs bij over11
diensten komt de titel voor.
De naam praktizijn heeft wel z® jjjK
voordelen in zoverre ze vrij makk
te onthouden is. De advocate11 j,j)
procureurs zouden dan van óeZ%ei''
het publiek volslagen onbekende
zamelnaam afstand moeten j,e'
Mocht dat een onoverkomelijk ^ite
zwaar zijn dan is er nog de
solliciteur. Tot voor enige iarerftel
stond ze officieel in ons land e<
vrijwel niemand wist meer go'1"
onder verstaan moest worden- e
spronkelijk was er iemand Fe 0ii'
doeld die er zijn vak van roa3" jft®'1
voor particulieren verzoekscn cji-
aan overheidsinstanties te schr
Honderdvijfentwintig jaar geledeI1 Vs
men vaak advocaat en solliciteU .j^n'
naam, die eigenlijk verzoeksch
schrijver betekent, is nooit
geworden en maar weinigen f <1
hem werkelijk gedragen. v°° vee
rechtskundig adviseur, die
van dergelijke verzoeksc
schrijft en zich vaak in dezelfdeg j»e
tot de kantonrechter wendt,
misschien wel een passende titel-