De witte leugen Brieven van lezers Belijd en of bestrijden? Maria als een knappe diva uit een opera Bescherming voor rechtskundig adviseur Sensuele ogen Raffinement Moderne Europea^ DE TIJD ZATERDAG 23 DECEMBER 1967 door BEN KROON T EEL IJJD OE MOEITE kan het hem niet hebben gekost en na het vertrek van het kolossale doek zal hij waarschijnlijk opgewekt een nieuwe opdracht hebben aangevat, want zo ging alles bij Giovanni Battista I iepoio. snel. virtuoosgoedgeluimd en rijk gehonoreerd. Klooster Schwarzach in Zuid- Duitsland wilde een grote Aanbidding der Drie Ko ningen. Klooster Schivrirzdch kreeg zijn altaarstuk want Tiepolo, de Venetiaanwas toch in de buurt om in R iirzburg de fres -o s te schilderen in het kolos sale ouleis dat de prins-bisschop Carl Philipp von Greiffenklau er had laten bouwen. In Amsterdam is een dominee op het idee gekomen een anti-kerstslal te maken. Een happening van verschrik kelijke dingen, een schreeuw van on behagen, een aanklacht tegen hel feest van vredig spijsverteren. tegen het herkauwen van alle vredige kerst feesten uit de voorgaande jaren en tegen de illusie, dat we dan alles mogen vergeten wat tussen die kersl feesten in ligt: een wereld, die tol de tanden bewapend is. een klooi tussen rijke en arme landen en een scheur in de harten van alle mensen pijnlijk gevoeld door degenen die iets aan de wereld buiten kerstmis willen doen, verwaarloosd door de genen, die er vrede mee zeggen te hebben. Er is een kerstbestand in Viet nam. De strijdenden voegen zich ieder naar de motieven, die zijn cul tuur 'hem als fatsoenlijk voorhoudt naar de vredes-illusie die een paar dagen aanhoudt: Kerstmis '67. Er is tijd om puin te ruimen en zieken te verzorgen. Er is gelegenheid om brieven te lezen over Joe s examen en Pat's eerste „date". En er is tijd om het vernietigingstuig op orde te brengen want morgen is de droom voorbij. Kerstmis is Kerstmis en oor log is oorlog, er is niets aan te doen. Kerstmis is een witte leugen. Een leugen om bestwil van allen die hel ook niet kunnen helpen, en van allen die het wel kunnen helpen. De laal- sten zijn in de minderheid. Het zijn de herbergiers die geen plaats meer hadden, maar zich tenslotte toch ook niet verzetten tegen de Geboorte in een stal. Die stal zijn we sindsdien gaan romantiseren met sterren, die er niet waren, met dieren, die met hun warmte deden wat mensen weiger den te doen, met herders die in de nijpende kou te velde hun bestaan als minimumlijders lagen te ver- knoersen. In die dagen is de ellende van de wereld door een rechtstreekse ingreep naar hoger plan gebracht. Maar het was nooit de bedoeling, dat die gift beperkt zou blijven tot de da gen tussen Kerstmis en Nieuw jaar. Maar wij hebben het door de jaren heen tot een dergelijke pro portie verwrongen, net zo lang tot we niet anders meer konden. We hebben er een bestand van gemaakt. Wat heeft het nog allemaal te '.eggen? Na honderden jaren van kerst-traditie heeft de kerstgedachte de wereld niet veranderd. En de leugen vreet verdeer. We hebben mediumbollen naar het heelal ge schoten waardoor we straks op de televisie kunnen zien hoe goed en vredig het familiefeest in Lapland, in Chili en op Long Island gevierd wordt. Maar een gedeelde leugen is een grotere leugen. I Wij moeten erkennen dat Kerst mis niets oplost. Hel dringt door tol onze geestelijke opperhuid. Het be roert onze magen, maar niet ons hart. Vrede op aarde, zeggen wij, maar in ons achterhoofd liggen alle nrgu menten opgetast, die zeggen, dat we toch moeten vechten. Bij wie ligt de schuld? Niet bij het kerstfeest, dal is onschuldig. De schuld ligt bij hel on-feest, dal we na Kerstmis her vatten alsof er niets gebeurd was. De zwarte waarheid, die op de witte leugen volgt. Daarom is een anti kerststal geen slecht id ee. H el is een rauw vertoon in deze dagen nu de gevoelens op hun best zijn. Het is een spelbreker. Maar voor men er zijn toorn aan verspilt moet duidelijk worden welk spel hier gebroken wordt. Ons dunkt, dat het niet hel spel van Kerstmis is. maar hel spel. dat wij tussen de kerstdagen in alle maal meespelen, een jaar lang. Wij geloven in de goede bedoelingen van die Amsterdamse dominee. Zijn on behagen is hel onze, want vrede op aarde moet er zijn. Hel hele jaar door, want Kerstmis is geen lancy- fair, De jongerenorganisatie der Katholie ke Volkspartij, klein in getal maar groots in élan, beleett moeilijke maan den. Wat bedoeld was als gist voor de moederpartij dreigt aan gistingen ten onder te gaan, het zuiverend zout, dat door de jongeren wordt aangedragen, komt terecht in open wonden der grote partij. En dat doet pijn. Zodanig pijn dat elke reële inbreng wordt gene geerd en vermaningen worden gege ven, zich aan de partij-discipline te onderwerpen: resoluties moeten zon der meer worden aanvaard. Na enige tijd kan men dan weer de gewone verwijten van „slaafs navolgen" en „baantjesjagerij" verwachten. Dat hoort er zo bij. Een partij die haar electoraat niet veronachtzaamt zal letten op het toestromen van jeugdige aanhang. In het geval van de KVP is de stroom reeds aardig afgedamd, terwijl de aanhang bij elke kiezerspeiling in steeds groter golven wegvloeit. Een partij, die bouwt aan haar toekomst, zal dan minstens aandacht besteden aan opvattingert en wensen van de eigen jeugdige partijgangers. In plaats van het oor te luisteren te leggen bij deze groep, wellicht de avant-garde van jonge KVP-kiezers, wordt slechts verlangd in paradepas achter het ven del van Aalberse en Schmelzer op te marcheren. Wanneer jongeren zich bekommeren om de toekomst van het landsbestuur, kunnen zij zich andere instructors en al heel snel ook een ander exercitieterrein voorstellen. Die toekomst speelt een grote rol. Bedenkend dat déze generatie binnen 25 jaar het staatsschip moet gaan bemannen, zal men zich wensen te zijner tijd niet met de resultaten van een failliet beleid „opgescheept" te zitten. Failliet is een groot woord. Tegenstanders wijzen meteen triom fantelijk op de politiek van het kabinet Cals, waaraan het recht werd ontno men, het beloofde ten uitvoer te bren gen. Zij beseffen niet dat zonder structurele ing-epen op het gebied van woningbouw, opvoeding en bezitsher- vorming de zaak naar de knoppen gaat. Het bij de dag regeren mag de economische situatie van het ogenblik wat rooskleuriger houden, er zullen vele rozen nodig zijn om een wereld poel, vol van ellende, liefdevol té verbloemen. Conclusie moet dan zijn, dat een radicalisering van de huidig' politiek noodzakelijk ir Tot deze slot som komen althans jongeren, die per se geen socialisten zijn en die inzien, dat vooruitstrevendheid niet slechts een socialistisch plakplaatje is, maar wel degelijk ook een Christelijk etiket. Vanwaar dan de huiver om door te ga'an met Christelijke partijformatie? Duidelijke uitspraak heeft dit nooit gekregen, maar zou hel niet zo kunnen z;jn, dat juist bij de jongeren bekom mernis bestaat om de naam van het Christendom, zo men wil om de naam van Christus zelf? Is het wel juist om in groepsverband me een politieke interpretatie van Christelijke gegeven heden (dit laatste in zijn meest letter lijke vorm) te komen, terwijl men weet, dat andere groepen op grond van hetzelfde heel anders concluderen? Men zou zo verstandig moeten zijn ook al voelt men tot diëp in zijn hart aanhanger te zijn van de enig juiste interpretatie, het belijden van de eigen godsdienst los te koppelen van politie ke opvattingen. Althans in partijver band. Niemand kan he' recht ontzegd wor den, persoonlijk op basis van de Chris telijke inspiratie tot politieke beslissin gen te komen Dit is een der rechten en vanzelfsprekendheden, die via Christelijke partijformatie bevochten zijn. Nu dit bereikt is, staat de zin van die partijopstelling ter discussie. Fun damenteel onderscheid moet gemaakt worden tussen het belijden van de eigen godsdienst op ieder levensterrein (dus ook het politieke) er» het zich laten leidèn door religieuze inspiratie. Van het eerste artikel heeft Nederland genoeg, met het tweede weet men nog niet goed overweg. Daar komt nog bij dat de Christelijke inspiratie bij zeer velen een gevoel oproept van „zo kan het niet langer". Op grond daarvan radicaliseren zij hun toekomstbeeld, waarvan anderen, die genoemd gevoel niet kennen, koude rillingen krijgen. De radicalen hebben gemeen, dat zij een blik, werpen op de gehele samenle ving van nu én van de toekomst. Men kijkt over de grenzen, zowel die van het land als die van ,de eigen porte- monnaie. Hetgeen men voor ogen krijgt, levert eerst recht koude rillin gen op. Dan is het niet verwonderlijk, dat men beschaamd de Christelijke mond sluit en niet anders kan dan lijden aan de noden van "de wereld. Met e„.i zeker pathos realiseert men zich, dat juist Christus ons de bood schap gaf, open te staan voor de medemens, zo geen medelijden te tonen met andermans nood, dan toch minstens in offerbereidheid het nood zakelijke te doen. Dit moge een ouder wetse opwekking lijken, zich te scha ren achter het Christelijk ideaal. In werkelijkheid wensen jonge Christen radicalen slechts een partij, die konse- kwent ten uitvoer brengt, wat metter daad noodzakelijk blijkt. Dat noodzake lijke is synoniem aan een program. Het partijprogram moet de projectie zijn van de idee, die velen zich, lijdend aan de nood van de wereld, hebben gevormd. De partij moet Christelijk ZIJN, of zij dat ook zal belijden, is een andere zaak. Nog steeds lijkt de KVP de meest geëigende partij zichzelf in deze rich ting te hervormen. Wanneer het kader zich in meerderheid uitspreekt vóór Christelijke inspiratie als grondslag der partij, dan accepteert het tegelij kertijd dtaak, dat ook waar te maken. Het blijft echter tevens de vraag oi men louter aandacht moet schenken aan Christen-democratische vormen van partijopstelling. Een meerderheid in de volksvertegenwoor diging zal op deze basis waarschijnlijk onbereikbaar blijven. Daarom zal men het oog moeten richten op anderen, die, zij het vanuit een geheel andere inspiratie, eenzelfde beleid voorstaan. Om de zaak in het reine te houden kan men het op een (stembus-)akkoordje gooien, AMSTERDAM Pieter F. M. Stolwijk Afgevaardigde van de Jongerengroepen in het- K V P.-bestuur Amsterdam DE MOOR VAN VENETIË V te-.. Dat bisschoppen ook prinsen konden zijn en heersen over grote gebieden, dat ze paleizen bouwden en de grootr ste schilder van hun tijd tegen grof ge'd rf&ar hun residentie konden laten komen om er plafondschilderingen te maken die elke bezoeke'r de adem be namen, dat vond die tijd normaal. We zijn pas halverwege de achttiende eeuw en het zal nog een kleine vijftig jaren duren voordat de vloedgolf van de Franse revolutie en de Napoleonti sche oorlogen al die machtsposities met een slag zal neerhouwen. Tiepolo heeft dat niet beleefd. Het heeft hem. zelfs weinig beroerd dat in de centra waar nieuwe ideeën in de kleine kring van intellectuelen en hun aanhangers werden ontwikkeld Parijs, Londen Rome zijn kunst mei koelte werd bejegend. De oude machthebbers had den geld, paleizen en kerken en wie maar wilde betalen kon zich een aan deel reserveren in' de produktie van de onstuimige werker Tiepolo. Mengs was de favoriet van de nieuw lichters. Hij werkte langzaam en stu deerde eindeloos op de voorbeelden van de oude Romeinen en Grieken, die hij nauwkeurig en bloedeloos op zijn doe ken kopiëerde. Hij had ideeën en prin cipes en dat was eigenlijk wat de nieuwlichters nog liever was dan kunst, want elke revolutie die in haar kinderschoenen staat zoekt gelijkgezin den. Wie nu naar de Oude Pinakotheek in München gaat zal er vergeefs een Mengs zoeken. Na de revolutie is Mcngs vergeten, maar het altaarstuk van Schwarzach heeft de kloosterliqui datie van 1804 overleefd en het hangt nu in de galerij der meesterwerken. En telkens als er een Tiepolo op een vei ling wordt gesignaleerd, stromen de kopers toe. Dat is de eeuwige ironie van de kunst. DE AANBIDDING der drie koningen weerstaat geen enkele kritische toet sing behalve de puur picturale. Wat is dat voor zonderlinge bedoe ning, die hij op linnen heeft gebracht. Maria is de knappe diva uit een opera van Metastasio, een begerenswaardige vrouw met vochtige lippen en dromerig sensuele ogen, op en top een dame met op haar schoot de frisgewassen bambino, die een kinderlijke pret be leeft aan de leuke ooms, die voor hem knielen. Die ooms zijn de drie konin gen, maar ze komen uit Venetië, zoals alles bij Tiepolo uit Venetië komt, zo weggestapt uit de schilderijen Van Ve ronese, prachtige grijsaards, altijd in stijl, zelfsals ze knielen bij het kindje en 'zijn mooie moeder. En dan is er een page, op de rug gezien, maar toch al een jongeman met een toekomst voor zich, die eens ook mee zal regeren in de Republiek van de Do- gestad. Alles is ih de weer op de trap pen van de oude tempel, die het voet stuk vormt voor een oude stal, want het evangelie zegt nu eenmaal dat het Kind in een stal werd geboren. Er wordt druk gebaard en gepraat, er vliegen engeltjes door de lucht en er kijken barbaren bij St Jozef over de arm mee. En om het beeld af te ron den staat er, meer dan levensgroot, zwijgend, de arm in de zij en de vuur rode tulband als een kroon op het hoofd, de zwarte van de koningen, Balthasar, de Moor van Venetië. Zo gauw het oog al die verborgen aan- dachtslijnen van het schilderij heeft doorlopen eindigt het bij de stilte van de grote Moor links in het, beeld die bijna onaandoenlijk het tafreel beziet, zich bewust van ziji. hauteur, het kromzwaard bungelend aan zijn linker zij. En de Moor in zijn prachtige, ge streepte buis doet een stap vooruit als het minste motief van hulde, misschien meer geïmponeerd door de schoonheid van de christenmoeder dan de godde lijkheid van haar kind. AL DIE MOTIEVEN zijn door Tie polo met bijna nonchalant raffinement in het schilderij verwerkt. Hij was de picturale Mozart van zijn eeuw, hij kon alles schilderen wat zijn fantasie hem ingaf, rococo, altijd greep zijn lu cide penseel het drama Wat ons,' twee eeuwen later, zo ver wondert in die tijd is het ogenschijn lijke gemak waarmee men alle moge lijke onaanvaardbare situaties overeind hield en ze artistiek wist te omschrij ven. Men wist dat men aan de kant van het ongelijk stond. Dat voor de macht van de adel en de kloosters geen aanvaardbaar motief meer was te bedenken. Dat Venetië ten dode ge doemd was. Dat dit huwelijk van chris tendom en volstrekt wereld-gericht sen timent niet houdbaar was. Dat de Moor nooit hulde zou komen betuigen aan de schone maagd van de christenen. Dat eigenlijk alles maar een briljant verzinsel was, want ook de hulde van de andere koningen was een spel van oude heren, die de tradities trouw wilden blijven. Maar men bleef spelen, met die onverwoestbare trouw van Italianen aan de dramatische il lusie, die het zicht op zoveel onaange name realiteiten vervaagt en die de Noord-Europeanen Latijnse huichelarij noemen. Nooit heeft men dat spel met zoveel verfijning en ingewikkelde re gels gespeeld als halverwege de acht tiende eeuw, toen Europa met een voet in het Paradijs stond en aanstalten maakte om scheep te gaan naar het Liefdeseiland. Het is natuurlijk apders verlopen en daar weten wij alles van, maar van die illusie zijn we nooit gene- zen. En telkens weer proberen „i uitersten te verenigen in een were droom. Maar telkens als het schü11^ lukken is er weer een Mengs me' ^t- zwaren. Ze hebben elkaar nog ontb1^.; In 1770 in Madrid, waar Tiepolo sterven. IN DIE STAD vertoefde toen oo<e jongeman, die de revolutie zou ven. Goya. Niet Mengs, die ten®' |jf maar een magere classicus zou ken, maar Goya zou de revolutie zweten" in zijni verschrikkelijke s .(i- etsen. De eerste moderne Europe ,r Tiepolo heeft de poging om het on zoenlijke te verzoenen naar de K/ van de breuk gevoerd. Een ingeS pen zin voor evenwicht heeft hero aii juist voor de crisis behoed. HÜ zijn inspiratie volkomen kwijt f1 geweldige kader, dat de renaissAj' had geschapen. Hij was de laatste J, te zoon van de renaissance. Zijn was in zijn tijd al verouderd. Mist", schreef Heine. Maar wie v een Tiepolo staat hoort altijd muzi® „ji- voelt altijd warmte. Het eeuwige wee naar het picturale paradijs- (Van een juridische medewerker) EEN WETSVOORSTEL om de posi tie van rechtskundig adviseurs offici eel te regelen is vrijwel geruisloos ingetrokken. Vooral de Nederlandse orde van advocaten had er terecht ernstig» bezwaren tegen geuit. Niel alleen tegen de naam die de rechtskun dig adviseurs in het vervolg zouden voeren: praktizijn, eer. naam die tot nu toe werd beschouwd als een verza melnaam van advocaten en procu reurs. Ook het feit dat de rechtskundig adviseurs op vrijwel letterlijk dezelfde wijze werden georganiseerd als de advocatuur, zodat we naast de grote orde ook nog een kleint zouden krijgen werd gekritiseerd. Met de eigen aard van dit andere vak was in het ontwerp geen rekening gehouden. Anderen hadden er nog bezwaai tegen dat er geen voldoende over gangsregeling in het ontwerp voorzien was. Dit all s had echter eerder aanleiding moeten zijn tot het aan brengen van de nodige veranderingen Eén regeling is namelijk dringend noodzakelijk. Iedereen kan zich vesti gen als juridisch adviseur en ook ais zodanig reclame maken. Het is moge lijk dat een kantonrechter iemand die ongeschikt of onbetrouwbaar is uitsluit van het behandelen van kantonge rechtszaken, maar dat zal vaak niet veel uitmaken. De naam mogen zij nog altijd blijven voeren. De praktijk bestaat bij velen van hen maar voor een klein deel uit rechtszaken die bij het kantongerecht geregeld moelo-i -•/orden. Vaak beslaat de hoo.c!zii,<k van de praktijk uit het schrijven van allerlei brieven aan overheidsinstan ties, huisbazen, werkgevers en zo voort. Ook personen zonder enige vak kennis kunnen zich voor dit soort werkzaamheden laten betalen zelfs als ze niet meer voor de kantonrechter mogen verschijnen. Waarborgen voor kennis van het vak en eigen solvabiliteit zijn dus zeker nodig Er zal ook een zeker toezicht moeten worden uitgeoefend op een menselijke wijze van beroepsuitoefe ning. Sommige incasso-bureaus zijn tot de grofste incasso-praktijken zonder aanzien van persoon of de omstan digheden van de persoon bereid. Soms kan men van regelrechte wreedheid spreken en doen de incasso-methoden denken aan chantage. „Als U niet betaalt stellen wij ons met Uw. werk gever in verbinding om daar eens een boekje over U open te doen". Nu is het aantal van de bureaus die zich hieraan schuldig maken of van de adviseurs die zo iets doen heel klein Er is een Nederlandse vereniging van rechtskundig adviseurs die machtig zorgt voor de beroepsuitoefening en de vakopleiding van haa, leden. Helaas geniet de naam rechtskundig adviseur geen enkele bescherming. Onschuldige burgers vliegen er juist door de goede naam die de meeste rechtskundig adviseurs nu- terecht genieten bij niet aangeslotenen in. Sommige grote bedrijven weten niet eens van wat voor louche incasso-bureaus zij zich bedienen evenmin als ze weten wa' Jaar aan de strijkstok blij;; hangen EEN WETTELIJKE REGELING die de naam rechtskundig adviseur be schermt is dus nodig met daarnaast een monopolie voor deze mensen voor het incasso-bedrijf. De bestaande ver eniging zou meer dan in het wetsont werp basis kunnen worden voor een wettelijke toelating voor het beroep. De verhouding tussen rechtskundig adviseurs en advocaten dient ook wet telijk te worden geregeld. Zeer terecht verbiedt de Nederlandse orde van advocaten nu het samenwerken tussen advocaten en rechtskundig adviseurs. Het is nu onmogelijk om van iedere adviseur afzonderlijk te onderzoeken of hij betrouwbaar is en evenmin is het tegenover betrouwbaren buiten de vereniging, die er zeker ook zijn, verantwoord, een soort monopolie tot samenwerking aan leden van de ver eniging te geven. Een regeling van de samenwerking is zeker nodig. Men moet er nu rekening mee houden dat bij talrijke mensen voor het ad vocatenkantoor een grote drempel vrees bestaat. De advocaat komt nu eenmaal uit een heel ander milieu dan de meesten van de mensen die zijn hulp nodig hebben. Dp economische positie van de jurist is zo dat hij het hoofdzakelijk van het bedrijfsleven moet hebben. Een procedure om dui zend gulden is vaak ingewikkelder dan een om tienduizend vooral wat de bewijsvoering betreft. Toch zal de advocaat, zelfs al op 'grond van zijn wettelijke tarig^en niet hetzelfde ho norarium knnn-,> bedingen. Het is dus var behing voni de advocaat Jut hij de inrichting van zijn kantoor en zijn persoonlijk leven afstemt op de eisen van het groot- en middenbedrijf. De specialisatie in de advocatuur geeft vele advocatenkantoren zelfs al iets van groot-bedrijven. Dit zal de drem pelvrees van de gewone man nog bevorderen. Van de nood een deugd makend zal hij dus het probleem maar zelf op gaan lossen en het honorarium daarvoor innen, want de hulp van de grote advocatenkantoren waai men wel over voldoende specialistische hulp voor het noodzakelijk advies beschikt is voor hem niet te krijgen en het proces via dit bureau voor zijn cliënt te duur. In plaats van een verbod tot samenwer king zou er dus eerder sprake moeten zijn van een verplichting tot samen werking zodat men steeds kon weten waar de rechtskundig adviseur zijn hulp in geval van nood gaat halen. KOMT ER EEN NIFUW ontwerp dan zal met dit alles rekening gehou den moeten worden. Men zal dan niel weer ruzie moeter gaan maken om een naam. Rechtskundig adviseur zelf was waarschijnlijk de beste naam om te beschermen, omdat men daarmee vertrouw-' is en bij een andere be schermde naam er altijd nog lieden klanten zouden kunnen lokken met de naam rechtskundig adviseur. Het zal vrij lang duren voordat het tot het grote publiek doordringt dat beschermde rechtskundig adviseurs een andore titel hebben gekregen. Ondertussen voeren alleen de louche bureaus de vertrouwde naam. P.tfi naam kan ook tot enige moeilü tef> aanleiding geven. Er zijn ook die de naam juridisch adviseur v° en die feitelijk niets anders doe" het geven van aanvullende advl bij die van accountants en belave' adviseurs veelal hoofdzakelijk .xp bedrijfsvormen, fusies en derge'^f Ook noemt men .de juridische werkers in dienst van bedrijven rijs' juridisch adviseur, zelfs bij over11 diensten komt de titel voor. De naam praktizijn heeft wel z® jjjK voordelen in zoverre ze vrij makk te onthouden is. De advocate11 j,j) procureurs zouden dan van óeZ%ei'' het publiek volslagen onbekende zamelnaam afstand moeten j,e' Mocht dat een onoverkomelijk ^ite zwaar zijn dan is er nog de solliciteur. Tot voor enige iarerftel stond ze officieel in ons land e< vrijwel niemand wist meer go'1" onder verstaan moest worden- e spronkelijk was er iemand Fe 0ii' doeld die er zijn vak van roa3" jft®'1 voor particulieren verzoekscn cji- aan overheidsinstanties te schr Honderdvijfentwintig jaar geledeI1 Vs men vaak advocaat en solliciteU .j^n' naam, die eigenlijk verzoeksch schrijver betekent, is nooit geworden en maar weinigen f <1 hem werkelijk gedragen. v°° vee rechtskundig adviseur, die van dergelijke verzoeksc schrijft en zich vaak in dezelfdeg j»e tot de kantonrechter wendt, misschien wel een passende titel-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwe Schiedamsche Courant | 1967 | | pagina 26