In
memonam
J. J. W. Boerrigter
G. N, Olsthoorn overleden
Herinnering
AMRO-LENING
V errukkelijk musiceren
in de Kurzaal
m
f
3
Hoe staat het
met uw
geheugen?
evoluon
champagne
champagne
^sc°%erM^
Geboorteafwijking
neemt toe
Directeur Maasbode Amsterdam en
leider Hulpactie voor Hongarije
(als u in 24 maanden zou aflossen).
HENKES
WUtikty
Joop Simons
overleden
Met
ri
b o
2 oi
n 0
O
kI(/)
Nieuwerwetse draak
8
eindhoven
DE TIJD
WOENSDAG 27 DECEMBER 1967
CONCLUSIE PROEFSCHRIFT
J. J. W. BOERRIGTER
ADVERTENTIE
Als U op korte termijn 2.500,nodig
hebt, maar niet weet waar U die zo gauw
vandaan moet halen, hebben wij een voor
stel: leen ze van de AMRO Bank. U be
taalt ons terug in bijvoorbeeld 24 maan
delijkse termijnen van ƒ118,37. Rekent
U nu even mee: 24 X 118,37
2.840,88. In die twee jaar betaalt U dus
340,88'aan financieringskosten, waarin
begrepen rente alsmede vergoeding voor
administratiekosten en overüjdensrisico.
Dat is gemiddeld iets meer dan 14 gulden
in de maand.
Waarom komt U niet eens langs bij de
Amsterdam-Rotterdam Bank in Uw
buurt? (Bellen of schrijven kan natuurlijk
ook). Dan vertellen wij U alles over de
bedragen die U kunt lenen en het aantal
termijnen waarin U kunt terugbetalen.
Over de gemakkelijke manier van terug
betalen. Over het feit dat bij overlijden
het nog niet terugbetaalde gedeelte van de
AMRO-Lening wordt kwijtgescholden.
Voordat we het vergeten: de AMRO-
Lening-folder ligt voor U klaar.
EEN SERVICE VAN DE AMSTERDAM-ROTTERDAM BANK
ADVERTENTIE
1
Haal Henkes in huis!
ADVERTENTIE
ADVERTENTIE
(d.
SCHELVISLEVER
GARNALEN
PALING
ROLMOPS
HARING v
O «H
Uit het Italiaans vertaald door drs. Jen Schiphorst.
ADVERTENTIE
KORTE SAMENVATTING
Wordt vervolgd
Zelfs het antwoord op deze
vraag vindt u in het Evoluon.
De „Memo-test" geeft aan of u
snel kunt waarnemen of
onthouden. Vlak er naast
staat een toestel waarmee u zelf
kunt vaststellen of u kleuren
op de juiste wijze ziet»
Veel van zulke
interessante en vernuftige
zaken maken een
bezoek aan het Evoluon voor
iedereen tot een belevenis.
Toegang f 1.-
dagelijks 10-18 uur
zondags 13-18 uur
Ruim parkeerterrein
Gerieflijk restaurant
Nieuwjaarsdag gesloten
LEO HANEKROOT
ANDRÉ RUTTEN
I
(Van onze correspondent)
J. Nijmegen, 27 dec. Het aantal
.'Ghamelijk gehandicapten zal in ons
«nd in de toekomst vermoedelijk eer-
"er toe- dan afnemen. Zo luidt een der
onclusies van een onderzoek onder
Uim 27.000 jongens, die geboren zijn
jocSen "N" december 3952 en 1 januari
i en op 1 januari 1965 in 23
Grschillende plaatsen in Zuid-Limburg
jonden. Doel van het onderzoek was
J"? te gaan hoeveel jongens een chro-
aische lichamelijke afwijking hebben
vn om tevens de aard ervan te
?ePalen en vast te stellen hoeveel
'"Validen er onder waren. Van alle
onderzochte jongens vertoonden er 927
1 v5 Pct>- een of meer chronische
iIcnamelijke afwijkingen. Van deze 927
jongens moeten er 336 als invaliden
Geschouwd worden.
De resultaten van het onderzoek zijn
®amengevat in een proefschrift waar-
op de heer F. Sturmans is gepromo
veerd aan de katholieke universiteit te
phjmegen. Uit het onderzoek bleek
erder dat astma relatief meer voor-
Komt bij stadsjongens. Bij jongens uit
'agere milieus komen meer epilepsie-
en hartafwijkingen voor. Een kind met
Gen aangeboren afwijking bleek vaak
de laatste te zijn in de kinderrij van
eP gezin.
Zwakzinnigheid komt bij 641 (2.37
Pet. van alle onderzochte jongens)
joor. Van het toaal aantal jongens
Poet een chronische lichamelijke afwij-.
King bleek 16.8 procent zwakzinnig te
ÏIin. De niet-zwakzinnige jongens met
een chronische lichamelijke afwijking
Gieken vaker te moeten blijven zitten
"an de andere jongens, en zij bleken
Gen beduidend lager puntentotaal voor
tekenen, taal en lezen te behalen.
ZATERDAG VOOR KERSTMIS is in
het ziekenhuis St. Joannes de Deo in
Haarlem, waarin hij wegens een slo
pende ziekte sinds korte tijd was
opgenomen, in de leeftijd van 74 jaar
overleden de oud-directeur van De
Tijd, J. J. W. Boerrigter. Ruim een
kwart eeuw, van 1936 tot 1961, heeft hij
de directie van dit blad gevoerd met
bekwaamheid, voorzichtigheid en
standvastigheid. Hij heeft het blad
geloodst door de stormachtige tijden
van de oorlogsjaren en van de na-oor-
logse periode, zich steeds bewust van
zijn verantwoordelijkheid voor het be
houd van een oud cultuurgoed, door
vroegere generaties nagelaten. Van
huis uit meer accountant dan couran
tier toonde hij voortdurend zoveel
begrip, inzicht en ook respect voor de
speciale eigenaardigheden van het
bedrijf, dat hij te leiden had, dat het
passend is bij zijn verscheiden de
grote persoonlijke verdiensten te ge
denken die deze man van cijfers zich
verworven heeft ten opzichte van het
oudste katholieke landelijke opinieblad,
aan welks voortbestaan hij op beslis
sende, zij het voor het publiek niet
spectaculaire wijze heeft bijgedragen.
Zijn functie bracht mee, dat hij de
mannen van de letters voortdurend
met cijfers het verschil tussen wense
lijkheid en mogelijkheid moest aanto
nen, maar zijn beleid was daardoor
zeker niet negatief gericht. Ook hij
bouwde aan de expansie van het beT
drijf, onder meer door voorzichtige
modernisering.
Hij kende het bedrijf door en door
(Van onze verslaggever)
AMSTERDAM, 27 dec. Zaterdag
Poor Kerstmis is in Sambeek (Noord-
°rabant) op 75-jarige leeftijd overle-
de heer G. N. Olsthoorn, oud-
P'recteur van het Amsterdamse kan
toor van De Maasbode en leider van
Stichting Hulpactie voor Hongarije.
n deze laatste functie heeft hij onge-
?eer 35.000 Hongaarse kinderen in
Nederlandse pleeggezinnen onderge
bracht en daarna meer dan een mil-
loen gulden met kerstacties bijeenge
gaard voor behoeftige Hongaren.
In maart 1918 trad de heer Olst-
P?orn in dienst van De Maasbode, na
directeur te zijn geweest van de R. K.
Bibliotheek te Breda. In 1919 kwam hij
Paar Amsterdam. Veertig jaar (tot
aan het opgaan van De Maasbode in
De Tijd in 1959) heeft hij in de
hoofdstad de belangen van De Maas-
node behartigd. Niet altijd alleen op
zakelijk terrein maar soms ook in de
Journalistiek. De sportverslaggever^
Gp met name cricket had zijn grote
^langstelling.
In het katholiek maatschappelijk le-
^®n van Amsterdam is de heer Olst
hoorn een bekende figuur geweest. Hij
"Pvist de dekens van de hoofdstad voor
do oorlog mgr. Van Noort en na 1945
•Pgr. Van der Burg te interesseren
Poor het charitatieve werk voor de
Bongaren. Dat bestond van de jaren
Bvintig tot aan 1948 slechts onderbro
ken door de oorlog uit vele transpor-
en van ondervoede Hongaarse kinde
ken naar ons land en het onderbrengen
JP Nederlandse pleeggezinnen voor een
jPaand of drie. Toen dat in 1948 door
d« communisten in Hongarije verbo
den werd gaf kardinaal Mindszenty in
?°edapest de heer Olsthoorn persoon
lik de opdracht het Hongaarse volk
niet te vergeten. De Stichting
hulpactie begon met de inzameling
van geld, kleding en medicijnen en
heeft zo vele tienduizenden pakketten
naar Hongarije en de vluchtelingen
kampen in Duitsland en Oostenrijk ge
stuurd. Het werk breidde zich zo uit,
dat in Roermond en in Salzburg en
München afdelingen van de Stichting
werden opgericht.
Het woonoord van het echtpaar
Olstoorn in Amsterdam huize Zee
burg aa de Zeeburgerdijk, dat helaas
voor de Scheïlingwouderbrug moest
wijken is decennia lang een poort
geweest waaruit een voortdurende
charitas-stroom naar de Hongaren is
gevloeid. In 1955 werd de heer Olst
hoorn benoemd tot ridder in de Hon
gaarse afdeling van de orde van het
Heilig Graf. Kardinaal Mindszenty
stuurde direct na zijn vrijlating tijdens
de revolutie in 1956 een telegram naar
Zeeburg met de woorden: „Ik dank
U." De heer Olsthoorn was vöo'tts
ridder in de orde, van Oranje-Nassau
eri ook bezat hij dé eremedailïé vart veel te kort geduurd,
het Nederlandse en het Hongaarse
Rode Kruis.
Enkele jaren na zijn pensionering in
1949 vertrok het echtpaar Olsthoorn,
dat zelf ook drie Hongaarse pleegkin
deren had gehad, naar Sambeek. Daar
leidde de heer Olsthoorn, in naam als
penningmeester, maar in wezen nog
steeds de ziel, het werk van de
Stichting verder, onvermoeid al verg
de dat steeds meer van zijn krachten,
vooral na een ernstige longoperatie.
Na een korte ziekte overleed hij zater
dag in het H. Hartziekenhuis in Box
meer, nadat hij nog net zijn kerstactie
voor 1967 had zien slagen. Vrijdagoch
tend is de begrafenis in Boxmeer na
een mis van requiem in de Carmelie-
tenkerk aldaar.
met een parate kennis van de cijfers
en een bijzondere flair in het begroten
van de cijfers van het volgende jaar,
maar ook met een kennis van alle
mensen in dat bedrijf, de redacteuren
niet uitgezonderd. Al ging dan zijn
persoonlijke ambitie in het geheel niet
in redactionele richting, het was ver
bazingwekkend hoe spoedig hij nieuwe
redacteuren op hun waarde wist te
beoordelen.
Hij was een zeer menselijk man,
maar daarom nog niet gemakkelijk.
Van nature toch al niet met de gave
van het woord begiftigd was hij van
zijn eenzame directiepost uit niet altijd
in staat alles aan iedereen duidelijk te
maken. Maar wie hem meer van nabij
kon volgen was onder de indruk van
de logica en de samenhangendheid van
zijn overwegingen. Stoer genoeg om
eigen inzicht niet gemakkelijk prijs te
geven en van de andere kant groot
genoeg om eigen beperkingen te er
kennen en anderen ruim baan te
geven, was hij een man met wie te
praten viel, ook omdat men altijd het
gevoel had dat hij het bedrijf belang
rijker achtte dan zichzelf. Hij had
ongetwijfeld zijn kleine ijdelheidjes,
waar hij ontwapenend rond voor uit
kwam, maar ook die scheen hij in
dienst van het bedrijf te stellen. Kort
om, een aardige man.
Ik persoonlijk heb de beste herinne
ringen aan de jaren, waarin ik, on
danks een nogal groot leeftijdsverschil
dat een generatieverschil nabij kwam,
zakelijk in de beste harmonie met hem
heb mogen samenwerken en in de
persoonlijke sfeer, dank zij zijn ro
buuste hartelijkheid en gezelligheid,
vriendschappelijk met hem heb mogen
verkeren. Ik kan ook enigszins be
vroeden welk een leemte, hij achterlaat
in de kring van vrouw en kinderen
waaraan hij zijn laatste levensjaren
als pater familias en trotse grootvader
geheel heeft gewijd. Die jaren hebben
Wij allen, die aan De Tijd verbonden
zijn, zullen nog veel aan hem terug
denken, niet alleen omdat hit zo lang
de directiestoel heeft bezet, maar ook
om zijn menselijk karakter. Naarmate
de jaren zijn verstreken en alles
onwillekeurig een beetje anders is
geworden, is de waardering voor zijn
persoon alleen maar gegroeid en is de
herinnering aan hem gekleurd met
weemoedig sentiment. Nu hij is opge
nomen in de galerij van de voorgan
gers zullen deze gevoelens zeker'niet
verminderen. Het klinkt wat cliché
achtig. maar het is toch echt ge
meend: zijn nagedachtenis blijft bij
ons in ere.
VAN DER-KALLEN
RUIM ZES WEKEN GELEDEN
sprak ik hem nog telefonisch bij
gelegenheid van zijn vierenzeveritigste
verjaardag. Met een matte, vermoeide
stem reageerde hij op mijn gelukwen
sen. Hij voelde zich ziek. Deze aitijd
geestelijk en lichamelijk zo vitale man
voelde zijn krachten langzaam maar
zeker wegzinken. Slechts leefde hij
weer op, toen even de huidige beroe
ring in de krantenwereld ter sprake
kwam. Moeilijkheden? Een kranten-
bedrijf is altijd moeilijk, zei hij. En hij
kon het weten. Meer dan vijfentwintig
jaar immers had hij als directeur de
economische leiding gehad van de
bladen uitgegeven door de Tijd-pers
In 1936, midden in de crisistijd in
eigen land, terwijl in nazi-Duitsland de
voortekenen van de naderende oorlog
reeds aan de horizon verschenen, mid
den in die woelige jaren nam hij de
directie van de krant op zich. Het was
hem wel toevertrouwd. Jarenlang was
hij reeds bij verschillende bedrijven
als econoom werkzaam geweest. Van
het directie-secretariaat van De
Spaarnestad te Haarlem stapte hij
over naar het Kasteel van Aemstel aan
de Nieuwezijds in Amsterdam. Al
spoedig bemerkte hij evenwel dat een
krantenbedrijf iets heel eigens heeft.
Twee, niet zelden gescheiden belangen,
met name die, welke in de economi
sche- en die welke in de journalistieke
Bfeer liggen moeten tot een harmoni
eus geheel worden samengebracht wil
een krantenbedrijf goed functioneren.
Maar hier kwamen zijn karaktereigen
schappen al spoedig naar voren. Voor
zichtig, zich altijd bewust van zijn
verantwoordelijkheid om in de eerste
plaats het oude cultuurgoed De Tijd,
tussen vaak tegenstrijdige belangen te
handhaven, leidde hij met vaste hand.
Soms was hij onverzettelijk, maar
meestal ging achter zijn voor een
onbekende misschien wat nors en stug
optreden een grote soepelheid schuil.
Zelf uitstekend sportsman hij
tenniste tot op vrij hoge leeftijd
hield hij zich aan vaste spelregels,
waarvan hij niet gaarne afweek. Hij
eiste die ook van anderen.
Nu na zoveel jaren moet men res
pect hebben voor de toen dooi hem
verdedigde stellingen, die eerst thans
bezig zijn verwezenlijkt te worden.
Zijn karaktereigenschappen kwamen
wel bijzonder tot uiting tijdens de
tweede wereldoorlog. Voor zijn mensen
en zijn krant deed hij zoveel in zijn
vermogen lag. Voorzichtig, onverzette
lijk waar nodig, voortdurend in nauw
contact met de kerkelijke overheid
haalde hij het bedrijf erdoor, hoezeer
ook gehavend. Ook in het ondergrond
se verzet rondom het Haarlemse
weerde hij zich. Zo kwam het einde
van de oorlog. Maar wie had gemeend
dat de moeilijkheden nu wel minder
zouden worden, vergiste zich. Zij do
ken op, hoewel andersoortig, maar
niet minder hevig. Al heel spoedig
werd men zich bewust, dat de oorlog
in die vijf jaren een caesmir had
gebracht in heel het maatschappelijk
leven, die nauwelijks te overbruggen
viel.
Ook de krant ondervond hiervan de
reflex. Niet alleen de materiële op
bouw eiste een vaste hand van een
bekwaam leider, maar ook vergden de
vaak gewijzigde mentaliteit van de
naoorlogse mens en de nieuwe opstel
ling tegenover tal van problemen van
een directie veel tact, doorzicht en
omzichtigheid. Deze kwaliteiten bezat
de heer Boerrigter op gelukkige wijze.
Strevend naar een moderne aanpak,
spoorde hij de wat al te voorzichtige
aan en remde hij de al te voortvaren
de. Hij was zich bewust van de eigen
competentie in bepaalde aangelegen
heden van de hoofdredactie, maar hij
kende steeds ook zijn eigen verant
woordelijkheid als directeur.
Bij discussies hanteerde hij onver
moeibaar zijn lijsten met cijfers waar
door hij zich sterk wist, omdat juist
daar de zwakke ple"k der journalisten
zich niet zelden demonstreerde. Ook in
het debat moest men met hem voor
zichtig zijn. want telkens bleek hij een
heel scherpzinnig krantenlezer.
Een paar dagen voor het Kerstfeest,
het feest van Licht en Leven ging hij
heen. Nu hij is opgenomen in een
nieuw leven bidden wij dat het Eeuwig
Licht hem reeds beschijne.
W. P. SEVERIN
Verkrijgbaar
voor f.118,37
in de maand
jïl
HENKES
I
s
i
1 mcuur HJNM»
O
IN DE ONTSPANNEN sfeer van
reeds een dag vrij met nog drie in het
vooruitzicht was het concert zaterdag
avond in de Kurzaal te Scheveningen
een voorbeeld van vrijetijdsbesteding
op die heerlijke manier die wellicht in
het magische jaar 2000 gewoonte zal
zijn. En het was een verrukkelijk
programma van amusement en lering.
Felix de Nobel en het Nederlands
Kamerkoor hebben het sedert jaar en
dag in hun bagage om het nu en dan
eens uit te stallen. Het hoofdnummer
is Strawinsky's Les Noces. Bachs
Concept voor vier klavieren en strijk
orkest behoort er ook bij, omdat het
(Van. onze correspondent)
Hilversum, n dec. op eerste
Kerstdag is na een kortstondige ziekte
"Verleden Joop Simons, hoofd van de
Afdeling gevarieerde programma's van
VAR A-televisie. Hij is 45 jaar
Setoorden.
De heer Simons kwam in 1947 als
0rnroeper bij de VARA. Voordien
perkte hij bij Radio Herrijzend Neder-
l.O-n,d en de Stichting Radio Nederland
m Overgangstijd. In 1949 ging hij in
dienst van het ministerie van overzee
se gebiedsdelen naar Indonesië, waar
hii enkele jaren, als radio-producer
Werkzaam was. Later werd hij hoofd
\o-n de Nederlandse sectie van de
Voice of America in Parijs. Vandaar
leverde hij ook incidenteel bijdragen
°an de Nederlandse Radio en Televi-
?l®. Op 1 oktober 1962 volgde zijn
enoeming tot hoofd van iie afdeling
Gevarieerde programma's bij de VA-
chandon
IMPORT
OUD
WIJNKOPERS
HAARLEM
'9emarineerd, gerooktgestoomd
IEDER HET ZIJNE
Daarom had de dood van Roscio hem
bijzonder getroffen; hi, had zich leeg
gevoeld, speciaal nadat hij de dode
gezien had. De dood had Roscio's
gezicht bedekt met een zwavelbleek
masker, een zwavelmasker dat lang
zaam stolde in de benauwde lucht van
bloemen, van kaarsen en van zweet.
Het was precies of Roscio was getrof-
fend door een langzame verstening en
daaronder raadde men zijn angstige
verbazing, zijn angstige inspanning om
de korst te doorbreken. Aan de apo
theker had de dood een waardigheid
en een ernst van geest gegeven, die
niemand tijdens zijn leven ooit in hem
ontdekt had. Zoveel is zeker dat ook
de dood zijn ironieën heeft.
Deze elementen: de dood van een
man met wie hij meer door gewoonte
dan door vriendschap verbonden was;
het voor de eerste maal ontmoeten
van de dood in zijn vreesaanjagende
objectiviteit (ofschoon hij andere doden
en andere vormen van dood eerder ge
zien had); de gesloten deur van de apo
theek, die voor altijd vergezeld leek
door de zwarte rouwstrik, dat alles
had Laurana een verslagenheid be
zorgd, die afgewisseld werd met
angstaanvallen, die hij ook lichamelijk
waarnam door vertraging en versnel
ling van de hartslag. Maar los van
deze gemoedstoestand stond, zo ge
loofde hij althans, zijn nieuwsgierig
heid naar de achtergronden en de
uitvoering van de misdaad en die
nieuwgierigheid was puur verstande
lijk, gedreven door een zekere koppig-
De apotheker Manno is nadat
hij in een anonieme brief met de
dood werd bedreigd samen met
zijn jachtvriend, dokter Roscio,
vermoord in het veld gevonden.
Een motief voor de dubbele moord
is moeilijk te vinden. Een kennis
van de twee slachtoffers, professo-
re Laurana, stelt op eigen houtje
een onderzoek in.
heid. Het denkbeeld dat dp oplossing
van het probleem er toe zou voeren
om de schuldigen in de handen van de
justitie te stellen, kwam zelfs niet bij
hem op. Hij was een beschaafd man,
voldoende intelligent, iemand van op
rechte gevoelens en met eerbied voor
de wet. Bewust de politie van zijn taak
beroven of zelfs maar het werk, dat
de politie deed, beconcurreren zou bij
hem zoveel weerstand opwekken dat
hij het vraagstuk eraan gegeven zou
hebben.
Zo speelde deze nadenkende, wat
timide, misschien ook niet moedige
man zijn gevaarlijke kaart: op de club
's avonds wanneer bijna niemand ont
brak. Men sprak als iedere avond over
de misdaad. Laurana, gemeenlijk
zwijgzaam, zei: „De brief was samen
gesteld uit woorden, die geknipt waren
uit de Osservatore Romano." De dis
cussie stokte, een verbaasde stilte
volgde. „Wel wel," zei don Luigi. Zijn
verbazing had geen betrekking op de
medegedeelde aanwijzing maar op de
domheid van degene, die met deze
mededeling zich zelf tot schietschijf
maakte voor beide partijen én de
politie én de moordenaars. Nooit zoiets
meegemaakt. „Werkelijk? Maar par
don, hoe weet je dat?", vroeg advo
caat Rosello, neef van de vrouw van
Roscio. „Ik heb het opgemerkt toen de
wachtmeester aangifte dicteerde
aan de apotheker. Herinnert u zich
niet, ik ben met hen mee de apotheek
binnengegaan." „En heeft u dat de
wachtmeester laten weten?", vroeg
Pecorilla. „Ja, ik heb hem gezegd dat
hij die brief eens nauwkeurig moest
bekijken, hij antwoordde dat hij dat
gedaan had."
„En stellen we ons voor, dat ze het
niet gedaan" hebben," zei don Luigi
enigszins opgelucht en tegelijk geër-
gex-d dat de openbaring van Laurana
tóch niet zo gevaarlijk voor hem was.
„Vreemd dat de wachtmeester mij
niets daarvan meegedeeld heeft," zei
Rosello. „Misschien heeft die aanwij
zing tot niets geleid," zei de postamb
tenaar en dan, terwijl zijn gezicht
opklaarde: „Daarom heeft u mij naar
de Osservatore gevraagd." „Nee,"
antwoordde Laurana snel. Intussen
was de gepensioneerde kolonel Salvag-
gio, die altijd klaar stond om er boven
op te springen wanneer er over het
leger, de carabinieri of de politie iets
gezegd werd dat onnauwkeurig was of
twijfel of kritiek inhield, plechtig opge
staan en zich tot Rosello richtend zei
hij: „Wilt u mij verklaren waarom de
wachtmeester u iets zou hebben moe
ten zeggen over verkx-egen aanwijzin
gen?" „Als familielid van een der
slachtoffers, alstublieft, alleen als fa
milielid." De kolonel had gemeend dat
Rosello aanspraak maakte op informa
ties op grond van zijn politieke functies.
Toch niet helemaal tevreden gesteld
ging hij weer tot de aanval over: „Ik
moet u er op wijzen dat de wachtmees
ter zelfs niet aan een familielid van een
van de slachtoffers kan openbaren wat
een geheim is van het lopende onder-
,zoek. Hij kan dat niet en hij mag dat
niet. En als hij het toch zou doen,
komt hij ernstig, ik zeg ernstig, te kort
in een van zijn meest -'ezenlijke
plichten." „Ik weet het," zei Rosello,
„ik weet het. Maar zo uit vriend
schap „Het Wapen heeft geen
vrienden," schreeuwde de kolonel bij
na. „Maar de wachtmeesters wel,"
barstte Rosello uit. „De .wachtmees
ters zijn het Wapen, de kolonels zijn
het Wapen, de soldaten eerste klas zijn
het Wapen," de kolonel leek te ijlen.
Zijn hoofd begon te beven, voorloper
van een van die crises, die de clubge
noten goed kenden. Rosello stond op,
gaf Laurana een teken dat hij nog met
hem praten wilde, zij vertrokken sa
men. „Oude gek," zei hij nauwelijks
buiten de club, en dan: „Hoe is die
geschiedenis eigenlijk met de Osserva
tore Romano?"
fc J966 gmtfeM door Philips.
praktisch is: voor Les Noces zijn ook
vier vleugels nodig. Stilistisch is het
overigens heel goed passend. En de
kinderversjes van Janacek mogen er
evenmin bij ontbreken. Ze zijn voor
een koor met enige solisten, één
vleugel en een rijtje houtblazers. Een
variant op het vertrouwde beeld lever
de ditmaal een a cappella-stuk: Swee-
lincks Psalm Nr. 150.
Felix de Nobel en zijn koor zullen
van de uitvoering van dit laatste wel
het meeste plezier gehad hebben;
konden ze zich eens voor een talrijk
publiek laten horen in hun eigenlijke
Vak. Ze deden het met een magnifieke,
geheel doorzichtige klank, zeer licht en
vreugdevol, geserreerd van expressie,
met die prikkelend droge geestrijk
heid, waaraan men de Noord-Neder
lander Sweelinck herkent temidden
van het weelderige concert der vocale
poiyphonisten.
Het was een fijn concert, dat het
publiek deed genieten en opgetogen
maakte. Dertig jaar geleden was zo
iets een gewichtige en moeilijke ge
beurtenis. Nu was het muziek om te
behagen. De molens der geschiedenis
malen langzaam maar doeltreffend.
De verandering bleek nog eens heel
speciaal in Bachs Concert. Vroeger
waren er geen vier pianisten bij elkaar
te brengen, die de concertvleugels
konden temmen en verfijnen tot
Bachs achthandige stemvoeringen. In
tutti-akkoorden gingen ze af als een
batterij in de slag van Waterloo en
tussen die uitbarstingen in zwommen
de noten i-ond als opgeschrikte vissen
in troebel water. Tegenwoordig kunnen
pianisten als Theo Bruins. Daniel
Wayenberg, Jan Wijn en Reinbert de
Leeuw de muziek van Bach allemaal
evengoed uit de vleugels tikken, heel
klaar en exact, volkomen gelijk van
toucher en dynamiek. Clavecimbels
klinken toch beter met hun naar de
strijkers overruisende klank, maar
men kan thans ook op vleugels het
geestige spel der stemmen onder
scheiden en genieten.
Veel hulde aan de strijkers en in Les
Noces de slagwerkers van het Resi
dentie-Orkest, de sterke zangsolisten
Jacqueline Brumaire, Sophia van San-
te, Serge Maurer en Jules Bastin.
„VLINDERTJE, vlindertje" van de
Italiaan Aldo Nicolaï is een van die
stukken, waar men als doorgewinterde
toeschouwer geen contact mee krijgt.
Men komt terecht bij een buitenissige
vrouw, die jong en voornaam wil
schijnen zonder dat te zijn en daarom
z-o gemaakt praat en doet, als Caro
van Eyck met al haar gevoel voor het
bizarre en al haar acteertalent op kan
brengen. Ze heeft alleen niets te
zeggen noch te doen dat belangstel
ling of zelfs maar nieuwsgierigheid
wekt. Waarom niet, dat begrijpt men
als het stuk bijna uit ia en de achter
grond onthuld wordt, want dan ont
maskert het geheel zich als een heel
ouderwetse draak, die alleen maar op
een nieuwerwetse manier is uitge
werkt: niet tranenrijk en overgevoe
lig, maar kil. en ongevoelig en dan ook
zo vreemd mogelijk, om nog ergens op
te lijken.
Een Italiaan was het bijzonder ern
stig komen regisseren en een van zijn
landgenoten had het zorgvuldig aange
kleed. Gek dat dezelfde schrijver met
zijn televisiespelen nogal succes heeft.
Het is een voorstelling van Ensemble
die in het lange Kerstweekeinde voor
het eerst in Den Bosch te «ien