Voor ontwikkeling van Brabant
Indringer in
Drakensteyn
Duur i
Paspoart foar
Fryslan
Waarom
isiglo
sinaasappelsap
uniek?
Man doodt
broer met
bierfles
jaar
KIJKDWANG DOORBROKEN
Nederland minder verslaafd aan t.v.
Rapport over gezag (I)
Persoonlijke Rekening
Mees Hope
UITLAATKLEP VOOR ROTTERDAMSE HAVEN
SOCIALE PREMIES OP 1 JANUARI
Onderzoek onmisbaar bij maken van programma's
Is er in de k^k van vandaag nog plaats voor?
Kijkonderzoek
Invloed televisie
DE TIJD
DONDERDAG 28 DECEMBER 1967
V erbindingen
Wao
Totaal
Remmerswaal
O
LEEUWARDEN, 28 dec.
„Pascontrole" zo, stond van
morgen tussen tien en elf uur
waarschuwend op twee grote
borden, duidelijk leesbaar voor
het verkeer dat vanuit Den
Oever het monument op de
Afsluitdijk naderde. Op de
loopbrug over de rijbaan hing
een bord, met het opschrift
„passen hier verkrijgbaar".
Iedere automobilist kon daar
gratis een paspoart foar Frys
lan in ontvangst nemen, uit
gereikt door leden van de Fe
deratie van Friese Studenten
verenigingen.
ESKiii!
'Het bevat géén conserveringsmiddel.!
Het is pers-vers diepgevroren. Geen
bijsmaak! En nóg een wonder: negen
glazen echt sinaasappelsap uit dat klei
ne Iglo blikje! Drink 't morgen meteen.
1,35 per blikje
(Vervolg van pagina 1)
Somber
A.W.Z.
door H. HOEFNAGELS S J.
HILVERSUM, 28 dec. - De
Nederlander raakt minder ver
slaafd aan de televisie. De kijk-
dichtheidscijfers dalen de laatste
jaren gestadig. Een]van de be
langrijkste oorzaken is de keuze
tussen eerste en tweede net. De
ene helft van het gezin wil naar
het eerste net kijken, de andere
naar het tweede. Gevolg: er
wordt helemaal niet gekeken.
Dr. B. P. HOFSTEDE
bezinning
HERMAN POST
Met het rapport „Gezagsopvat
tingen en Gezagsbeleving" heb'
ben de samenstellers de kerke
lijke gemeenschap een grote
dienst bewezen. Met dit werk
stuk op tafel kan de discussie
over het kerkelijk gezag niet
meer op de lange baan geschO'
ven worden: zij is een onuitwijk-
bare noodzaak geworden.
voor uw salaris en betalingen
rente 31/2%) of 1°/o per jaar
onze computer rekent uit wat
voor u het voordeligst is
Wilt u weten waarom 1% soms meer rente oplevert
dan 3V2%? Vraagt u dan onze brochure.
BANKIERS
AMSTERDAM - ROTTERDAM
Keizersgracht 579 Blaak 10
Overige vestigingen te Alblasserdam, Delft,
's Gravenhage, Heerlen, Rotterdam, Schiedam,
Vlaardingen, Botlek en Europoort.
Groot industriegebied
aan Hollands Diep
(Van onze verslaggever)
Rotterdam, 28 dec. volgende
Ntaand moeten de gemeenteraden
^an Zevenbergen, Hoge en Lage
^waluwe en Klundert beslissen over
de oprichting van een „Industrie-
schap Moerdijk". Daarin zullen deze
gemeenten samenwerken om indus
trieën aan te trekken. Hiervoor is
aan het Hollands Diep een terrein
gereserveerd. Dat is voorlopig 150
hectare groot maar kan uitgroeien
j-°t meer dan 1000 hectaren. Men
hoort zelfs al spreken over 2000
hectaren. Het terrein zal zich dan
jbeer landinwaarts uitstrekken. Dan
han het ook voor Rotterdam van
helang worden. Aan de plannen is
?en onderzoek voorafgegaan van het
htgenieursbureau Dwars Heederik
en V erhey te Amersfoort.
Dat Rotterdam voor deze ontwikke-
hng veel belangstelling heeft is niet
verwonderlijk gezien de ontwikkeling
van het havenbeleid in het laatste
jaar. Op een congres in Middelburg
^as al het plan ontstaan om eqn
°verlegorgaan havenontwikkeling zuid
west-Nederland in het leven te roepen.
Dit is inmiddels gebeurd. Rotterdam
heeft zich daarbij gebonden aan een
gezamenlijke havenpolitiek in dit deel
van de „gouden delta".
In de stukken, die in de drie Bra
bantse gemeenten aan de orde komen
wordt uiteengezet, dat zich weer een
gelegenheid voordoet voor Rotterdam
te helpen bij het oplossen van een
aantal industriële problemen. Het di-
rekte belang voor Rotterdam bij dit
nieuwe industriegebied bestaat, vol
gens deze raadsstukken, hierin, dat
het gebied van Rotterdam uit recht
streeks voor coasters bereikbaar is.
Over de vaarweg zijn geen hinderlijke
bruggen.
De gemeèntesecretaris van Zeven
bergen, J. van Smissen, wees ons op
de goede wegverbindingen tussen de
Rotterdamse haven en dit industriege
bied: Rijksweg 17 en de Zoomweg.
Voor het vervoer van stukgoed per
container kunnen deze wegen onschat
bare diensten bewijzen. Ook zijn er
mogelijkheden voor pijpleidingen tus
sen de Rotterdamse havenbedrijven en
het industrieterrein. De eerste hoofd
leiding is al ontworpen. Volgens de
heer Van Smissen worden de plannen
van de drie gemeenten door provincia
le staten van Noord-Brabant gestimu
leerd.
Het ligt in de bedoeling komend jaar
AOW
AWW
AKW
KWl
2Pw
AWbZ
WW
ZW
Premie vóór 1 januari
Premie na 1 januari
Premieloongrena
werkg.
werkn.
totaal
werkg.
werkn.
totaal
oude
nieuwe
8,8
8,8
9,0
9,0
f 14.050
f 15.350
1,4
1,4
1,4
1,4
14,050
15.350
2,1
2,1
2,3
2,3
14.050
15.350
3,0
3,0
3,1
3,1
14.050
15.350
3,4
3,4
6,8
3,6
3,6
7,2
9.984
11.180
0,4
0,4
15.350
0,5
0,5
1,0
0,5
0,5
1,0
20,000
20.000
5,75
1,25
7,0
5,75
1,25
7,0
20.000
20.000
3,45
0,75
4,2
3,45
0,75
4,2
20.000
20.000
18,2
16,1
34,3
19,1
16,5
35,6
t vóór
1 januar
0,9
0,4
1,3
Verschil met
A u/' Algemene Ouderdomswet
Ai/I Algemene Weduwen en Wezenwet
ku/ Algemene Kinderbijslagwet
5*L: Kinderbijslagwet Loontrekkenden
•W.: Ziekenfondswet
A.WbZ.r Algemene Wet (bijzondere) Ziektekosten
W.W.: Werkloosheidswet en Werkloosheidsvoorziening
Z.W.: Ziektewet
W.A.O.: Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering
te beginnen met de uitvoering van de
werkzaamheden. Verwacht wordt, dat
het werk in 1970 gereed zal zijn.
Wanneer, zoals men verwacht, de
zware industrie zich voor deze vesti
gingsplaats interesseert, kan het ter
rein landinwaarts worden uitgebreid,
zonder dat de direkte verbinding met
open water verdwijnt. Schepen van
5000 ton kunnen nu reeds via de
Dordtse Kil naar de Moerdijk varen.
Worden de ondiepten uitgebaggerd dan
zou de Dordtse Kil door schepen tot
10.000 ton kunne i worden benul;.
in West-Brabant worden de indus
trieplannen gezien als een poging het
noordwesten van Brabant tot ontwik
keling te brengen. Hetzelfde wordt
met het Remmerswaalplan in het zuid
westen beoogd. Dit laatste haven- en
industrieplan, dat meer tegen de ont
wikkeling van Antwerpen aanleunt,
kan parallel lopen met de industriële
ontwikkeling langs de Moerdijk, die
meer in de Rotterdamse sfeer ligt.
(Van onze correspondent)
BAARN, 28 dec. Sinds kort heeft
de marechaussee te Baarn die belast is
met de bewaking van paleis Soestdijk
en kasteel Drakensteyn de bewaking
van het kasteeltje van prinses Beatrix
en prins Claus verscherpt. De directe
aanleiding daartoe was het feit dat
onlangs een geestelijk gestoorde man
kans zag ongemerkt de tuin van
Drakensteyn en vervolgens het kasteel
tje zelf binnen te dringen.
Daar werd hij in de kraag gegrepen
door een huismeester die hem overle
verde aan de marechaussee. Aange
zien zich bij paleis Soestdijk en kasteel
Drakensteyn vrij vaak geestelijk on-
volwaardigen vervoegen om de konin
gin of de prinses te spreken heeft de
marechaussee besloten tot uitbreiding
van de bewaking. Gedurende de avond
en nacht is er thans ook een wachtpost
op de slotbrug naar het kasteel. Bo
vendien wordt nu regelmatig in de
kasteeltuin gepatrouilleerd.
(Van onze correspondent!
Het ging hier om een stunt van
de Provinciale Friese VVV die nu
eindelijk eens een eind wil maken
aan het oubollige grapje, dat men
Friesland uitsluitend met een spe
ciaal paspoort binnen mag. Het
uitgereikte paspoort heeft niets met
controle te maken. Het is een
uitnodiging om Friesland te bezoe
ken. Daarom staat er geen signale
ment van de houder in, maar een
van Friesland. Het in zeven talen
(waaronder Japans en Russisch)
gestelde boekje bevat voorts een
aantal bonnen, die recht geven op
gratis toegang tot musea, evene
menten en fabrieken, reducties van
vijftig procent op overtochten naar
de „overzeese gebiedsdelen" (de
Waddeneilanden)en rondvaarten
over de Friese meren.
Niet alleen op de Afsluitdijk wa
ren vanmorgen de Friese studenten
aanwezig om de paspoorten uit te
reiken. Ook de reizigers in de
treinen uit Groningen en Zwolle
werden met de „rode boekjes"
verblijd.
Het initiatief voor de passenstunt
is afkomstig van de verenigingen
van Friese studenten. De provinci
ale VVV heeft het, gesteund door
enkele industrieën, gretig overge
nomen.
Toen de cabaretier Rients Grata-
ma bij het bekend maken van de
plannen de Friese gastvrijheid be
zong, sprong dwars door een papie
ren afscheiding de legendarische
Grote Pier tevoorschijn. Hij plantte
enkele gasten zijn enorme zwaard
op de borst en liet hen de voor een
niet-Fries onuitsprekelijke woorden
,,büter, brea griene tsiis" (boter,
roggebrood en nagelkaas) opzeg-
gen. Rond de wisseling van de
vijftiende en zestiende eeuw behan
delde deze Friese vrijheidsstrijder
de binnenkomende reizigers op
eenzelfde manier. Wie het zinnetje
niet kon uitspreken moest maken
dat hij wegkwam, om niet door het
ruim twee meter lange zwaard te
worden geveld. Nu verliep de actie
vredelievender. Grote Pier droop af
toen alle aanwezigen het refrein
zongen: „Dit hebben we niet meer
nodig".
ADVERTENTIE
(Van onze correspondent)
GRONINGEN, 28 dec. Drie
nachten sliep Marcus Hoek (45)
naast het stoffelijk overschot van
zijn broer Harm Hoek (53) in een
huis aan de Hagendwarsweg in Us
quert. Pas op de Eerste Kerstdag
kwam de 75-jarige moeder, die met
vier van haar zonen in het huisje
woont, tot het besef dat Harm wei
eens dooa kon zijn.
Zij vroeg een kennis die op bezoek
kwam, „ga eens naar Harm kijken. Ik
geloof echt dat hij dood is". De kennis
waarschuwde de politie nadat hij de
dode Harm had gezien. Er is sectie
verricht in het academisch ziekenhuis.
De rijkspolitie van Usquert en Warf-
fum heeft in samenwerking met de
districtsrecherche van de rijkspolitie
een nader onderzoek ingesteld.
Het is gebleken dat de 43-jarige
Johan H. zaterdagavond om zeven uur
in zijn woning bij een onenigheid met
zijn broer Harm deze met een bierfles
op het hoofd heeft geslagen. Deze slag
moet dodelijk zijn geweest. Alcoholge
bruik kan als mede-oorzaak van de
ruzie worden aangemerkt. Behalve de
dader en het slachtoffer behoren tot
het gezin nog twee broers en de 75-
jarige moeder. Alle broers zijn onge
huwd. De dader heeft een bekentenis
afgelegd en is ingesloten.
In Usquert en omgeving staat het
gezin H. bekend als een probleemgezin
waar regelmatig de alcohol rijkelijk
vloeide, ondanks het feit dat in Us
quert en omgeving aan hen geen
alcohol wordt verstrekt.
Rij behoeft toch maar niet de
hogere ziekenfondspremie op te bren-
Ben", zal men tegenwerpen. Inder
daad, maar de particuliere ziekten-
hostenverzekeraars hebben ook daar
een oplossing voor. Gemiddeld zullen
hun premies een tientje per maand
toenemen.
Als hij nog het ongeluk heeft in een
Naoorlogse woningwet- of nieuwe pre-
Niiewoning te huizen, zal hij per 1
Januari vier procent meer huur moe-
ten opbrengen („ophoesten", zegt men
'n vakbondskringen). Om nog maar
Niet te spreken van de huurbelasting.
Ret laatste woord is daar nog niet
Over gesproken, maar het plan bestaat
jedere „woningwetbewoner" boven de
loongrens 10 pet. van zijn inkomen aan
kale huur te laten betalen. De aftrek
van ziektekosten als buitengewone last
voor de inkomstenbelasting is ongun
stiger geworden. Om deze nog te
kunnen aftrekken moeten de kosten
yoor ziekte tenminste 5 pet. van het
Nikomen of 750 uitmaken.
De mensen met een inkomen tot
T 12.000 hebben weinig minder reden
0rn 1968 somber in te gaan. De pre
miestijging van 0,4 pet. (0,2 pet. AOW
eh 0,2 pet ziekenfonds), de verhoging
van de premiegrens ziekenfonds tot
T 11,180 (9.984), de bijdrage aan de
vyijwillige ziekenfondsverzekering met
vier gulden per maand en de mo
gelijke huurverhoging hakken er met
Ne diverse prijsstijgingen wel degelijk
In. De bijdrage van de bejaarden aan 't
Rekenfonds gaat met f 0.50, 1.- of
1-50 per week omhoog.
De werkgever zal 0,9 procent meer
s°ciale premies moeten opbrengen
Plus een fiks bedrag uit het optrekken
^an de premiegrens. Lichtpuntjes zijn
N®t vervallen van het beruchte 47e
Nunt van de vennootschapsbelasting en
wakende oog van minister Rool-
vink op de lonen. Daar staat tegenover
zijn collega De Block de prijzen
sterker dan ooit in de gaten zal
Nouden. Alles onder de strijdkreet:
"Naar een nieuw economisch even-
Wicht".
Een bijzonder positieve factor bij de
jaarwisseling is de afronding van ons
^°ciale stelsel met de Algemene Wet
Rhjzondere) Ziekenkosten (A.W.b.Z.).
J?® 1 januari zullen de kosten verbon
en aan de verpleging van lichamelijk
eN geestelijk gehandicapte kinderen en
y^n zwakzinnigen (in erkende inrich-
,'Ngen) door deze nieuwe volksverze
kering gedekt zijn. Na 1 april geldt dit
°°k voor de verpleging in ziekenhuizen
?N verpleegtehuizen langer dan een
Jaar.
It 1968 zal iedereen brood mogen
erkopen, de radioreclame zal van
stari gaan, de t.v.-reclame op het
ferste net zal duurder worden en op
tweede net goedkoper, de vaste
ftrek van ziektekosten voor bejaar-
n zal op 936 (832) worden gebracht
®N diverse sociale uitkeringen, zoals
van W.A.O., A.O.W., A.W.W. en kin-
erbi.jslag zullen aan de prijsstijging
°rden aangepast. Of dat ook zal
Balden voor de bijslag voor het eerste
lr'd is nog een open vraag
(Van onze speciale verslaggever)
De komst van het tweede net heeft
voor velen de kijkdwang doorbroken.
Niet voor allen: ongeveer dertig pro
cent van de televisiebezitters houdt
nog vast aan de oude kijkgewoonten.
Voor deze groep bestaat alleen het
eerste net. Het kunnen kiezen maakt
velen onzeker. Zij zouden liever terug
keren naar de oude situatie.
Een andere oorzaak van de daling
der gemiddelde kijkdichtheid: het tele-
visiebezit in Nederland nadert het
verzadigingspunt. De eerste tien jaar
werd er verslaafd gekeken. De laatste
jaren zijn er groeperingen bij geko
men, die lang weerstand hebben gebo
den: de protestants-christelijke, de in-i
tellectuelen en waarschijnlijk veel jon
ge gezinnen, waarvoor het nu geen
luxe meer is 'n televisietoestel in huis
te hebben. Het zijn de meer selectieve
kijkers, die de gemiddelde kijkdicht
heid doen dalen. Voor hen is televisie
kijken geen dwingende noodzaak, maar
een van de vele mogelijkheden tot
vrijetijdsbesteding.
Dr. B. P. Hofstede, socioloog bij de
NTS, ziet nog een derde oorzaak voor
het verminderde kijken. De kijkdicht
heid van het journaal is sterker ge
daald dan die van het totale program
mapakket. Het journaal is van oudsher
een programma-onderdeel met een
hoge kijkdichtheid. Velen hebben zich
een televisietoestel aangeschaft om het
nieuws te zien. Het vormt het „opstap
je" naar de rest van het avondpro
gramma. Het geeft ook een gevoel van
veiligheid: het wereldgebeuren wordt
tot enkele simpele beelden herleid, je
bent weer even op de hoogte.
Toen kwamen de beelden van de
oorlog in Vietnam, voor velen ook in
Nederland een omstreden zaak. Met
de oorlogsverslagen brengt de televisie
dagelijks een stuk onbehagen in de
huiskamers. Men gaat onbewust min
der kijken. In Frankrijk kijkt men uit
weerzin tegen de Amerikaanse Viet-
nam-politiek minder naar het journaal.
Voor Nederland geldt dat ook wel. „Het
is een privé veronderstelling", zegt dr.
Hofstede. „Mijn Franse collega's zijn
er van overtuigd, dat het zo is. Als er
minder naar het journaal wordt geke-
ken, verdwijnt het „opstapje" en wordt
er over de hele linie minder gekeken.
De hoofdredacteur van het NTS-jour-
naal, de heer Simons, heeft dat begre
pen. Hij heeft enige tijd geleden
besloten de Vietnam-items te bekorten
en minder gevechtshandelingen uit te
zenden. Wat ik langs wetenschappelij
ke weg tracht te achterhalen, heeft hij
als journalist intuïtief aangevoeld."
Sinds 1 januari 1965 laat de NTS
continu kijkonderzoek verrichten door
het bureau Intomart. Via de werk
groep Sociologisch Onderzoek, waarin
vertegenwoordigers van alle omroepen
zitting hebben, worden de onderzoek
resultaten ai dan niet van commen
taar voorzien aan de programma
leidingen doorgegeven. De computers
van Intomart produceren wekelijks een
stortvloed van gegevens over alle
uitgezonden programma's. Wat is het
nut?
Dr. Hofstede: „Kijkonderzoek is een
onmisbaar element bij de programma
planning. Televisie houdt éénrichtings
verkeer in, er wordt niet regelrecht
met de massa gecommuniceerd. Toch
moet de programmamaker weten wat
hij doet en wie hij met zijn produkten
wil bereiken. Niet de cijfers over een
bepaald programma zijn belangrijk
maar het inzicht in de programmering
op langere termijn, dat uit die cijfers
kan worden opgebouwd. De voortdu
rende stroom van informatie dwingt de
programmamaker er toe zich te bezin
nen op de betekenis van het medium
In Finland komen de programmalei
ders en omroepchefs ieder jaar twee
dagen in afzondering bijeen om aan de
hand van de onderzoekresultaten het
beleid te bespreken. Dat is, zo heeft
men ervaren, eigenlijk veel belangrij
ker dan een heel jaar cijfers geven.
Ook heeft de Finse omroep sinds kort
een filosoof in dienst, die geen andere
taak heeft dan met de programmalei
ding mee te denken. Over twee jaar
wordt er van hem een rapport ver
wacht."
Zweden begint nu met het systeem
van „audience prediction", het plannen
op langere termijn met behulp van de
computer. Japan is er al langer mee
bezig. Men stopt zoveel mogelijk va
riabelen (veranderlijke gegevens) in
de computer en de kijker van de
toekomst rolt er uit. In Nederland zou
men hetzelfde systeem kunnen toepas
sen, maai de structuur van ons om
roepbestel bemoeilijkt dit soort onder
zoek. Er zijn te veel partijen, die
allemaal aan hun trekken willen ko
men. Wanneer de onderzoeker uitslui
tend het belang van de kijkers in het
oog houdt, kom* hij in conflict met de
zendgemachtigden. Dat is een van de
nadelen van ons ingewikkeld omroep
bestel, dat toch ook veel goede kanten
heeft.
De academische wereld heeft tot nu
toe, op enkele uitzonderingen na zoals
het Instituut voor Massacommunicatie
in Nijmegen, weinig belangstelling ge
toond voor het televisie-onderzoek.
Toch biedt dit grote wetenschappelijke
mogelijkheden.
Het Pulemologisch Instituut is bezig
met een onderzoek op basis van de
gegevens van Intomart. Prof. dr. P. J.
A. ter Hoeven in Rotterdam werkt aan
een rapport over de mogelijke invloed
van de televisie op de politieke me
ningsvorming.
Dat is een begin, zegt dr. Hofstede.
Hij gelooft niet, dat het in de eerste
plaats de taak van de omroep is de
invloed van de televisie te onderzoe
ken. Vraagt dit veelbesproken medi
um, waarop kabinetten gevallen zijn,
niet een bredere benadering in de
wetenschappelijke sfeer? De invloed,
van de televisie op de Nederlandse
samenleving zou met vrucht bestu
deerd kunnen worden in het totaal
beeld van de vrijetijdsbesteding.
Bij de BBC in Engelaftd kwam de
eeute generatie televisiemakers van
de radio. Later voegden zich daar
mensen van het theater bij, nog weer
later journalisten. Nu hebben ook aca
demici een belangrijk aandeel in de
programmering. In Nederland doet
zich een soortgelijke ontwikkeling
voor. De omroepsociologen zouden wel
eens de voorboden kunnen zijn van een
grotere toevloed van academici tot de
radio en de televisie, gelooft dr. Hof
stede.
Hij ziet verwantschap tussen het
televisie-onderzoek (planning naar de
toekomst) en de nog jonge wetenschap
futurologie. De televisie heeft ook te
maken met vraagstukken als de toe
komst van de democratie, de vrede en
de vrijetijdsbesteding. Zoals er in de
Finse omroep een filosoof meeloopt,
zou er bij ons wellicht plaats zijn voor
en futuroloog.
Dit jaar is op Nederlands initiatief
een informele contactgroep van Euro
pese radio- en televisie-onderzoekers
bijeen gekomen. Daarbij hebben zich
tot nu toe aangesloten Denemarken,
Engeland, (BBC en ITA), Finland,
Frankrijk, Italië, Nederland, Polen,
Ierland, Tsjechoslowakije, Zweden en
Waals België. Met elkaar hopen de
onderzoekers op basis van het kijkon
derzoek enkele contouren zichtbaar te
maken van wat men zou kunnen
noemen een nieuwe Europese mens.
„Laten we niet vergeten", zegt dr.
Hofstede, „dat televisie een internatio
naliserend medium is. Internationale
samenwerking op dit onderzoekgebied
opent perspectieven voor het vergelij
ken van kijkersreacties op dezelfde
programma's in verschillende landen."
Het rapport levert enkele belangrij
ke elementen voor deze diskussie. Het
stelt de problematiek van het kerkelijk
gezag in het juiste perspektief door de
prioriteit van de levende verkondiging
en het persoonlijk waargemaakte
getuigenis te benadrukken. Het wijst
duidelijlj de vormen van gezag aan
die onaanvaardbaar zijn geworden:
een leergezag, dat van buiten af
autoritair voorschrijft, het hanteren
van dogmatische formuleringen om
precies de grens van de rechtgelovig
heid te trekken, het pogen om met
officiële verklaringen de gelovigen aan
de leiband te houden, het dooddrukken
van elke poging tot hernieuwing, waar
in men ook maar het geringste risiko
meent te ontdekken.
Als men het rapport grondig bestu
deert, kan men er ook de basis in
vinden voor een vruchtbare diskussie
in bredere kring. De hiërarchische
struktuur, zo geeft het te verstaan
mag niet „naast, buiten of boven de
gemeenschap" staan; de ambtsdrager
moet zich de „exponent van de ge
meenschap" weten; hij kan de voort
durende dialoog met de eigentijdse
geloofsbeleving niet missen. Hieruit
resulteert de probleemstelling: hoe
moet de gezagsstruktuur zijn om er
varen te kunnen worden als de struk-
turering van het gezag van de ge
meenschap.
Het valt evenwel te vrezen, dat deze
op de achtergrond doorklinkende pro
bleemstelling de lijn van de diskussie
onder het bredere publiek niet zal
bepalen. Andere geluiden, die meer
aanslaan, overstemmen deze achter
grond. De doorsnee-lezer zal uit dit
rapport lezen, dat een volkomen om
zwaai, die van het oude niets meer
overlaat, het enige alternatief is
voor het star vasthouden aan het
oude. Het verscherpt aldus de tegen
stelling tussen degenen die vooral
bekommerd zijn over het behoud van
het christelijk erfdeel en degenen voor
wie de vernieuwing de eerste zorg is:
de eersten zullen zich nog meer be
klemd voelen, de tweeden zullen zich
gerechtvaardigd achten alle remmen
los te gooien.
Men krijgt de indruk, dat de
begrijpelijke - verontwaardiging over
bestaande of vroegere mistoestanden
de samenstellers bij het suggereren
van nieuwe wegen elke bedachtzaam
heid doet vergeten. De vraag, of de
voorgestelde hervormingen in over
eenstemming zijn met de opdracht
van de kerk om de blijde boodschap
door de eeuwen heen te bewaren,
wordt niet bekeken. De samenstellers
weten weliswaar door zorgvuldig ge
kozen formuleringen te vermijden, dat
hen op grond van letterlijke teksten
extremisme kan worden aangewreven;
dit neemt echter niet weg dat de
suggestie, die van het geheel uitgaat,
extreem dreigt te werken.
Over het kerkelijk leergezag, sugge
reert het rapport dat er niets meer
van over moet blijven:
De volgende vaststelling is op zich
volkomen juist: „De verkondiging is
een appèl, een uitnodigend getuigen
van een waardevolle boodschap. Ver
kondiging is geen afdwingend eisen,
geen van buiten-af zich opleggende
binding." Gezien in de kontekst sugge-
ADVERTENTIE
reert dezezin evenwel, dat er een
keuze gemaakt moet worden tussen
twee uitersten: om geen afdwingend
eisen te worden, moet de verkondiging
een (vrijblijvend) appèl zijn; om zich
niet van-buiten-af op te leggen, moet
zij getuigenis zijn van een (min of
meer) waardevolle boodschap. Men
laat buiten beschouwing, dat het appèl
van het evangelie aandacht eist en tot
stellingname dwingt; dat de bood
schap, als van God komend, verbin
dend karakter heeft.
Op zich genomen is het volkomen
juist als gezegd wordt: „Het autorita-
tief voorstellen van dogmatische for
muleringen heeft... geen zin, als niet
wordt aangetoond en waar gemaakt
dat de daarin aangeduide waarheden
behoren tot het heil en heilzaam zijn."
Gezien de kontekst zullen echter zowel
behoudsgezinden als vooruitstrevenden
hieruit lezen, dat de kerk geen recht
heeft om met autoriteit uitspraken
over het geloof te dóen. Hier ont
breekt. zoals op vele plaatsen, de
aanvullende zin, die in het ene kamp
paniek en in het andere kamp ondoor
dacht voorthollen moet voorkomen.
Het kerkelijk gezag, dat in het
verleden nodig geacht werd voor het
bewaren van de geloofseenheid, schijnt
in het rapport overbodig geworden. In
hun volkomen begrijpelijke ontstem
ming over ketterjagerij en kleinzielige
bezorgdheid voor de orthodoxie willen
de samenstellers aan het geheel elke
mogelijkheid tot uitoefening van kon-
trole over zijn leden ontnemen; om te
vermijden dat van boven-af de diskus
sie doodgedrukt wordt, drijven zij de
decentralisatie zover, dat de kerkelijke
gemeenschap machteloos moet toezien
als haar delen steeds verder uit elkaar
gaan groeien.
Als men meent, dat de kerk het
recht heeft, iemand die de gemeen
schappelijke leer ondermijnt, niet
meer als haar lid te beschouwen, heet
dit „een juridische vertekening van de
bijbelse boodschap." Hoe kan de ker
kelijke gemeenschap het gemeen
schappelijke goed behoeden, als zij
niet meer kan beslissen wie niet meer
als haar lid beschouwd moet worden?
Een dergelijke beslissing is inderdaad
een juridische beslissing, aangezien
hiermee niet uitgemaakt wordt of
iemand tot de „onzichtbare kerk"
behoort. Maar kan een gemeenschap
van enige omvang het wel stellen
zonder juridische regelingen, die al
thans minimale eisen voor het lid
maatschap formuleren?
De dringend gewenste eigen verant
woordelijkheid voor regionale en
plaatselijke groepen zal, zo stelt het
rapport zeer realistisch, leiden tot een
pluriformiteit in waardeoordelen en
geloofsinzichten. Het laat echter na, op
de daarmee verbonden gevaren te
wijzen. Om te vermijden, dat pluri
formiteit tot zuivere veelheid wordt, is
het beslist niet nodig dat van Rome uit
alles gedirigeerd wordt. Anderzijds
echter is het weinig realistisch te
denken, dat de aansporing tot kontak
ten en uitwisseling van gedachten
voldoende is. Maar is hier dan geen
tussenweg? In elke omvangrijke ge
meenschap is het toch normaal dat
grotere gehelen een zekere kontrole
over kleinere deelgehelen uitoefenen!
Waar gesproken \\jordt over de taak
van de kerk op typisch niet-kerkelijk
gebied, heet het heel massief; „de
kerk moet zich beperken' tot het ver
kondigen van de haar toevertrouwde
boodschap en niet door het uitvaardi
gen van kerkelijke wetten, het nemen
van maatregelen, het in het leven
roepen van eigen organisaties e.d.
rechtstreeks op deze terreinen ingrij
pen." Deze uitspraak wordt weliswaar
enige regels verder enigszins afge
zwakt. maar een waarschuwing aan de
lezer, deze uitspraak niet als uitgangs
punt te nemen, ontbreekt. Enkele op
merkingen volstaan om duidelijk te
maken dat deze uitspraak niet zeer
doordacht is en, met name. dat ver
kondiging en organisatorische aktivi-
teit hier te scherp tegenover elkaar
geplaatst worden.
Het is zeer begrijpelijk dat men zich
in Nederland afvraagt of het zin heeft
naast de Nederlandse huwelijkswetge
ving nog een aparte kerkelijke huwe
lijkswetgeving te handhaven. Voordat
men met betrekking tot deze zaak een
algemene uitspraak doet, zal men
echter ook andere dan de Nederlandse
situatie in ogenschouw moeten nemen:
de situatie van sommige Amerikaanse
staten waar huwelijkssluiting en schei
ding per automaat kan gebeuren, de
situatie van de gebieden in de wereld,
waar polygamie door wet en zede
gesanktioneerd is, de situatie van de
landen, waar familie en clan, met heel
weinig eerbied voor de persoonlijke
vrijheid, hun leden uithuwelijken. De
vraag wordt dan of de verkondiging
der kerk op dit terrein wel een reële
werkelijkheid kan worden zonder enige
vorm van kerkelijke wetgeving.
Het is duidelijk dat maatregelen
zoals die tegen het NVV en socialisti
sche groeperingen uit de tijd zijn.
Maar betekent dat nu dat de kerk
overal moet afzien van de mogelijk
heid om door maatregelen haar leden
op drastische wijze aan hun verplich
tingen te herinneren? Is het getuigenis
der Amerikaanse katholieken in de
rassenkwestie niet daarom zo weinig
overtuigend, omdat slechts bij hoge
uitzondering drastische maatregelen
genomen worden tegen hen die de
rassenintegratie saboteren? Moet het
protest der kerk tegen de onsociale
toestanden in Zuid Amerika niet door
maatregelen tegen onwillige groot
grondbezitters en reaktionaire bis
schoppen onderstreept worden, wiï het
werkelijk echt klinken?