Bij iedere kalender wordt gesmokkeld
Huis was
verdwenen
Eerbiedig pet af voor
Nederlandse ingenieurs
DE TIJD OP DRIFT?
Oudejaar bij de familie Dikkedak
ju
f
h
Vrouw schreef
over Indianen
m
De aarde draait steeds langzamer om haar as
maar oor hen die 't land
MAN DE GOTHENBINNEN-
VULEN-DArtS
IDIOOTT
TIJD-OPNAMEN
nommer 41
^^npinnppil
GMHL
ha
DE TIJD
ZATERDAG 30 DECEMBER 1967
ALTIJD WANNEER
de Kerstdagen voorbij
zijn en het vuurwerk
voor Oudejaarsavond is
gekocht, krijgen de men
sen opeens zin om ach
terom te kijken naar wat
het verstreken jaar voor
goeds of slechts heeft
gebracht. De kranten,
de radio, de televisie,
allemaal doen ze hun
best om je geheugen nog
eens op te frissen over
alles wat er gebeurd is.
Maar bijna niemand
denkt er aan wat een
jaar nu precies is.
tmêrf
OP OUDEJAARSDAG krijgt de klok veel meer
aandacht dan anders. Hierboven een heel bijzonder
exemplaar. De klok heeft geen veer. De wijzers
worden in beweging gehouden door de „vaart"
waarmee de klok langs de helling naar beneden
glijdt. Dat duurt precies een week. Door een won
derlijk mechanisme blijft de klok altijd recht over
eind staan. De dag van de week staat (in het
Engels) aangegeven op.de helling. De hierboven
afgebeelde klok is een modern exemplaar, maar
het systeem is al heel oud.
De familie Dikkedak,
wangen bol en vestje strak,
zal het oude jaar gedenken,
buffelen en drank inschenken:
Oliebollen, warme wijn,
o, wat zal dat heerlijk zijnl
Moeder bakt en bakt maar aan.
Vader laat geen kruimel staan,
't Zijn wel honderd warme bollen
die er op de borden rollen.
Wat een zeldzaam fijne smaakl
Smullen, smullen! Smul maar raakl
Vader neemt een reuzenhap
en dan zegt z'n vestje „Knap!"
Ook de kleine Dikkedakjes
spatten zomaar uit hun pakjes.
Maar ze eten door, kordaat,
tot het klokje twaalf slaat.
En dan wensen ze elkaar
een gezegend blij Nieuwjaar,
met voor alle Dikkedakjes
nieuwe Jurken, nieuwe pakjes.
En de klok roept: „Tikketak,
welterusten Dikkedak!"
VERA WITTE
TA-' Allicht hebben vee iet* aan
V teaeven: &CXX ówCiöel
flpi) Rebben opdracht
•gekregen. een órutde leent*
voeren met tyet oen op 5e na-
berenöe invallen.
(*n laat ©na en nu door,
rare (Ooetgoott)!
&at gaatecljt
niet
eerst moet
/ntussbn, bij de rome/usb
achteren aange
vallen DOOR GOTHEN
D'E HET LAND VAN DE
GOTHEN GINGEN
BINNENVALLEN..
Cl1
niet 1 VTrT
Even later.:,
„Badeloch, de Omo op
JULLIE EIGEN TIJD
HET JAAR KLOPT NIET
Nou, dat is toch heel
eenvoudig, zul je denken.
Een jaar, dat is 12 maan
den, of 52 weken of 365
dagen. En als je een Piet
je Precies bent, kun je
nog verder gaan en zeg
gen: een jaar is 8760 minu
ten of 505.600 seconden.
Jammer van al het re-
DE SCHRIK van zijn le
ven kreeg vorige week de
Amerikaanse mijnheer
Pope. Terugkomende van
zijn werk kwam hij tot de
ontdekking, dat zijn huis
met vijf kamers verdwenen
was. Zo maar helemaal
weg. De buren wisten te
vertellen, dat er in de mid
daguren een grote, speciaal
voor het vervoer van hui
zen ingerichte vrachtauto
gekomen was (zoiets kan
in Amerika) die het huis
had weggereden.
Meneer Pope holde naar
de politie. Alle bureaux in
de omtrek werden gealar
meerd. En jawel hoor, zes
tig kilometer verder werd
het huis gevonden. Een
kleine vergissing van de
verhuizer, die het verkeer
de huis verplaatst had.
kenwerk, maar het is net
niet helemaal waar. De
moeilijkheid schuilt hem
hierin, dat een jaaj- niet
bestaat uit 365 afgeronde
dagen, maar uit 365 en
een kwart dag. Of, om het
dan maar helemaal goed
te zeggen uit 365,2422 da
gen. En het zijn juist die
cijfers achter de komma,
die het de mensen vanaf
de oudste tijden tot nu toe
danig lastig maken. Een
klein foutje in één jaar
merkt niemand. Maar na
een reeks van jaren zijn
al die kleine foutjes een
grote geworden en zijn de
seizoenen zo ver naar vo
ren geschoven, dat je da
kalender wel in de vuil
nisbak kunt gooien.
De oude volken, zoals de
Azteken in Midden-Ameri-
ka, de Chinezen, de Jo
den en Egyptenaren, die
al vele duizenden jaren
geleden een soort kalen
der hadden, maakten zich
er eenvoudig vanaf door
zo nu en dan eens te
smokkelen met de dagen
en daardoor de fouten
recht te breien. Julius
Caesar was de eerste, die
een kalender maakte met
de 12 maanden, zoals wy
die nu nog kennen. Alleen
de indeling in weken en
dagen was anders. Met
deze „Juliaanse kalender"
wist hij de tijd aardig
in het gareel te houden.
Het scheelde nog maar
een volle dag in de 128
jaar. Maar zelfs dat heel
kleine verschil liep in de
loop van de eeuwen nog
zo ver uit, dat in de 15e
eeuw de Lente van 21
naar 12 maart was terug
gelopen en de mensen
wéér niet wisten wanneer
ze nu hun winterjas kon
den opbergen. Het was
eindelijk rond 1580 Paus
Gregorius, die met de
naar hem genoemde „Gre
goriaanse kalender" de
knoop doorhakte en de
tijd op zijn plaats hield.
We gebruiken die kalen
der ook nu nog. Maar
intussen zijn er al weer
mensen, die ook de Grego
riaanse kalender niet
goed genoeg vinden. De
Lente blijft nu wel altijd
op 21 maart beginnen,
zeggen ze, maar de dagen
verschuiven. Je bent ieder
jaar op een andere dag
jarig. De Paasvakantie is
nu eens in maart dan
weer in april. Bovendien
zijn de maanden ongelijk
van lengte en moet er
eens in de vier jaar een
schrikkeldag (29 februari)
worden ingevoerd. Er zijn
nu plannen om het jaar te
stroomlijnen en alle dagen
aan een vaste datum te
binden. Dat kan wel,
maar dan moet er aan het
eind van het jaar een dag
zonder naam bij komen en
in een schrikkeljaar zelfs
twee. En dat vinden de
meeste mensen toch ook
weer te gek. De Gregori
aanse kalender zal het
dus nog wel een tijdje
uithouden.
Intussen hebben de geleer
den nog iets anders ontdekt.
Zoals je weet draait de aar
de om haar as en is één vol
ledige draai een dag. Knap
pe koppen hebben nu uit
gerekend dot er iet» niet
helemaal meer klopt. Onze
dagen zijn langer don dui
zend eeuwen geleden. Met
andere woorden de aarde
draait langzamer om haar
as. Er zal dus ooit een
moment komen, dat de aar
de helemaal niet meer
draait en het op de ene helft
van de aarde altijd dag en
op de andere helft altijd
nacht zal zijn. Niet zo'n
prettig vooruitzicht om op
de ene helft te bevriezen
en op de andere helft te
braden. Maar stel je gerust,
het duurt nog wel even voor
het zover is, want per hon
derd jaar wordt de dag
moor één duizendste se
conde langer.
vu - ij Yl, j&g J
NEDERLANDERS
staan er over de hele we
reld bekend om dat zij zo
goed bruggen kunnen
bouwen en dijken aanleg
gen. Ook onze wegen be
horen tot de beste die er
bestaan. Dat komt omdat
wij zulke knappe ingeni
eurs hebben. Ingenieurs
worden opgeleid aan een
technische hogeschool. Er
zijn er drie in Nederland.
In Delft (dat is de oudste)
in Eindhoven en in En
schede. Als je daar wilt
studeren moet je natuur
lijk wel even een techni
sche knobbel hebben. Als
je beter bent in talen moet
je er maar niet naar toe
gaan.
Hoe knap Nederlandse
ingenieurs zijn blijkt bij
voorbeeld uit de Delta
werken. Misschien hebben
jullie wel eens gehoord
van de watersnood-ramp
in 1953. Toen werd in de
nacht van 31 januari op 1
februari een groot stuk
van Zeeland en bijna alle
Zuidhollandse eilanden
overspoeld en verwoest.
Het verschrikkelijkste
was dat er toen ruim ze
ventienhonderd mensen
verdronken. Toen het wa
ter weer teruggevloeid
was bleef een geschonden
land achter. Duizenden
huizen waren geheel weg
gespoeld of tot ruïnes ge
worden. De wegen waren
onbruikbaar en in de dij
ken waren grote gaten
geslagen. Toen kwamen
de ingenieurs van Rijks
waterstaat. Onder hun
leiding begonnen vele dui
zenden hard werkende ar
beiders aan herstel. De
dijken werden gedicht, alle
wegen (ook de spoorwe
gen) werden weer aange
legd en er verschenen hele
nieuwe steden. Als je nu
in Zeeland of op de Zuid
hollandse eilanden zou
gaan kijken, dan zou je
merken dat het weer een
zeer welvarend land is.
Het is er zelfs mooier dan
het voor de ramp was.
Dat moest ook. De zwaar
getroffen bewoners had
den er recht op dat zij
goed geholpen werden.
Maar de ingenieurs de
den nog meer. Zij dachten
'n plan uit van dyken en
bruggen, dat het onmoge
lijk maakt dat er nog
eens zo'n vreselijke ramp
gebeurt. Dat zijn de Delta
werken. Zij zijn nog niet
voltooid, maar ze schieten
al goed op. Het is zo'n
knap plan dat ingenieurs
uit alle windstreken, zelfs
uit Amerika, hier naar toe
komen om te bekijken hoe
hun Nederlandse collega's
het doen. En dat is toch
iets om eerbiedig je pet
voor af te nemen.
nll(
NOG STEEDS is
Karl May de meest be
kende schrijver van in
dianenboeken. De avon
turen van Winnetou en
Old Shatterhand doen
het nog altijd.
Karl May heeft veel
navolging gevonden.
Na hem kwamen er
meer, die hun hart ver
pand hadden aan het
Wilde Westen. Onder
hen was echter maar
één vrouw, mevrouw L.
Wellskopf-Henrich. Ja
renlang heeft ze ge
woond en gewerkt te
midden van de Dakota-
indianen. Zij leerde
hun taal, maakte zich
vertrouwd met hun le
vensgewoonten en wist
zo langzamerhand het
vertrouwen te wiJinen
van dit anders zo onge
naakbare volk. De in
dianen vertelden haar
de oude krijgsverhalen
die ze van hun vader
of grootvader hadden
gehoord en dit bracht
haar op de gedachte ze
te gebruiken bij het
schrijven van haar
boeken. Zo ongeveer
ontstond de serie
„Harka, de zoon van
het opperhoofd". Van
deze reeks zijn twee
delen al eerder ver
schenen. In de nu pas
uitgekomen twee boe
ken zwerven Harka en
zijn vader, uitgestoten
door de stam, door de
rimboe. Zij rollen daar
bij van het ene avon
tuur in het andere,
maar weten zich toch
telkens te redden, al
komen zij er niet altijd
zonder kleerscheuren
vanaf. Tussen de be
drijven door vertelt de
schrijfster veel over de
indiaanse gewoonten
en gebruiken, maar
toch zonder dat haar
boeken leerboekjes wor
den of het verhaal
erdoor onderbroken
wordt. Ze gebruikt veel
indiaanse namen. Dat
maakt het lezen niet zo
heel eenvoudig, maar
de boeken worden er
wel interessanter door.
„In ballingschap" cn
„Tussen twee werelden"
door t>. Wellskopf-Hen
rich. Uitgegeven door
Hollandis n.v. Burn.
Prijs 1 S,S0 per deel.
Mm de Gothen
19
ïi
VERSCHRIHKELUKECRL"
HSCHE VLOEKEN, DIE WU
Nier WILLEM VBR7RLEM
WRRRVRM WE HIER
SN7
GRENSOVERGANG
MOOI VERHAAL HOOR? SOT HEN DIE
HET LAND VAN DE GALLIËRS BINNENVALLEN
..AKKOORD? GALLIËRS DIE HET LANDVAN
IK BEN VAN
DE GOTHEN BINNENVALLEN...AKKOORD?^/
ZO! SLAPEN
TIJDENS DE WACHT,
HE?'
□AAR
EVERZWIJNEN
MOETEN G6RMANIA
BINNENVALLEN
MAAR
MAAR
copyright Editions DARGAUD-Fan»/LOMBARD-Brussei
V.