15de Jaargang.
Zaterdag 9 Januari 1892.
No. Ill
FEUILLETOnf,
lets oyer de Joden.
HET TRAKTAATJE.
ADTEBTENTIEN:
Van 1—10 gewone regels50 cent.
Iedere regel me or5
A.DVEBTENTI4N 3 maal geplaatst, worden tegea
2 jr ail berekend.
Per drie maandoc
Franco per post
Bnkele nommers
Uit;
k.;—
(Uit het verslag van het jaar 1890, der
vereeniging de uitbreiding van het
Christendom onder Israel.)
Vier wonderen vinden wij aangaande de
Jodenhunne verkiezing, hunne verwerping,
hur,ne verstrooing en hunne bekeering. Elk
van deze omvat een tijdperk en wijst op een
keerpunt in de geschiedenis. Hunne uitver-
kiezi'ng als volk is de voorbereiding van
het konmgrijk Gods voor*ne wereld en van
de wereld voor Zyn Koningrijk. Hunne ver
werping is de doorbreking van de enge
grenzen van nationaliteit, de vervulling der
typen en de roeping der volkeren. Hunne
verstrooing leidde tot het werk en de zending
der kerk uit de heidenen, want God laat
Zijn werk niet stilstaan terwijl die ver
strooing zelve er naast loopt als eerie gedurigfl
getuigenis van de waarheid des Evangelies.
lmmers de Jood trekt door de wereld als
een die uitgestooten is uit zijn land, terwijl
het land zucht onder den druk van vreem-
delingen en op den terugkeer wacht van
zijne rechtrnatige eigenaars.
En eindelijk hunne bekeering. Wat zal
die anders zijn als de zegepraal der getrouw-
heid Gods, de voleinding van het werk
der kerk van Christus, de heeling van de
breuk, de vereeniging van Jood en heiden,
en de heerlykheid der laatste dagen Israel
r*Ar> OO io tonp hi! oan tC'NnilUO' oioohtp
- e
daarop toen het Zijrien Koning verwierp,
en de terugkeer hunner heerlijkheid en het
glanspunt er van zal zijn, het verwelkornen
van den Koning der Koningen, de hunne
evenzeer als de uwe.
Wij staan nu tusschen de twee laatste
tijdperken, en, indien wij op de teekenen
der tijden letten, mogen wij wel zeggen,
het einde hunner verstrooing nadert en
hunne bekeering is niet meer verre.
Er is alom eene beweging onder de Joden
waar te nemen. Die beweging openbaart
zich niet alleen in de landen, waar zij onder
drukkende wetten of den fellen haat der
volksmassa's gebukt gaan, zoo als in Rut
land, Rumenie en Oostenrijk, maar ook in
landen, waar zij voile staatkundige en
burgerlijke rechten en gelijkstelhng met
hunne Christelijke medeburgers genieten,
zooals in Engeland en de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika. In Engeland bijvoor-
beeld heeft zich eene vereeniging gevormd
van Engelsche Joden, die zich ten doel stelt
om de verdrukte broederen in Rusland te
helpen tot den terugkeer naar en tot de
kolonisatie van Palestina, het heilige land
der vaderel!.
Deze vereeniging draagt den naam van
»Chovevei'Zion," dat wil zeggen »lielheb-
bers van Zion," en bestaat voor een groot
gedeelte uit^oodsche werklieden, die in
het midden van de hen omgevende ellende
van »de donkerste wildernissen van Enge
land," iets van hun^Q spaarpenningen afzon-
3) Een mtrkwaardig verhaal.
Lag het nu aan zijn drift, aan den
sleutel of aan het slot
Hij kon dc kast niet open krijgen.
Wie is er aan de kast geweest?"
vroeg hij, zich naar zijn dochter omziende.
»Niemand, dat ik weet, vader," ant-
woordde Dientje. Gisteren morgen voor
kerktijd heb ik er een tafellaken uitge-
haaldtoen kon ik de kast heel goed
open en dicht doen, en sedert ben ik
er nog niet met den sleutel in geweest,
dien ik akijd in mijn zak draag
Wil ik eens probeercn of ik de kast kan
openmaken
»Wat gij I" riep de vertoornde boer
uit, terwijl hij nog aliijd den sleutel heen
«n weer in het slot draaide, waarbij zijn
everss QEBB. VAN g*OOKTWIJBL
deren om de oude verwoeste plaatsen te
doen herbouwen en iiunnen russischen ge-
loofsgenooten eene veilige sehuilplaats te be-
reiden. Reeds bestaan er joodsche kolonien
in Palestina. Zij bevinden zich nog in een
staat van wording en hebben met groote
moeielijkheden te kampen, maar zij zijn
nochtans niet hopeloos. Ook bestaat er eene
joodsch-christelijke kolonie te Artouf, tus
schen Jaffa, de havenstad van Jeruzalem
en deze stad. En weldra zal de schrille
stoomfluit van den spoorweg tusschen
Jaffa en Jeruzalem bij Artouf, als station
vernomen worden.
Naar men verder bericht, is kort ge-
leden een klein gezelschap van welgestelde
Joden van Odessa naar Palestina vertrokken
ten einde, met toestemming van de Turk-
sche regeeringi nieuwe terreinen en gronden
te verwerven voor de vestiging van een
groot aantal Russisch-Poolsche landverhuizers.
Wat zoovele eeuwen lang, en nog bij on-
zen lesftijd, een ijdele droom scheen te zijn,
verkrijgt een tastbare gedaante. Het getal der
alreede weder in't heilige land gevestigde Jo
den wordt op 80,000 geschat, waarvan twee
derden ongeveer gedurende de laatste zeven
jaren zijn aangekomen.
Dit getal is al grooter dan helgeen onder
Serubabel en Jozua uit de babijlonische
ballingschap terugkeerde. Dit bedroeg niet
meer dan 42,360 (Esra 2 64).
Ook staat de geestelijke beweging onder
de verstiooide en dorre joodsche loodsbeen-
de<'en niet stil. Om niet ie spreken van dt
welbekende evangelisatie der joden te Kisehe-
neff door Rabbinooitz, mogen wij op een an-
der merkwaardig verschijnsel in het verre
Westen wijzen.
Een Amerikaansch maandschrift bericht
daarover als volgt
»Een der opmerkelijkste teekenen onzer
tijden is de conferentie van Israelieten en
Christenen, betreffende hunne onderlinge ver-
houding en welvaart, gehouden te Chicago,
in den staat Illinois, op den 24 en 25sten
Novemder 1890. De uitingen van Joodsche
redenaars werden met betuigingen van bijval
ontvangen door Christenen, en de woorden
van Christelijke redenaars werden op gelijke
wijze begroet door Joden. De geheele atmos-
feer ademde den geest des vredes, en de
uitwerking van de bijeenkomst kan niet dan
heilzaam zijn. De grootste vrijheid van
spreken werd onderling toegestaanvan
niemand werd verwacht of gevraagd zijne
overtuiging geweld aan te doen, het eenige
verzoek, dat gedaan werd, was, dat alien
in een vriendelijken geest zouden spreken
indachtig zijnde de zachtmoedigheid van
Mozes en de nederigheid van Jezus." De
volgende toespraken werden gehouden.
j>De houding der volkeren en Christenen
tegenover de Joden" door Ds. E. P. Goodwin.
»Waarom nemen de Israelieten Jezus niet
aan als hunnen Messias door Dr. B.
Felsenthal, Rabbijn. Vele andere spraken
onderling en traden voor de vergadering op.
Wij gelooven, dat het daarheen moet en
gelaat van drift opzwol, want hij was
niet gewoon dat iemand of iets hem
tegenstond. »Wat gij! Ik denk toch nog
wel kracht in mijn knuisten te hebben
Open zal die verduivelde kast, al zou
ik ze met een bijl loshakken."
Hij draaide en draaide en met ge
weld wnngende en trekkende ging de
deur open.
Hierdoor werd hij een weinig bedaard
gelijk het steeds gebeurt wanneer een
driftig man eensklaps zijn zin gekregen
heeft.
»Er moet aan het slot gepeuterd zijn 1"
zeide hij, terwijl hij het van buiten be-
keek. »'tls anders een uitnemend slot,
waaraan nog nooit iets gemankeerd heett
een slot nog uit de oude doos, toen men
niet zulke prullen maakte als tegenwoor-
dig. Is er wel ooit een smid bij geweest
Dienrje had het op de tong te zeggen
dat ongeveer een maand geleden de smid
het slot er had moeten uitnemen, om
Bureau: BOTEBSTBAAT, E, Xo.
zal komen, ook in andere plaatsen, dat Joden
n Christenen en wel de godgeleerde ver-
tegenwoordigers van beiden op vriendelijke
i, n verzoenende wijze met eikander leeren
nmgaan. Dit zal niet enkel tot betere onder
linge waardeering leiden, maar ook baan
breken voor de werking van Gods Geest en
.vegneming der bezwaren, die de bekeering
van Israel in den weg staan. Er zullen weinigen
gevor.den worden, die niet in zulk eene toe-
nadering ten minste eene zijdelingsche vrucht
der zending onder Israel erkennen zullen.
En dit zal tot de glorierijkste vruchten
dezer zending behooren, dat zij niet alleen
lenhngen tot de kennis van Christus heeft
mogen leiden, »het overblijfsel naar de ver-
\iezing der genade," maar ook medewer-
*en tot de verwezenlijking van Gods bevel
lan Zijn geloovig volk uit de heidenen ge-
;even, en dat luidtsBereidt den weg des
vol1 -S, verhoogt de baan, ruimt de steenen
weg, steekt eene banier omhoog tot of over
de ^olken. Ziet, de Heere heeft doen hooren,
i.ot aan het einde der aarde zegt der doch-
ei van ZionZie, uw heil komtzie zijn
0011 is met Hem, en Zijn arbeidsloon is
vooi Zijn aangezicht." (Jes. 62 vers 11
m 12).
Daar zijn er wel, die terstond moedeloos
rorden, wanneer hunne pogingen tot be-
cering van Israel niet met zichtbare vruchten
"zegend worden, of wanneer zij zich in
iezen of geenen bekeerling uit Israel teleur-
esteld zagen. En wederom zijn - r,:~
enen dat Israel seen nationaal
,vij dus ook geene riationaie bekeering van
Lrael tot Christus hebben te wachten.
Mogen zij de aangestipte teekenen der
tijden niet voor zoo beteekenisvol houden,
als wij meenen te doen. Mogen zij hen al
te sanguinisch achten, die soms eene kleine
wolk als eens mans hand voor een voorbode
van naderenden regen houden, mogen al die
voorteekenen onbeduidend zijn wat wij
geenszins toestemmen wij steunen alleen
op Gods belotten, op Zijn onfeilbaar Wooid
aangaande de bekeering der Joden als natie.
En wij verstaan al de Profeten en Profe-
tieen van het Oude Testament door en naar
de uitlegging van Christus en de heilige
apostelen. Deze Christus, die eerst toen Hij
uit de dooden was opgestaan zijnen gelief-
den apostelen en discipelen de Schriften
heeft geopend, die van Zijn lijden en van
Zijne heerlijkheid spraken en die zij wel
kenden, maar niet verstonden, opent ze
nog nu aan al Zijn waarachtig volk.
Wanneer de Heere soms spreekt van de
verwerping der Joden, omdat zij in Hem
niet gelootden, zoo heeft Hij zelve deze ver
werping als eene tijdelijke gekenmerkt.
Daarvoor behoeven wij maar op eenige
weinige, doch alles afdoende plaatsen te wij
zen. Ouze Zaligmaker voorspeltde verwoesting
van Jeruzalem en den tweeden Tempel door
Titus en de verstrooing der Joden in't Evan-
gelie van Lukas 21ste hoofdstuk vers 24, in
deze bewoordingen
»En zij zullen vallen door de scherpte des
er een nieuwen sleutel op te maken.
Maar zij was zoo wijs hare woorden in
te houden, daar zij anders hierdoor zij-
delings haren vader had moeten verwij-
ten, dat hij bij die gelegenheid, in zijn
drift om de kast te openen, den sleutel
had afgebroken en de baard in het slot
was blijven zitten.
Waarschijnlijk herinnerde zich Hendrik
sen het ook althans hij drong niet op
het antwoord aan, maar schoof een lade
open, waarin hij zijn gereede geld had
Iiggen.
Nu was onze boer een liefhebber van
munten en het meest van gouden mun-
ten. S -dert vele j aren had hij er eenige
vtrzameld, geerfd en gekocht en als hij
's winters avonds alleen met Dientje te-
huis was, dan had hij er liefhebberij in
om die gouden munten te voorschijn te
halen en ze te bekijken. Daar waren
gouden geldstukken bij van verschillende
vorsten, ook gouden Rijders, gouden
zwaards, en gevankelijk weggevoerd worden
onder alle volkeren en Jeruzalem zal van de
Heidenen vertreden worden, totdat de tijden
der Heidenen vervuld zullen zijn."
Hier sehemert, zooals dr. J. J. van Oos-
terzee te recht in zijn commentaar van
Lukas zegtseene gedachte van de herstel-
ling van Jeruzalem door, die elders nog
duidelijker wordt uitgesproken."
Er kan geen twijfel bestaan of met dat
»elders" wordt bedoeld het Woord van
onzen Zaligmaker, waarmede Hij zijne be-
dreiging aan de Joden besluit in Mattheus,
hoofdstuk 23, vers 38 en 39
nZiet uw huis wordt u woest gelaten. Want
ik zeg ugij zult Mij van nu aari niet zien,
totdat gij zeggen zultGezegend is Hij,
die komt in den naam des Heeren."
Hier voegen wij slechts de woorden van
een anderen beroemden uitlegger bij, die
het volgende doet opmerken
»Het woord van Jezus bevat eene bepaalde
belofte van de nationale wederbrenging van
Israel, zoo als Romeinen 11 en vele plaatsen
der Profeten."
Inderdaad worden ndie tijden der Heide
nen" uit Lukas 21, vers 24 nader verklaard
en de belofte des Heeren Jezus op het
nadrukkelijkst bevestigd door de woorden
van den apostel Paulus in Romeinen 11,
vers 25 en 26
»Want ik wil niet breedersdat u deze
verborgenheid onbekend zij, (opdat gij riiet
zijt bij uzelven) dat de verharding voor
over Israel gekomen is, tot dat ri<-
voiiieiu uer HSiUei.-jii zai ingegaaii zijn. Lu
alzoo zal geheei Israel zalig worden, gelijk
geschreven is-. »De Verlosser zal uit Sion ko
men, en za' .de goddeloosheden afwenden van
Jakob."
Door de tijden der heidenen hebben wij
klaarbhjkelijk niet alleen te verstaan den
tijd dat Jeruzalem in de macht der volke
ren is gegeven, maar tevens de tegenwoor-
dige heilsorde, waarna de Kerk van Christus
bij voorkeur bestaat uit en verrneerderd
wordt door bekeerde heidenen. Doch wat
is de verborgenheid, het miskennen waarvan
de Apostel zelfs gevaarlijk acht, zeggende,
opdat gij niet wijs zijt bij uzelve Het zou
gevaarlijk zijn van hunne dat wil zeggen
Israel's tegenwoordige en gedeeltelijke ver
harding te besluiten op een altijd durende
verwerping, verharding en uitsluiting als
natie.
De nadruk rust op het woord Dgelieel
Israel" in vers 26, hetwelk een scherpe
tegenstelhng vormt met het deel of gedeelte
van Israel in vers 25 dat verhard is. Het
gaat derhalve ook niet aan door sgeheel
Israel" te verstaan het geestelijke Israel der
uitverkorenen uit de Joden en heidenen.
Daarmede wordt niet alleen de kracht
verbroken, maar zelfs de zin vernietigd van 't
betoog des Apostels. Immers dat er een
geestelijk Israel zou zijn uit bekeerde joden
en heidenen bestaaride, behoefde geen betoog.
Hij had dat te voren aangetoondmaar
wat wel eene aanwijzing vereischte was,
Willempjes en dergelijke, die alien in
een fraai langwerpig spanen doosje in
vakken geregeld waren. In diezelfde lade,
zeg ik lag het gereede geld, dat dit maal
niet als gewoonlijk besteed was tot het
aankoopen van effecten, maar 't geen hij
bewaard had wijl hij voornemens was
een span zwarte paarden aan te schaffen.
waarvoor hij omstreeks vijftienhor.derd
gulden meende noodig te htbben, en
die hij er een dag of drie geleden zelf
ingelegd had aan papier en zilver.
Stel u nu het gelaat voor van den
boer toen hij, de lade openende, gewaar
werd, dat zich een roekelooze hand aan
het geld vergrepen had.
De geheele lade was in wanorde. Het
spanen doosje lag onderste boven en
zoowel van het papierena Is zilveren geld
was geen spoor meer te vindtn, behalve
een paar muntstukken, die bij het om-
keeren van het doosje voor den dag
kwamen.