Uit en voor het Binnenland.
Cliristelijke staatkunde.
dat God nog gedaeliten des vredes had over
Israel als volk ondanks hunne tegenwoordige
verharding en verwerping. Dit, en dit alleen
kon eene verborgenheid genoemd worden en
wel zulk eene, die, zooals Calvijn het zoo
krachtig uitdrukt, noodig en gepast was,
om de trotschheid der geloovigen uit de
heidenen te beteugelen." Was de verharding
een der middelen in Gods alwijzen raad
oni de heidenen te doen ingaan in Zijn Ko-
ningrijk, zoo was op den verborgen raad
en de vrije souvereine genade Gods ge-
wezen, en daardoor alle eigendunk en
trotsch nederzien van heidenchristenen op
het verharde Israel als bij den wortel
aangetast. »Och, of wij ook zeggen mochten
»uitgeruktTevens bestaat de verborgen
heid daarin, dat zij die eens de eersten
waren, namelijk Abraham's lichamelijke
nakomelingen, nu de laatsten zijn geworden.
Immers zij zijn nu uitgesloten uit hun eigen
erf, en zijn afgehouwen takken van hun
eigen olijfboom, doch zij kunnen niet alleen
volgens Gods macht, maar zij zullen ook
volgens zijne getrouwheid, wederom ingeent
worden Het »alzoo" van vers 26 drukt 6n
de heilsorde £n een der middelen tot hunne
bekeering en zaligheid uit, dat wil zeggen
Israels nationale bekeering volgt op en is
ook een gevolg van de bekeering der hei
denen. Zoo daar iemand mocht meenen, dat
het bekeerde Israel in dat geval niets meer
kan bijbrengen tot de bevordering van Gods
Koningrijk, dat alle heidenen reeds bekeerd
zullen zijn, die bedenke dan, dat de volheid
der heidenen niet wil zeggen alle heidenen,
hoofd voor hoofd, maar een groot getal of
overwegende meerderheid, zoo als wij ook
door »geheel" Israel niet ieder lid van dat
volk verstaan. Reeds te voren heeft de
apostel die bedenking beantwoord namelijk
in vers 12 en 14»En indien hun val
de rijkdom is der wereld, en hunne ver-
mindering de rijkdom der Heidenen, hoeveel
te meer hunne volheid;" want indien de
verwerping de verzoening is der wereld, wat
zal de aanneming wezen, anders dan het
leven uit de dooden." Het zijn de zegenrijke
vruchten van Iraels eindelijke bekeering voor
de wereld, die de Apostel op het oog heeft.
Dat zullen zijn »de tijden der wederop-
richting aller dingen, die God gesproken
heeft door den mond al zijner heilige profe-
ten van alle eeuw" zooals Petrus spreekt door
den Heiligen Geest, Handeliugen 3 vers 21.
En tot dit heerlijk doel te hebben me-
degeweikt zal voor ieder onzer een groot
en onuitsprekelijk voorrecht zijn.
Wordt vervolgd.)
In eene vrij goed bezochte verr - f
ut" vereeniging sDijbvI eii Gnfiije .!?s-ilage7
hield de heer Mr. Th. H e e in s k e r k A z. van
Amsterdam, onlangs een he1-'"re en populaire
lezing over Cliristelijke staatkunde, die van bet
begin tot het einde door een grootendeels
sympathetisch gehoor met groote belangstel-
ling werd aangehoord.
Gedachtig aan het nSchoenmaker, blijft
bij uw leest," meende bij voor zich geen
beter onderwerp te hebben kunnen kiezen.
Houdt de vereeniging B. en 0. zich in den
regel met het verleden bezig, niemand zal
kunnen ontkennen, dat, waar het verledene
groote beteekenis heeft voor het heden,
een opzettelijke beschouwing van den hui-
digen politieken toestand, in verband met
de beginselen des Christendoms, alleszins
Op hare plaats is. Na de teleurstellingen
van dit laatste jaar en den nederlaag op
politiek gebied geleden, past ons christenen,
goedsmoeds te zijn. Het Calvinisme blijft
onder ons volk eene groote macht, ook waar
het voor een tijd verslagen ligt.
Spreker behandelde achtereenvolgens de
noodzakelijkheid en onmisbaarlieid van het
bestaan eener christelijke staatkundehaar
wijze van werkenhaar inhoud. Volledige
en alzijdige behandeling van dit onderwerp
kan spreker in een zoo kort bestek niet le-
Wat is dat? Wat is dat? riep de
de boer uit, terwijl hij de armi-n verschnkt
uitbreidde en znne groote oogen op de
ledige la vestigde. >Wat is dat?'
Dientje was opgesprongen. Zij kon
niet vermoeden wat er gebeurd was.
»Men heeft mij bestolcn riep hij uit.
»Bestolen?" vroeg zijn dochter even
ontsteld als hij.
»Ja bestolen riep hij, zie slechts de
lade in. Gij weet immers, dat ik er die
vijfiien honderd gulden in gelegd heb?"
»Ja vader, dat weet ik. Ik heb het
zelve gezien en gehoord.'' »En nu zijn
ze weg. En niet slechts dat geld, maar
ook mijne mooie gouden penningen en
munten. Dat is verschrikkelijk 1 Vindt
gij niet
Dientje was zoo ontsteld geworden,
dat zij een teug water moest drinken.
»Ja, dat is een groot verlies voor u
vader," zeide zij met bevende stem.
»En dan nog. Gij herinnert u nog
veren. Hij zou dus slechts eenige grepen,
doen.
De christen-staatsman komt in zijn streven
in strijd met de liberale staat.slieden. Beider
uitgangspunt wordt duidelijk in het lich-t-
gesteld. Voor den christen is Rom. 13 de
grondslag van zijne politieke beschouwing.
Daarin worden niet alleen de verplichtingen
der onderdanen, maar in het dene woord
jGods dienares" is tevens de geheele taak
van de Overheid in haar aard en strekking
aangewezen. Daar de thans vigeerende re-
geeringsbeginselen grootendeels aan de re»„
volutie ontleend zijn, is de opzettelijke be-
studeering van de eischen, die het Christen
dom ons stelt, dringend noodzakelijk. Betreu-
renswaardig is het te noemen, dat de chris-
telijk gezinde staatslieden ook een strijd
hebben tegen medebelijders, die ons door
een verkeerde toepassing van het woord^:
»Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld"
op een dwaalspoor zoeken te brengen. Zeker;
's Heeren Koninkrijk is niet van, maar toch
in deze wereld. In haar hebben de onderdanen
te getuigen ook op staatkundig gebied tegetr
al wat van de wereld blijkt te zijn. Di
tegenstand dezer behjders loopt op bevorde*
ring van de belangen der gemeenschappelijke
tegenpartij uit. Men zegtDe christened
behooren zich bij geen partij aan te sluiten,
geen partij te vormen. Spreker toont aan,
dat 6n de bestaande onderscheiding d<;-J"
geesten en het aanwezig zijn van verschil-
lende stroomingen in ons volksleven en het
gezonde verstand 6n het getuigenis der ge-
schiedenis, ook vooral die van ons vaderland,
pleiten voor het bestaan eener christelijke
partij onder ons volk.
Het beweren der spartijloozen" verraadt ul
te groote ingenomenheid met eigen inzicht,
daar uit hun standpunt zou moeten voort-
vloeien, dat onderhng overleg van gelijkgo-
zinden niet noodig is. Consequent doorgevoerd
zou, als hun beweren juist was, een vorst, die
tot het persoonlijk geloof in den Christus
komt, van dat oogenblik af zijn kroon moeten
neerleggen. De bewering, dat het zich be-
moeien met politiek zou zijn, deel te nemen
aan allerlei listen en bedriegelijke manoeu
vres, wordt met verontwaardiging afgewezen
Een en ander leidt tot de uiteenzetting van
de wijze, waar op onze christely kgezif le
"tn-usnartjj werkt, door voorlichting van 1-
>ij onderling overleg, door voorlicht-sig
volk; door— teehariigtng— van
belangen in de Staten-Generaal. f
in het derde deel zijner belangrijke rede,
waarvan dit korte verslag slechts een flauwe
weerklank is, zet spreker uiteen, welke de
inhoud is onzer overtuigingen op politiek
gebied. Eerst stelt hij in het licht, dat de
ar.tirevolutionaire partij boven alle dingen be-
oogt voor de vrijheid des volks vooral van
het geloovig deel der natie, die het meest
bedreigd wordt, op te komen. Niet mag
worden voc-bijgezien, dat er nog altijd in-
stellingen en wetten bestaan, die als uitvloei-
sels van de christelijke levensbeschouwingea
kunnen beschouwd worden.
Zoo b. v. de wetten op het huwelijk. Er is
evenwel bij de bestaande meeningen op het
gebied van het hedendaagsche staatsrecht
geen de minste waarborg, dat zoodanige
wetten op den duur zullen blijven bestaan.
Uit onderscheidene uitingen van leden onzer
Volksvertegenwoordiging wordt dit aange-
toond. Tevens wordt in het licht gesteld,
dat het moderne staatsrecht geen de minste
waarborg geeft voor de volks vrij heden, b.v.
op het gebied van school en kerk. Er is met
betrekking tot de school door de pogingen
van het vorige ministerie in beginsel rechts-
gelijkheid verkregen, ook onder medewer-
wel, dat gij mij verledene week met alle
geweld, en in uwen ijver om mij te be-
keeren," voegde hij er eenigszins
spottend bij, »dat gij mij een traktaatje
opdrongt?"
>Ja vader, dat weet ik," washetzuch-
tend antwoord.
»Welnu, ik dacht, dat traktaatje had
zoo'n haast nietdat loopt niet weg, en
om mij te bekeercn, daartoe kan zoo'n
vod toch niet dienen. Ik had het echter
in mijn jaszak gestoken, en den dag
daarna bij den notaris zijnde, trof het
zoo, dat wij over gouden munten kwamen
te spreken. Hij liet er mij toen drie zien,
drie gouden Rijders, zoo gaaf als ik
ze nog nooit aanschouwd had. Zeker
kon hij het in mijn blikken lezen, dat ik
ze gaarne wtlde hebben, en om kort
te gaan, ik kocht ze wikkelde ze in uw
traktaatje en lei ze hter in de la. En
nude duivel haal den kerel
die ze er uitgehaald heeft 1"
king van vele liberalen, doch waarborg voor
de toekomsi ontbreekt.
De vrijheid der Kerk is nog niet volkomen
tot haar recht gekomen. Er is nog steeds
begunstiging van kerkgenootschappen boven
andere. Spreker behandelt twee gewichtige
onderwerpen1° de Subsidieen, 2°derechts-
persoonlijkheid. De anti-revolutionnaire partij
wenscht kapitaliseering van de verstrekte
traktementen aan rechthebbenden, om daarna
tot volkomen opheffing van alle staatsinmen-
ging of staatsinvloed te komen. Hij wijst
uitvoerig en duidelijk aan, hoe de geloovige
Christenen in de Hervormde Kerk zich zeer
ten onrechte over de anti-revolutionnaire
partij ongerust maken, als zou haar streven
voor die Kerk gevaarlijk zijn.
De Staat behoort alle belemmeringen
weg te nemen, die de Kerk in hare vrije
ontwikkeling zou kunnen hinderen. Staats
invloed tot bevoorrechting van de eene
gezindheid boven de andere is eene mis-
kenning van het werk des H. Geest. Elke
regeering, die dwang uitoefent, stelt zich in
de plaats van den H. Geest. Spreker, die
zelf in vroeger jaren de gematigd liberale
beginselen was toegedaan, was, sedert de
Heere hem de oogen geopend had voor de
waarheid des Evangelies, ook op dit punt
van inzicht veranderd. Het liberale beginsel
leidt tot de erkenning van de oppermacht
van den Staat ook over de Kerkhet chris
telijke beginsel erkent haar als instelling
Gods, in eigen kring souverein, alleen in
uitwendige aangelegenheden tot gehoorzaam-
heid aan de overheid verplicht.
De rechtszekerheid werd uitvoerig uit-
aengezet, ook in verband met de belangrijke
beschouwingen, daaromtrent in de Tweede
Kamer door den heer Noordtzy gegeven.
Spreker betreurde het dat onze reclitsge-
leerden in hunne studien het kerkrecht groo
tendeels onaangeroerd laten. In Oostenrijk
b. v., zoo deelde hem onlangs een jurist uit
dat land mede, is de rechtsgeleerde verplicht
een uitvoerigen cursus over kerkrecht door
te maken. Bij ons bestaan daaromtrent nog
de meest uiteenloopende beschouwingen, die
voor de kerken, die zich naar gereformeer-
den trant inrichten, de rechtszekerheid nog
zeer onvast maken. Over het publiek recht
der kerk geeft de spreker, met meerdere
aanhalingen uit de werken van Groen, nog
een en ander ten beste met aanwijzing van
"fiei frooge uefaiig""uezei ovei wegingeu vuoi
de vrijheid der kerken. De kerk mag niet
gelijkgesteld worden met eene gewone bur-
gerlijke vereeniging.
Met een ernstig woord over de roeping
van hen die de wederkomst des Heeren ver-
wachten, ook met betrekking tot hetgeen
in deze ure ter sprake kwam, sloot de ge-
achte spreker uit de hoofdstad des lands
zijne belangrijke toespraak.
Schiedam, 8 Januari 1892.
Burgemeester en Wethouders dezer ge-
meente brengen ter openbare kennis, dat
met de afgifte van de besclirijvingsbiljetten
voor de plaatselijke belasting dezer Gemeenle,
ingevolge de verordening voor die belasting,
vastgesteld den 26n Januari 1882, is aange-
vangen, en herinneren aan het bepaalde bij
alinea 2 van art. 2 der verordening, rege-
lende de invordering der genoemde belasting,
houdende dat de belastingschuldige, dee geen
beschrijvingsbiljet ontvangen heeft, verplicht
is er een op de gemeente-secretairie af te
halen.
Burgemeester en Wethouders van Schie
dam herinneren, dat ingevolge de verordening
tot heffing eener Belasting op de Honden,
van 4 December 1873, ieder ingezetene, die
Hij had de vuist opgeheven en de
woede brandde in zijne oogen.
Dientje was nog niet van den schrik
bekomen. Haar feeder gemoed boog
zich ter neder tegenover dien woesten
krachtigen man, wiens spot en vergui
zing en verwensching haar di#p smartten.
Zij sloeg haren arm om den zijnen heen
leunde met het hoofd tegen zijn borst en
zeide
»Lieve vader, vertoorn u niet zoo, en
spreek zulke booze woorden niet uit!"
»Wel zeker wel zeker," riep hij
nog steeds in woede uit, »wel zeker,"
ik zou er nog vriendelijk uifzien en zoet-
sappige woorden spreken. Neen, alle
duivels neen 1 Die mij Hendrik-ser
van 't Reijgershof dat gebakken heeft,
die zal het lapje duur heboen. Hij
zal weten, dat hij 't met mij te doen
heeftMaar wie kan het ge-
daan hebben Onze Govert Neen,"
vervolgde hij, spottend lachend, »die is
een of meer honden houdt, daarvan aangifte
moet doen bij den Gemeente-ontvanger, voor
den 15 Januari van ieder jaar.
Gedurende het afgeloopen jaar werden bij
den Burgerlijken Stand alhier ingeschreven
1016 aangiften van geboorte, 566 aangiften
van overlijden en 175 huwelijken.
De voorraad koffie te Schiedam op 1 Janu
ari 1892 bedroeg800 balen op cedel en
10003 balen onverkocht. De voorraad tin
bedroeg 1832 blokken, onverkocht.
Bij kon. besluit van 2 Jan. is aan de vol-
gende heeren verlof verleend tot het aan-
nemen van het onderscheidingsteeken ach-
ter hunne namen vermeldJ. B. Beining
metselaar, J, Degas, lood- en zinkwerker,
A. J. J. Jansen, distillateur, en H. J. Wou-
terlood, kassier, alien te Schiedam, de bron-
zen medaille T>Bene Merenti," hun door
den Paus geschonken.
Naar men verneemt, hebben Ilotte's Man-
nenkoor (directeur de heer A. B. H. Verheij)
en de orkestvereeniging Symphonia (direc
teur de heer F. Blumentritt) zich bereid
verklaard, binnen kort een concert te geven
ten voordeele van het^onlarigs door de typo-
graphische vereeniging Hoe sclioon is het,
Broeders vereenigd te zien opgerichte pen-
sioenfonds.
HH. MM. de Koningin en de Koningin-
Regentes moeten voornemens zijn binnen-
kort een contra-bezoek te brengen aan het
Berlijnsche Hof.
Voor de Dinsdag-avond ten Hove gegeven
partij waren omstreeks 1000 uitnoodigingen
gedaan. Ongeveer een vierde gedeelte van
het aantal genoodigen had zich doen veront-
schuldigen wegeajs ongesteldheid of andere
redenen.
Tot de genoodigden behoorden de groot-
officieren de hetren en dames van het
Civile en Militaiie Huis van H. M. de Konin-
ginghet corps diplomatiquede hooge
staatsambtenaren en leden der Staten-Gene
raal, van provinciaal en gemeentebestuur de
leden der rechterlijke machteen gedeelte
van de officieren van het garnizoen en van
de d. d. schutterij der residentie, en een groot
aantal particulieren.
H. M. de Koningin-Regentes verscheen
even voor 10 uren in de groote danszaal en
verliet het salon te ruiml2 uren. Koningin
Wilhelmina bezocht de partij niet. Te half
een keerden de gasten buiswaarts.
Er is niet gedanst, maar gedurende het
bijeenzijn voerden de koninklijke militaire
kapel en het muziekkorps der dienstdoende
schut.erij concertnummers uit. Alleaanwezi-
gen waren in gala-kostuum de dames in licht
rattrrtoo'air-^ -
Aan besturen van bizondere scholen wordt
herinnerd, dat zij in den loop dezer maand de
vereischte opgaven heoben te doen aan den
arrondissements- en districts-schoolopziener
en de aanvraag om subsidie moet worden
gericht tot Gedeputeerde Staten.
In beginsel is door den minister van Oor-
log beslist, dat dit jaar de volgende oefenin-
gen zullen plaats hebben le oefeningen op
uitgebreide schaal in den vesting-oorlog2e.
schietoefeningen door de vesting- en veldar-
tilerie te Oldebroek, practische oefeningen
van het korps genietroepen te Zeist, schiet
oefeningen op verre alstanden door eenige
bataljons infanterie, in de legerplaats bij Zeist,
en cavalerie-oefemngen. Deze laatste regi-
mentsgewijze te houden.
Volgens het Dbl. v. Ned. behoort onder de
belastingplannen van den tegenwoordigen mi
nister ook afschaffi'ig van den zeepaecijns
Tot dekking van het tekort door de afschaffing
en de vermindering van den zontaccijns zal
de accijns op het gedistilleerd met f5 ver-
hoogd worden 1
i
De onderhandelingen met de Regeering
betreffende het overnemen van den Noord-
Brabantsch Duitschen Spoorweg (lijn Boxtel
Wesel) worden nader bevestigd.
De Directeur-Generaal der Maatschappij
tot Exploitatie van Staatsspoorwegen heeft
er te onnoozel toe. En de stalknecht
nog minder. Onze meiden Geert en
Jans 't Zou bespottelijk zijn zoo iets
te denken Neen, van onze huisgenoo-
ten kan het niemand gedaan hebben
Zeg mij eens," ging hij voort, na een
stoel gekregen en zich daarop gezet te
hebben, terwijl Dientje ook haar zifplaats
innam, »zeg mij eens rauwkeurig wan-
neer zijt gij 't laatst in de kast geweest
Gisteren morgen kort voor kerktijd,"
antwooidde Dientje.
En draaide toen de sleutel goed om
»Heel goed. Er mankeerde toen niets
aan 'tslot."
»Zoo," zeide de boer nadenkend, ter
wijl hij de lange haren van zijn baard
naar beneden trok, »zoo. Daarop reedt
gij met mij en Govert den knecht naar
de stad. Waar was Piet?"
Wordt vervolgd.\