15de Jaargang.
Zaterdag 16 Januari 1892.
No. 778.
FEUILLETOm,
ADVEBTENTIEN:
Van 110 gewone regels50 cent,
federo regel oieer5
Ad7ebibntiSh 3 maal geplaatst, worden tegen
2 mail berekend.
Per drie maandeu
Franco per post
Enkele com mars
Eit;
lets over de Jo den.
Wij laten hier eenige mededeelingen volgen
omtrent het werk van de »Londensche Ver-
eeniging tot de uitbreiding van het Christen
dom onder de Joden," waaruit de moeielijke
arbeid maar ook de gezegende voorigang
van het werk onder Israel zal blijken.
LONDEN.
De WelEerw. Heer J. M. Eppstein kan,
met een terugblik op het atgeloopen jaar
zelts met al zijne moeielijkheden, beproe-
vingen en teleurstellingen, nochtans getuigen
simmers zullen mij het goede en de wel-
dadigheid volgen al.de dagen," sLoot den
Heere, mijne ziel, en al wat in mij is, Zijnen
heiligen Naam." Er is eene groote begeerte
naar het Woord van God,NieuweenOude
Testamenten geweest, en honderde exem-
plaren werden er aangevraagden geschonken.
Meer dan '200 belangstellenden genoten
in het voorgaande jaar onderricht, 40 hunner
werden en eenigen worden nog voor-
bereid tot het ontvangen van den heiligen
doop. Meer dan 80 schriftelijke aanvragen
werden ontvangen van dezulken, die wensch-
ten gedoopt te worden. Onder de belang
stellenden waren verscheidene vrouwen, die
dikwijls afzonderlijk, of aan hare woningen,
onderwezen moesten worden. Sommigen
van deze heilbegeerigen veroorzaakten mij
veel moeite, anderen groote blijdschap. Een
jongmensch, een Engelsche jood, kwam op
zekeren dag om onderwijs te ontvangen, het-
welk in de Duitsche taal gegeven wordt,
maar hij kon er niets van verstaan, aange-
zien hij alleen Engelsch kon spreken. Zijn
geschiedenis laat ik hier volgen
Hij was wel opgevoed en onderwezen op
een bizondere schooltoen hij naar huis
terugkeerde, ontmoette hij eenige godvruch-
tige Christenen, die met hem over Christus
sprakenhij begon de Christelijke openbare
godvereering bij te wonen, waarin hij veel
behagen vond. Zijn vader ontdekte het en
waarschuwde hem, zulks niet meer te doen
maar hij kon noch wilde het nalaten, en
dientengevolge werd hij uit zijne ouderlijke
woning verdreven en was genoodzaakt om
buiten 's huis werk te zoeken om eene bete
broods te verdienen.
Een ander, een bejaard man, zeide dat
hij nooit een zendeling ontmoet had in waar-
heid had hij hen, als slechte lieden, ge-
schuwd. Op zekeren dag was hem een
Nieuwe Testament voor een stuiver te koop
aangeboden het kwam hem voor dat, daar
HET TRAKTAATJE.
4) Een merkwaardig verhaal.
Piet zou een oog op 't huis houden
en bij de twee koeien in den stal blijven
daar dcze niet goed vreten wilden."
»Jui8t. En Geert en Jans
.Die mochten naar de kerk."
»Dus 't geheele huis was aan de zorg
overgelaten van Piet, die in den stal
toefde en daar zeker geronkt zal hebben
als een beer. Wie had het gezegd, dat
Geert en Jans zamen naar de kerk moch
ten gaan? Dat gebeurt immers nooit!"
.Neen, dat is vroeger ook niet ge-
beurd, voor zoover mij heugt," zeide
Dientje, maar vader zal zich wel herin-
neren, dat Geerts zuster dien morgen in
de kerk trouwde, en dat vader haar zelf
evers s GEBB. VAN NOOBTWIJK,
de prijs van het Boek zoo gering was, hij
zich die uitgave wel kon veroorloven. Hij
kocht het, begon te lezen, en werd zoodanig
aangetrokken door de schoonheid en waar-
heid van zijnen inhoud, dat hij leerde den
Heere Jezus lief te hebben en volkoinen te
gelooven in Hem als de Messias Israels en
zijn eigen Zaligmaker.
Een ander, een geleerde Jood uit Rusland ge-
fortuneerd en van welgestelde familie, werd
door een van de Catechamenen tot den heer
Eppstein gebracht. Deze man was slechts
enkele dagen in Londen geweest, en wenschte
gedoopt te worden, opdat hij als gedoopt
Christen naar zijn land zou kunnen terug-
keeren.
De heer Eppstein echter weigerde den
doop toe te dienen zonder behoorlijk onder
richt, zonder voorhereiding en bewijzen van
oprechtheid.
Achttien zonen en dochteren Abrahams
werden gedurende het jaar gedoopt. Zij
alien hadden te voren zorgvuldig onderricht
ontvangen en waren voorbereid tot het ont
vangen van het lieilig sacrament, en de Heer
Eppstein koestert de hoop dat zij waarlijk
tot God bekeerden zijn. Twee van hen waren
jeugdige dames, dochters van een proseliet,
een welgestelden Engelsclien_Joodv die d
den heer Eppstein op den 20sten April I8.s7
gedoopt was.
Het ontbreekt den Zendeling niet aan ge-
legenheden om Christus op de meest onver-
wachte wijze te verkondigen. Op zekeren
dag bezocht de heer Eppstein een van zijne
bekeerlingen in het Duitsche hospitaal, docli
onder het bijbellezen en bidden bemerkte
hij het aandachtig luisteren van een anderen
lijder. Gevraagd wie hij was, deelde hij
den heer Eppstein mede dat hij hem kende,
dikwijls zijne Bijbelsch onderwijsklasse had
bijgewoond, daar veel zegen had genoten,
en dat het hem aangenaam was weder eene
korte uitlegging van Gods Woord en het
gebed te mogen bij wonen. Hij verzocht
allerdringendst om een Oud- en Nieuw
Testament, hetwelk hem met een aantal
nuttige tractaten zoo spoedig doenlijk ver-
schaft werd. Den heer Eppstein werd door
H. die nog lang daarna in het hospitaal
verpleegd werd, medegedeeld dat deze arme
Jood dagen lang dooibracht met het lezen
dezer Boeken, en stervende het Nieuwe Tes
tament in zijne hand had.
Een ander maal werd de heer Epp
stein geroepen om een lijder te bezoeken
in het hospitaal voor borstlijders, Victoria-
gezego had, dat zij cn Jans er zamen
heen mochten gaan."
>0 ja," hcrnam de boer, die den stok
van' tafel opgenomen had en daarmeue
op den grond stiet, »nu herinner ik het
mij ik zei nog dat ze dit voorbeeld
maar niet te spoedig zouden navolgen.
En wanneer zijn ze thuis gekomen?"
»Eerst 's middags te vier ure. Zij
zouden gaarne wat langer uitgebleven
zijn, maar Jans moest met Govert naar
de Driehoekswei om te melken. En wij
kwamen tegen twee ure thuis," ztide de
boer nadenkend. .Derhalve moet de
dief onder kerktijd zijn slag geslagen heb
ben en terdege goed met de mrich-
ting van ons huis bekend zijn geweest.
Hij zal niet alleen gewelen hebben, dat
wij alien, behalve Piet, uit waren, maar
ook dat de plaats, waar ik gewoonlyk
mijn geld berg, gindsche lade is
Die booswicht I"
»En hij sloeg zoo hard op de tafel
Bnreau: BOTEBSTBAAT, E, No.
Park. Deze bleek een Poolsche Jood te
zijn. De heer Eppstein vroeg hem of hij
wenschte een zendeling te ontvangen en of
hij een christen was. »Neen," zeide de
lijder, »ik wil een Rabbijn hebbenik ben
erg ziek en ik zou mijne zonden willen
belijden, daar ik vrees, niet lang meer te
zullen leven." De heer Eppstein vroeg hem
of hij werkelijk geloofde, dat een mensch
schuldvergiffenis en vrede kon verkrijgen
door aan een mensch schuld te belijden
of hij dacht, dat dit voldoende was en hem
zou wapenen om den laatsten vijand te ont-
moeten »Neen," zeide de arme man, opge-
schrikt, nmaar wat moet ik doen Kurit gij
mij iets beters aan de hand doen of aan-
bieden
De heer Eppstein, een Hebreeuwschen
Bijbel op zijn bed ziende Hggen, nam dien
en las het 53ste hoofdstuk van Jesaja, dat
in zijne eigene taal overbrengende en ver-
klarende, terwijl hij las, en den Zondedra-
ger aanwijzende, op wien »de Heere ons
aller ongerechtigheid heeft doen aanloopen."
Voorts »dat die Schulddrager niemand anders
is dan Jezus van Nazareth." Alzoo wees
de Zendeling dezen stervenden man, meer
dan een uur lang Hem aan, die de Weg,
Waarheid en het Leven is.Hij dj-onk_
be woorden van vertroosting in. Dewijl er
eenige Joodsche bezoekers kwamen, dankte
de zieke den Zendeling, en verzocht hem
spoedig weder te komen. Toen de heer
Eppstein eenige dagen later zijn bezoek
herhaalde, bevond hij den armen man reeds
dood en begraven. Mogen wij niet de hoop
koesteren, dat deze man gestorven is in
het geloof in de verzoening van Christus,
en dat, ofschoon de Joden zijn lijk naar het
graf droegen, zijne ziel door de engelen in
Abrahams schoot was overgevoerd
De heer P. Bendix die onder de Joden
van noordelijk Londen arbeidt, bericht»Ge-
durende het afgeloopen jaar heb ik mijn
werkplan vervolgd om door voordrachten
en toespraken de echtheid en goddelijke in-
geving van de Heilige Schrift te bewijzen,
en ben er onder Gods zegen in geslaagd
een aantal geleerde en onafhankelijke Joden
onder mijn gehoor te krijgen, die mij altijd
gaarne willen hooren. Ten einde hun eene
gelegenheid te geven om de Christelijke leer
rnenigvuldiger te hooren verklaren dan ik
kon doen in de Ilighburij-hoogeschool, ben
ik voor nemens een grooter huis te betrek-
ken en hen uit te noodigen aldaar gere-
gelde reeksen van toespraken over het Oude
jat er een streep van kwam in 't gladde
vasdoek, en Dientje verschrikt met haar
stoel achteruit schoof.
»Ja, die booswicht?" herhaalde Hen-
driksen, die weinig deernis met anderen
had. .Maar ik zal hem wel te pakken
krijgen. Onze burgemeester zal hem wel
spoedig op 't spoor zijn, en als hij't niet
/eet, Hannes Maas, die zal 't weten.
Dat is een knappe kop, die zijn oogen
niet in zijn zak heeft gestoken en alles
nauwkeurig zal onderzoeken, Het spreekt
van zelf, dat er nu niets komt van mijn
gaan naar de Paardemarkt, ik ga thans
regelrecht naar den Burgemeester, als
hoofd der politie van de gemeente."
.Vader blijft immers niet lang uit,"
zeide Dientje, wier lippen trilden.
*Ja> g'j zu^ nu we^ een beetje bang
zijn geworden," zeide de boer, .daar gij
niet weet of de dief straks nog niet te-
lagkomt. Doch stel u gerust. Ik zal
Govert zeggen, dat hij om en bij de
Testament bij te wonen, gevolgd door eene
onderlinge bespreking van het behandelde
onderwerp.
Het is mij zeer aangenaam te kunnen
mededeelen dat de tegenzin der Joden om
de plaatsen der Christelijke Godsvereering
te bezoeken langzamerhand afneemt.
Op Zondag 1 December, had er in de St.
Augustinuskerk, bij den aanvang van den
morgendienst eene zeer treurige gebeurtenis
plaats, namelijk het plotseling sterven van
den tweeden onderwijzer van de »Citij- of
Londonschool" die vele jaren een waardig lid
der gemeente was geweest.
Den daarop volgenden Donderdag had de
lijkdienst plaats. Een gedeelte van de kerk
was bezet door een groot aantal jeugdige
Joden uit deze wijk, die verlangden een
blijk van laatste hulde aan hun over leden
onderwijzer te brengen, en ik ontwaarde,
met groote blijdschap, den diepen indruk, die
den dienst op hen maakte.
Dit nu zijn daadzaken die boekdeelen vol
getuigen en een treffend bewijs leveren, van
de groote verandering, die er in het gemoed
van vele wel opgevoede joden heeft plaats
gegrepen ten opzichte van den Christelijken
Godsdienst.
Ik moet evenwel niet vergeten te melden,
dat alle gelegenheden door mij en liijjne
dochters worden aangegrepen om onze Jood
sche vrienden onder den invloed te brengen
van den Christelijken godsdienst en het
Christelijk onderricht.
De gesprekken met de Joodsche vrienden
zijn, wanneer ik hen aan hunne woningen
bezoek, altijd belangrijk, wijl het onderwerp
onveranderlijk betreft het verschil tusschen
jodendom en het Christendom.
Bij zekere gelegenheid ontmoette ik ten
huize van een joodschen vriend een kerke-
raadslid van de Vereenigde Synagoge, welke
trachtte de bewijzen te wederleggen welke
ik in het belang van den Christelijken Gods
dienst aanvoerde, door mij te verwijzen naar
eene plaats in den Midrasj Beresjit Rabba,
Sectie VIII, waarirr gezegd wordt dat in elke
plaats in het oude Testament welke de Chris
tenen (Minim) in het belang hunner gods
dienst uitleggen, de wederlegging daarnevens
geschreven staat. Bij voorbeeld wanneer Chris
tenen uit het woord Eloliim, Gen. 1 4, dat in
het meervoud staat, trachten te bewijzen, dat
er drie Goden zijn, bewijst het predicaat Bora
(schiep) dat in het enkelvoud voorkomt,
dat er maar een God is. De goede man
was niet weinig verbaasd, toen ik hem mede-
deur blijft, ook kunt gij voor mijn part
Jans bij u laten zittendan kunt gij
zamen praten en wauwelen, want zij is
immers ook een van dat fijn geloof
En dan nog PietJa, wacht eens,
ik kan Piet wel eens uithooren."
En opstaande deed hij de kamerdeur
open, liep den gang haastig door, trad
op 't erf, en Govert ziende gelastte hij
hem Piet oogenblikkelijk tot hem te zen-
den.
Piet kwam.
Hij was een echte boerenlummel, niet
van de schranderste soort, die er uitza'g
alsof hij nooit uitgeslapen had. Hij be-
hoorde tot een van die naturen, die als
zij tegenover hunne meerderen staan,
verlegen zijn, maar in de vrijheid zich
aan hunne driften overgeven.
.Wat hebt gij gisteren onder kerktijd
uitgevoerd vroeg de boer hem tamelijk
barsch.
Piet trad een stap achteruithij werd
SO.