15de Jaargang. Zaterdag 13 Febmari 1892. No. 782. FEUILLETCm ADVBBTESTIE1S Van 110 gewone regels50 cent. ieder« regel meer5 A.DVERTENTitN 3 maal geplaatst, worden tegen 2 maal berekend. ABONSEME1 H T Per drie maanden ot. Franco per post St Enkele nommers UitgeYerss GEBB. TAN NOORTWIJK. Rnrean: SiOTERSTRAAT, E, No. 30. J£en biddende dienstknecht en een goed heer. i. Een biddende dienstknecht. Op zulk een dienstkneclit worden we gewezen door de woorden, die hier boven zijn geplaatst, en die gelijk den lezer niet onbekend zal zUn voorkomen in het verhaal eener patri- archale nuwelijksveibintenis, dat door zijne treflende eenvoudigheid en leerrijken inhoud een blijvend genot mag heeten voor oud en jong. Zij wijzen ons op Eliezer, den Damasce ner, den begunstigden dienstkneclit, den ge- trouwen liuisbezorger van Abraham. Hij heeft een allergewicbtigste opdracht van zynen heer ontvangen eene vrouw te zoe- ken voor zijn jeugdigen, toekomstigen mees- ter. Hij heett niet te vergeefs zoo velejaren in Abrahams tente vSrkeerdhij heeft den God Abrahams ook als zijn Heer Ieeren ken- nen en aanbidden hij gevoelt het, dat hij ook by dit werk de hulp van dien God noo- dig heeft, zal 'them wel gelukken. Daarom heeft hij den God Abrahams in eenvoudige wooi'ik n, iuet Aindeiiyk en dus onwrTkbaai" vertrouwen gebeden, dat Hij hem de bedoel- de vrouw zal aanwijzen. Dat gebed is reeds verhoord. Reeds staat ze voor hem, de schoone, de vriendelijke, de degelijke Rebek- ka en nu, door zulk een uitkomst getrof- en, neigt die man zijn hoofd, en aanbidt den Heer. 'tis hem niet om zichzelven te doen, maar de zaak van zijnen meester, is ook de zijne; het geluk van diens gezin is het zijne mede. Gaat het hen wel, hij kan er voor dankener is bekommering en angst, hij kan waken en werken, zorgen en bidden. Waarlijk, zulk een dienstknecht mag den naam van avreemde" bijna niet dragen en waar de namen van Abraham en Izaak wor den genoemd, daar kan dan ook de dienst knecht Eliezer niet worden vergeten, die getrouw was, omdat hij baddie bad, om- dat hij waarlijk getrouw was. Toen neigde die man zijn hoofd, en aan bad. Dat mag, dunkt mij, een liefelijk en leerzaam voorbeeld genoemd worden voor alle dienstbaren. Een liefelijk beeldwant er is vaak zoo- veel, dat heeren en vrouwen hij de dienst baren voor hebbenzij hebben toegang tot zoovele plaatsen, die voor den dienstbare zyn HET TRAKTAATJF. (7 Een merkwaardig verhaal. Zachtjes naderde Dientje, en ever, zacht trok zij de hand van Geurtjes aan- gezieht af, terwijl zij haren linkerarm teederlijk om den hals der weencnde vrouw sloeg. »Wat deert u, lieve vroeg zij. Geen antwoord. Nu is het geen ongewoon verschijnsel dat wanneer iemand zeer bedroefd is, en een vriend onverwachis komt en hem een woord van innig medelijden toe- spreekt, de droefheid nog vergroot wordt. Zoo ook hier. Geurtje schreide en aan haar snikken scheen geen einde te komen zoodat Dientje die een uitbarsting van gesloten. Helaas! zoo dikwijls doet men het hun gevoelen, dat ze maar ondergeschikten, minderen, een ander slag menschen zijn. Maar gelukkig 1 Welke toegang ook is ge sloten welke personen ook voor een een- voudig mensch te hoog zijn om te genaken, de God des hemels leent het oor aan het gebed van den armsten slaaf, zoowel als aan dat van den machtigsten koning. Op de knieen voor God, daar valt alle onderscheid van rang of stand, van dienstbare of vrije weg»Gods verborgen omgang vinden zie- len, waar Zijn vreeze in woont." Een leerzaam voorbeeldwapt ook de dienstknecht heeft voor zijn dagelijksch werk. hoe onbeduidend dit ook moge schijnen, den zegen van Boven noodig, even goed als de meester, aan wien wellicht belangrijke aan- gelegenheden van Staat of Rerk zijn toebe- trouwd. En zou het wel gewaagdzijn, te be- weren, dat menigeen zijn werk slordig of traag, morrend of zuchtend verricht, omdat het hem of haar aan gebedstrouw ontbreekt Indien wij, als dienstbaren, de belangen onzer heeren en vrouwen wat meer op 'thart droe gen, en ze, als een Eliezer, voor God brach- ten, zou het er niet veel, oneindig veel beter om gaan Een biddende Jiengtknecnt ^en even zeker, eene biddende dienstmaagd) 'tis een zegen in huisWe merken dit o. a. op bij Laban, toen hij Jakob in dienst had Jakob, die bij al zijne gebreken, toch iemand was, die bid den had geleerd. Kon hij later niet tot zijn schoonvader Laban zeggen »De Heer heeft u gezegend bij mijnen voet Let op Jozef bij Potifar. We lezen im- mers: »En het geschiedde van toen at, dat de Heere des Egyptenaars huis zegende om Jozefs wilja, de zegen des Heeren was in alles, wat hij had, in het huis en op het veld." Of, om ook de eenvoudige dienstmaagd niet te vergeten ziet in't gezin van Naaman, den SyriervOch of mijnheer ware voor het aangezicht van den profeet die te Sa maria is, dan zou hij hem van zijne me- laatschheid ontledigen", zoo sprak eene kleine jonge dochter, gevankelijk nit Israel gebracht, in den dienst der huisvrouw van Naaman. Meer dan aardschen zegen is er op die wijze in menig huis, in menig hart gedaald en zelfs harde meesters zijn voor eene eeu- wigheid gered op 't gebed van eenen mis- handelden slaaf, of van eene getrapte slavin. Een biddende dienstknecht. 't Wordt dan zenuwen vreesde, zich haastte haren vriendin een teug water te drinken te geven. Dit had eene goede uitwerking en langzaam kwam Geurtje tot bedaren hoewel zij toch nog opgewonden bleef. Zij stond echter op, nam haar kind van den schoot en legde dit op het bed, waar het weldra, evenalfe de kleine in de wieg, den zoeten zorgeloozen slaap eens kinds sliep. »Wat deert u toch Geurtje .vroeg Dientje andermaal op een toon van de hartelijkste deelneming. Ik heb u nog nooit in zulk een droelheid aangetroffen. Wel weet ik, dat gij verdriet hebt, en nog wel een verdriet, dat gij zegt alleen aan God te kunnen openbaren, maar zulk een smart, als waarvan gij thans het voorwerp zijt, wist ik niet dat u ooit overkomen zou Gij weet immers dat smart, wanneer zij aan anderen me- degedeeld wordt, zeer verlicht wordt. En immers mij, uwe liefste vriendin, die met ook wel eene begeerlijke zaak geacht zoo'n bidder in zijn dienst te hebben. We weten wel beter, niet waar? 't Zal wel een van de laatste vereischten zijn, gesteld aan iemand, die den dienst komt aanbieden. »Er zal meer op werken dan op bidden gelet worden", dat kon gerust onder vele advertenties gedrukt worden. Ja, op de iiarkt des levens is men van die waar niet gediend. 't Is zelfs een schrikbeeld voor velen, zoo'n »fijne" in dienst te hebben. 't Wordt in menig gezin als een lastige bij- komstigheid aangemerkt, dat eene knecht of meid, z. g. »vroom" is; overigens zou t wel gaan. Is het niet aan menige kin- derjuffrouw b. v. verboden te bidden in't bij- zijn van de lieve kinderen En er heeft maar, o, zoo weinig aan te haperen, of't is Och ja 1 dat heb je nu van die lui te wachten! Nu, laten we even opmerken, dat er ook in dezen kaf onder 't koren is. Men kan, en dit wordt helaas I gezien, men kan b. v. aan zijn tragen aard een schoonen schijn trachten te geven door met zingen, en bid den, en vrome taal te willen aanvullen, wat men in ijver tekort komt. Maar zoo'n voorbeeld geeft ons hier Eliezer althans niet. 'lij bidt niet inplaats van te werken maar rV r/im 3terb.icd.ert den pang van 't werk niet, maar het brengt het vooruit. Zijn bidden en zijn danken betref- fen beide zijn werk, de aangelegenheid, die hem is toevertrouwd. Zijn zorg bestaat niet in woorden alleen, maar hij wil zelfs niet eten voor hij de zekerheid heett, dat zijn taak gelukkig en goed is volbracht. En zoo dient het ook te wezen bij bidden hoort werken bij zingen hoort zorgen. Bij Daniel, ook een even oprecht bidder, als een trouw dienaar, was het zoo, dat zijne vijanden getuigden We zullen niets tegen hem kunnen vinden, dan in de Wet zijns Gods. Een heerlijk getuigenis, dat alle bidders, ook onder onzen dienstbaren stand wel ter harte mogen ne- men. Waar gebedstrouw is, daar zal ook trouw in 'tgroote, en trouw in 't kleine wezen. En wordt die trouw onder onze dienstba ren veelvuldig aangetroffen 't Antwoord behoeft niet te worden neergeschreven. Wat al klachten van heeren en vrouwen, van werkbazen en fabrieksheeren over hunrie on dergeschikten. Wat al taal wordt er in onze werkplaatsen en dienstbodenkamers ge- hoord, als het den baas of de vrouw geldt, of waar de aangelegenheden des huizes be- treft. »Wat geef i/cerom! 'tis mijn zaak u een weg bewandelt en op e£nen Hei- land hoopt, voor mij kunt gij toch wel uw hart uitstorten." Geurtje gaf geen antwoord, maar leg de haar hoofd aan Dientjes borst en begon weer te schreien. »Wat zal dat zijn vroeg Dientje zich zelve af. »Staan deze tranen inverband met het geheim, dat Geurtje drukt? Of is er nog iets drukkenders bij gekomen Ik zou het bijkans vermoeden, want zij riep immers daar straks uit»Ook dat nog I" »Zeg het mij toch, lieve Geurtje," zeide Dientje. Neen neen onmogelijk 1" barstte Geurtje uit. »Ik kan, ik mag het u niet zeggen. Wanneer gij het wist zoudt gij zeker voor altijd deze woning vcrmijden, en dan had ik niemand meer op aarde, aan wiens borst ik kon uitweenen I" Deze woorden hadden een duisteren zin en het werd Dientje benauwd om niet! Voor die weer een ander!" dat zijn nog van de zachtste woorden, die aanduiden dat alle genegenheid en gehechtheid zoek is geraaktdat men om »de lui" slechts zo6- lang geeft, als ze voor kost en loon, zoo goed en zoo hoog mogelijk zorgen. Van 't behartigen van de zaken is vaak geen spoor te ontdekkenen hoe zou er dan plaats zijn voor biddend werken Biddende dienstknechten, trouwe Eliezers ochwerden ze meer gevonden. Dan zou- den we geen arbeiders-vraagstuk meer heb ben van zoo diep ingrijpenden aard, Voor een bidder, voor een Christen-arbeider, geldt het gezag van God en van Zijn Woord ook als regel ook in den winkel, en op het werk. Hij verzondigt de Rustdag niethij is geen loondienaar slechts maar arbeidt om Gods wil in ?ijn goddelijk beroephij verricht engelenwerk ook bij de schijnbaar geringste bezigheid. Hij gelooft aan een Vader in de hemelen, en wil in zijnen meester zoo gaarne zijn broeder in Christus zien. »Dan is er geen sprake meer van dagdieverij is behar- tiging van zijns meesters goed hem op het hart gebondenvalt vloeken en vuile praat uitslaan onder zijne gezellen van zelf weg, en wordt de ordinance Gods in het b'oed opgenomen dat men trouw moet zyn niet alleen den goeden, maar ook den kwaden heeren." Legt men nu dezen maatstat aan, dan is er voorzeker schuld aan de zijde van onze dienstbaren maar dan willen we toch geen steenen wegslingeren en onszelven, als we niet tot den dienstbaren stand behooren, voor onschuldig doen doorgaan. We zijn immers, althans als Christenen behoorden we alien te zijn, dienstknechten van elkan- der. Dient elkander door de liefde," dat is het gebod, dat we hebben ontvangen en zul len we dit waarlijk doen, dan moeten we het biddend doen. Alles wat we voor elkan der verrichten en behartigen behoort onder die zaken, waarover we Gods zegen biddend mogen en moeten inroepen. Dan zullen we trouw bevonden worden in 't kleine zoowel als in 'tgroote, en tot zulk eenen heett de Heere gezegd Wel, gij goede en getrouwe dienstknechtover weinig zijt ge getrouw geweestover veel zal ik U zetten Ga in, in de vreugde uws Heeren! Zij dit eenmaal door Gods genade ons aller deel. het hart. Eensklaps kwam haar weder de verschijning van den man voor den geest, dien zij daar straks achter de woning had zien wegsluipen. Zou het mogelijk zijn, dat Geurtje tot hem in eenige zondige betrekking stond O, welk een gedachte Hoe zou zij ooit zoo iets kunnen denken van Geurtje, die haar altijd was voorge- komen als een Maria zittende aan's Hee ren voeten. En toch, het was niet ge- heel onmogelijk, dat die man niet ge- heel vreemd was aan de tranen, en de ontroering van Delvers vrouw. Dientje vermande zich. Zij wilde, zij moest beproeven de oorzaak van Geurtjes hartzeer te ontdekken. Geurtje," begon zij terwijl zij zoo zacht mogelijk sprak, als vreesde zij dat het andere ooren zouden vernemen,Geur tje, toen ik daar straks langs den heg ging, om hier te komen zag ik een man Geurtje sidderde en zij wendde zich a 2 wToen ncigde die man zijn hoofd en aanbad." Gen. 24: 26. gaij—

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwsblad voor Schiedam en Omstreken | 1892 | | pagina 1