15de Jaargang. Zaterdag 5 Maart 1892. No. 785. FEU I LLETO 1Mb A ROJIIEMElTi Per drie luaaadeK 25 Ot Franco per posi Waarin ligt de toekomst van Transvaal? HET TRAKTAATJE. 1 4DTERTBNTIEM: Van 110 gewoni: regela50 seat. tedere rege) meer5 A.DYEBTENTitH 3 maal geplaatst, worden tegen 2 masl berekend. J Uitgevers s GEBR. TASI NOORTWU.1. (tnrean: BOTER&THAAT, E, No. 39. i. Wanneer wij de nieuwsbladen van de laatste twee jaren inzien, vinden wij er altijd iets in omtrent Afrika. Dan is het, dat de Engelschen Matabeleland onder protectoraat hebben gesteld, en er zich een groote maat- schappij heeft gevormd om dat land te exploi- teerendan is bet, dat Frankrijk of Italie slaags zijn geweest in Afrika; dan, dat En- geland Helgoland aan Duitschland afstaat in ruil tegen een streek lands in bovengenoemd werelddeelbijna altijd vinden we iets, dat op Afrika betrekkirig heeft. Al dat bovenge- noemde laat ons Nederlanders voor't grootste deel koud en meer interesseert ons het ge- bied aan de Zuidelijke punt gelegen, waar de Oost-Indische Compagnie het eerst voet aan wal zette, en zich vestigde tot 3000 mijlen landwaarts in. Een Hollander, die voor het eerst in Kaap- stad komt, voelt zich, alsof hij thuis was, want aanstonds komen er gedienstige lui met een nwegwijzen, mijnheer ot>een rij- tuig bestellen op hem af. Treft men het, dat juist het Pariement zitting heeft, en men komt dan in een logement, waar eenige Parlementsleden hun verblyf hebben, dan zou men zich welhaast in het moederland wanen, want die heeren spreken't meest en 't liefst Nederlandsch. Nog aangenamer wordt men getroffen, als men in den Plantentuin komt, en men u meedeelt, dat de prachtige tuin met zijn oude eiken nog door Hollandsch bestuur is aangelegd. Wij verlaten echter Kaapstad, omdat onze reis verder strekt, en zien de eerste zes uren van onzen tocht vruchtbare bergen en dalen met wijnstokken bezet ot uitgestrekte landerijen, waar ver- schillende graansoorten welig tierendan 24 uur niets dan naakte bergen in allerlei vorm of daartusschen uitgestrekte vlakten begroeid met een soort van heide, ter grootte van een bessenstruik ongeveer, om daarna 18 uur door 'tdorre zand, afgewisseld door een enkelen berg, de diamantenstad Kimberley te bereiken. Zooals onze lezers weten, lig- gen om deze stad de grootste diamantmijnen, als ook is het bekend genoeg, dat deze stad voor het grootste deel uit zinken huizen be- staat en zich buiten gemelde mijnen op niets anders, dan op een electrische verlichting be- roemen kan. Onze tocht niet verder per spoor vervol- gende, maken wij gebruik van een postkoets naar Custiana, het eerste dorp van het in io) Een mtrkwaardig verhaal. De arme Delver stond als verstomd tegenover deze twee voorwerpen, waarvan hij de herkomst niet zeggen kon, althans niet van het goudstuk, en daar de bewijzen sterk tegen hem getuigden, werd hij naar de gcvangenis geleid. Gij kunt u wel eenigzins voorstellen welk een opspraak dit geval allerwege verwekte. Het gansche dorp was in opschudding geraakt, en overal werden de hoofden bij elkander gestoken, om te luisteren wat deze en gene nader wist de laatste jaren zoo veel besproken Trans vaal. Sedert eenige maanden wordt om dit dorp veel geprospecteerd, of, zooals >'ij zouden zeggen, wordt er een onderzoek inge- steld, of er ook diamanten gevonden worden. De laatste berichten, die wij er over lazeti, waren zeer bevredigend, want er werden er gevonden doch, of het op den duur zal blijven betalen, dit zal geheel afhangen, of er bij diepere delving nog zoo veel gevonden worden als nu. Deze streek van Transvaal bestaat pit zandgrond en is te droog om er met succes den iandbouw op uit te oefenen. Gaat men verder, dan komt men aan een k'ein dorpje, Bloemboff geheeten. Hier begint de kleigrond vrij goed te worden. Nog verder en wij zijn te Klerksdorp, dat tot 1888 niets meer was dan een station voor de postkoets men vond er een paar hotels, eenige winkels en verder eenige gebouwen van de regeering en regee- ringspersonen. Na 1888 werd het anders, eenige goudzoekers hadden er rijke goudrilTen gevonden, daaiop werden die plaatsen gekocht of op andere condities van de eigenaars overgenomen. Men wendde zich vervolgeps tot de regeering om die gronden te mogen omdelven, want zooals de lezers weten. W ue regeering zulke gronden opmeten "en ft, kaart brengen. Artikel 10 van de zoogenaamde »Goudwet" zegtjlngevai een privaateigenaar vergun- ning verleend heeft aan iemand om op zijnen grond onderzoekingen te doen, of ingeval de eigenaar zelf onderzoekingen op zijnen grond heeft ingesteld, en er betaalbaar edel metaal of edelgesteente gevonden wordt, zal de Staatspresident, met advies en toestemming van den Uitvoerenden Raad en na overleg, indien mogelijk, met den eigenaar, de macht hebben, zoodanigen grond tot een publiek veld te proclaineeren of bij proclamatie aan een reeds geproclameerd veld te hechten." Toen de regeering alles onderzocht en in orde gebracht had, bleek het, dat er niet zooveel nclaims" waren te geven, als er aan- vragen gedaan waren. Het gevolg hiervan was, dat men er orn liet loten, betgeen dit tengevolge bad, dat dit kleine dorpjena ver- loop van eenige maanden een stadje werd. Na verloop van drie jaren bleek het, dat deze gronden niet genoeg opleverder. om de ex- ploitatiekosten te dekken. De laatste berich ten, die wij oritvingen, waren treurig. Zoo snel de bevolking in 1888,'89 en'90 toenam, zoo snel verminderd zij nil weer. Al. verder, en na eenige uren rijdens, zijn te vertellen. Men prees inzonderheid den ijver van Burgemeester en Kommis saris van politie, en men verwonderde zich over de scherpzinnigheid en snel- heid waarmede zij gehandeld hadden. Het spreekt van zelf dat het geval verschillend werd beoordeeld. Sommigen meenden, dat oi.mogelijk zulk een stil en bedaard man als de smid was, zich aan een dergelijk feit had kunnenschul- dig maken. 't Is waar, hij was iemand die zich bijna geheel buiten aanraking hield met kerk of godsdienstige ding en, maar men meende, dat men best een braaf man kon zijn, al kwam men nooit in een kerk, indien men maar zijn plich- ten als burger goed betrachrte en op een eerlijke wijze voor vrouw en kinde- ren zorgde. En tot dusver was er niets op Delver te zeggen geweesthij arbeidde vi'jbg. leidde cen ingetogen leven, kwam nooit in een herberg,welnu, wat wilde men nog meer van een mensch verlangen i wij te Potcbefstroom, eeri iang, uitgestrekt i dorp, dat vroeger de hoofdstad was van Transvaal, of zoo als het nu beet, der Z. A. Republiek. Het dorp Potchefstroom ligt aan de Mooirivier, een sterke stroom, waar men bij en om de meeste woningen treurwilgen vindt, 'tgeen een zonderlinge indruk maakt. Wij verlaten ook dit vruchtbaar en schoon gelegen plaatsje en merken, dat de bodem steeds kaler en minder vruchtbaar wordt men ziet eenige uren ver niets dan enkele doornstruiken, welke de boeren op hun eigenaardige mamer swacht een beetje" noemen; omdat bij, wie zijn weg neemt door twee kort bij elkaar groeiendestruikjes, zich gewoonlijk haakt, en dus, om geen gescheurde kleeren te krijgen, voorzicbtig moet voort- gaan. Nog enkele uren, en ge wordt aan den hemel een grauwe wolk gewaar, welke er meest altijd te zien is. Onwillekeurig vraagt men: nwat beduidt dat dan?" Die wolk is eenvoudig stof, flat't in de lucht zweeft boven de stad Johannesburg, 't Maakt wel geen aangenamen indruk doch kent men de reden hiervan, dan zal men er niets on- natuurlijks in vinden. Na een half uur rijdens is men binnen de stad, die geheel't voorko- ■aen van een Europeesche stad heeft, echter ifix "upziorii van ue steuen der beschaatde wereld verschilt, dat geen enkele stad daar te vinden is, in welker nabijheid zooveel goud gedolven wordt of is, als juist daar. Men hoort aanhoudend een geraas, alsof hetdon- dert, 'tgeen veroorzaakt wordt door de dynamiet- of' kruitontploffingen. Voegt men bierbij het drukke verkeer in de stad, waar bootdzakelijk kleiwegen gevonden worden, dan zal 'tden lezers duidelijk worden, waar dat stof van daan komt. Waar nu Jobannesberg ligt, was in 1885 niets te zien dan weilander stond niet een enkel huisje, en in 1888 werd het aantal inwoners begroot op ongeveer dertig duizend. In 1890 bad die stad het toppunt van haar bloei bereiktvan dat ooganblik zijn de En- gelsctie kapitalisten er achter gekomen, want de meeste goudmaatschappijen waren opge- zet om bet publiek te misleiden. Van dat oogenbhk af liepen de aandeelen terug en gingen er verscbeidene maatschappijen tailliet, en alleen die, welke eerlijk en met overleg waien opgericht en bestuurd, bleven bestaan, en geven nog voortdurend den aandeelbou- ders een goed dividend. Het gevolg van deze talrijke bedriegerijen, door Engelsche kapi talisten gepleegd, is geweest, dat de Trans- vaalsche Goudmaatschappijen in discrediet Anderen daarentegen hadden hem nooit vertrouwd. Zij meenden, dat hij nooit iemand flink aankeek, maar altijd slui- pend en gluipend zijn weg ging, net als of hij iets op 't geweten had, of dat hij op boozen daden zon. Bovendien, er moest toch iets bijzonders gebeurd zijn want hoe zorgvuldig Geurtje 't ook voor anderen trachtte te verbergen de knecht en de smidsjongen hadden het zelf gezien en bijgewoond, hoe de smidsvrouw gedurig zat te weenen, en dat er in de laatste weken nooit een vriendelijk woord tot haren man over hare lippen was gekomen. Wie weet welk een heimelijke booswicht hij is I Een hu:chelaar, die buitenshuis zich schoon voordoet, maar vrouw en. kinderen goddeloos behandelt. En zoo iemand is tot alles in staat. Ja, het verwonder de hen, dat hij niet reeds vroeger met het gerecht in aanraking was gekomen. Wederom waren er anderen die aUer- zijn geraakthetgeen tengevolge had en heeft, dat er niet bet minste vertrouwen in de Tranvaalsche zaken wordt gesteld, hetzij zij goed of niet goed zijn. Het zuiveringsproees is bijna ten eir.de en nu komt er allengs meer levendigheid op Johannesburg, vooral nu men in Louden ziet, dat de goudopbrengst voortdurend stijgt en al boven de 60.000 oncen per maand is, (een ons goud heeft een waarde van f 42.) Na 5 uur rijdens met de postkoets bereikt men Pretoria, dat in deze bergachtige land- streek, zelve tegen eene berghelling gebouwd, schilderachtig gelegen is. Pretoria ligt aan de Apiesrivier, die echter niets anders is dan een bergstioompje, dat op ongeveer 20 mi- nuten gaans van de stad zijn bronnen heeft. Ofschoon het stroompje in gewone gevallen 1 k 1^ Meter breed en ongeveer 1^ voet diep is, levert het toch drijfkracht aan vijf watermolens, en kan bij hevige regens wel 5 i 6 Meters breed en 2 Meters diep wor den. Het CENTRAAL COMITE VAN ANTIRE- VOLUTIONAIRE KIESVEREENIGINGEN, Volgens zijne Statuten (zie Artt. 6 en 19 in verband met Art. 21 va.n zijn Program) geroepeii, om, voor het geval dat er bij ge nerate verkiezingen, gelijk in Mei a. s. voor de Provinciate Staten komende zijn, bepaalde saamwerking met eenige andere staatspartij zal plaats hebben, die te leiden acht zich verplicht ter kennisse van de bij het Comitd aangeslotene Kiesvereenigin- gen van Provinciate Comite's te brengen, dat het geene vrijheid vindt, om, waar alleen met de Roomsche Kiezers op dit oogenblik van generate samenwerking sprake zou kun- nen zijn, na de houding, die in zake de Brabantsche motie, in de Kamer tegenover het vorig Kabinet, en in Juni j.l. bij de Stem- bus door een groot deel van onze Roomsche landgenooten is aangenomen, ditmaal eenige stap tot zoodanige samenwerking te doen en zulks te minder, overmits zulk eene samenwerking volgens Art. 21 van bet Pro gram toch nooit anders dan op vaste bedingen zou mogen worden uitgelokt, en reeds nu ge- noegzaam gebleken is, dat de Roomsche kie zers, alsgeorganiseerd geheel gedacht, hiertoe of niet in staat, of ongenegen zijn. Hiermede vervalt voor het Centraal-Comit^ tevens de aanleiding, om gelijk in 1889,,voor de Provinciate verkiezingen eene Deputaten- vergadering saam te roeperi, en moetde lei- ding en de verantwoordelijkheid der zaken lei verzonnen, om nog maar meer schuld op Delvers hoofd te laden, teneinde een plasdankje te verdienen bij Burgemees ter en Kommissaris, die, hoewel zij meen den hun plicht gedaan te hebben, toch niet geheel overtuigd waren van zijne schuld, en zoo deze al bestond, dan wa ren er aanduidingen genoeg, dat de smid een medeplichtige moest gehad hebben, met welken medeplichtige hij een gesprek in het boschje had gehouden. De vraag was dan nuwie was die man Delver weigerde dien te noemen hij wilde niet ontkennen, dat er op dien bewusten Zondagmorgen iemand in het boschje geweest was, met wien hij gesproken had, maar hij wilde geen naam of nadere aanwijzing geven. Hoe die gouden rijder op den schoorsteenmantel geko men was, wist hij niet te verklaren hij had er dien niet neergelegd en zijn vrouw evenmin en wat het bank- biljet van honderd gulden betreft, daar-

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwsblad voor Schiedam en Omstreken | 1892 | | pagina 1