■p
Uit en voor het Binnenland.
f
I
4ML
aan de kiesvereenigingen en Provinciale Co-
mitds worden overgelaten, overmits het Cen-
traal Comite, de verhouding waarin het tot
de Kiesvereenigingen staat, niet in den geest
van Art. 11 der Stat.uten zou opvatten, indien
het in eenig district tegenover de candida-
ten der Kiesvereeniging andere candidaten
aaribeval.
Intusschen heeft het Centraal Comitd wel
het reclit, (zie Art. 10), ora de Kiesvereeni
gingen te dienen van adviesiets, waartoe
het te eer bereid is, daar niets het teit kan
wegcijferen, dat de Staten-Provinciaal Kies-
collegie voor de Eerste Kamer zijn eri als zoo-
danig een algemeen politiek karakter dragen.
Weshalve het Centraal Comity zou achten,
dat de kiesvereenigingen (ook nu zich hou-
dende aan wat, bij ontstentenis van afspraak
tot generate saamwerking, steeds als regel
gold) in dezer voege zouden kunnen te werk
gaan, dat men bij eerste stemming alleen
de candidaten van antirevolutionaire zijde
steunde, en bij eventueele herstemming
overwoog, oi er onder de in herstemming
komende candidaten, voor zooverre deze niet
door ons zelven in herstemming waren ge-
bracht, zich ook ddn ot meerdere bevonden,
die genoegzame voorkeur voor ons oplever-
den, om zoo mogelijk hunne keuze te hel-
pen verzekeren.
Als maatstat om dezen voorkeur te kun
nen beoordeelen, zou men dan een onderzoek
kunneti instellen naar hunne genegenheid,
lo. om in zake de Eerste Kamer, voor
ons aandeel, mannen te helpen verkiezen, die
voldeden aan de eischen door de Deputaten-
vergadering voor de candidaten der Tweede
Kamer gesteld
2o. om in de Gedeputeerde Staten bil-
lijkheidshalve de onderscheidene richtingen te
helpen vertegenwoordigen en
3o. om in de Provinciale Huishouding
met ons te strijden voor de vrije keuze van
wie voor krankzinnige familieleden hulpe
inroeptde sehoolwet-MACKAY in milden
zin te helpen toepassenen het zelfbeheer
der gemeenten zooveel mogelijk te doen
eerbiedigen.
Wel is het Centaal-Comitd er niet blind
voor, dat deze wijze van handelen, bij het
meervoudig karakter, dat de keuzen voor der
Provinciale Staten dragen, het gevaar ople-
vert, dat onze getalsterkte in de Staten-
Provinciaal niet veel zal toenemen, misschien
zelfs eenigszins slinken maar het is tevens
van oordeel, dat de Anti-revolutionaire partij,
met het oog op haar toekomst desvereischt,
voor dit offer niet mag terugdeinzen.
Het Centraal-Comite voornoemd
Dr. A. KUYPER, Voorzitter.
M. NOORDTZY, Secretaris.
Amsterdam, 29 Februari 1892.
Schiedam, 4 Ma art 1892.
Nationaal Huldeblijk aan HareKonink-
lyke Hoogheid de Groot-Hertogin van
Saksen, Prinses Sophia der Nederlanden,
bij gelegenheid van Haar gouden bruilofts-
feest, op 8 October 1892.
Onderstaande circulaire is dezer dagen aan
de Burgemeesters der gemeenten in ons land
rondgezonden
»De Groot-Hertogin van Saksen, Prinses
»Sophia der Nederlanden, hoopt op den
»8sten October e. k. Haar gouden bruiloft
»te vieren, en er wordt reeds in Duitsch-
»land het noodige voorbereid, om bij dat
»feest aan het Vorstelijk echtpaar een be-
»wijs van hulde aan te bieden."
iDe ondergeteekenden zijn van meening,
»dat Nederland niet behoort achter te blij-
»ven, om bij die gelegenheid, in het bijzon-
»der aan de Groot-Hertogin, te toonen, hoe-
van wist hij ook niets nader zeggen.
Het spreekt van zelf, dat vele men-
schen niet geloofden, dat Dclver waar-
heid sprak. Zijne halsstarrigheid, om
dien onbekende te noemen, werd ten
kwade uitgelegd; maar men rekende er
op, dat hij bij de eerstvolgende zitting
van het gerechtshof wel tot de bekente-
nis zou gedwongen worden. Deze bere-
kening viel echter in duigen, want on-
geveer drie dagen na zijne inhechtenis-
neming vond men Delver dood in zijn cel.
Veertien dagen waren er sedert dien
Maandag vtrloopcn, waarop bij boer
Hendriksen die diefstal had plaats ge-
had, en nog altijd was de vermeende
medeplichtige niet gevonden, zoodat men
tot het vermoeden kwam, dat deze zich
uit de voeten had gemaakt, en dus deze
zaak langzaam zou doodbloeden.
Men meende, dat boer Hendriksen
»zeer de bewijzen van gehechtheid aan het
»Land Harer geboorte, door H. K. H. gedu-
jrende dit vijftigjarig tijdperk, onder ver-
sschillepde omstandigheden en op de meest
vonbekrompene wijze, gegeven, worden op
vpriis gesteldterwijl zij tevens van oordeel
szijn, dat vele hunner landgenooten gaarne
»van hunne verknochtheid aan ons geeerbie-
»digd Vorstenhuis zullen willen doen blijken,
»nu een zijr.er gelietde telgen dit gedenk-
swaardig feest viert."
»Zij wenschen dus hen, die zulks mochten
>verlarigen, in staat te st.ellen eene bijdrage
dtot dit doel af te zonderen.
Mr. J. P. J. A. Graaf van Zujlen van
Nijevelt, oud-gezant aan het Hof
van Weimar.
Graat C. van Bylandt, oud-gezant aan
het Hof van Weimar.
Jhr. Mr. W. F. Rochussen, oud gezant
aan het Hof van Weimar.
Jhr. Mr. W. M. De Brauw, Commissaris
der Koningin in Zeeland.
Mr. C. Fock, Commissaris der Konigin
in Zuid-Holland.
Jhr. Mr. W. P. J. Bosch van Draken-
stein, Commissaris der Koningin
in Noord-Brabant.
Mr. J. H. Geertsema, Commissaris
der Koningin in Overijsel.
Mr. J. G. Gleichman, voorzitter der
2de Kamer der Staten-Generaal.
Mr. B. Ph. Baron van Ilarinxma Thoe
Slooteri, Commissaris der Konin
gin in Friesland.
Mr. J. G. Kist, Voorzitter van den
Hoogen Baad der Nederlanden.
Jhr. Mr. E. J. C. M. de Kuyper, Com
missaris der Koningin in Lim-
burg.
P Lyclama a Nijeholt, Burgemeester
van Rotterdam.
Mr. J. H. M. Baron Mollerus van
Westkerke, Commissaris der Ko
ningin in Gelderland.
Mr. A. van Naamen van Eemnes,
Voorzitter der Is te Kamer der
Staten-Generaal.
Jhr; Mr. J. JE. A. vanPanhuijs, Commis
saris der Koningin in Groningen.
Jhr. Mr. G. C. J. van Reenen, Vice
President van den Raad van State
Mr. A. J. Roest, Burgemeester van
's- Gravenhage.
Jhr. Mr. J. W. M. Schorer, Commis
saris der Koningin in Noord-
Holland.
Jhr. Mr. P. J. van Swinderen, Com
missar is der Koningin in Drente.
A. Baron Schimmelpenninck van der
Oye, Commissaris der Koningin
in Utrecht.
Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet, Minis
ter van Binnenlandsche Zaken.
Mr. G. van Tienhoven, Minister
Buitenlandsche Zaken.
Mr. S. A. Vening Meinesz, Burge
meester van Amsterdam.
Op uitnoodiging van den burgemeester
dezer gemeente, vormde zich alhier voor dat
doel eene sub-commissie, bestaande uit de
heeren
P. J. van Dijk van Matenesse, Voor
zitter.
Mr. A. J. Beukers.
JE. Elzevier Dom.
J. Lechner C. Szn,
C. J. Loncq.
J. Loopuyt.
J. M. van der Schalk.
S. A. Vernede, Secretaris-Penning-
meester.
W. A. J. Wittkampf.
S. J. Zoetmulder.
Aan hetgeen door het hoofdbestuur in zijne
circulaire is aangevoerd, heeft de sub-com
missie weinig toe te voegen. Overtuigd dat
waar het een zoo zeldzaam huiselijk teest
geldt van eene prinses uit het geliefde Stam-
huis van Oranje, elke aanbeveling bij hare
stadgenooten om van hunne belangstelling en
deelneming in dat feest te doen blijken,
overbodig te achten is, bepaalt de commissie
zich tot de mededeeling, dat zij, overeenkom-
stig den wensch van het hoofdbestuur, die
de maximum bijdrage op tien gulden be-
paalde, zooveel mogelijk de geheele burgerij
in staat wenscht te stellen aan dit Nationaal
Huldeblyk deel te nemen.
rijk gcnoeg was, om dit vcrlies te dra
gen, maar hoewel dit ook het geval was,
toch ergerde het hem, dat de schuldige
niet gestraft was.
Eene zaak echter deed hem genoegen.
Er was nu zulk een smet gekomen op de
smederij, dat hij vertrouwen kon, dat
Dientjc voortaan de weduwe Delver niet
meer zou bezoeken. En dit niet alleen,
maar ook, dat zij alle betrekking zou
albreken met Leendert, want volgens
hem, moest zijn dochter zich schamen
voor alles wat tot die familie in verband
stond. Doch hierin bedroog zich Hen
driksen.
Op zekeren middag maakte Dientje
zich gereed om uit te gaan, toen de
boer haar tegenhield met de vraagwaar-
heen
Ik wilde de weduwe Delver gaan be
zoeken," was het kalme antwoord.
Hendriksen trok de wenkbrauwcn
zamen.
Zij zal daartoe eene lijst langs de huizen
der ingezetenen doen aanbieden, en elke bij
drage, hoe gering ook, gaarne in ontvangst
nemen.
Het ligt in de bedoeling van het hoofd
bestuur, de namen der deelnemers in een
album te vereenigen, en dit der groother-
togin aan te bieden.
Plaatselijke Inkomstenbelnsting.
Aan de door de heeren M. C. M. de Groot,
S. A. Maas en J. W. J. van Harwegen den
Breems ontworpen verordening eener plaat
selijke belasting naar het inkomen, ontleenen
wij het volgende
Onder het inkomen wordt bij hoofden van
echtvereenigingen mede begrepen het inko
men der huwelijksgemeenschap evenzoo het
eigen inkomen der vrouw, indien deze in den
zin van art. 245 der gemeentewet binnen deze
gemeente haar hoofdverblijf houdt of er min-
stens 3 maanden verblijft en geen gerechte-
lijke scheiding van goederen heeft plaats
gehad. De vrouw, die gerechtelijk van goe
deren gescheiden is, wordt afzonderlijk aan-
geslagen.
Door inkomen wordt verstaan de som van
al hetgeen in geld, in geldswaarde, in vruchten
of door eigen gebruik genoten wordta uit
roerendeof onroerende goederen uit beroep,
bedrijf, handel, nijverheid of ondernemirig
van vvelken aard ook c uit arbeid, ambt,
bediening, betrekking, wachtgeld, pensioen,
lijfrente of andere, van den wil van den be-
taler onafhankelijke, periodieke uitkeering
d. uit elken anderen hoofde, op welke wijze,
krachtens welk recht en onder welke be-
naming ook alles na aftrek van 1 de renten
van verschuldigde kapitalen 2 de uitgaven,
tot noodzakelijk onderhoud en verzekering
van eigendommen vereischt; 3 de onkosten
van beroep, bedrijf, handel, nijverheid, on-
derneming, ambt, bediening of betrekking,
onder welke onkosten wel de patentbelasting
maar geenerlei uitgaven tot uitbreiding of
verbetering der zaak, en geen aflossing van
schuld begrepen zijn4 uitgaande lijfrenten,
en, van den wil van den betaler onafhankelijke
periodieke uitkeeringen5 het bedrag van
grond, dijk, polder en andere zakelijke lasten.
Bij de toepassing der bepalingen van art.
5 gelden de volgende regelen a als de waarde
van eigen gebruik van eigendommen wordt
de vermoedelijke huurwaarde aangenomen
b. voordeelen, niet in geld genoten, als viye
woning en dergelijke, worden op hun gel-
delijke waarde begrootc. van baten, voor
eens, uit loterijen, kansovereenkomsten, erfe-
nissen, legatee, schenkingen ot levensverze-
kering verkregen, worden alleen de rente
en vruchten als inkomen beschouwd; d. bij
inkomsten uit lijfrenten tontines of andere
afwisselende of periodieke uitkeeringen, met
opoffering van kapitaal verkregen, wordt
het voile bedrag van het genotene als in
komen beschouwde. giften van hand tot
hand en toelagen ter bestrijding van kosten
van levensonderhoud, van studie en derge
lijke worden als inkomen van den gever
beschouwdf. winst of verlies bij in- en
verkoop en vermeerdering of vermindering
van waarde gelden als vermeerdering of
vermindering van inkomen.
Voor de berekening van het jaarlijksch
inkomen gelden de volgende regelena. het
inkomen uit roerende of onroerende goede
ren, b. dat uit beroep, bedrijf, handel, nijver
heid ot onderneming van welken aard ook,
wordt gesteld op het gemiddelde, dat uit dien
hoofde over de laatste o aan het dienstjaar
voorafgaande burgerlijke jaren genoten is
indien zoodanig inkomen 1 burgerlijk jaar of
langer dan 1, doch korter dan 3 burgerlijke
jaren genoten is, op het gemiddelde over dat
tijdvak in beide gevallen met inachtneming
der op 4 Juli van het dienstjaar bekende
bijzondere omstandigheden, welke tot ver
meerdering of vermindering van deze inkom
sten in het dienstjaar aanleiding geven. Is
zoodanig inkomen korter dan 1 burgerlijk
jaar genoten, dan wordt het gesteld op het
bedrag dat gedurende het dienstjaar ver-
moedelijk zal genoten worden c. Het inkomen
uit ambt, bediening, betrekking, wachtgeld,
pensioen, lijfrente of andere periodieke uit-
keering wordt berekend naar den toestand
op 4 Juli van het dienstjaar, met inachtne
ming der op dezen datum bekende bijzondere
omstandigheden, welke tot vermeerdering of
vermindering van deze inkomsten in het jaar
der heffing aanleiding geven. d. Het inko
men, uit anderen hoofde verkregen, wordt
berekend op de wijze sub a. Deze regelen
zijn ook van toepassing op het inkomen van
hen, die in den loop van het dienstjaar be-
lastingplichtig worden, met dien verstande,
dat in de plaats van 4 Juli van het dienst
jaar in aanmerking wordt genomen het tijd-
stip, waarop de belastingplichtigheid intreedt.
Ieder belastingplichtige wordt, naar mate
van zijn vermoedelijk jaarlijksch inkomen, in
een der volgende klassen gerangschikt en
aangeslagen naar het in kolom V aangegeven
percentage van het middencijfer dier klasse.
I.
Nommer
der
klasse.
11.
Minimum
(ingesloten).
III.
Maximum
(uitgesloten)
IV.
Midden
cijfer.
V.
Belastbaar
percen
tage.
VI.
Belastbaar
bedrag.
4
f 500
f 600
f 550
40
f 220
- 2
- 600
- 700
- 650
45
- 292.50
3
- 700
- 800
- 750
50
- 375
4
- 800
- 900
- 850
55
- 467.50
5
- 900
- 4000
- 950
60
- 570
6
- 4000
- 4200
- 4100
65
- 715
7
- 4200
- 4400
- 1300
70
- 910
8
- 4400
- 4600
- 4500
75
- 4125
9
- 4600
- 4800
- 1700
80
- 4360
40
- 4800
- 2400
- 4950
85
- 1657.50
44
- 2400
- 2400
- 2250
90
- 2025
42
- 2100
- 2800
- 2600
95
- 2470
43
- 2800
- 3200
- 3000
100
- 3000
44
- 3200
- 3700
- 3450
100
- 3450
45
- 3700
- 4300
- 4000
100
- 4000
46
- 4300
- 4900
- 4600
400
- 4600
47
- 4900
- 5600
- 5250
400
- 5250
48
- 5600
- 6100
- 6000
100
- 6000
49
- 6400
- 7400
- 6900
100
6900
20
- 7400
- 8500
- 7950
100
- 7950
21
- 8500
- 9800
- 9150
400
- 9150
22
- 9800
-41000
-10400
100
-10400
23
-14000
-13000
-12000
400
-12000
24
-43000
-15000
-14000
100
-44000
25
-45000
-17000
-46000
400
-46000
26
-47000
- 20000
-48500
100
-18500
27
-20000
-23000
-21500
100
-21500
28
-23000
-26000
- 24500
100
-24500
29
-26000
-30000
-28000
100
- 28000
30
-300C0
-35000
-32500
400
-32500
34
-35000
- 40000
-37500
400
-37500
32
-40000
- 46000
- 43000
100
-43000
33
- 46000
- 53000
-49500
100
-49500
34
-53000
-61000
.57000
100
- 57000
35
-64000
-70000
-65500
100
- 65500
36
-70000
-80000
- 75000
100
-75000
»Ik meende, dat gij wijzer waart, en
u niet met dat volk zou ophouden, voor-
al daar gij weet welk een afkeer ik van
die menschen heb."
Wat heeft u de weduwe Delver kwaads
gedaan vroeg Dientje.
»Ik ken haar niet en verlang ook niet
haar te kennen," zeide de boer op trot-
schen toon, »maar zij is geen mensch
van onzen stand, en bovendien er rust
een smet op haar naam. Kent gij dan
het spreekwoord -niet: waar men mede
verkeert, daar wordt men mede peeerd f
Hoe verlaagt gij u door met zulk volk
om te gaan
»Ik geloof niet vader," zeide Dientje,
dat ik mij verlaag door een arme be-
droefde weduwe te bezoeken. En wat
de smet betreft, die hebben de menschen
op haar gelegd, terwijl het nog niet eens
bewezen is, dat haar overleden man
zich aan die misdaad heeft schuldig ge
maakt. Maar al ware dit zoo, dan mag
men haar, die toch geheel onschuldig
is, geen moeite aandoen. Integendeel,
de christelijke liefde eischt in dit ge
val
Och, begin maar niet met uwe chris
telijke lielde 1" riep de boer op knorrigen
toon uit.
»En waarom zou ik daarvan niet mo-
gen spreken, vader Zij is het hoogste
gebod. De Apostel Jakobus zegtDe
zuivere en onbevlekte godsdienst voor
God en den Vader in dezeweezen en
weduwen bezoeken in hunne verdrukking
en zich zelven onbesmet bewaren van
de wereld." Ach vader, zoo gij wist
hoe deze arme weduwe lijdt, gij zoudt
niet zoo hardvochtig tegen haar zijn.
Hare smederij staat stilzij heeft nau-
welijks brood om haar en hare kinderen
te voeden, en zij gevoeld zich zoo diep
zoo diep ongelukkig. Moet men zich
dus over haar niet ontfermen?"
Wordt vervolgd.)