Uit en voor het BinnenlancL
»neutrale" verpleging van krankzinnigen
eigenlijk
Als ge dat vraagt aan de mannen, die er
altijd zoo hoog van opgeven, dan blijkt het
al terstond, dat zij dit zelf niet weten.
Zij kunnen u dan zeer goed zeggen wat
ze volgens hun neutraliteitsbeginsel niet wil-
len, maar wat ze wel willen, dat is een vraag,
daar ze zelf voor staan. Dit kan ook niet
anders, want neutraliteit is iets zuiver nega-
tiefs. Maar het is toch een kras feit dat op
die wijze geleerde en invloedrijke mannen
zich zelf ten prooi geven aan onzekerheid.
Doch behalve dit gebrek van onzekerheid
vertoonen zich bij de voorstanders van het
neutraliteitsbeginsel nog verschillende andere
zielsgebreken. Zoo ook het gebrek der leugen-
achtigheid.
Niet, dat zij welbewust zouden liegen, maar
doordat zij vasthouden aan iets onmogelijks,
aan iets, wat onbestaanbaar is.
Want watzijn neutrale verplegers, wat zijn
neutrale doctoren En honderd dergelijke
vragen doet men immers op dit punt te-
vergeefs.
En dat die neutraliteit ook alleen in naam
en volstrekt nergens in werkelijkheid bestaat
blijkt duidelijk genoeg, als men maar eens
liota neemt b. v. van den inhoud der biblio-
theken, die men in de neutrale stichtingen
vindt.
In geen enkele dier bibliotheken, verzekerde
spr. is ook maar £en boek te vinden, waarin
aan de ongelukkige patienten den weg ge-
wezen wordt tot den grooten Heelmeester
van gebroken hartenwaarin zij gewezen
worden op den eenig waren Zielenarts.
Niets anders wordt aan de patienten te
lezen gegeven dan de gewone roman- en an
dere lectuur uit onze liberale, moderne krin-
gen. Is dat neutraal
En dan lette men nog eens op het karakter
van de uitspanningen waarop de lijders ont-
haald worden. Voor een groot deel bestaan
die in tooneelspel en vroolijke muziek.
Blijkens offlcieel rapport van het gesticht
te Medemblik, wordt daar o. a. het Kerst-
feest onder de uitspanningsteesteii gerang-
schikt.
In het Utrechtsche gesticht is een muziek-
feest gegeven door de studenten.
En in het gesticht te Zutphen gaf onlangs
de dienstdoende schutterij een comedie-voor-
stelling I
Uok hjden u. von. n Vrj van de »neu-
trale verpleging r verhi dheid.
Immers: r\ zeggen niemand te willen
kwetsen. m; tr dat hun miskenning van Gods
Woord de ergste kwetsing is, die zij kunnen
aandoen aan alien die een behandeling hun-
ner patienten naar den eisch van dat Woord
willen, daar schijnen zijn iets van te begrijpen.
Ook leert de ervaring, hoe deze mannen
met zedelijke onrnacht zijn geslagen.
Zij erkennen volmondig, dat ons Christe-
lijk beginsel het ware uitgangspunt voor dit
werk der barmhartigheid ismaar in de
practijk wenden hun officieele woordvoerders
zich toch van ons afzij heb'oen het verstand,
den moed en de vastheid van wil niet, om
het goede te grijpen.
En niet minder in het oogloopend is de
hooghartigheid, waarmee zij zichzelven op-
dringen als de mannen van het juiste mid
den en ieder, die niet met hun goede stich -
tingen tevreden is, nawijzen als een overdre-
ven man, die eigenlijk geen recht van
meespreken moet hebben.
In zijn tweede stelling noemde spr. het
bovenvermelde gebrek in het geestesleven des
volks seen oorzaak van veel onnoodig hj
den, inzonderheid van onze behoeftige krank
zinnigen."
had ontvangen, en waarvan er een in
den zak van Delver gevonden was. Het
viel dus Jarks moeilijk, zoo al niet on-
mogelijk, om staande te houden dat hij
dit geld uit Amerika medegebracht of
onderweg tegen Amerikaansche waarde
ingewisseld had.
En ten overvloede.
Hoe kwam hij aan de drie gonden
rijders, die Hendriksen als zijn eigendom
herkende f Hoe kwam hij in het bezit
van het tractaatje, waarin deze munten
door den boer ingewikkeld en in de lade
geborgen waren Hij zeide wel, dat hij
ze gevonden had, maar niemand sloeg
er geloof aan, en van lieverlede won het
gerucht veld, dat men in Jarks den wa
ren dief gevonden had, die op den be-
wnsten Zondagmorgen 't Reigershof be-
stolen had.
En wat baatte hem 'tontkennenf
In zijne woning vond men nog twee
bankbiljetten van honderd gulden, van
In de sneutrale" gestichten wordt het lijden
der patienten dikwijls verergerd.
Veelzeggend noemde spr. de klacht van
een der medeverpleegden van Mevr. Stuten
in het Haagsch gestichtDie loontrekkende
meiden doen me zooveel kwaad
En tegenover zulke, en nog enkele andere
feiten, die spr. mededeelde, staat nu het feit,
dat de thans overleden inspecteur van het
Geneeskundig Slaatstoezieht in Gelderland
eens aan spr. verklaarde Het is aw beginsel,
dat u in staat stelt zooveel uitnemends op
dit gebied te leveren, want wij kunnen voor
onze stichtingen geen verplegers en geen
doktoren krijgen, die er geschikt voor zijn
ook al beschikten we over nog veel meer
Rijks- en Provinciale gelden.
Zoo is dus alleen van terugkeer naar dit
beginsel heil te verwachten.
Komt het niet tot dien terugkeer, dan zal,
zoo formuleerde spr. zijn derde stelling, de
dezer dagen opgewekte belangstelling in de
verpleging onzer krankzinnigen weinig of
geen beterschap brengen.
Dan is er geen ander gevolg van te voor-
zien, dan dat de patienten iets beter, iets
humaner behandeld zullen worden. Doch
daarmee is de zaak niet uit. Hoe langs zoo
meer zal het blijken, dat de verzorging onzer
krankzinnigen een wetenschappelijke, doch
niet minder een godsdienstige quaestie is.
Dat moeten wij in het oog houden. En
daarom moet ons streven gericht zijn op
terugkeer naar Gods Woordook met onze
geneeskundige wetenschap.
Er is dus heel wat te doen voor de belijders
van den Christus, om op het terrein van de
verzorging onzer krankzinnigen den weg te
banen, allereerst in het belang onzer behoefti
ge krankzinnigen, die niet minder dan 70
pCt. van het geheele aantal uitmaken Die
taak moet op onze werklijst staan zoo
eisch te spr. in zijn vierde stelling.
Er is reeds veel gedaan. Maar wat zegt
het 500-tal patienten, dat weldra in twee
stichtingen verpleegd zal kunnen worden
tegenover de 10,000, waarop heel het aantal
in ons land geschat wordt en dat jaarlijks
met bijna duizend aangroeit Welk een
open arbeidsveld blijf er dus nog.
En hoe langs zoo meer wordt nu ook
reeds de behoelte gevoeld aan Christelijke
doctorenmet alleen doctoren, die ook
Christen zijn, maar dezulken, wier medische
wetenschap in het Christelijk beginsel haar
gro'ndslag en uitgangspunt vindt.
Om nu zulke mannen te verkrijgen is
noodig een medische faculteit aan de Vrije
Universiteit te Amsterdam en ook een leer-
stoel in de Christelijke psychiatrie.
Maar ook zijn noodig jonkmannen en jonge
vrouwen, die uit het ware Christelijke be
ginsel zich willen wijden aan het moeielijke
waar zoo noodige werk der verpleging.
Met een krachtige aansporing tot al dezen
arbeid, besloot de spreker zijne bezielde toe-
spraak, die door het talrijk gehoor met steeds
klimmende aandacht en belangstelling ge-
volgd werd.
Schiedam, 18 Maart 1892.
Bij de Vrijdag 11 dezer te 's-Gravenhage
gehouden akte-examens voor nuttige hand-
werken zijn o. a. geslaagd de dames J. van
der Spuij en A. C. W. Hickendorf, beiden
te Schiedam.
Bij de Dinsdag te 's-Hage gehouden exa-
mens in nuttige handwerken is geslaagd mej.
A. Schram te Schiedam.
De oudste ingezetene onzer gemeente,
Beeletje van Meurs, geboren 17 Juni 1795,
denzelfden stempel voorzien als de vo-
rigen, een brief van Delver en een kist
met sleutels, loopers en breekwerktuigen
al te maal getuigen tegen hem, zoodat
hij zich door zijne leugens niet langer
kunnende redden, ten laatste tot de be-
kentenis kwam, dat hij boer Hendriksen
bestolen had.
Welk een treurig menschenleven was
dat van Jarks 1
Uit een onwettig huwelijk geboren had
hij zijn kinderjaren meest bedelende op
straat doorgebracht, en was hij in han-
den geraakt van een kermistroep, die
door alle landen trok en zelden iets goeds
achterliet. Daar leerde hij allerlei kun-
sten, maar ook vloeken, vechten. drinken,
dobbelen, alles, behalve een eerlijk hand-
werk, dat toch om een duitsch spreek-
woord te gebruiken, een gouden bodem
heeft. Ten gevoJge van een twist met
het hoofd der troep, werd hij weggejaagd
is 17 dezer in het St.-Jacobs-gasthuis over
leden.
Den 13n Juli a. s. zal in het bosch van
graaf Van Rechteren Limpurg, te Almelo,
een zendingsfeest gehouden worden.
Een billijk en aannemelijk yoorstel.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland stel-
len na ingewonnen inlichtingen aan de Pro
vinciale Staten van dat gewest voor het vol-
gende te besluiten
lo. Als uw gevoelen uit te spreken, dat
de oprichting van een provinciaal ge
neeskundig gesticht voor krankzinni
gen vooralsnog niet wenschelijk is.
2o. Ons te machtigen overeenkomsten aan
te gaan tot het doen opnemen van
arme krankzinnigen uit deze provin-
cie in de gestichten te Coudewater,
Dordrecht en Loosduinen.
3o. Ons op te dragen in de Zomerverga-
dering nadere voorstellen te ontwer-
pen met de nieuwe regeling.
Het beginsel van gelijkstelling voor elke
godsdienstige richting wordt hier gehuldigd.
De Roomschen kunnen dan hunne krank
zinnigen te Coudewater doen verplegen door
geestelijke broeders en zusters.
De neutraliteitsvoorstanders te Dordrecht,
terwijl zij, die aan eene Christelijke verple
ging de voorkeur geven, gebruik kunnen
maken van het gesticht te Loosduinen. Zoo-
doende wordt niemands geweten geweld aan-
gedaan
Naar het D. v. N. verneemt, luidde het
advies van den Raad van State omtrent het
dezer dagen ingediend wetsvoorstel tot tij-
delijke voorziening in den nood dergemeen-
ten zeer ongunstig. De Raad moet het ont-
werp praematuur vinden.
De opper-ceremoniemeester maakt bekend
dat het Hof, ingevolge de bevelen van H. M.
de Koningin-Regentes, ingaande den 17en
dezer, den lichten rouw zal aannemen voor
den tijd van veertien dagen, wegens het
overlijden van Z. K. H. Lodewijk IV, groot-
hertog van Hessen en den Rijn.
Hare Majesteit de Koningin-Regentes heeft
gisteren een bezoek gebracht aan den ko-
ninklijken grafkelder te Delft en legde eenige
palmtakken neder op de lijkkist van Koning
Willem HI.
H. M. heett laten vervaardigen en doen
plaatsen twee geslagen ijzeren hekken tus-
schen de pilaren en den muur in den graf
kelder te Delft, waardoor eene nieuwe plaats
verkregen is, welke ruimte biedt voor drie
grafsteden.
Op last van H. M. is gisteren in die ruimte
geplaatst de kist, bevattende het stoffelijk
verschot van Z. M. Koning Willem III, in
- nwoordigheid, ingevolge Harer-Majesteits
veilangen, van generaal graaf Dumonceau,
adjudant-generaal, en kapitein jhr. De Ranitz,
adjudant en particulier secretaris van H. M.
De commissaris van den koninklijken graf
kelder, de burgemeester van Delft, woonde
mede deze verplaatsing bij, welke op pas-
sende wijze volbraclit werd. De laatste
rustplaats van onzen vorst is nu in een aan
drie zijden open vak overgebracht.
Dientengevolge is thans de kist van Koning
Willem III, tot dusver rustende boven het
gral van Z. K. H. Alexander, prins van Oranje,
geplaatst tegenover die van Koning Wil
lem I. (IV. R. Ct.)
HH. MM. de beide Koninginnen zullen in
Juni a. s. aan Groningen een bezoek bren
gen.
Het wetsontwerp, gisteren bij de Tweede
Kamer ingekomen tot goedkeunng van inter-
nationale overeenkomsten totbeschermingvan
den industrieelen eigendom,strekttot bekrach-
tiging van de op 14 en 15 April 1891 door
de gevolmachtigden van Nederland en eenige
andere Staten onderteekende overeenkoms
ten lo. schikking betreffende de internatio-
nale inschrijving der tabriek en handelsmerken
2o. een protocol betreffende vaststelling der
ir.komsten van het international Bureau der
Vereeniging ter bescherming van den indus
trieelen eigendom 3o. een protocol bepalende
de uitlegging en toepassing der overeenkomst
en nu stond hij op zestienjarige leeftijd
moederziel alleen in een vreemd land,
zonder geld, zonder vrienden, zonder
iemand, die hem van het pad der zonde
op den weg des rechts en des heils zou
leiden
Wat zou hij nu beginnenf
Hij moest toch leven, moest in zijn
onderhoud voorzien, maar ihoe Hij had
niets geleerd dan een we nig goochelen
met de kaart, springen over een paar
stoelen en zich te wringen in den vorm
van een kikkert, om zoo over den weg
te kruipen. Maar dit was een schrale
broodwinning, en dikwijls had hij te kla-
gen over te veel dan over te weinig ge
brek aan eetlust. Zoo bracht hij een
paar weken door totdat hij in aanraking
kwam met een man, die er zijn werk
van maakte anderen te berooven, door
middel van valsche sleutels en loopers
de woningen bi nnendrong en meenam
wat hem het beste en voerdecligste toe-
van 20 Maart 1883 betreffende de vorming
van genoemde vereeniging.
Nu meldt het Hbl. weer, wat den gordeltijd
betreft, dat de minister van waterstaat geen
plan heeft in eenig opzicht, behalve bij de
spoorwegen, met dien tijd rekening te hou
den. De spoortijd zal wel 20 minuten atwijken
van de klok aan het postkantoor, doch beide
bedoelen hetzelfde oogenblik en wel hetzelfde
oogenblik als thans, voor 1 Mei. In het
burgerlijk leven zal dan geen verandering
komen, behalve dat men van deu spoorweg
gebruik willende maken, eraan denken moet,
dat de klok daar 20 minuten vroeger wijst.
De vraag is echter, waarom de minister
van binnenl. zaken dan heeft aangeschreven,
dat de stadsklokken moeten worden verzet
De nieuwe overeenkomst, door de Regee-
ring met de Billiton-Maatschappij gesloten,
en ter behandeling waarvan de aandeelhouders
tegen Zaterdag 2 April zijn bijeengeroepen,
is aangegaan voor den tijd van 35 jaar, van
1 Mei 1892 tot 30 April 1927. Terwijl elk
prelevement van de bruto-opbrengst, in het
vorige contract ten bate van den Staat be-
dongen, is vervallen, is daarentegen een vaste
verhouding voor de verdeeling van de netto-
winst aangenomen, zoodat de Staat 5/» en de
Maatschappij s/g van de' netto-winst zal ge-
nieten. De extra uitkeering aan aandeelhouders
der eerste rubriek, zoomede de uitkeering
aan de Erven Landry wordt van de s/g der
Maatschappij afgenomen.
Met renten en aflossingen van geldleenin-
gen, buiten goedkeuring des ministers van
Kolonien gesloten, heeit de Regeering niets
uitstaan, evenmin als met tantiemes aan
directeuren. De baians der Maatschappij
moet goedgekeurd worden door den minister
van Kolonien. De uitdeeling van het winst-
aandeel aan den Staat zal geschieden gelijk-
tijdig met de uitkeering van het dividend
aan de aandeelhouders. Ten aanzien van het
geval van liquidatie der Maatschappij is be-
paald dat die alsdan binnen drie jaar zal
moeten zijn atgeloopen, terwijl, na aftrek van
de waarden van de bezittingen, de Staat alsdan
eveneens recht zal hebben op 5/s van het saldo.
Een regeerings commissie zal zoowel in
Nederland als in Indie worden aangesteld.
Uitgifte van woeste gronden op Biliiton
zal door de Regeering niet mogen geschieden
zonder de Maatschappij gehoord te hebben,
die een voorkeur zal genieten boven anderen.
Ten aanzien der houtbekappingen blijven de
bestaande bepalingen gelden.,
Indien de Maatschappij haar bedrijf ge-
durende drie achtereenvolgende jaren mocht
staken, wordt de concessie beschouwd als te
zijn vervallen.
De bestaande overeenkomst, die 23 Maart
1892 zou eindigen, wordt, in afwachting van
de beslissing over de nieuwe conventie, ver-
lengd tot 30 April 1892.
De heer Van Houten, lid van de Tweede
Kamer, heeft zich bereid verklaard als spreker
over de financieele ontwerpen van den mini
ster Pierson op te treden in eene op Dinsdag
29 Maart te houden openbare bijeenkomst
van de kiesvereeniging »s-Gravenhage."
Tot kommandeur der Nicham Iftikhar orde
van Tunis is benoemd de heer Hulst, Pro
vinciaal Inspecteur der directe belastingen,
ir.voerrechten en accijnzen te Amsterdam.
Bij de Haagsche Kamer van Koophandel
en Fabrieken is ingekomen een schrijven van
den Minister van Waterstaat met verzoek
om advies omtrent bezwaren van binnen-
schippers tegen de termijn van lossing bepaald
in art. 457 Wetb. van Kooph. (Dit artikel
stelt de schepen van de binnen vaart gelijk
met zeeschepen ingevolge de bepaling van
art. 748 idem.
Besloten werd den Minister te kennen te
geven dat, althar.s voor zooveel Haagsche
toestanden betreft, voor schepen van 50 last
of minder drie losdagen (achtereenvolgende
werkdagen) voldoende zijn.
Door den onlangs te Haarlem overleden
dr. K., is het grootste gedeelte van zijn aan-
zienlijk fortuin bestemd tot een wetenschap
pelijke stichting, onder toezicht van het
gemeentebestuur zijner laatste woonplaats.
schecn. Met dezen man bleel hij onge-
veer een half jaar te zamen, toen zij op
eenen nacht in het huis, waar zij inge-.
broken hadden, werden gevangen genomen
en tot tuchthuisstraf veroordeeld.
In dit tuchthuis bevond zich ook Del
ver, dien hij echter slechts een paar malen,
en dat, nog wel toevalligerwijze, te zien
kreeg. Delver was, gelijk men dit noemt,
vroeger reizende op zijn handwerk en had
werk gevonden aan een groote smederij.
Stil van aard als Delver was, en zich in
zijne vrije uren liever bezig houdende met
nuttige lectuur, werd hij onophoudelijk
door zijne medgezellen geplaagd, uitge-
lachen en bespot, omdat hij niet verkoos
met hen de herbergen te bezoeken. Hier-
tegen op den duur niet bestand, ging
hij met hen mede. Slechts e^nmaal,
maar die eene keer kwam hem duur te
staan,
Wordt vervolgd.)
l