"•Jlureau: BOTERSTRAAT No. 50. 27ste Jaargang. Zaterdag 24 October 1903. No. 1396. Gered te elfder ure. FEUILLETOIM. ABONNEMENT: Per drie maanden25 Franco per post35 Enkele nommers9 ADVEKTENTIEN: Van 1—6 gewone regels50 cent. Iedere regel meer8 j, Advertentien 3 maal gepl. worden tegen 2 maal berekend. Ultgovers s GEBR. VA.NT NOORTWIJK. CRITISCH. „Het Volk" raadt zijn lezers aan tegen over sommige berichten der „bourgeois- pers" een critisch standpunt in te nemen. Nu we kunnen dit zeer goed begrijpen, want berichten als het volgende zijn verre van aangenaam „Armentieres is in staat van beleg verklaard Uit de berichten over het optreden der stakers blijkt, dat dit een zeer noo- dige maatregel was. De verslaggever van de „Temps," die sedert vier jaren de onlusten, uit stakingen voortgekomen, volgt, beweert nergens nog zoo iets te hebben bijgewoond. Het is een volmaak- te op stand met diefstal en roof, een opstand, die gevoerd wordt onder de oogen der beschermende macht. V66rdat men tot de feitelijkheden overging, waren de gemoederen door redevoeringen van den burgemeester van Hauppeline, een strijdvaardig socialist, en Jules Guesde opgezweept. 6000 stakers waren er bij- een, die, den kapitalisten dood en ver- derf toeschreeuwende, zich op de win- kels en woonhuizen wierpen. Het was een ware plundertocht, welke Dinsdag is gehouden en er is .voor 100.000 fr. vernield en gestolen. 's Nachts was het schijnbaar rustig maar men had van de iduisiernis gebruik gemaakt om straten op te broken en op manshoogte ijzerdraad te spannen, om de cavalerie het manoevreeren te be- letten. Maar het werd den socialistischen bur gemeester toen toch bang om het hart. De buitensporigheden der partijgenooten die een formeelen oorlogstoestand in bet leven hadden geroepen mochten geen voortgang hebben. Met kracht spoorden de leiders aan tot een zachtmoediger optreden, terwijl ze de gepleegde daden van vandelisme ten zeerste laakten, al schreven ze die ook toe>, niet aan de werklieden, maar aan boosdoeners, die uit de herrie voordeel wilden trekken." Natuurlijk komt „Het Volk" ons nu ver- tellen, dat dit alles wel ,wat overdreven is en dat de menschen, die zoo han- delden, anarchisten zijn en geen socialis ten, want dat zijn brave menschen, die niet slechts over de Koningin, maar over al bun tegenstanders spreken „met de rid- derlijkheid, een socialist eigen." (Men zie hieronder). Wat ons echter verheugt is, dat de menschen inderdaad den raad van „Het Volk" opvolgen en „critisch" komen to staan niet slechts tegenover zulke be richten, maar zelfs tegenover de hedrijvers van deze euveldaden. Ja tegenover heel de socialistische partij. Dit hebben de laat- ste gemeenteraadsverkiezingen in Belgie opnieuw bewezen. Daarbij hebben de so cialisten heel wat verloren; een bewijs, dat ook bij de arbeiders in Belgie het 2) {Slot Na eenigen tijd opende de gewonde de oogen. „Waar ben ik?" fluisterde hij flauw. „Houd u bedaard," antwoordde de weduwe. „Ge zijt bij vrienden. Zoo God wil, zult ge gauw weer beter zijntot zoo lang blijft ge bij ons, en 'tzal u aan niets ontbreken." Een oogenblik bleef de man. rustig liggen. Toen echter scheen hij zich plotse- ling het gebeurde te herinneren; zijne ge- laatstrekken veranderden, woest zag hij rond en riep uit: „Weg, wegl Ge zult me niet helpen. O, ik meet sterven I Sterven; ja, ik heb het verdiendl Weet ge wie ik ben? Ha! vroeger was het anders met me gesteld; maar nu 1 Ik was hier, gezond verstand weer boven komt en ze uit de nevelen en spinnewebben van klas- senstrijd enz. beginnen los te raken. Zulk een critisch standpunt lijkt ons uitstekend en we verwachten van de Ne- derlanders, dat z© buitengewoon critisch zullen staan tegenover alles, wat de so cialisten zeggen en doen. Zulk een critisch standpunt is broodnoodig. Y OLKSOP VOEDIN G. De socialisten zijn de volksopvoeders, wij behooren volgens hen tot de volks- verdommers. Een staaitje van die heer- lijke opvoeding werd Maandag-avond j.l. gegeven in „Plancius" te Amsterdam. De redenaar van dien avond zei o. a.„Als Kuyper zijn lompen poot op de arbeiders- beweging zet, zeggen die heeren (Talma en Van Vliet): Wat Kuyper doet, is wel gedaan." Op die uitdrukking volgde gelach en applaus. Dienzelfden avond hoorde men daar „den geachten referent" zeggen, dat hij „waarachtig wel wat anders te doen had dan zijn tijd met Reens te verdonderjagen 1" Alweer applaus En wie zei dat? Zeker zoo'n anarchistje in den dop of een adspirant-lid van de socialistische jongelingsvereeniging? Vol- strekt niet; dat zei iemand, die het reel' heeft voor zijn naam te schrijven „Mees- ter," dat is gesproken door den grooten leider der socialisten, door Mr. P. J. Troel- stra! Maar dan hebben we dit zeker gelezen in een „bourgeois-blad," waartegenover men altijd „critisch" moet optreden? Ook al niet. We lazen het in „Het Volk," dat een verslag van bijna zes kolom gaf over die vergadering. Prachtig voorbeeld, dat de intellectu- eelen geven I Opvoedend in hooge mate OVERAL EENDER. De socialisten zijn overal zoowat de- zelfde; het feist zijn ze gebeten op hen, die de arbeidersbeweging in een ander dan het socialistische spoor willen leiden. Zoo schreef de Londensche correspondent van „Het Volk" laatst over een verkiezing in Engeland, waarbij o.a. als candidaai op treden de socialist Hyndman en de radi- caal Maddison; de laatste is leider der niet-socialistische arbeidersbeweging. Na tuurlijk neemt de correspondent het den radicalen hoogst kwalijk, dat ze het durven wagen om met een tegen;candidaat te ko men; dat mogen de socialisten wel doen, maar voor ieder ander is het een dood- zonde. En dan vertelt die correspondent ons het volgende: Maddison heeft verleden week te Strat ford ondervonden welk een verbittering hij door zijn treurige handelwijze onder om bij u in te breken. Ik dwaalde om het huis rond, en toen toen zag ik u lezen en bidden. Toen dacht ik aan m'n moeder, die ook vroeger vaak met me gebeden had, en ik moest weenen, toen ik daaraan .daeht. 0, hoe diep ben ik gezonken! Ik wild© aan de bel trekken en u waarschuwen voor m'n makkers, die uw huis omgaven. Maar, wee mij I De duivel was sterker dan ik. i— Hij lachte me uit, en ik? Ik begon uw© deur open te breken. Maar Hier scheen den zieke de kracht te verlaten. Hij had slechts met de grootste inspanning gesprokfei, en meermalen werd zijne mededeeling door luid gesteun on- derbroken. D© oogen gesloten, lag hij zwaar ademhalend terneer. De vrouwen ween- den. Na een poos opende hij weder zijne oogen. „Weent niet!" riep hij. „Ik heb het aan u niet verdiend. Hoort verder! Het onweer kwam op, en toen ,werd ik bang. Mijne makkers hadden mij tot hun aan- voerder gekozen; maar nu vloden ze en lieten me jn den steek. O, welk een angst overviel me 1 De bliksemstralen sche- nen slechts mij te gelden. Waar zou ik de arbeiders tegen zich heeft opgewekt. Hij zou aldaar in de stadshal voor de cooperatieve vereeniging over de fiskale hervorming en de volkswelvaart spre ken. De plaatselijke socialisten waren voor- nemens een georganiseerd protest tegen zijn kandidatuur te uiten door een daar- toe strekkende motie voor te stellen. Doch de arbeiders, die bij honderden de meeting bijwoonden en grootendeels be- hoorden tot de central© werkplaats van de Great-Eastern Spoorweg konden, jam mer genoeg, hunne verontwaardiging niet bedwingen en gaven bij Maddison's verschijnen op hot podium daaraan zoo luidruchtig en onstuimig uiting, dat Mad dison het raadzaam vond, zonder een woord te hebben geuit, de plaat te poet- sen. De socialisten konden pas de ge moederen kalmeeren en de orde her- stellen toen hij vertrokken was. Daarna stelden zij hun protest-motie, die bij de acclamatie aangenomen werd." De Franschen ,zouden zeggen: „Tout comme chez nous," en wij zeggen: „pre- cies als bij ons." Kan men iemand niet overtuigen, dian overschreeuwt men hem; door geweldig lawaai maakt men de ver- gjadering onmogelijk en houdt dan zelf een sjamenkomst, waarin men alleen baas is, zonder tegtenstander, om dan den volke kond te doen, dat bij acclamatie sus en zoo besluten is. Dat die .levenmakers geen socialisten wa ren, spreekt yan zelf; die zijn zelfs in hun spreken hoogst fatsoenlijk en behan- delen hun tegenstanders steeds „met de ridderlijkheid, den socialisten eigen" (zie hierbove-n.) Maar't waren toch zeker geen vrienden van Maddison, wel van Hynd man, den socialist. Welnu, dan denken we aan het rijmpje „Waar ge mee verkeert, wordt ge ook geeerd." De lawaaimakers en de socialisten waren daar bondgenooten evenals in April op onze meetings in Nedertand. 'tGaat moei- lijk de socialisten met zulke vrienden en zulke kiezers geluk te wenschen! REACTI0NAIR. Wanneer we een poging wagon om den vaccinedwang af te schaffen, zijn we re- actionair; vragen we verlost te worden van den leerdwang, we behooren tot de reactie; trachten we aan de vrouw de juiste plaats te ge-ven, die haar krachtens do schepping toekomt, zoo behaalt de re actie een overwinning; handhaven we het gezag, dan viert de reactie hoogtij. We aanvaarden dit alles en nog veel meer en troosten ons den naam reactio- uair. De man, die een oude muurschilde- ring van kalk ontdoet; de kunstenaar, die mij voor hen verbergen? Daar zag ik de schuur, ik spoedd© me er naar toe. Op dat pogenblik schoot een verblin- dende bliksemstraal neer, een pntzet- tend gekraak volgde, ik voelde ee!n vreeslijken slag." Het bloed liep me uit den mond; ik werd tegen den grond ge- slingerd, .stiet nog een angstkreet uit, en toen wist ik niets meer." Weer zweeg de gewonde. Toen, na een pauze, begon hij weder, terwijl een uitdrukking van den grootsten angst zich over zijn hleeke trekken verspreidde „En nu God heeft me gestraft. Ik moet sterven, ik moet ^terven! Maar ik k a n niet sterven. Ik heb hier den slag gevoeld. Maar wat zullen de slagen daar zijn I O, hoe verschrikkelijk zal het yuur zijn! Ik sterf, ik ga voor eeuwig verloren. O, goede yrouwen, bidt voor me! Bidt, wat anders kunt ge niet meer yoor me doen. Ik voel het, ik zal niet lang meer leven. O, mijn ziel, mijn arme ziel 1 Is er dan geen redding meer mogelijk?" De angst van den ongelukkige nam toe van seconde tot seconde. Een ver- twijfeld, van de pijn zijner ziel getui- prachtige pilanen opnieuw t© voorschijn brengt; de schilder, die een dikke laag ver- nis van het kunststuk verwijdertzij alien zijn reactionair, want ze doen een daad tegeno vergesteld aan de daden van hun onmiddellijk© voorgangers. Toch zal tijd- genoot en nageslacht hen prijzen. Zoo op- gevat, verwachten we van ons tegenwoor- dig ministeri© nog vele reactionaire da- d©n, waardoor zie de fundamenten onzor Christelijkie samenleving ontblooten om dan daarop voort te bouwen op dezelfde wijze als onze vaderen dit verstonden in den bloeitijd onzer historie. De vorm moge verschillien, het wezen moet d'aaraan gelijk zijn. Als we aan een station stil gestaan heb ben en de machinist stoomt achteruit, dan is hij ook reactionair, maar de reizigers maken-zich nog niet ongerust; ze weten, dat men eerst over het doode punt heen moet. Reactionair en reactionair zijn twee: voor een socialist is het natuurlijk een heel ander begrip dan voor ons. Binnenlandsche Berichten. Schiedam, 23 October 1903. Grondaanvrage. In zake de grondaanvrage van M. Oranje, een strook grond voor zijne woning aan de Groenelaan tusscben de vroegere en de nieuwe rooilijn, adviseeren B. en W. in gunstigen zin. Zij zijn van meening, dat het bebouwen van de strookjes grond tusschen de huizen en de rooilijn van gemeentewege zooveel mogelijk moet bevorderd worden. In het concept-besluit wordt die strook grond, groot circa 60 cA., voorgesteld te verkoopen a II per cA. en de teekening van den bouw aan de goedkeuring van B. en W. te onderwerpen. Volkshuisvesting. Ons wordt verzocht het volgende te willen plaatsen Het voorloopig bestuur der op te richten vereeniging tot verbetering der volkshais- vesting heeft door de algemeene verspreiding der ontwerpstatuten, doel en streven zoo goed mogelijk ter kennis van de ingezetenen gebracht. De den bestuursiedm toegezonden in- schrijvingsbiljetten vertegenwoordigen echter nog geen voldoend kapitaal, om voort te kunnen gaan. Toch is het bestuur van meening, dat er in onze stad velen zijn, die zulk een groot volksbelang wiilen helpen bevorderen, te meer wijl zij daarvoor gend steunen ontwrong zich aan zijne borst. De vrouwen waren ten diepste ge- schokt. Daar kromde zich een zondaar aan haar voeten, die reeds op aarde door den straffenden arm der Goddelijke ge- rechtigheid was getroffen. Doch nog wias het tijd, jiem op den weg des heils op- merkzaam te maken. Zoo eenvoudig mogelijk, maar met over- tuigende kracht, verhaalde de weduwe den boetvaardigen zondaar van het volbrachte werk van Christus en van de redding, die daarin aangeboden wordt aan ieder, die in het geloof nadert. De ongelukkige luisterde met gespannen opmerkzaamheid. De boodschap des vre- des klonk hem klaarblijkelijk als zoete mu- ziek in de ooren; maar nog kon hij niet gelooven. „Neen, neenl" riep hij, terwijl groote zweetdroppels op zijn voorhoofd zicht- baar werden, „het kan niet zijn! Ik ben een te groot zondaar 1 O, wanneer u wist, welk een leven ik geleid jieb I Neen' ik ben te diep gezonken. God heeft me vaak gewaarschuwdmaar ik heb er geen acht op geslagen. Neen, ik heb te NIEUWSBLAD voor Schiedam en Omstpeken. Ct. j

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Nieuwsblad voor Schiedam en Omstreken | 1903 | | pagina 1