De ontwerpen van architect Sanders in Oost Jan 4ever Arbeiderswoningen en bedrijfspanden uit de jaren twintig Woningwetvan 1902 Volkswoningen Renovatie Logo Waterstokerij 5 Oost Reporter jaargang 1 nummer 1 Door: Erik Vellinga De opening van de Nieuwe Passage in het najaar van 1995 is hoogstwaarschijnlijk aan niemand voorbij gegaan. Er waren veel activiteiten in de Schiedamse binnenstad. Ook verscheen in dit kader het boekje 'Enige versiering zou echter wel gewenscht zijn een uitgave over het leven en werk van architect Piet Sanders (1882-1937). Sanders ontwierp de 'oude Passage die op 29 juli 1932 werd geopend onder toeziend oog van belangrijke Schiedammers. Wat veel mensen echter niet weten is dat deze Schiedamse architect meer heeft ontworpen voor zijn geboortestad. Wat dacht u van het Volksbadhuis, het St. Jacobs Gasthuis, het Weeshuis der Hervormden, drukkerij Roelants, een aantal villa's en vele arbeidershuizen. Van de laatste categorie staan er enkele in Schiedam Oost. Een van Sanders ontwerpen in Oost Begin jaren '20 heeft Sanders voor Schiedam Oost 301 huizen ontworpen, vier winkelpanden en een waterstokerij. Verspreid over vijf jaren heeft hij hier in vier fasen aan gewerkt. In 1920 ontwierp hij de eerste woningen en winkels. De panden staan er nog steeds en zijn te vinden in de Oosterstraat, Van Swindenstraat, Villastraat, Wattstraat, het Edisonplein en de Van Leeuwenhoeckstraat. Alle ontwerpen waren in opdracht van de Vereniging Volkshuisvesting. De invoering van de nieuwe woningwet in 1902 vond plaats in een periode waarin men steeds meer oog kreeg voor sociale omstandigheden. Huisvesting viel hier uiteraard ook onder. Aan goede huisvesting voor arbeiders en hun gezinnen werd in toenemende mate aandacht besteed. Zo ook in Schiedam waar in 1903 de Vereniging Volkshuisvesting werd opgericht. Doelstelling van de vereniging was goede en goedkope woningen te bouwen. Bij de bouw van de woningen lette men vooral op hygiene en de indeling van het huis. Achter het ontwerpen van dergelijke huizen gingen theorieen schuil over hoe 'de arbeider' zou moeten leven. Zowel in het belang van de arbeider en zijn gezin, als in het belang van de maatschappij. Het bouwen van dergelijke verantwoorde woningen werd mogelijk gemaakt door de eerder genoemde woningwet. Met behulp van deze wet konden verenigingen zoals de Vereniging Volkshuisvesting gunstige kredieten verkrijgen. Architect Sanders is vanaf het begin betrokken geweest bij de vereniging maar werd pas in 1905 officieel benoemd tot 'huis- architect'. Vervolgens heeft het nog enige jaren geduurd voordat er volks woningen in Schiedam Oost werden gebouwd. De vereniging begon met percelen in West (Fabristraat) en de Gorzen. In Schiedam Zuid liet de Vereniging Volkshuisvesting dan ook de meeste ontwerpen van Sanders uitvoeren. De woningen van Sanders in Oost zijn in de jaren tachtig in drie fasen gerenoveerd. De panden zijn hierbij enigszins veranderd, vooral aan de achterkant. Aan de veranderingen kan men zien in welke fase een pand is gerenoveerd. De eerste fase vond plaats rond 1984 in de Wattstraat. In 1986 werd de andere zijde van de Wattstraat gerenoveerd. De derde renovatieronde was in 1987. Een kenmerk van deze renovatie is dat er over de oude kozijnen nieuwe zijn geplaatst. Hierdoor is het relief in de panden voor een groot deel verdwenen. De kozijnen liggen nu niet meer in de muur maar zijn op gelijke hoogte met de muur gebracht. Tijdens de renovatie is het totaal aantal 'Sanders-huizen' afgenomen omdat een aantal huizen zijn uitgebreid; van drie woningen zijn twee woningen gemaakt. Aan de buitenkant is dit haast niet te zien behalve in de Villastraat waar op Ik ben dood, maar mijn geest leeft voort. Er is een straat naar mij genoemd in het Westen van uw stad: de Aleidastraat. Mijn stoffelijke resten liggen begraven in Valenciennes, naast die van mijn man, Jan vanAvenes. Er is een standbeeld van mij gemaakt en dat staat op het Museumplein. Dat standbeeld is terecht, maar verkeerd. Ik bedoel: een standbeeld verdien ik, maar dan wel op een plaats die past. Ik ben dan ook vast van plan om mijn standbeeld te laten verplaatsen. Dichter bij het huis waar ik woonde en waar mijn geest zich ook wat makkelijker met de bestuurlijke zaken van de stad kan bemoeien. Zolang dat niet kan door al die bouwwerken laat ik de raadsver- gaderingen maar naar mij toekomen. Invloed heb ik nog steeds. Maar laat ik eerst iets over mezelf en m 'n familie vertellen. U heeft er recht toe om dat te weten, want tenslotte leef ik voort als stichteres van Schiedam. Mijn vader staat in de geschiedenis- boekjes als Floris de Vierde, graaf van Holland en mijn moeder heette Machteld van Brabant. Ik heb m 'n vader nauwelijks gekend, op m 'n vierde liet hij in Zuid- Frankrijk het leven bij een steekspel. Hij was pas 24 jaar. M'n moeder bleef zitten met vijf kinderen. Ik had twee oudere broers: Willem en Floris en twee jongere zusters: Margaretha en Machteld. In 1246, op m'n zestiende, ben ikgetrouwd met Jan. Ik heb hem zeven kinderen geschonken, eerst zes zonen en toen dochter Johanna, zijn trots. Maar wat heeft hij slechts kort van het schaap kunnen genieten: op 24 december 1258 bleef een stuk van het kerstmaal in z 'n strot steken. Daar zat ik dan, een 28-jarige weduwe met zeven kinderen. Bij ons huwelijk had m 'n broer Willem mij een stukje uit ons familiebezit, het Schotse graafschap Garioch (boven Aberdeen), in leen gegeven. We kwamen er nu en dan. Het was er altijd koud en vochtig, maar toch kwam ik er met genoegen. Jan trouwens ook. Ze maakten daar een drank waar hij maar niet genoeg van kon krijgen. En het maakte hem zo diepzinnnig, daar bij het knappend houtvuur. Te zijner nagedachtenis heb ik de Schiedammers er ook aan willen helpen. "Jan 4ever" had het het moeten heten, maar ze hebben de 4 over het hoofd gezien. Altijdproblemen met cijfers! Van de verbastering hebben ze een produkt gemaakt dat alleen op recept verkrijgbaar had moeten worden gesteld. Van de vrije consumptie van dat bocht heeft het nageslacht trauma's. Een veelbelovend, doch onbevangen raadslid had in een ver land op straat een fles met echte drank doen rond gaan onder raadsleden-reisgenoten. Die vonden dat echter geen goede reclame voor de stad. Had het dan jan ever moeten zijn? Het dispuut dat erop volgde! Niemand wist waar het over ging en dat moet dan een volksvertegenwoordiging voorstellen. Ik kon het niet longer aanzien en heb Van Dijk, van de scheepsbouw-enquete, maar weer eens op pad gestuurd. Die had het lekgauw boven en de boel uit de knoop. Als m 'n broer Willem niet in 1256 gesneuveld was tegen de West-Friezen en m 'n broer Floris dat toernooi in Antwerpen in maart 1258 had overleefd was het allemaal anders gelopen. Ineens was ik tutrix van Floris de Vijfde en waarnemer van zijn zaken tot hij daartoe zelf gerechtigd was. Vier was hij toen, net als mijn Willempie. Ik moest de boel in Holland en Zeeland bij elkaar gaan houden. Een nachtmerrie is het geworden. Ik blijf ermee bezig! Aleida een aantal plaatsen een houten plaat in plaats van een deur is te zien. Wat nog wel herkenbaar is op een aantal plaatsen in de wijk is het logo van de Vereniging Volkshuisvesting. Vaak is het aan beide zijden van de straat te zien met een V en een H door elkaar heen geschreven. In de Stephensonstraat vindt u hier een voorbeeld van. De waterstokerij, waar men vroeger heet water en andere huishoudelijke benodigd- heden kon kopen, is geheel verdwenen. Deze heeft gestaan op een hoek van de Wattstraat. Op deze plaats is nu een ingang naar de tuinen van een aantal huizen. Ook zijn hier bergingen gebouwd voor de omliggende woningen. Niets herinnert nog aan een waterstokerij. De arbeidershuizen van Sanders bepalen echter nog steeds het aanzien van de buurt. Ruimte voor uw advertentie

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Oostreporter | 1996 | | pagina 5