11
bewustzijn van eigen scliuld en verzuim. I)at de volksleiders zooveel vat
op liet volk kregen, was liet gevolg van de onderlinge vervreemding der
klassen. Die vervreemding langzainerkand te doen verdwijnen en de klassen
tot elkander te brengen, dat werd liet doel van den door Mr. A. H.
Koning c. s. opgerickten Bond van Orde door Hervorming. Deze ge-
benrtenissen in liet Noorden werkten na ook in liet overige Nederland,
en gaven o. a. bet aanzijn aan den Oranjebond van Orde in Utrecbt, die
wel niet tot een samensmelting met den Bond van Orde door Hervorming
kon geraken, maar daarmee toch een is in bet geloofzonder sociale
liefde kan bet roode spook niet worden verjaagd. - Het groote doel van
den Oranjebond is verzoening te brengen tusscben de verscbillende klassen
door bet dubbele middel vanbet aankweeken van een beteren geest en
bet bevorderen van sociale bervorining door claden. In de eerste
en voornaamste plaatsbet aankweeken van een beteren geest. De groote
massa gaat op in eigen belang, in een zoeken naar eigen voordeel, rust
en genot, en ziet alleen zielizelf en zijn naaste betrekkingen, zonder te
erkenncn dat de menscb een deel der massa is, niets uit zich zelf, alles
door gemeenschap. Dat is de oorzaak van den socialen onvrede en de
lieerscbappij van het roode spook. Van dezen toestand maken de sociaal-
democraten gebruik om propaganda te maken voor de ornverwerping van
bet bestaande. En zij sleepen daarbij niet alleen minimum-lijders en onte-
vredenen mede maar ook vele welnieenende, ontwikkelde, fijngevoelcnde
mannen en vrouwen, die bet roode spook een uitmuntenden stormram vin-
den tegen de veel beschermde ongerechtigbeden onzer maatschappij, alsof
niet de liefde, de eenvoudige warme liefde, alleen in staat ware, de ver-
stoorde verboudingen weer in evenwicbt te berstellen. Wat ook de sociaal-
democratie leert over bet ingrijpen van den Staat, bet geneesiniddel en
de goede kracht vindt men in de sociale liefde; en die te prcdiken en
ingang te doen vinden, is liet doel van den Oranjebond van Orde, die
onafgcbroken den kreet laat lioorenDe betere geest, de betere geest
Leert goed zijn, menscben, leert willen, leert moeten, leert de weelde van
bet zich geven, bet gevaar van genotzucht, den prikkel der sociale in-
spanning, leert uw medeinenschen kennen, leert bun behoeften begrijpen,
bun nooden pijlcn, bun harten tot u trekken, en leert de teekenen
der tijden Verstaan!""
Aldus bet eerste deel der brochure. De Oranjebond begint dus met de vol-
gulle erkenning van de ontzettende ellende in de liuidige maatscbappelijkc
toestanden en verboudingen. Een Verbetcring daarin aclit de Oranje
bond oiimogelijk zonder een groote omwenteling in de denkbeelden der
menscben; van daar dat zijn hoofddoel i.-. een dergelijke denkbeelden-
revolutie te belpen bevorderen.
De doofstommen-vereeniging „Door Liefde Saamgebracht".
Xa een bestaan van 10 jaren van bovengenoemde vereeniging werd
een dames-comite samengesteld 0111 een collecte te houden voor deze ver
eeniging, die ten doel lieeft „eene inrichting voor doofstommen van alle
gezindten te verkrijgen, waarin deze ongelukkigen arbeid vinden, tijdelijk
opgenomen kunnen worden en verpleging kunnen genieten". Het verslag
van de werkzaamheden voor deze collecte geeft een scbitterend getuigenis
voor den ijver dezer dames-commissieniet minder dan 500,000 circulaires
werden door baar verzonden; inaar wel teleurstellend zijn de gevolgen
van al dien arbeid: een opbrengst van /'1700 en een jaarlijkscb inkomen
van 201.05 door donateurs en donatrices. De vereeniging is nu aan het
werk en liuurde twee ruime zojders in perceel Xo. 5-4 op bet Damrakte
Amsterdam, waar nu verscbillende doofstommen van 84 uur arbeid
verrichten tegen een maximumlqon van 80 cts. daags.
Lit verslag, gesteld door mej. M. J. Hellingman (Xassaukadc 113, Am
sterdam), is tevens dienstbaar geinaakt aan een nieuwe aanvrage om gel-
delijken steun en om werk voor de doofstommen.
Er zal wel niemand in ons land zijn, die de pogingen dezer vereeniging
niet toejuicht, en die niet erkent de noodzakelijkheid van afdoende zorg
voor. de doofstommen. Maar is bier niet tevens een sprekend bewijs ge-
leverd voor de uitputting van de krackten der philanthropie, die toch reeds
door de steeds stijgende belastingen overal wordt gedrukt? Hoevele der
gelijke voorbeelden zullen er nog noodig zijn om te bewijzen, dat er naar
middelen moet worden uitgezien, zeer spoedig en zeer afdoende, om de
taak van do philanthropie over te nemen, nu deze met al bare opofferin-
gen en energic niet ineer voor baar taak berekend blijkt te wezen nog
daargelaten dat veel philanthropie verkeerd werkt.
Democratische Schetsen.
De eerste der democratische schetsen, uitgegeven door bet bestuur van
den Radicalen Bond is verscbenen onder den titel Democratiscb of Sociaal-
Democratisch". De inboud daarvan komt in bet kort op bet volgende neer
„In den laatsten tijd ziet men kerhaaldelijk de riftlicalen die toch demo-
craten zijn tegenover de sociaal-democraten staan. Waar nu beide partijen
voor alles willen een bebartiging van de belangen der volksklasse, der
misdeelden, en bun einddoel niet bereikt acbten voor en aleer aan alien
de gelegenbeid voor een menscbwaardig bestaan geopend is, waar beide
partijen begrijpen dat dit einddoel niet in eens is te bereiken, erkennende dat
de maatschappij slecbts te hervormen is door geleidelijke ontwikkeling,
daar is liet schijnbaar vreemd dat er zulk een groote strijd tusscben ben is
on^staan. J )it verscbijnsel is te verklaren uit bet feit, dat zij ieder een anderen
wcg willen volgen tot bereiking van bun einddoel. De radicalen willen
beginnen met bet onmiddellijk bereikbare, als bet verbod van overmatigen-
arbeid, de zorg voor goed onderwijs, voor de vrije ontwikkeling van bet
vereenigingsleven, voor vakbladen, gescbriften, zondagsrust, enz., en is
dat alles bereikt dan weer verder nieuwe bervormingen. De sociaal-
democraten daarentegen maken den indruk van bet bereikbare juist niet
te willen, zooals .bleek bij de kieswet-Tak, nu met de grondwetsherziening,
die zij zelfs op bun verkiezingsprogram als eerste eisch stellen, lioewel
zij zelf erkenden dat daarvan ook bij de nieuw te kiezen Kamer niets
te recbt zal komen, in scberpe tegenstclling met de radicalen die niet
zoo dwaas zijn om op een verkiezingsprogram iets anders van bun beginsel-
program te brengen dan wat in de eerste 4 jaren, den tijd waarvoor de
afgevaardigden worden gekozen, bereikbaar wordt geacht. Deze taktiek
van het onbereikbare wordt door de radicalen niet gevolgd, die overtuigd
zijn dat men de zaak der arbeiders bet best dient door telkens zoo spoedig
inogelijk te streven naar betgeen in bun belang bereikbaar is. De parle-
mentaire socialisten daarentegen, ze verlangen telkens bet onbereikbare.
Hun is bet niet te doen om de bervormingen, maar om de propaganda
voor de afschaffing van bet privaat-bezit. En daaraan offeren zij op wat
dadelijk kan gedaan worden in bet belang der arbeiders."
Aldus de korte inhoud.
Er is veel zonderlings in dit eerste vlugschrift der radicale partij.
Voortdurend wordt gesproken van de sociaal-democraten en socialisten,
aan bet eiiid in de laatste alinea duikt plotseling de naam parlementaire
socialisten op; wat is daarvan de bedoe'ling? In den aanvang wordt
het voorgesteld alsof radicalen en sociaal-democraten feitelijk -hetzelfde
einddoel hebben, en wordt bet verschil tusscben ben beiden teruggebracht
tot een verschil in taktiek, aan bet slot duikt zonder eenigen
samenhang met bet voorafgaande de beschuldiging op, dat liet de parle
mentaire socialisten alleen te doen is om de propaganda voor de afschaffing
van bet privaatbezit Willen de radicalen, die toch blijkens den aanvang
van deze sehets hetzelfde einddoel hebben als de socialisten, ook de afschaf
fing van het privaat bezit? (If speelt hun de partijhaat bier parten?
Dit zijn een paar hoofdopmerkingen, die de lezing van deze eerste der
democratische schetsen onmiddellijk naar voren brengt. Het is te hopen
dat de volgende schetsen niet door dergelijke zonderlingheden zullen wor
den ontsierd.
Pers-critiek.
De Ainsterdarnsche C our ant gal in baar nommer van 17 Maart
11. een uitvoerige bespreking en beoordeeling van bet eerste nummer van
„Onze Tijd", waaruit zoo gelieel en al eeri niet-begrijpen sprak en een
lust tot afbreken, dat ik in een ingezonden stuk, geplaatst den 24 Maart,
nader bet doel en streven van ons nieuwe weekblad uiteenzette. Het korte
antwoord, dat de Bed. der A. C. daaraan toevoegde, is de aanleidingtot
dit artikeltje. Daarin wordt o. a. gezegd:
In mijn ingezonden stuk staat: ieder, die leeft midden in
een denkbeelden-revolutie (wat ook al velen niet scbijnen op te merken
Hoe de Red. der'A. 0. daaruit bet woord plotseling" haalt, is mij eenraadsel.
De Red. loochent dus bet verscbijnsel nu weer niet en noemt nu alleen
een oneigenlijk verscbijnsel wat wij een groote werkelijkbeid noemen?
Hoe de Red. der A. C. er aan komt, dat wij de'evolutie-wet loocbenen,
verklaar ik al weer niet te begrijpen, Het gaat toch niet aan zoo iets te
beweren, alleen omdat de Red. der A. C. niet erkennen wil, dat de in
,.Onze Tijd" verkondigde denkbeelden evenzeer door evolutie ontstonden
als die der A. C.
Maar zeer juist lijkt mij de laatst aangeliaalde zin: zeer groot is het
•verschil in opvatting van bladen als de A. C. en een blad als Onze Tijd.
Ik haal deze zinnen uit de A. C. aan, om de lezers van ,,()nze Tijd"
nog een nieuw bewijs te geven voor bet moeielijk-begrijpen der ouderen.
Er wordt niet ronduit gezegd: ja, wij weten dat er velen zijn die zoo
denken, maar dat vinden wij om die en die reden onwaar of onlogiscb.
En ook niet wordt erkend, dat toch ook met de denkbeelden der jongeren
rekening gehouden moet worden, zij het dan ook dat zij aanvankelijk nog
geen kans hebben op een aandeel van beteekenis in het bestuur van den
staat. Meen, bladen als de A. C. trachten zielizelf voor te redeneeren,
dat denkbeelden als die van „Onze Tijd" niets waard zijn, eigenlijk zelfs
onbestaanbaar zijn, om dan met een groote armbeweging alle denken daar-
over en alle notitie-nemen ervan op zijde te zetten. Het is mij persoonlijk
natuurlijk gelieel onverschillig, dat de A. C. aldus handelt; moeielijk is
een andere kandelwijze van eenig partijorgaan te wachten. Maar werpt
het geen treurig licht op bun werk? Ik zal 'de laatste zijn om te ontken-
nen, dat er bij velen die aldus handelen, zeer veel ernst en eerlijkbeid
voorzitten, maar neemt dat iets weg van bet feit, dat zij geen andere
meening dan de hunne bestaanbaar acbten en vooral niets willen weten
van een eigen leven der jongeren, en dat zij aldus de jongeren nog verder
van ben verwijderen dan dezen al van ben afstaan? Red.
(Wordt vervolgd.)
Verkrijgbaar a 3 cts. liij den administrateurJ. F. Sikken, Singel 293, te Amsterdam.
jWat nu (le nailere uitecnzetting der bedoeling betreft, neen, wij gelooven niet
aan een plotselinge denkbeelden-revolutie,
evenmin als wij het optreden van gelieel anders denkende jongeren en liet
uitsterven der „kranige oude garde' iets anders dan een oneigenlijke spreekwijze
kunnen vinden.
Wij zien on de oplossing der denkbeelden on die der geslacliten als een gestadige
aaneenschakeling, een geleidelijke evolutie. Intusschen, waar dr. v. Leeuwen en de
zijnen meenen zich „een nieuw leven te moeten vormen zoowel persoonlijk, als voor
staat en maatschappij daar is de afstand tot onze opvatting zoo gcoot, dat scbier
elk debat onlTegonnen werk schijnt