M 6. Zaterdag 17 April 1897. Eerste Jaargang. Dit blad verschijnt Zaterdags. Prijs per kwartaalf 0.65. Afzonderlijke nommers- 0.05. Redacteur: Dr. J. VAN LEEUWEN. Uitgever Gr. ODE. SCHIEDAM. Prijs der Advertentien per gewonen regel 15 cts. Dezelfde Advertentie viermaal geplaatst wordt drie- Stukken voor de Redactie aan den Redacteur, Advertentien en Abonnementen aan den Uitgever, beiden te Schiedam. INHOUD: Een nieuwe partijforumtie. Arbeid. VI. Natioriale ten- toonstelling van vrouwenarbeid. II. Itadicalisme. Ingezonden. Cor respondents. de mogoiijk; i1--, at men uI. van „rood in de Earner wordt. is er van een Een nieuwe partijformatie. Er komen hierbij twee betrekkelijk uiteenlooponde vragen naar voren, nl. koe de nieuwe partij, die tot een nieuwe partijgroepeering aanleiding zal geven, er uit zal zien, en koe die nieuwe partij kan worden in liet leven geroepen. Het geldt liier niet de scliepping van een louter op principes of theo- rieen s'teunende partij, daarvan liebben wij er nu genoeg. Maar het is er om te doen, de omstandigheden en toestanden geheel te aanvaarden zooals ze zijn, en van daar uit na te* gaan wat er te doen valt. De groote grief tegen ongeveer alle partijen en in bun dienst staande partijbladen is juist, dat zij van de werkelijkheid niet meer willen zien dan in hun stelsel te pas komt, dat zij grootendeels uit onmacht tot zuiver-waarnemen onge veer nooit de dingen in hun ware grootte en hun waar verband zien. Zoolang het mogelijk is dat men tegelijk met zijn betrekking ook van in- zicht verandert, en dat men bijv. als politicus ,,zeer vooruitstrevend" en onmiddellijk daarna als journalist aan eon groot hlad ,,zecr terughoudend" is, soclang ©oh het omgck buiten de Kamer „fk?ts rose' zuiver opmerken over het algcmeen geen sprake, want men heeft hier niet de tegenstelling tusschen uitvoerbaarlieid in theorie -en onuitvoer- baarheid in praktijk maar een eenvoudig van jas veranderen naar gelang van de omgeving. De eerste eisch, die aan de bedoelde nieuwe partij kan worden gesteld, is deze: dat zij volkomen de werkelijkheid aanvaardt zoo als zij is, zon- der eenige nevenbedoeling, en dat zij ten voile de eischen dier werkelijk heid als bestaande erkent, zonder naar eigen stelsel of principe te vragen. De werkelijkheid nu geeft deze gruwelijke tegenstelling: een kleine groep van menschen, die door hun geld onafhankelijk zijn en alle soort van arbeid kunnen koopen tegen door hen vast te stellen marktprijzen, maar ook eischen dat de, immers door hen gekochte, arbeidskracht zich ook in haar denkbeelden volkomen afhankelijk betoont, en daartegen- over de groote massa, die afhankelijk is van hot geld dier weinigen, waardoor zij in staat zullen gesteld worden voor hun verkochte arbeid brood te koopen. Het is niet slechts de handenarbeid, die gekocht wordt. Het is alle arbeid, welke ook. Alleen van de handenarbeid is het meer gezegd en openbaart het zich ook duidelijker, omdat er veel werkeloosheid is. Maar het is overal zoo, waar arbeid wordt gekocht. Een ambtenaar, die het waagt, een denkbeeld uit te spreken strijdend met de inzichten van zijn chef, wordt berispt en ten slotte weggojaagd. En of die ambtenaar nu hoog in rang is of laag, dat doet niets ter zake. En of die ambtenaar thuishoort in de onderwijswereld, in het leger, in de gemeentelijke, provin ciate of rijks-administratie, in de handelswereld, of waar ook, dat is het- zelfde. Zelfs in de zoogenaamd onafhankelijke pers komt datzelfde ver- schijnsel voor: n°. 1 zijn daar de belangen van het kapitaal, n°. 2 de belangen van de kapitaalbezitters, n°. 3 de belangen der partij waartoe de aandeelhouders behooren, enz. tot ten slotte onzichtbaar aehter- aankomt de onafhankelijke persoonlijkheid van den arbeidvoortbrengenden, al is die ook hoofdredacteur. leder zal dat op eigen omgeving kunnen toepassen. En wee dengene, die zich sterk genoeg acht, zich vrij uit te spreken en het afkeurend oordeel van meerderen en ouderen te trot- seeren! sterk zich voelend door de hoogheid en waarheid zijner denk beelden en meeningen en door het bewustzijn dat zelfs de chefs die niet openlijk zullen durven loochenen. Maar dan. zijn carriere! Is het geen schande dat in ons zoogenaamd vrije land een menschenkind zijn meening niet vrijuit mag zeggen zonder. vrees voor zijn carriere? En is het niet treurig, dat de ouderen zelfs zich uit werkelijk goedge- meende zorg verplicht achten, den jongeren aan te bevelen, zoo veel en zoo lang mogelijk hun mond te houden en zich te voegen naar de inzich ten der hoogergeplaatsten Maar er is nog meer. Niet slechts wordt de arbeid gekocht onder de onuitgesproken maar desniettemin zeer bindende verplichting van nooit of- te nimmer een met de belangen der versckillende hoogere en lagere chefs strijdende meening te verkondigen, de kooper gaat nog verder en eischt van den aldus diep vernederden arbeid de voile meerwaarde ter vergroo- ting van eigen bezit. Dat ook aan den arbeid een deel der verkregen winsten zou toekomen, wordt nog grootendeels ten voile ontkend. Zelfs bij erkenning van het reclit van den arbeid op een aandeel in de winst, wordt meestal eerst aan het kapitaal gedacht, omdat dit ,,risico" heeft, alsof de risico van den arbeidvoortbrengenden iets geringer is Deze werkelijkheid nu moet in de eerste plaats ten voile erkend. En dan moet niet worden stilgestaan bij een louter geschiedkundige verklaring van dat verschijnsel en bij een betreuring ervan. Dan moet het gruwelijke en lage en onteerende van zulk een toestand volledig worden gevoeld en das alle streven er op uitgaan aan zoo een immoreelen toestand een einde te ma ken. Het is niet voldoende, dat men onder do leus der democratic op ver- beteringen aandringt en spreekt over besckerming van den economisch- zwakkeren, dat men zelfs het recht op die verbeteringen erkent en ze niet als een gunst of een onvermijdelijk kwaad wil zien aanbrengen.' Daar- mee is de voile werkelijkheid niet erkend en allerminst gebaat. Al maakt men den economisch-zwakkeren zoo sterk als hij zijn kan, zoolang hij met een macht als nu tegenover hem staat heeft te maken blijft hij de zwakste en niet tot onafhankelijkheid in staat. Evenmin is het voldoende een man zoo sterk en krachtig mogelijk te maken om hem in den strijd met een volsterken leeuw gelijk van kracht of de sterkste te doen zijn. Daartoe heeft hij een uitmuntend wapen noodig of moet hij zich zien op te werken tot ,,mythisch held." Men heeft in onzen, tijd den strijd tusschen een oppermachtig kapitaal, in handen van een klein getal personen, en een volkomen afhankelijken arbeid. De afhankelijkheid van den arbeid bestaat niet slechts in zijn onmiddellijke verhouding tot het arbeid-gevend kapitaal maar ook in de. buiten die verhouding omgaande meeningen van den arbeid-voortbren- genden. Verbetering is daar in alleen te brengen door het oppermachtig kapitaal dezen immoreelen invloed te ontnemen, om op die manier de ellendige afhankelijkheid van zeer velen te breken en de meeningen der meesten los te maken van hun maatschappelijke onmondigheid. Het geldt hier den mood om ronduit te erkennen, dat heil te wachten is alleen van maat- regelen, die de overmaclit van het kapitaal vernietigen en de beteekenis en waarde van het kapitaal terugbrengen tot hun ware afmetingen, waar nl. ten opzichte der gemeenschap. Dat is nog heel wat anders dan een eenvoudige ,,bescherining der zwakkeren", iets anders zoowel praktisch als principieel. Onse Jijd. maal berekend. Abonnementen op zeer billijke voorwaarden. (Wordt vervolgd. 2.J 1) Zie het artikel ,,Onthouding" in het vorige nummer. 2) Plaatsgebrek dwingt de Red. ook dit artikel af te breken en het vervolg tot een vol- gend nummer uit te stellen.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Onze Tijd | 1897 | | pagina 1