Een vraag van „De Volksvriend."
De redactie van Onze T ij d zoekt het daarin, dat de 0. v. 0. zichniet
of bij bet practisch-sociale alleen of bij het verkondigen van zijn denk-
beelden alleen bepaalt. Zou 't dan volstrekt aan den Bond moeten liggen
Kan 't niet veeleer mogelijk zijn, dat bet niet aan den Bond ligt inaar
aan de menscben, wien het te veel moeite is den Bond te leeren kennen
zooals bij is, te steunen omdat bij is, wat bij is en wezen wil, maar nooit
te veel moeite om hem te parodieeren en dingen van hem en zijn arbeid
te vertellen. die een geheel onjuist beeld van hem geven?
Toen de Bond begon zijn denkbeelden te verkondigen, stond de critiek
gereed met haar,,Alles vaag." Toen de Bond la morale en action
kwam brengen, liep deze en gene met de action weg, maar heette bet
alras:' ,,Schei nir met de morale maar uit!" De zaak is, dat s Bonds
woorden middel, 's Bonds daden voorbeelden en dat ze samen s Bonds
ziel en bet antwoord op zijn beloften zijn.
„0 n ze T ij d" gewaagt telkens van's Bonds „groote daden''. Ik verzoek
dat men hiervoor alleen daden" leze. Zijn daden zijn niet groot, alleen
en zoo is bet in de brochureHoe verdwijnt bet roode spook?
bedoeld de negen gerelateerde daden, de z. g. ,,groote", bebben niet
op zichzelf gestaan, maar zijn geflankeerd geweest door kleine daden, die
geen naam mogen bebben maar toch ook bet hare bebben bijgebracht om
's Bonds karakter in bet licbt te stellen en af te spiegelen zijn geest.
Het staat aan Nederlands volk om waar te maken wat de Bond van
dat volk verwacht. Daden van sociale liefde in de plaats komend van
dien wuften, zicb van den ernst der tijden zoo weinig bewusten geest, die
bet zaad der sociaal-democratie is en zicb den tijd niet gunt om over
socialen strijd en socialen vrede na te denken.
Het weekblad „De Volksvriend" besprak bet eerste artikel over „Een
nieuwe partijformatie" (Onze Tijd no. 6), en doet dan ten slotte deze vraag
,,Als gij toestemt dat bet kapitaal alles beheerscbt (ergode kapi-
taal bezitters alles beheerschen) en deze invloed wilt breken,
om daardoor de vloekwaardige slavernij en bet parasitisme te doen
opliouden, welke regeling zoudt gij dan willen voorslaan?"
Zeer in bet kort kan bier op een antwoord worden gegeven: maak een
regeling volgens welke kapitaal en arbeid optreden als compagnons,
alle in D e Volksvriend" genoernde i'eilen worden te niet gedaan. Want
bij een compagnonscbap van kapitaal en arbeid verdwijnen „de scbadelijke
belemmeringen om tot een goed leven te geraken", welke zijn „de slavernij,
de loondiefstal en de woeker." Immers de eene compagnon levert dan bet
kapitaal en ontvangt daarvoor bet hern toekomende deel in de winst,
en de andere compagnon levert den arbeid en ontvangt daarvoor
eveneens ten voile alles wat hem toekomt.
Daar nu kapitaal en arbeid elkander ten eewigen dage zullen noodig
bebben,
en daar ton eeuwigen dage door verschil in aanleg, gaven, energie enz.
een volkomen gelijkheid der inenschen onmogelijk is, wat tocb een eerste
voorwaarde zou wezen voor een kommunistisclie maatschappij,
daarom kan men uit de tegenwoordige wantoestanden en wanverhou-
dingen nimmer uitraken door een eindelijk-bereikt kominunisme, maar wel
door het compagnonscbap van kapitaal en arbeid.
Er moot bij deze kwestie niet vergeten worden, dat bet niet geldt de
inrichting van een totaal ongeordende, geheel nieuwe maatschappij, waarbij
men precies kan bepalen wat men wil. De bestaande maatschappij met
haar economische en sociale verboudingen kan niet worden ter zijde gesteld
maar van die verboudingen uit moet men verder redeneeren en zijn maat-
regelen nemen. En hoe men van die verboudingen uit ooit tot een korn-
munisine kan komen, is met de beste logica niet aan te wijzen. Men kan
zeer goed een kommunistische maatschappij schetsen maar men kan niet
zeggen, hoe men daartoe van onze maatschappij uit kan komen.
Daarin ligt een hoofdverschil tusschen ,,D e Volks vr.iend" en
„0 nze T ij d." Het compagnonscbap van kapitaal en arbeid is zeer goed
bereikbaar, zelfs in zeer korten tijd. Daaraan mee te werken is hetdoel
van dit weekblad.
Het zal de red. van nze T ij d" zeer aangenaam zijn, met de red.
van ,,D e Volksvriend" hierover in nader debat te treden.
IVsitionale tentoonstelling van vrouwenarbeid.
(Ingezonden.)
Zeer geachte Redactie,
Met veel belangstelling las ik in uw geeerd blad in drie achtereenvol-
gende nummers uwe bespreking van de Nationale Tentoonstelling van
vrouwenarbeid. De welwillendheid voor ons streven welke uit die bladzij-
den sprak, stel ik ten zeerste op prijs, gaarne echter zou ik de bezwaren
die u aanvoert tegen onze wijze van werken thans met een enkel woord
willen weerleggen, en dit zal mij te gemakkelijker vallen, daar uwe be-
denkingen voortvloeien m. i. uit een misverstand.
Zooals U in bet laatste gedeelte (in bet blad van 2-t April) zelf zegt:
„De leiding, inrichting enz. der Tentoonstelling, moeten geheel in handen
blijven der vrouwen." Dit is ook bet principe van ons bestuur geweest
van den beginne af aan. Deze Tentoonstelling, haar organisatie, versie-
ring enz. moet zooveel mogelijk het werk der vrouw zijn, maar van een
stelselmatig ons isoleeren is inderdaad nooit sprake bij ons geweest.
Waar bet integendeel ons grootste verlangen is dat in de toekomst de
man en de vrouw beter zullen leeren samenwerken, waar wij meenen dat
juist alleen door een nauwer samenwerken van man en vrouw betere toe-
standen zullen worden geboren, zou bet van onze zijde zeer zonderling
zijn zoo wij de hulp van den man, waar wij die voor ons doel noodig
bebben, niet met vreugde zouden aannemen. Zoo hebben wij den bouw
der Tentoonstelling opgedragen aan den beer van Nieukerke, architect
Mr. van Rossum, advocaat, zeide ons zijne recbtskundige bulp toe bij
bet vaststellen van het inzendifigs-reglement, het sluiten van contracten
enz. enz. En nu mogen wij bet betreuren dat ons land nog zoo ver achter
staat bij anderen, waar men ook onder vrouwen knappe rechtsgeleerden
en bouwkundigen vindt, (bet zou in dit buitengewone geval zooveel eigen-
aardiger zijn geweest, niet waar als wij (dies aan vrouwen hadden kunnen
opdragen, zooals bet b.v. geschiedde te Chicago) wij waardeeren daarom
toch niet minder de bulp der beide genoernde heeren.
Verder aanvaardden wij met groote dankbaarheid den finantieelen steun
van enkele vriendende circulaire der rubriek-commissie voor industrie
is. ter perse, waarin de medewerking van alle industrieelen wordt gevraagd
in wier werkplaatsen vrouwen arbeiden, ook wendden wij ons tot ver-
sc.billende autoriteiten, welke met nimmer genoeg te waardeeren hulp-
vaardigbeid aan onze verlangens tegemoet kwamenin de circulaire
der rubriek-commissie voor maatschappelijk werk staat duidelijk uit-
gedrukt dat wij ook sprelcerS bopen te zien in onze zaal, terwijl wij ons
richtten tot alle besturen, ook die waarin heeren zitting hebben, van wel-
dadige of nuttige instellingen welke eenigszins betrekking hebben op den
arbeid of bet welzijn der vrouw. U ziet, geachte Redactie, dat er bij ons
geen sprake is van een kinderachtig isolements-beginsel, dat zoo als u
terecbt zegt, verslappend voor ons werk zou zijn. Integendeel, bopen wij
zeer door deze beweging, waaraan honderde vrouwen deelnemen over bet
heele land, de gedachte meer en meer ingang te doen vinden dat vijand-
schap tusschen man en vrouw beiden onwaardig is en voor beiden op den
dour hoogst nadeelig, dat zij beiden recbt bebben op het bestaan, en elkaar
dus niet mogen misgunnen bet brood van den eerlijken arbeid, en dat
wie thans werkt voor de verbetering van den economiscben toestand
der vrouwwerkt voor heel het volk, want het is reeds een oud beroemd
en volkomen waar woord, dat de welvaart en de beschaving van een land
kunnen worden afgemeten naar de plaats die de vrouw daarin inneemt.
Bindelijk aan uw bezwaar tegen de hooge eontributie is tegemoet gokomcn
reeds sinds geruimen tijd. De kleinste bijdrage wij ontvingen er van
2% cent is ons barteiijk welkom! Een oud vrouwtje liet een lijst op
haar naaikransje rondgaan die nog geen twee gulden opbracht. En ofschoon
bet ieder duidelijk zal zijn dat er nog andere giften noodig zijn om een
tentoonstelling tot stand te brengen, er zijn weinig lijsten die door ons
met grooter vreugdevolle ontroering zijn ontvangen dan dezeVeel klein-
tjes maken een groot, was de spreuk onzer grootmoeders. 0mochte'n de
vrouwen en ook de mannen van thans dit bedenken en elk bun
kleine bijdragen offeren voor dit groote vrouwen- d. i. volksbelang!
Met beleefden dank voor de verleende plaatsruimte en hartelijke
aanbeveling dezer zaak in uwe blijvende belangstelling,
Hoogacbtend
C.' GOEDKOOP-de Jong Van BEEK en DONK,
Yiee-presidente van het Bestunr der Vereeniging Nationale
Tentoonstelling van vrouwenarbeid.
Ken radieaal weekblad.
Dt radicalen hebben eindelijk een eigen orgaan, bet weekblad ,,Radicale
Hervorming", waarvan bet eerste nummer jl. Zaterdag verscbeen.
Zeer merkwaardig is in dat nummer, dat er openlijk in wordt gestreefd
naar annexatie van de Liberate Unie. In bet hoofdartikel staat o. a.„de
marfnen der Liberate Unie, zij zijn zoover naar ons opgescboven dat bun pro
gram een overwinning der radicalen is genoemd." Waar om sluiten de radica
len zich dan niet aan bij de L. U. dat zou eerder goede gevolgen bebben
dan de pogingen tot annexatie). In het 2e artikel wordt openlijk de can-
didaatstelling der Uniemannen aanbevolen. En in bet daaropvolgend artikel
van den beer G err it.sen worden duidelijk de spijt en de teleurstelling aan
den dag gelegd over de houding der Unie-partij, die liever met de conser-
vatief-liberalen dan met de radicalen blijkt te willen samenwerken. Zoo
wordt op bet oogeijblik de geheele radicale politick beheerscht door een
zoeken naar versterking en kiezers, dat alles daarop uitgaat. Kans op
succes bebben zij weinig; bet artikel van den Heer C. V. G. wijst dat
duidelijk aan.
Het onverbloemde partijstreven der radicalen zal hen voortdurend in
den weg staan bij bun pogingen om aan bet bewind te komen. Er wordt
nu naar wat anders verlangd dan naar een nog zoo radicale partij, die
den klassenstrijd weigert te aanvaarden.
Behalve de drie genoernde artikelen bevat bet eerste nummer van
Radicale Hervorming' een reeks schamper-humoristische stukjes, die voor
een deel aan Uilenspiegel, voor een ander deel aan Brommeyer uit de
Groene Amsterdammer kerinneren.
De Yoorzitter van den Oranjebond van Orde,
HORA SICCAMA
Driebergen, 27 April 1897.
In het volgenil nnmrner eenige opnierkingen naar aanleiding van dit ingezonden artikel.
Red.