38 zich te onttrekken aan den arbeid, dien de *maatschappij eiscbt. In zijn betrckking zal men dat wel laten, want dan kost bet zijn inkomen, en dat staat gelijk met lionger. Maar de onbezoldigde plicbten tegenover de^ maatschappij, den niet betaalden arbeid dien de maatschappij voor baar eigen leven en ontwikkeling van ieder menscb eiscbt, daarmee neemt men bet licbt, want dat raakt bet inkomen niet. En bet gaat voor de meeste menscben toch maar om bet geld. Zelfs de handarbeiders zeg- genbet is alleen maagkwestie, meer niet. En de anderen praten bet bun na, zich beroepende op bun gezag, dat zij anders nimmer erkennen. Tegen deze laffe onverantwoordelijke ontbouding en onverschilligbeid moet dus een harde strijd worden gevoerd. Maar die strijd beboeft niet gewonnen te zijn, voordat men aan de beoogde organisatie gaat arbeiden. Het een kan samengaan met bet ander. Er is zooveel te doen. En al is bet steeds zorgen voor zicbzelf en zijn eigen belangen, bet altoos werken voor de belangen van den arbeid, niet gemakkelijk en allerminst loonend. Wat bindert dat? bet is plicht. En bet ontwikkelt en sterkt voor den tijd, waarin deze denkbeelden zullen regeeren. Bovendien: bet is een mooie tijd, want er is veel te doen, en de inspanning van alle wegbe- reiding is aantrekkelijk. Opvovding in het gezin on up school. II. Het zwaartepunt der opvoeding ligt dus niet in bet gezin. Maar waar ligt bet dan? op school 0 neen, het ligt evenmin op school, tenmin ste niet indien men van een regel wil spreken. Het kan ook niet op school liggen. omdat 1°. bijna overal en altoos de klassen veel te groot zijn om behoorlijk voor iederen leer- ling tijd voor „opvoeding" over te laten. 2°. bet doel van het onderwijs onder den druk der maatschappij bijna geheel tot bet inpompen van kennis is vervormd, en 3°. de betrekking van een onderwijzer en leeraar meestal als een broodwinning wordt opgevat. Iedereen die direkt of indirekt met bet onderwijs in betrekking staat, weet dat deze drie gegevens volkomen juist zijn en gebeel overeenstemmen met de werkelijkheid. De een zal bet ronduit erkennen, de ander er een draai aan trachten te geven. De waar- lieid ervan ontkennen, zal wel niemand durven. Dat de klassen doorgaans te groot zijn, is van algemeene bekendheicb Het is wel mogelijk om zeer groote klassen veel te leeren, ze good ordelijk Is doen zijn en do lesson erin eenigszins gemocdolijk te utaken. Maar van iederen leerling afzonderlijk genoeg notitie nemon. is daarhij onmogclijk. Enkele sterk naar voren komende eigenscbappen kunnen dan worden opgemerkt en zoover noodig en mogelijk worden tegengegaan of bevorderd. Maar daarmee houdt het op. Een groote klasse lieeft bovendien nog dit bezwaar, dat de afstand tus.schen leerling en leeraar te groot blijft, wat vooral een groot bezwaar wordt, indien de leerlingen wat ouder gaan worden en aan eenige hartelijkheid en vertrouwelijkheid ook op school zeer veel beboefte gaan krijgen. En nu moge bet in bet algemeen waar zijn, dat een jongen of meisje zich gauw laat kennen, waar tegenover onderwijzer en leeraar is het niet, vooral niet indien groote klassen daarbij belemmerend werken. Van een bepaalde opvoeding op school is in groote klassen dus zelden sprake. Het eenige dat daar gebeurt is dat de jongens elkander opvoeden, en dan is een sleckte eigenscbap doorgaans van meer invloed dan een goede. Daartegenover staat een onderwijzer in een groote klasse totaal machteloos, hij is daarvoor veel te weinig in de gelegenheid mee te leven met zijn leerlingen. De maatschappij oefent daarbij een allerverderfelijksten invloed uit op bet onderwijs, door van dat onderwijs niets te eiscben dan de voor baar gewenscbte africhting. Welke karakters bet onderwijs vormt, is baar vol komen onverschillig. Indien er slecbts arbeidskracbten worden gevormd, die zeer bruikbaar, zeer winstgevend en zeer onderdanig zijn. Voor de maatschappij is bet onderwijs alleen belangrijk in verband met baar arbeids- eiscben. Dat is treurig, maar bet is zoo. En allertreurigst is, dat het onderwijs gedwongen is, daarin de gelioorzame dienaar te zijn. De ouders verlangen doorgaans ook niets meer dan dat bun kindcren zoo onderwijs ontvangen, dat zij kunnen worden opgeleid voor de carri ere die voor hen is uitgekozen. Als zij maar door de vereiscbte examens komen, is bet den ouders voldoende. Zij kunnen dan de maatschappij in, en dan moeten zij zelf maar verder zien; gaat bet goed, dan gaat bet goed; zoo niet, dan gaat bet sleclitdan is daaraaa niet veel meer te doen. Dat die kinderen door een volkomen gemis aan opvoeding, aan persoonsvorming, aan karak- tervorming, en thuis en op school, dikwijls een treurige rol spelen in de maatschappij, dat komt niet bij ben op. Slecht werkt op deze toch reeds ongunstige omstandigheden het onloo- chenbare verscbijnsel, dat een zeer groot getal onderwijzer^ en leeraren alleen om den broode les geven. Door allerlei omstandigheden, welke dan ook, zijn zij bij bet onderwijs gekomen. Beginnen zij als kweekeling en lagcr-onderwijzer, dan zijn zij vaak de „knappen" van familie en omgeving en zijn in bun gevoel dikwijls van een booger ,,soort" geworden dan die familie en omgeving. Werken zij zich hooger op tot leeraar bij het mid- delbaar onderwijs, dan hebben zij bet volkomen rechtmatig bewustzijn van door eigen ijver en vlijt zoover te zijn gekomenmaar boevelen van ben worden daarbij door andere motieven geleid dan door bet op zicbzelf edele motief van positieverbetering? dat zij daardoor soms „uit bun kring" raken en dientengevolge de opvoedingskraclit verliezen die zij bij bet lager onderwijs vaak liadden, staat in beoordeeling achter bij die verbe- tering van positie. Eyenzoo zijn er onder de academiscb-gevormde leeraren slechts weinigen, die met hart en ziel zich aan bun onderwijs en hun leerlingen gevenzij mogen dan al door bun meer wctenschappelijke oplei- ding een ruimer overzicht over veel kennis bezitten, evenmin als de eerst- genoemden zullen zij veel tot de werkelijko opvoeding der leerlingen kunnen bijdragen. En al schrijft men ook dit verscbijnsel toe aan den allerellen- digsten invloed der maatschappelijke verhoudingen, weg te cijferen valt bet niet. Het is een volkomene waarheid en in zijn volkomenheid hoogst bedroevend. In het gezin ontvangen de kinderen dus geen opvoeding en op school niet, opvoeding natuurlijk genomen in den zuiveren zin van bet woord. Maar waar dan? Ja, waar dan? Het eenig antwoord is: nergens. Wie niet zicbzelf op- voedt, d. i. door de omstandigheden wordt gedwongen tot zelfvorming, heeft niets dan eenige toevallige onsamenhangende eigenscbappen en karaktertrekken, waarvan meestal niet de meest-edele overbeerscbend zijn. Werkelijke karakters worden er niet veel gevonden. Niet alleen leert men niet denken en voelen, zuiver en juist, maar men acbt dat onnoodige weeldede maatschappij vraagt alleen naar goedkoope en productieve arbeidskracbten. Onze dagen geven daarvan de meest schitterende getuigenissen. Zelfs de meest fatsoenlijke en degelijke dagbladen nemen onder „gemengde be- richten" verhalen op over onzedelijke handelingen van tal van menscben, geestelijken en onderwijzers incluis, laten dagelijks de lezers zich verontwaardigen over de karakterloosheid en gemeenheid van onge- lmwde moeders, die baar kinderen verinoorden, laten een afzonderlijke „handelseerlijkheid" toe, enz. enz. Maar dat berichten zij alleen ter wille hunner op nieuwtjes en schandaaltjes beluste abonne's en lezers. Daarvan bet Openbaar Onderwijs te bescbuldigen, is onwaardig en vol komen ongegrond. Alleen de maatschappelijke inricbting is er de schuld van. En bet Bijzonder Onderwijs doet daaraan waarlijk geen goed. JI>e Verkiezingsstrijd. Wie geen kranten leest, merkt niets van den „grooten, gewicbtigen" verkiezingsstrijd, die tkans gestreden wordt. Arergaderingen van kiesver- eenigingen, politicke lezingen en debatten, politieke vlugscliriften, alge meene politieke agitatie, ze behooren tot de zeldzaambeden. Een klein aantal mannen bedistelt de heele boel. De katholieken bebben een uitste- kenden leider in Scbaepman en kranige adviseurs achter de scbermen, de anti-revolutionairen een uitmuntenden leidsman in KuijperScbaepman en Kuijper bezitten beiden een groot getal gedweee volgzame geestelijke en wereldlijke assistenten, vandaar dat de clericalen in eigen kring vrij actief zijn. Tegenover de clericalen staan een aantal hoofdelooze fracties, sleclit georganiseerd en zonder samenhangvandaar dat de anti- clericalen weinig actief zijn. Antirevolutionairen en katholieken bebben zich broederlijk vereenigd onder de dubbelleiding van Scbaepman en Kuijper, die bun volgelingen met inecsterlijke tezamen-opgemaakte taktiek ten busse leiden. Hun twee- hoofdig dictatorschap is meer waard dan bet grootst getal ,,vrije" knappe politici. Hun wil is wet voor bun partijen. En zij willen ieder slecbts, wat beiden willen. Zou men niet gaan denken, dat de tijd nabij is, waarin wij vos en schaap, tijger en rund, leeuw en menscb tezamen zullen zien wandelen in bet park der tevredenheid en broederschap De anti-clericalen zijn christelijk oneensgezind. Met fijne maten worden lengte, breedte en dikte gemeten, ieder verschil wordt nauwkeurig opge- teekend en naar behooren de beteekenis van dat verschil den volke kond gedaan in ellenlange artikelen vol minutieuse fijnheid. I .eiders ontbreken, tucbt is verre, en tevergeefs zoekt men onder hen naar bet groot-sociale gevoel van solidariteit. Zou men niet gaan denken, dat de tijd nabij is, waarin runderen schapen en schapen menscben zullen verslinden? Toch moet men met een ernstig gezicbt nog spreken over den ernst der naderende verkiezing en over het gevaar eener toekomstige vos-schaap- overheersching. Het is geen wonder, dat de kiezers en niet-kiezers in Xcderland onverschillig zijn voor al dat gedoe en bet aan een klein getal politikers overlaat, de zaken te regelen. Waarlijk, bet kost moeite bij deze klucht niet uit te proesten van lachen. Jammer, dat zulk hartelijk lachcn belet wordt door de sombermakende gedacbte aan al de ellende die intus- scben keerschcn blijft, en aan bet pauperisme dat steeds meer zijn gruwe- lijke macht uitbreidt. Wot fit V<

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Onze Tijd | 1897 | | pagina 2