■n M 13. Zaterdag 5 luni 1897. Eerste Jaargang. A r b e i d. Dit blad versehijnt Zatardags. Prijs per kwartaal Afzonderlijke nommers f 0.65. - 0.05. RedacteurDr. J. VAN LEEUWEN. Uitgever a. ODE. SCHIEDAM. Prijs der Advertentien per gewonen regel 15 cts. Dezelfde Advertentie v i e r m a a 1 geplaatst wordt d r i e- Stukken voor de Redactie aan den Redacteur, Advertentien en Abonnementen aan den Uitgever, beiden te Schiedam. INHOUD: Arbeid. XII. Pessimisme? Paedagogiek. Pen schildery-kwestie. De verkiezingen. Jaarverslag van den Oranjebond van Orde. Ingezonden. Advertentien. XTI. Voor een goede arbeiders-organisatie is het dus noodzakelijk: 1". dat men uitgaat van de eenlieid van alle belangen van alien arbeid en dus zoowel liandarbeiders als hoofdarbeiders tezamen voegt; 2°. dat beiden, hoofd-arbeiders en spier-arbeiders, bet bun plicbt acliten al bun kracbten in to spannen tot overwinning van bun gemeenscbappelijken vijand, de overmacbt van bet kapitaal; 3°. dat de arbeiders zicb losmaken der ker- kelijke arbeidersvereenigingen en alleen in bet algemeen optreden der gezamenlijke arbeiders een werkelijke mogelijkheid op verbetering zien; en 4°. dat zij volkomen zelfstandig zicb organiseeren, onafbankelijk van alle bestaande partijen. Bij eenig nadenken blijkt trouwens de noodzakelijklieid liiervan onmid- dellijk. Immers bij de tbans geldende toestanden, verboudingen, meenin^en en opvattingen bekleedt de arbeid een volkomen ondergescbikte en onzelf- 4'tandige plaats. Zbodra bij cert "Zelfstandig tRcrtUdel in hetleven van staat en maatscbappij gaat vragen en innemen, krijgt men dezelfde omwenteling in de toestanden, die intrad toen bij v. de burgerij haar zellstandigbeid ging bevecbten. Het is niet te voorspellen, boe staat en maatscbappij er uit zullen zien, indien den arbeid de hem toekomende plaats is ingeruimd. De kranigste voorvecbters van de rechten van den arbeid zullen dat niet weten te zeggen. Over de dan geldende verboudingen en toestanden kan men wel filosofeeren, maar verder kan men tocli niet komen. Wat is dus voor bet oogenblik meer logiscb en meer voor de band liggend, dan dat alien die hooren tot de partij van den arbeid zicb aaneensluiten om gemeen- scbappelijk bun gemeenscbappelijken nieuwen toestand voor te bereiden Dit is ook een allerbelangrijkst vraagpunt bij de kwestie der arbei- dersorganisatie. Er zijn er nog helaas velen, ook onder de arbeiders, die door bet gebazel van geleidelijke ontwikkeling e. d. zicb laten vangen. Alsof er geleidelijkheid (in den gewonen zin) mogelijk was tusscben de inrich- ting van thans met den arbeid als koopwaar en de komende inrichting met den arbeid als gelijkc van bet kapitaal! Wanneer dit volgens den weg der geleidelijkheid moet gaan, dan is over eeuwen nog niets van beteekenis verbeterd. Neen, met kracbtige hand moet gesnoeid en geknot en luckt gemaakt worden. En met onoplioudelijkheid en kracht moet de arbeid zicb opwerken tot de bem toekomende plaats, ondanks de geleidelijkheid- predikers. Bovendien, wat gaat den arbeid een toestand aan als de huidige, waarin bij zulk een rol van ondergeschiktheid speelt? Wat kunnen bem de uit dien toestand voorkomende kwesties schelen, zoolang de eenige hoofdzaak voor bem nog slechts een droom is zoolang al zijn medewerking slechts bestendiging van bet bestaande kan brengen, met eindelooze verschuiving van den noodzakelijkcn nieuwen toestand? Trouwens, wanneer de arbeid zelf nog niet weet en niet weten kan, welk aandeel hij in den nieuwen toestand zal kunnen hebben, en hoe bij daartoe geraken kan, is het. toch wel van bet eerste en opperste belang zicb met die eigen zaken bezig te houden: Is het niet door en door be- lachelijk en ongezond, dat de allereerste organisatie van den arbeid nog ontbreekt en dat toch de arbeiders zicb al met andere „politieke" kwesties dan de hunne bemoeien? bij welke handelwijze nog bet allerverderfelijkst verschijnsel zicb vertoont. dat de arbeiders zelf zich naar bet voorbeeld der bestaande partijen in onderling zeer vijandige groepen splitsen. eerste jaren behoort de arbeiders-organisatie zich alleen met de zorg voor den arbeid en zijn belangen en zijn rechten en zijn plichten bezig te houden. Eerst dan is er kans op, iets te bereiken. En eerst dan ook zal de arbeid zichzelf in staat stellen, zijn plaats in de nieuwe toestanden en verhoudingen aan te wijzen en de verovering daarvan mogelijk te maken, wat toch wel bovenal noodzakelijk is. De volkomen aaneensluiting van alle arbeiders moet dus gepaard gaan met de beperking van de werkzaamheden tot de belangen van den arbeid zelf. Wanneer dat eens werd ingezien en erkend, wat zou er dan een snelle verandering komen! Nu, wie zich nu nog met de zaken bemoeit, is doorgaans in de een of andere partij verloopen en doodgewoon een politicus geworden. Een sellitterend voorbeeld daarvan geeft de Heer Heldt, die wellicht een te zwak persoon was om, zoo geisoleerd als bij was, zijn waarde als vertegenwoordiger van den arbeid niet te verliezen, en, om die zwakbeid, dus niet gelieel aansprakelijk daarvoor is, maar tocli in ieder geval verloopen is in de doode politiekerij van onze Staten-Deneraal. Yoor een kracbtigen vooruitgang is beperking tot de belangen van den arbeid zelf een eerste vereischte. Dit alles is al zeer eenvoudig. En de weg om daartoe te komen is ook al zeer eenvoudig. Want bet kleine begin van aaneensluiting tot kleing plaat- selijke vakvereenigingen is daarvoor aangewezen. Daarin heeft men den band der gemeensckappclijke belangen van vak, loon, werktijd enz. Hoe d geiijkex die band word* boe krsrbtiger de organisatie zal kunnen optreden. En die plaatselijke aaneensluiting is mogelijk, indien slechts een paar energieke mannen, die bet vcrtrouwen hunner mede-arbei- dors bezitten, zicb daarvoor willen spannen. Zij zullen dan wel geen gemak- kelijk en geen dankbaar werk vinden en op veel teleurstelling stuiten, maar onmogelijk is bet allerminst. Het komt slechts aan op een onver- zettelijken wil en op volbarding. Dat men van die vakvereenigingen uit gemakkelijk tot grootere aan eensluiting kan komen, spreekt van zelf; de plaatselijke toestanden geven daartoe gereedclijk aanleiding. En van plaatselijke aaneensluiting breidt bet zich dan steeds verder en verder uit, tot ten slotte de kern der organisatie is gevormd. Daarna is het slechts een kwestie van tijd om te komen waa'r men wil. Bij de plaatselijke organisatie vergete men intusscben bovenal niet, wat in een vorig artikel werd aangetoonddat nl. alle belangen van alien arbeid een zijn, volkomen bij elkaar hooren, dat dus samenwerking van hoofd- en spier-arbeiders ten bate van de belangen van den arbeid een boofdvoorwaarde is voor vooruitgang in de goede ricliting. Wil men iets waaraclitigs en waardevols bereiken, dan moet men be- ginnen met een algemeene aaneensluiting tot geen ander doel dan de bescbouwing en bebartiging der eigen belangen van den arbeid. In de Iessi rn i s in e Het woord pessimisme beeft een slechten klank. Een menscli hoort zicb niet gaarne pessimist noemen. En de meesten tracbten een beschuldiging van pessimisme zoover mogelijk van zicb af te werpen. Toch is in onzen tijd niet iedere beschuldiging van pessimisme zoo ver- werpelijk, omdat iedere idealist nu feitelijk tevens pessimist is. Het komt ook bierbij sleclits aan op een juiste onderscbeiding en een logischen ge- dachtengang. Wanneer men zicb indenkt en inleeft in bet maatscbappelijk en per- soonlijk leven der menschen, zooals dat tbans zoowel door omstandigheden als door denkbeelden doorloopend-geldend is. dan is het zeer moeielijk tot andere dan de meest pessimistische meeningen en opvattingen te komen. Wat de maatschappij betreft, alleen reeds bet pauperisme met al zijn menschonteering en mensckonwaard'igheid maar ook met al zijn wreedheid en ellende is voldoende om de meest pessimistische opvattingen en beschou- wingen over onze maatschappij te doen ontstaan en over de menschen, wier bestuurswijze zulke toestanden mogelijk maakt en handhaaft. Wie is er in onze dagen nog, die niet de grootst mogelijke verbeteringen drin- gend noodzakelijk acbt, zelfs indien bij van de treurige leerstelling uit- maal berekend. Abonnementen op zeer billijke voorwaarden.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Onze Tijd | 1897 | | pagina 1