Trektocht door Nieuw- Zeeland 1 Pingui'n-parade Dollende dolfijnen Geaccepteerd 14 OKTOBER 1998 DE POSTILJON EDITIE 12 PAGINA 10 met dolfijnen, en pinguins Oog in oog zeehonden 1 Deze Nieuw Zeelandse 'fur seal' is zo aan bezoek gewend, dat hij nauwelijks opkijkt als hij tot heel dicht benadert wordt. zich af in Kaikoura. Een diepe trog sinds mijn aankomst in Nieuw in de zeebodem vlakbij de kustlijn Zeeland boog op mijn verlanglijstje en twee sterke golfstromen die hier- en de lyrische getuige-verslagen in samenkomen zorgen ervoor dat schroeven de verwachting alleen nog 1 Zich niet bewust van alle aandacht waggelt deze 'yellow-eyed' pinguin naar zijn nestplaats toe. REGIO - Postiljon-redacteur Sander Buijs kreeg genoeg van het zitten achter zijn computer. Uitgezwaaid door zijn collega's is hij de wereld ingetrokken. Uitgerust met rugzak, blocnote en balpen stapte hij op het eerste de beste vliegtuig, om te gaan ontdekken hoe het leven is aan de andere kant van de wereld. Helemaal loskomen van zijn lezers kan hij nog niet, dus kunt u regelmatig meelezen hoe het hem op deze reis zal vergaan. Momenteel verblijft hij in Nieuw-Zeeland. Aan alle kanten gedold door dolfij nen, bijna totaal genegeerd door een paar zeehonden en belachelijk gemaakt door een pinguin. Het die- renleven in Nieuw Zeeland is voor de mens in principe niet gevaarlijk, maar uit ervaring weet ik dat iedereen die iets te overtuigd is van zichzelf een confrontatie niet zonder (mentale) kleerscheuren door staat. In hun eigen domein zijn de dieren de baas en daar laten ze geen twijfel over bestaan. Nieuw Zeeland heeft een rijke fauna, met soorten die nergens anders voor- komen of die enkel en alleen op de Nieuw Zeelandse eilanden broeden. Verder bestaat op diverse plaatsen een unieke combinatie van mensen en (zeldzame) dieren die relatief dicht in elkaars buurt leven. In veel gevallen zijn de 'Kiwi's' erin geslaagd hier in de vorm van excursies en dergelijke een toeristische attractie van te maken. Soms puur commercieel en soms uit oogpunt van natuurbeheer (de entree-gelden worden dan gebruikt om gecontroleerde en beschermde broed- en studiepro- gramma's mogelijk te maken. Voorbeelden van die laatste catego- rie zijn de albatros-kolonie en het 'yellow-eyed' pinguin reservaat op het Otago schiereiland, vlakbij de universiteitsstad Dunedin. De 'royal albatros' kolonie is uniek in de wereld omdat het de enige broed- plaats op het vaste land is. Vanuit een observatie-ruimte kan het publiek de vogels bekijken zonder ze te storen. Als ik de kolonie bezoek, zijn alleen de kuikens te zien. De ouders zitten nog op zee om voedsel te zoeken en zijn niet van plan om speciaal voor mij eerder terug te komen. Daar baal ik behoorlijk van, want ik had me er erg op verheugd deze vogels met een spanwijdte van ruim drie meter door de lucht te zien zweven. Later ben ik toch eigenlijk weer blij dat ze zich van mijn excursie-tijdstip niks hebben aangetrokken. Bij het pingui'n-reservaat aangeko- men, bezoeken we eerst de 'fur seal'- kolonie die daar huist. Blijkbaar gewend aan bezoek kan ik de zee honden tot op een meter naderen zonder dat ze van me schrikken. Sterker nog, ze keuren me nauwe lijks een blik waardig. Dat doen de pinguins ook niet, maar dat is omdat ze me niet zien. Ik zit name- lijk verscholen in de gecamoufleerde hutten en gangen van het reservaat, dat als particulier initiatief is opge- zet. Via een stelsel van gangen en hutten kunnen de pinguins op minder dan een meter afstand worden bekeken. Op zich een hele bijzondere ervaring om deze grappige en zeldzame vogels van zo dichtbij te zien, maar ik voel me een beetje een voyeur. Daarnaast kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat ik, als een idi- oot door de gangen rennend om een glimp van de pinguin op te vangen, zelf een soort kermisattractie ben. De volgende aflevering van mijn eigen serie 'dieren manieren' speelt een grote hoeveelheid voedselrijk water naar de oppervlakte wordt gestuwd. Een waar paradijs voor maritieme fijnproevers, waarvan de potvissen en de dolfijnen het meest in het oog springen. Sinds eind jaren tachtig wordt het rijke zeeleven als toeristische attrac tie gepromoot en jaarlijks bezoeken duizenden mensen Kaikoura om walvissen te spotten of te zwemmen met dolfijnen. Dit laatste staat al maar op. Als ik in mijn wetsuit met zwemvliezen, duikbril en snorkel op weg ben naar de boot, constateer ik premiere-zenuwen. Ik ben gespan- nen, opgewonden en bezorgd over de watertemperatuur. De kou valt gelukkig mee, is het eer ste wat ik me realiseer als ik na tien minuten varen in het water laat glij- den. Dicht onder de kust zijn we een groep met 250 dolfijnen tegengeko- men en dus is het speeltijd. Deze 'dusky dolphins' behoren tot de kleinere dolfijn-soorten, maar zijn wel het meest acrobatisch. Voor- en achterwaartse salto's, enkele en dubbele schroeven, niets is ze te dol. Zingen, veel bewegen en een beetje gek doen, dat is de manier om hun aandacht te trekken, zo is me voor- af verteld. Terwijl ik met veel omhaal hard wegzwem van de boot zie ik in eerste instantie niets. Maar dan opeens schieten de dolfijnen langs me heen. Hun vorm en teke- ning is schitterend en in het zonlicht zijn het net bliksemschichten, zo sierlijk en razend vlug flitsen ze door het water. Soms zijn ze op minder dan een armlengte afstand. We maken oog- contact en het enige wat ontbreekt is een knipoog bij wijze van teken dat het spelen kan beginnen. Een van hun geliefde spelletjes is in een cirkel om iemand heen zwemmen. Het is dan de bedoeling ze te volgen. Maar al snel worden de rondjes zo klein dat ik alleen nog maar om m'n as kan draaien, totdat ik proestend van het zoute water dat in mijn snorkel is gelopen het spelen moet staken. Met een achteloze staartbeweging verdwijnt de dolfijn uit beeld, op zoek naar een nieuw 'slachtoffer'. Mensen die dolfijnen imiteren vin- den ze echt te gek en ik besluit een paar meter diep onder water achter ze aan te duiken. Al snel schieten ze onder me door en over me heen om direct daarna te keren en te kijken waar ik blijf. Wat voel ik me lomp en onhandig tussen deze sierlijke en sociale schepsels. Desondanks word ik volledig door ze geaccepteerd en voor even opgenomen in hun wereld. Na alles bij elkaar een uur in het water te hebben gelegen, wordt het sein gegeven om terug te keren. Hoewel ik gesloopt ben, had ik graag pog wat langer willen spelen. Want ook ik ben helemaal in de ban van dolfijnen, al wil ik dat dan nog niet toegeven. Als ik de volgende dag echter voor een klein kapitaal aan dolfijn-kaarten koop, weet ik wel beter. Sander Buys

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Postiljon | 1998 | | pagina 10