Studie naar luchthaven op Maasvlakte Expositie Jan Roeland in Stedelijk Museum Nieuwe ontwikkelingen Waardering Overloop Treinen 8 9 DECEMBER 1998 DE POSTILJON EDITIE 12 PAGINA 9 Vormen zonder f ranje SCHIEDAM - Op de schilderijen van Jan Roeland in het Stedelijk Museum Schiedam zijn vliegtui- gen, tafeltennisbatjes en vazen teruggebracht tot een simpel sil- houet. Geen versieringen of een gedetailleerd uitgewerkt onder- werp maar strakke sobere vor men die zo geordend op het doek staan, dat het voor de toe- schouwer soms moeilijk is om te ontdekken wat de afbeelding voorstelt. Conservator Ludo van Halem van Stedelijk Museum kan van die vormentaal ontroerd raken. Jan Roeland exposeert tot en met 17 januari achttien van zijn meest recente schilderijen in het Stedelijk Museum. Dit overzicht kan gezien worden als een aanvulling op de ten- toonstellingen die begin dit jaar plaatsvonden in Rijksmuseum Twenthe en De Beyerd (Breda). Bij het samenstellen van de tentoonstel- ling koos Van Halem bewust voor werk dat na 1990 tot stand kwam. Jan Roeland (1935) werkte in het onderwijs en schilderde in zijn vrije tijd. Halverwege de jaren zestig nam hij de beslissing fulltime te gaan werken aan zijn schilderijen. Geen verkeerde keus als men afgaat op de belangstelling voor zijn schilderijen die vrijwel direct op gang kwam. Het Stedelijk Schiedam kocht in 1967 een werk (Enveloppe) van hem. De kunstenaar ontving onlangs voor zijn gehele oeuvre van het Amsterdamse Fonds voor de Kunst de Sandbergprijs 1998. De tentoonstelling van Jan Roeland vindt plaats in het kader van de Unisono serie. In deze reeks staat werk centraal van jonge maar ook van oudere Nederlandse beeldende kunstenaars die nieuwe ontwikke lingen door maken. Ludo van Halem: "Jan Roeland is in de collectie van het Stedelijk Museum al vertegenwoordigd met vijf schilderijen. De eerste aankoop was in de jaren zestig en ik sluit niet uit dat we ook nu weer een keuze maken uit zijn werk." De laatste aankoop was in 1990 (Compositie met vier vazen) en dat tijdstip is voor de tentoonstelling het uitgangs- punt geworden. Vanaf die tijd ver- 1 Ludo van Halem is conservator van het Stedelijk Museum. (Foto: Van Det fotoproducties) Een van de werken van Jan Roeland: 'Bat en Bal'. (Foto: Henni van Beek) schijnen er meer diagonalen, lijnen en vlakken in het werk van Roeland, waarbij hij - zoals bij de F 16 vlieg- tuigen serie - is uitgegaan van twee gezichtspunten, namelijk voor- en zij aangezicht. "De serie bestaat uit vier schilderij en met daarop onder meer wolken in een kleurig geordend patroon waartegen een silhouet van een vliegtuig is geschilderd. Het kleine rode driehoekje dat de neus vormt en de halve cirkel op het eind van de romp als staart, geven mij een gevoel van ontroering. Naar mijn mening is enerzijds de serieuze benadering van het onderwerp en anderzijds het luchtige, bijna kin- derlijke, daar voor verantwoorde- lijk." Volgens Ludo van Halem wordt het werk van Jan Roeland gewaar- deerd en bezitten veel musea in Nederland zijn schilderijen met de oorspronkelijke figuratieve en abs- tracte onderwerpen met het uitge- balanceerde kleurenpalet. Toch vindt hij het opvallend dat de museale belangstelling voor de kunstenaar aan schommelingen onderhevig is, hetgeen in feite ook geldt voor de aandacht van het Schiedamse museum. In 1980 werd een en ander aangekocht en het duurde tien jaar voordat het 'Vazen' schilderij werd verworven. Conservator Van Halem: "Zijn laatste museale tentoonstellingen vonden eind jaren zeventig/tachtig Jn Stedelijk Museum Amsterdam plaats en daarna werd het stil" Ludo van Halem kan zich dit wel enigszins voorstellen omdat Jan Roeland een geheel eigen weg volgt die niet aansluit op de huidige ont wikkelingen in de kunst. "Hij schil- dert onverdroten voort vanuit een individueel inzicht." Het Stedelijk Museum is geopend van dinsdag tot en met zaterdag van 11.00 tot 17.00 uur, zon- en feestdagen van 12.30 tot 17.00 uur. Entree drie gulden, woensdag gratis. Nans Wolters ROTTERDAM - Het College van Burgemeester en Wet- houders van Rotterdam heeft in een brief de ministers van V&W, VROM en EZ gevraagd de mogelijke ontwikkeling van een beperkte luchthaven op de Maasvlakte in studie te houden en deze optie niet nu al af te schrijven. Naast vrachtvluchten kan het vlieg- veld op de Maasvlakte fungeren als bescheiden overloop voor passa- giersvluchten van Schiphol en daar- mee een oplossing bieden voor de korte termijn problemen van TNLI. Vergeleken met andere opties is de Maasvlakte-variant snel te realise- ren, levert weinig conflicten op met de omgeving en zijn er relatief wei nig landschappelijke aanpassingen nodig. De problematiek van vogelaanva- ringsrisico's verdient uiteraard een nadere studie. Het college is van mening dat er geen reden is om de Maasvlakte-optie op grond van de vogelproblematiek op dit moment al terzijde te schuiven. Daarnaast biedt een dergelijke luchthaven capaciteit voor een bescheiden overloop van passagiers (charter) vluchten van ruim tien mil- joen passagiers op jaarbasis. Rotterdam is tevens bezig met een aantal partijen uit de luchtvrachtsec- tor met het opstellen van een 'busi ness-case', waarin de kansen voor met name een luchtvrachthaven op de Maasvlakte vanuit de marktpar- tijen worden verkend. Naar ver- wachting zullen de resultaten hier- van begin volgend jaar gepresen- teerd kunnen worden. Ik reis nogal eens per trein. Deels komt dat omdat mijn familie in een heel ander deel van het land woontdeels omdat ik het com- fortabel vind. Ruim 200 kilometer alleen rijden in de auto is aan mij niet besteed. Ik moet dan veel te veel op het verkeer letten en ben bang dat ik tijdens de rit in slaap val. Ik laat me gemakkelijk afleiden, kijk meer naar het landscbap dan op de weg. Dat levert dan weer veel getoeter van medeweggebruikers op. Ik rijd te lang op de middenstrook, of te langzaam op de rechterrijbaan. Of er komt ineens uit het niets zo'n snelle patatgeneratie rijder, die mij rechts passeert, terwijl hij twee middelvingers opsteekt! Daarom laat ik mij dus vervoeren per trein. Zoals onlangs. Ik was al vroeg op pad en vroeg voor de zekerheid aan zo'n rode-pet-meneer op het station: "Gaat deze Intercity rechtstreeks naar Leeuwarden?"Jazeker mevrouwt/e"ant- woordde de rode pet. Dus nestel ik me in de niet rook coupe met m'n ochtendkrant. Tevredenheid bij mij. Ineens zit er een man tegenover mij. "Zo"zegt ie met een prachtig Gromngs accent, "ik stap niet meer tit, veurda'k't bord Grunning'n zie!" "Dan kunt u beter niet in dit treinstel blijven zitten meneer"probeer ik heel voorzichtig, "dit gedeelte gaat naar Leeuwarden, tenminste, dat zegt die rooie pet!". "Oh jea", zegt ie, "dat zull'n we nog welles zien!" Voor alle zekerheid duik ik maar weer achter mijn krantje. Als we Zwolle naderen schalt er ineens een stem door de luidsprekers. "Goedemorgen reizigers, wij naderen station Zwolle. Vervolgens noemt hij de nummers van de treinstellen die als Intercity doorgaan naar Groningen en Leeuwarden. Het gedeelte waarin ik mij bevind gaat dus door naar Groningen! V hebt niet goed geluisterd naar die rode pet"gaat mijn medepassagier in onvervalst Gronings ver- der. "Je kunt het makkelijk onthoud'n, de trein heeft voor- en 'n achterkant. De voorkant gaat naar Friesland, de achterkant naar Grunning'n. Of andersom! Maar ja, maak dat vrouw'n en rooie pett'n maar 'ns wiis"! Hij lacht van oor tot oor. Ik neem me voor, dat me dit op de terugreis niet meer overkomt. Zo'n fout treinstel niet en zo'n wijsneuzerige man al helemaal niet! Ik duik in de reisplanner en maak een printje van uur, tijd en even- tuele overstap. Ik ben er helemaal klaar voor als ik op de geplande tijd in de trein stap, de Intercity naar Den Haag met overstap naar Rotterdam. Een uitermate vriendelijke conducteur die mijn kaartje controleert wijst mij erop, dat ik moet overstappen naar het Rotterdamse gedeelte van de trein. Dat mag al in Zwolle, het kan ook in Amersfoort en Utrecht. Komt helemaal in orde. Ik besluit, dat ik in Utrecht de wissel zal maken. Kan ik de hele Veluwe lang lezen in dat prachtige boek dat ik onlangs van mijn zoon heb gekre- gen. Reizen per trein. Heel erg comfortabel dus. En val ik tijdens deze rit in slaap? Dan stap ik toch in Den Haag uit!!

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Postiljon | 1998 | | pagina 9