W iz POSTILJON KSRST 1998 li 1
Verbroedering aan het Westelijke Front
Kerst in een multiculturele wijk:
Kerstmis 1914
Kerstgevoel
Kerstmis
No-man's land
Voetbal
Inspectie
Onderzoek
12
23 DECEMBER 1998
DE POSTILJON EDITIE 12
PAG IN A 13
niet'
alweer drie weken een reusachtige
kerstboom voor de deur. Compleet
met lichtjes en bijbehorende 'Oud
Hollansche' oliebollenkraam. In de
winkels van 'mijn' Turkse groente-
boer en slager en de Indonesische
buurtsuper hangt of staat niets wat
op Kerst wijst. De Surinaamse win-
kel heeft een rode uitvouwbare
kerstklok hangen. Wie op zoek gaat
naar Kerst en 'het kerstgevoel' in
een wijk als Feijenoord, lijkt bedr-
ogen uit te komen. Zou de klant in
Salims groentewinkel gelijk hebben?
Terug naar de winkel van Salim. Ik
probeer te omschrijven wat het
kerstgevoel zo ongeveer inhoudt:
Vrede, gezelligheid, lekker eten, den-
ken aan 'de ander', warmte, kerst-
bomen, kerststallen, twee vrije
dagen en samen zijn met de familie.
Salim kan er zich grotendeels wel in
vinden.
"Ik vind Kerstmis leuk voor de win
kel. Maar Turkse mensen vieren
geen Kerstmis." Dus geen kerst
boom en geen kerststal. Maar wat
vindt hij dan van het zojuist door
mij omschreven kerstgevoel. "Goed.
Het is goed dat mensen eten en bij
elkaar zijn. En vrede is goed. Maar
Turkse mensen zijn altijd vaak bij
familie". Daar hoeft het voor hem
geen Kerstmis voor te zijn.
Peinzend, verse groente en fruit
onder de arm, loop ik terug naar
huis. Bestaat het kerstgevoel nu wel
of juist niet in mijn buurt?
Hein Eikenaar
'Gewoon leuk, meer
Sinds mijn studententijd woon ik op
Rotterdam-Zuid. Mijn woning
staat, zoals ik het zelf omschrijf, in
diep Feijenoord. Ik woon in de deel-
gemeente Feijenoord, in de wijk
Feijenoord. Meer dan de helft van
mijn buurtbewoners is van buiten-
landse, voornamelijk Turkse,
afkomst. In de deelgemeente zelf
wonen zo'n zestig nationaliteiten.
De school bij mij om de hoek is een
zogenaamde 'zwarte school'.
Negentig procent van de leerlingen
is 'zwart'. We hebben een Turkse
groenteboer, een Turkse slager, een
Surinaamse winkel, een
Indonesische buurtwinkel en een
grote wereldmarkt, onderdeel van
de Konmar-supermarkt.
Met recht kan ik zeggen dat ik in
een multiculturele buurt woon. A1
zes jaar en met veel plezier. A1 die
jaren verwonder ik me over de keur
aan nationaliteiten die, soms in
vrede en soms op vijandelijke voet,
met elkaar samenleven. Er ontstaat
een leuke mengelmoes van gebrui-
ken en gewoonten, wat de culturele
diversiteit van de buurt naar mijn
mening alleen maar verrijkt.
'Nederlandse' gebruiken en
gewoonten mixen met of steken juist
af bij 'buitenlandse' gewoonten en
gebruiken. In de weken voor de
Kerst en het daarbij horende ver-
toon wordt het allemaal weer eens
extra onderstreept.
De Konmar-supermarkt, onderdeel
van het nieuwe Kop van Zuid, heeft
Kerst is leuk. Kerst is mooi,
vindt Salim, de Turkse groente
boer waar ik dagelijks mijn spul-
len haal. Leuk? "Ja, leuk",
bevestigt hij, "Ik heb vrij en ik
verkoop meer groenten en fruit
omdat Nederlandse mensen met
Kerstmis meer eten." Ik vraag
hem naar zijn kerstgevoel.
"Geen kerstgevoel." Hij begint
te lachen. Het kerstgevoel kent
hij niet. "Kerstgevoel bestaat
hier niet", vindt een bezoekster
van Salim's winkel, die ons
gesprek heeft gevolgd.
Bestaat het kerstgevoel nu wel of juist niet in mijn buurt
De vredesboodschap, die tijdens
de kerstdagen een centraal
thema vormt, staat in schril
contrast met de wrede, dagelijk-
se praktijk van de ooriogsvoe-
ring. Maar soms komen de
strijdende partijen tijdens de
kerstdagen een bestand overeen.
Wanneer zo'n bestand leidt tot
verbroedering kan dit leiden tot
bijzondere en tegelijkertijd aan-
grijpende taferelen.
Het volgende verhaal handelt over
een kerstbestand aan het Westelijke
Front in 1914, tijdens het eerste
jaar van de Eerste Wereldoorlog. In
de buurt van Ypres kwam het tot
een grote mate van 'fraternizing'
tussen Engelse en Duitse soldaten,
dit grote woede van de hoogste offi-
cieren aan beide zijden.
Een inmiddels overleden Engelse
veteraan, Stan Dodger, vertelde zijn
belevenissen in 1979 aan zijn klein-
zoon, die ze op schrift stelde.
Dodger, die later in de oorlog zijn
rechtervoet verloor, diende in het
Wessexregiment. De Duitsers die
tijdens de kerstdagen tegenover
hem stonden waren afkomstig uit
west-Saksen. Eerder die dag eerder
bevochten we elkaar nog met alle
mogelijke middelen. Maar op kerst-
avond werden in de vijandelijke
loopgraven Chinese iantaarns ver-
licht en we hoorden de Duitsers
'Stille Nacht' zingen. Onze jongens
zongen vervolgens 'Good King
Wencelas', maar na het derde vers
waren ze de tekst vergeten. Een
Duitser met een megafoon riep toen
"Merry Christmas, Wessex!" Onze
kapitein, Poraraeroy genaamd,
regelde aansluitend een ontmoeting
in het 'No-man's land' met luite-
nant Coburg van het Duitse leger.
Ze kwarnen een staak-het-vuren
overeen en de rest van de avond
zongen we over en weer liederen."
Op Eerste Kerstdag kwarnen de
Engelse soldaten uit hun loopgra
ven en liepen, wat verlegen en
onwennig, naar de 'Fritzes' in het
niemandsland. "Ze kwarnen ons
tegemoet, zonder wapens dit keer",
zo herinnerde Stan zich. "Na wat in
het Engels te hebben gesproken -wij
spraken geen woord Duits- ruiiden
we rum en kleding voor brandy,
sigaren en souvenirs. Wij waren
vooral geinteresseerd in fraaie, pun-
tige helmen, 'Pickelhaubes', ge-
noemd, maar die bleken ze niet te
gebruiken in de loopgraven."
De kapitein en de luitenant besloten
een sportieve ontmoeting te regelen.
"Het niemandsland, dat tijdens
nachtpatrouilles wel tien vierkante
kilometer leek te beslaan, bleek niet
groter dan twee voetbalvelden.
Toen besloten we een voetbalwed-
strijd te houden. Wij leverden de
bal en de brancards dienden als
voetbalpalen. Onze ploeg verloor
met 3-2. Als toeschouwer keek ik
toe met een geladen geweer over
mijn schouder.
's Avonds gebruikten de Engelsen
hun 'kerstdiner' in de eigen loop-
graven. "Onze kapitein werd wel
uitgenodigd door de Duitsers, maar
sloeg dit beleefd af. Wel wensten we
elkaar smakelijk eten. Tot onze ver-
rassing rolde de vijand later die
avond twee vaten bier naar ons toe.
Gezamenlijk brachten we toen een
dronk uit op onze 'Wifes and
Sweethearts', want de politiek wil-
den onze officieren er buiten hou
den.
Na het uitbrengen van de toost
kwam de heer Putzi, een Duitse sol-
daat annex goochelaar, z'n trues
laten zien. Hij had gewerkt bij een
Amerikaans circus en haalde trues
uit met een kom water met goud-
vissen erin. Na enkele trues te heb
ben gedaan kregen wij bericht dat
onze brigade-generaal onderweg
was voor een inspectie.
Onze kapitein riep ons snel terug en
korte tijd later arriveerde de gene-
raal voor een inspectie. Hij had ver-
halen gehoord over 'fraternization'
en kwam poolshoogte nemen, want
iets onbelangrijks als kerstmis
mocht volgens hem de strijd niet in
de weg staan. Toen de generaal een
Duitse officier in het niemandsland
zag lopen, die meende dat het
bestand nog steeds van kracht was,
kreeg ik opdracht deze zonder par
don neer te schieten."
Ik schoot enkele malen boven z'n
hoofd, waarop de Duitser in een
granaatkrater dook. De generaal
coraplimenteerde mij en gaf
opdracht om te laten onderzoeken
wat die kom met goudvissen had te
betekenen. Na het vertrek van de
generaal kwarnen we weer bijeen.
We vormden een kring in nie
mandsland rond een vuur. Onze
kapitein werd door de 'Fritzies' op
de schouders genomen terwiji ze
'For he's a jolly good fellow' zon
gen. We hebben overigens die goud
vissen nog gekocht van die Duitse
goochelaar en alles laten opsturen
naar de Engelse inlichtingendienst.
Ik ben benieuwd wat ze er mee
gedaan hebben."
Het verboden kerstbestand kreeg
nog een staartje, zo besluit Stan
Dodger zijn verhaal. "Na Tweede
Kerstdag werd het bestand opgehe-
ven. De Saksen werden afgelost
door de fanatieke Pruisen. We ver-
loren vijftig man in drie dagen.
Later stelde ons opperbevel een
onderzoek in, want sommigen uit
mijn peloton hadden hun raond
voorbij gepraat."
"Kapitein Pommeroy werd door
generaal Haig voor de krijgsraad
gebracht en kreeg een ernstige
waarschuwing. Ook werd zijn pro-
motie stilgezet voor een periode van
vijf jaar. Het maakte allemaal niets
uit voor hem, want in 1916 kreeg
hij er bij Delville Wood eentje tus
sen de ogen."
Peter Spijker
Bovenstaande gebeurtenissen
zijn beschreven in de 'Collected
Short Stories' van Robert Graves.
(ISBN-nr is 01400.00.2881.1)