POSTILJON KEPST 1998
Kerstmis over de hele wereld
Tips en trends voor een
onvergetelijk kerstfeest
Van Santa Claus tot Befana
Kerstengel
Frankrijk
La Befana
Lussibruden
Linda Vaandering
Met de kerst wordt al sinds
enkele jaren veel gebruik
gemaakt van natuurproducten
en iichte kleuren. Denk aan
zink, hout, metaal en veertjes.
Niet alleen dienen deze rnate-
rialen als boomversiering, ze
komen ook op tafel terug.
Bijvoorbeeld in een metalen
kandelaar met een ecrukleurig
kaarsje erin, of raffia om een
server gebonden als servetring.
De natuurproducten en Iichte
kleuren zijn heel geschikt voor
de kerstboom. Neem kerstbal-
len en slingers in een Iichte
kleur (bijvoorbeeld cremekleu-
rig} of gebruik houten engeltjes
en strikken van stro. Deze klei
ne accessoires maken de kerst
compleet en sfeervol.
Meerdere lonten in een
kaars
Kerstkrans
Windlichten
23 DECEMBER 1998
DE POSTILJON EDITIE 12
PAGINA 15
De bekende en bereisde Santa Claus met zijn rode bontomzoomde jas, zwarte laarzen en
blozend gezicht lijkt wel overal tegelijk te zijn.
In Nederland en Belgie zijn de
kerstdagen een tijd van vrede en
goede wil. Cadeautjes en vrolijk-
heid horen eerder bij Sinterklaas.
De laatste jaren lijkt daar echter
een kentering in te komen. Er
wordt meer en meer gegeven met
Kerstmis. Er zijn zelfs mensen
die zowel met Sinterklaas als
met Kerst cadeautjes uitwisselen.
Straten en huizen worden vrolijk
versierd met lichtjes en klater-
goud. Kerstmis wordt in de
wereld op verschillende wijze
gevierd. Het verhaal is hetzelfde,
de uitleg is vaak anders.
De bekende Santa Claus met zijn
rode bontomzoomde jas, zwarte
laarzen en goedmoedig blozend
gezicht lijkt wel overal tegelijk te
zijn. Soms verandert hij zijn naam in
Father Christmas (Vader Kerstmis),
zoals in Engeland, waar hij ook zijn
muts met witte pompon verwisselt
voor een kap.
Toch blijft hij dezelfde opgewekte
schenker (dit in tegenstelling tot de
serieuze Sint Nicolaas, die met
goede raad klaarstaat) van pakjes
die met zijn arreslee, getrokken door
acht rendieren, over de daken en
door het luchtruim rijdt. De Engelse
Father Christmas is overigens heel
wat eerbiedwaardiger dan zijn luid-
ruchtige Amerikaanse 'neef Santa
Claus.
Santa Claus vult de kousen die aan
de schoorsteen of het voeteneinde
van de kinderbedden hangen.
Kerstmis is in deze landen een echt
familiefeest met partijtjes, het open-
maken van pakjes en het eten van
kalkoen. Klassiek is het beeld van de
veel te vol gegeten en gedronken
ouders die aan het eind van de dag
versuft achterover hangen, met in de
hoek van de kamer kinderen die
ruziend over hun nieuwe speelgoed
elkaar de hersentjes inslaan.
In Duitsland begint de kersttijd met
advent. Er wordt een krans van den-
nengroen, waari'n vier rode kaarsen
zijn gestoken, in huis opgehangen.
Op de eerste zondag na 26 novem-
ber (adventzondag) wordt de eerste
kaars aangestoken en de vierde en
laatste kaars op de avond voor
Kerstmis, die in Duitsland
Heiligenabend (heilige avond) heet.
De goede geefster op Heiligenabend
is een bode van het kerstkindje. Ze
wordt voorgesteld als een gesluierde
engel met gouden vleugeltjes en een
wit gewaad. Meestal heeft de
Kerstengel een helper bij zich die
stoute kinderen moet straffen. Hij
heet Hans Trapp, en is gekleed in
dierenhuiden, draagt een masker
met lichtende en heeft een stok
waarmee hij ondeugende kinderen
slaat. Dan is er nog een heks,
Berchtel, die net zo lelijk doet tegen
stoute kinderen. Ook al duiken
Hans Trapp en Berchtel nog regel-
matig op, er worden nu geen klap-
pen meer gegeven.
De laatste donderdag voor Kerstmis
is in Duitsland klopnacht. Mensen
met angstaanjagende maskers op
gaan van huis tot huis en rammelen
met blikjes, luiden koeienbellen,
klappen met hun zwepen en bonzen
op de deuren. Hoewel het kloppen
op de deuren moet herinneren aan
Jozef en Maria die een tevergeefs
een plaats in de herberg zoeken, is
het in onze tijd alleen maar een
mooie gelegenheid om de boel op
stelten te zetten.
In Zwitserland rijdt de kerstengel op
een slee die door jonge herten door
de straten wordt
getrokken. In
Oostenrijk worden
op de avond voor
Kerstmis de boer-
derijen en stallen
gewijd met wie-
rook. De boer
besprenkelt de die-
ren met wijwater.
Ook klopt hij op de
stammen van de
vruchtbomen en
beveelt hen in het
komende jaar rijke
vrucht te dragen.
In Tirol loopt het
hoofd van het gezin
met een open pan
brandende houts-
kool en wierook
door de kamers om
alle boze geesten
uit het huis te ver-
drijven.
Op de avond voor
Kerstmis zetten
Franse kinderen
hun schoenen bij
de haard, zodat
Pere Noel (de
kerstman) er pakjes
in kan leggen. In
het noorden van
Frankrijk, bij de
Belgische grens,
komt Sint Nicholas
en in de Elzas komt
de kerstengel
cadeautjes brengen.
Kerstmis is in
Frankrijk in de eer
ste plaats een gods-
dienstig feest. In de
Provence wordt
Kerstmis wel erg
uitbundig gevierd.
Een enorm hout-
blok wordt in de haard gelegd. Dit
blok laat men branden van de avond
voor Kerstmis tot Nieuwjaar.
Vroeger werd het niet verbrande
deel van het blok gebruikt als keg
voor de ploeg, in de hoop dat de
oogst volgend jaar goed zou zijn.
Als de kleintjes naar bed zijn, gaan
in heel Frankrijk de grote kinderen
met hun ouders de avond voor
Kerstmis naar de nachtmis. Daarna
gaan ze aan tafel voor een late maal-
tijd die Le Reveillon (souper) heet.
De Italiaanse kinderen moeten tot
Driekoningen wachten voor ze
cadeautjes krijgen. La Befana, de
oude vriendelijke heks, trekt tussen
1 en 6 januari door het land. In haar
laatste nacht schijnen er de vreemd-
ste dingen te gebeuren: bomen wor
den overladen met vruchten en het
water in beken en fonteinen veran
dert in goud.
La Befana vliegt op haar bezemsteel
rond en glijdt door de schoorstenen
de Italiaanse huizen binnen om de
schoenen en kousen van brave kin
deren met geschenken te vullen en
die van de stoute kinderen met
steenkool.
De kerstman in Denemarken,
Julemand, heeft veel kaboutertjes,
Julenisser, die hem in de kersttijd
helpen. Een kleine Nisse draagt kle-
ren van zelfgesponnen ongebleekte
wol, een rode muts en woont, zegt
men, in boerderijen en schuren. Al
jaren is het hier de gewoonte om op
de avond voor Kerstmis een kom-
metje pap of melk voor de Nisser
klaar te zetten. Het geloof in de
kaboutertjes stamt uit heidense tij-
den. Toen dacht men dat op kerst-
nacht geesten over de sneeuwvelden
van Scandinavie joegen en bleef
iedereen liever binnen om maar niet
die spookachtige horde tegen te
komen die werd aangevoerd door de
eenogige wintergod Odin in gezel-
schap van de kleine voorvaderen
van de Nisser.
In Zweden heeft men jarenlang
gedacht dat 13 december de langste
en donkerste dag van het jaar was
en daarom werd Sinte Lucia (haar
naam is afgeleid van het Latijnse
'lux', licht) met haar krans van
brandende kaarsen een symbool van
licht in hun lange winter. Ze ver-
anderderden haar naam in het
Zweedse Lussibruden, bruid van
Lucia. De jongste dochter van het
gezin staat op de dertiende decem
ber als eerste op. Ze trekt een lange
witte jurk met een rode sjerp aan en
zet op haar hoofd een kroon van
takjes vossebessengroen waarin
witte kaarsen zijn bevestigd. Zo
gekleed wekt ze de rest van het gezin
met koffie en broodjes.
In Finland worden de cadeautjes
gebracht door een geit met een lange
vacht. In Zweden komen de
geschenken van het kerstmannetje,
dat hier Jultomten heet, en sprekend
lijkt op de Julenisse uit
Denemarken.
In Rusland zijn nog een paar oude
kerstgebruiken overgebleven.
Baboesjka, een vriendelijk oud
vrouwtje, laat bij alle huizen in het
oude Rusland speelgoed en cadeau
tjes voor de kinderen achter in de
hoop het kerstkind te vinden.
De dag voor Kerstmis is in Polen,
evenals in verschillende oosteurope-
se landen, een vastendag. De
Optalek, een dunne plak brood
waarop de Heilige Geboorte staat
afgebeeld, gaat van hand tot hand,
te beginnen bij de vader. Elk lid van
het gezin breekt er een stuk af, voor
hij of zij het doorgeeft. De plakken
brood worden per post naar afwezi-
ge familieleden gestuurd, ongeveer
zoals wij kerstkaarten versturen.
De Hongaarse en Roemeense kinde
ren krijgen hun geschenken van de
engelen. Deze blijven onverpakt,
zodat ze hen in een oogopslag kun-
nen zien. In Joegoslavie worden op
de dag voor Kerstmis voor het aan-
breken van de dag eikenhouten
blokken gehakt en in een optocht
met kaarslicht naar huis gebracht.
Het kerstblok wordt versierd met
bloemen en rode zij. Als het in huis
wordt gebracht, worden er graan-
korrels en wijn overheen gegoten.
Daarna legt men het in de haard en
laat het branden tot de kerstmorgen,
waarna er een varken wordt gebra-
den.
Kaarsen zijn niet weg te denken in
de decembermaand. De vlamme-
tjes geven een feestelijke sfeer en
maken het diner af. Populair zijn
de kaarsen met meer dan een lont:
ronde, vierkante en langwerpige
kaarsen met vier, zes of zelfs tien
lontjes. Al die lichtjes bij elkaar
vormen een heel mooi schouwspel,
en omdat de kaarsen zo groot zijn
gaan ze heel lang mee. Ze staan
leuk op de hiervoor speciaai
gemaakte glazen of metalen pla
teaus. Ook kun je ze gewoon zo op
tafel zetten, maar laat ze dan niet
helemaal opbranden.
Omdat december de maand is van
versieringen en het hele huis in het
teken staat van Kerstmis, mag een
kerstkrans niet ontbreken. De
krans is kant en klaar in de winkel
te koop, maar het is leuker (en
goedkoper) om hem helemaal zelf
te maken. Met een strokrans, bloe-
mistendraad, cocktailprikkers, bla-
deren, mos en versieringen maakt
u in een handomdraai uw eigen
creatie. Verdeel ailereerst het mos
in bosjes en maak deze vast met
het bloemistendraad. Samen met
de bladeren prik je deze in de
krans, zodat niets meer van het
stro te zien is. Dan zijn de versie
ringen aan de beurt.
Natuurproducten en -kleuren hele
maal 'in' zijn gewoon in de natuur
te vinden. Bijvoorbeeld dennenap-
pels, hulstblaadjes, gekleurde bes-
jes en gedroogde bloemetjes. De
gekleurde besjes en dennenappels
maak je vast met cocktailprikkers.
Steek de gedroogde bloemetjes en
de hulstblaadjes in de krans met
het bloemistendraad. Maak een
goede verdeling van de versierin
gen. Als finishing touch kunt u bij
voorbeeld een kaneelstokje in de
krans steken en de prachtige
'natuuriijke' kerstkrans is klaar.
Het is ook mogelijk om andere
versieringen te gebruiken, zoals
walnoren, gedroogde paddensroe-
len, gedroogd fruit, stro, takjes of
kerstballetjes.
Veertjes, scheipen, noten, granen
en dergelijke zijn natunrlijk overal
voor te gebruiken. Leg ze bijvoor
beeld in een mandje als versiering.
Ook kun je ze gebruiken in wind
lichten. Dit zijn grote glazen stol-
pen in een sierlijke vorm met een
kaars erin. Strooi om de kaars
gedroogde sinaasappelschijfjes,
noten, besjes, dennenappeltjes en
blaadjes. Voor een chic resultaat
kunt u ook engelenhaar of veertjes
om een goud- of zilverkleurige
kaars heen leggen. Met minikerst-
ballen en sterretjes maakt u het
deftige aanzien compleet.