M G i Wij informeren ons kapot 'De voordelen van de digitale revolutie zullen vooral bij de consument terechtkomen.' Bij het surfen op Internet stuitte ik op deze mop: Bill Gates, Andy Groves en Jerry Sanders, respectievelijk directeuren van Microsoft, Intel en AMD, voe- ren een zeer belangrijke zaken- bespreking. Tijdens de serieuze en inspannende discussie, klinkt plotseling een piepend geluid uit Bill's richting. "Oh dat is mijn pieper", zegt Bill, "heren, neem mij niet kwalijk, ik moet dit gesprek aannemen." Hij drukt zijn polshorloge tegen zijn oor en begint tegen het einde van zijn stropdas te praten. Als hij het gesprek heeft begin- digd, merkt hij dat de anderen hem aanstaren. Bill verklaart: "Oh, dit is mijn nieuwe noodcommunicatiesys- teem. Er zit een speakertje in mijn pols horloge en een microfoontje in mijn stropdas genaaid. Zo kan ik overai en altijd een gesprek aannemen, "De ande ren knikken en de vergadering gaat ver- der." Vijf minuten later wordt de gedachten- wisseling opnieuw onderbroken als Andy begint te piepen. Hi} zegt: "Excuseer mij heren, maar dit moet een belangrijk gesprek zijn." Andy tlkt tegen zijn oorlelletje en begint in het luchtledige te praten. Als hij het gesprek afsluit, ziet hij dat de anderen hem aanstaren en verklaart zichzelf: "Ook ik heb een noodcommunicatiesys- teem. Mijn speakertje is ingebouwd in mijn oorlelletje en de microfoon in deze namaaktand." De anderen knikken en de vergadering gaat verdet Vijf minuten later wordt de discussie weer onderbroken. Nu door een knet- terende scheet van Jerry. Hij ziet dat de anderen hem verstoord aankijken en zegt: "Heeft iemand een stuk papier- Ik krijg een fax door." Het lijkt een grapje, maar de werkelijk- heid, gaat er, behalve in het geval van die ouderwetse fax, er in de komende eeuw erg op lijken. Internet via de GSM Zowel KPN Telecom, als Siemens wer- ken hard aan een systeem om via de mobiele telefoon internetdiensten aan te bieden, waardoor we overai ter wereld op straat fluitend over het net kunnen surfen. Mits we natuurlijk niet vergeten op het verkeer te letten. Maar daar is in het virtuele tijdperk ook min der behoefte aan. Want we hoeven niet meer naar de verkooppunten en alle artikelen en diensten die we bestellen komen via veel minder tussenpersonen naar ons toe. Bovendien is ook het ver keer computergestuurd, de verkeers- stromen worden gedoseerd via boord- computers en het stuur is al lang ver- vangen door sensors, zoals onlangs een stel Argentijnse ingenieurs in een proef- rit door Rotterdam zonder ongelukken aantoonde. De voordelen van de digitale revolutie zullen vooral bij de consument terecht- komen. Die kan goedkoper en bewus- ter inkopen. Er komen (of zijn, het valt niet meer bij te houden) programmaat- jes die het product van behoefte in het aanbod op internet afsurfen en een reeks vergelijkingen tonen in kwaliteit, service en prijs. Er is zelfs al een ver- huizer, waar je tot in detail kunt opge- ven wat je aan kasten en bedden te ver- huizen hebt, hoeveel etages, waarna er een prijs uitrolt. Maar de eerste paar jaren zal er nog het een en ander georganiseerd moeten worden voordat het voor de consument en producent werkelijkheid is. De Het toekomstige kind zal een groot deel van zijn leven voor de schermen van de computer doorbrengen. Ook vandaag de dag is 'computerenrazend populair. (Foto: Postiljon) zoekmachines blijken uit een onder- zoek helemaal niet zo efficient hun gegevens te verzamelen. Bovendien is het betalen via Internet nog te onbe- trouwbaar voor de massa consumen- ten. Maar dat is allemaal een kwestie van tijd. Vervagende grens Het is de vraag wat al die ontwikkelin- gen met de mensen doen. In een ande- re 'zegening' van het digitale tijdperk, de treinkrant 'De Spits', voornamelijk afkomstig uit de bak van digitale nieuwsberichten (overigens uitstekend te gebruiken om in een flits wat alge- mene nieuws in te nemen) stond een prachtige foto van een Chinees gezin dat met een soort railwagentje. zoals vroeger in een spookhuis door een supermarkt rijdt, onderwijl artikelen uit de schappen in het wagentje dumpend terwijl zoonlief kraaiend van plezier aan een namaakwieltje draait. Er is 66n probleem. Ik twijfel erg of deze foto in China is gemaakt en bovendien of deze foto wel echt is. Want je kunt geen foto meer vertrou- wen. Alles op de foto kan digitaal zijn geknipt en geplakt. Hiermee stuiten we op een volgend probleem voor de volgende eeuw. Wat is nog echt en wat is virtueel? De grens tussen echt en onecht zal vervagen. Terwijl ouders speciale programmaatjes op de computer hebben om hun kinde- ren te beschermen tegen de porno- sites, krijgen ze onderwijs van een vir tuele leraar, vullen ze hun dagen met spelletjes, waarin aan de lopende band mensen worden gesloopt. Bovendien verdwijnen er nogal wat banen door de digitale revolutie. In bovengenoemd voorbeeld worden de caissidres en het personeel van allerlei tussenpersonen in de handel overbodig. Ze zullen bijgeschoold moeten worden, maar ook dat kan op de virtuele LOI. Gebrek aan waarden Het toekomstige kind zal een groot deel van zijn leven voor de schermen van de computer doorbrengen. Ik waag er een speculatie aan: dat veel van het door kinderen gepleegde geweld in feite duidt op een ernstig gebrek aan emotioneel contact met de werkelijke, menselijke en dierlijke omgeving. Want voor affectie heb je eerst je Tamagochi en daarna de Furdy, de pop die boert, huilt en alles doet wat jij hem influis- tert, een soort kloon van jezelf. Als ik nu naar mijn bureau kijk zie ik er achtereenvolgens staan, van links naar rechts: drie dozen met floppies, een laptop, een printer voor de laptop, een antwoordapparaat, een telefoon, een radio, een scanner/printer, speakers voor de computer, de PC, de scanner voor teksten en de scanner voor ont- wikkelde films. Er zit ten eerste een berg overlap aan apparatuur in, die voorts een overdaad aan informatie uitspuugt. Zoals Neil Postman al vele jaren geleden in zijn boek 'Wij amuseren ons kapot' over de kwaliteit van de televisieprogramma's beweerde, neemt ook de kwaliteit van de informatie op Internet evenredig af met de toename van de hoeveelheid. Was er eerst vooral wetenschappelijke informatie, nu moet je je door bergen biepende plaatjes heenwerken om de informatie die je wenst op te vissen. De hamvraag is wat het de mens per saldo oplevert aan kwaliteit in zijn of haar leven? Daar zitten we misschien niet mee, maar wel met de gevolgen ervan. Computergestuurde verpleeghuizen Sommige kinderen zien het verschil niet meer tussen een virtueel mens en een echt mens en weten dus ook niet wanneer die mens lijdt. Dat valt name- lijk niet te programmeren in computer- programma's, simpelweg omdat de vir tuele werkelijkheid geen emotionele werkelijkheid aanvoelt. Luisteren naar elkaar heb je niet geleerd, want je pop vertelt alleen wat je hem zelf hebt inge- fluisterd. Ouders hebben geen tijd voor je om een emotionele band op te bou- wen en leraren van vlees en bloed zijn allang vervangen door het beeld- scherm. Trouwens, sinds de Thuiszorg jaren geleden failliet ging, heb je ook een internet-site voor je dementerende ouders gevonden, die ze mee terug in hun eigen jeugd nemen en ze schuiven aan het einde van hun leven ten slotte gewoon het leven uit door de achter- deur van een perfect computergestuurd verpleeghuis, omdat ook het verzorgen inmiddels volledig is geautomatiseerd. Maar ik schat de mens toch hoger in. Ik verwacht een reactie op deze ont- wikkeling. Nee, ik zie hem nu al: buurtfeesten, de terugkomst van het buurtcafd, desnoods bij de buurman, van de buurtwinkel op de hoek, waar je weer contact legt met de producent van je goederen. We laten het scherm voor wat het is en lezen boeken waar we gezellig met elkaar over praten. En we houden tijd over om met onze ouders te praten, zingen en dansen. En we boren een groeimarkt aan: menselij ke contacten, waaraan een enorm gebrek ontstaat, dus duur, maar waar- devol. Geld hebben we in het postdigi- tale tijdperk allang uitgeschakeld, want alles draait dan om de werkelijke, men selijke, waarde. Gerrit Versteeg 29 DECEMBER 1999 DE POSTILJON EDI TIE 12 PAGINA 6 Grens tussen echt en onecht zal

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Postiljon | 1999 | | pagina 6