11
►"=•5°
*Sr'g
s
11
§l8r|l|z
°1
g-!gl I
2§3w2i?ro£s-2"
- -i3?* s 1 £.3 g 3
e:§2o
w
?f§
>>5?
5-23 -<,"
3 2S.O
g*
^•-3 g-2.^-5-
OO' 8 7t
£r°g-5-
"2-fc^'i'
S
S*
N"
s s
s§
I-
I-
S
S S- g -
3 3°5
S Ito'S 2
Ss
q«'rtn> c
te* ^^2
rao-- 0 3
S^slg
'~2§ssl
9§"
9 5?
S
9g-re
i5°5lSg
222
S3 W M
S3 S3 S3
1
orr*
GOO
222
DOO
tflP5 75
P)Z 2
22 2 2
S3 S3 S3 S3
S3 S3 S3 S3
•-I "-J ~1 -1
222 2 2
>02r
Srcn^
i ><:2
8 S5w
ar =r =r
n> r* cd
*-»«-»«-»*
- C3
w
5®%
O
W H
S cue--*
c-2^22^.0
O^-v^N
/-s rr*>» r>£L
Q c O o Jt
I" c*
WHfi-ihrl** 2 O
WW? rr ""f"
3 3 2 f"B r-> ^D
TO TO to >-53 2 K
re re. re. re re re -T-3 2">
Snn-' STtf o ao.^53
crre-a-pO^a srsrS g1i£
MyiV)Ow g£ 2. .O O
g.g.3^no.S-5-=o?H
Hpoc«=rg.-S-o
2 2 53?:?r^7Ca N 53
O O f5 r M«! 2 a 3 Cl »i.r
•o*"'>w-3--o£C»| S
P&?S5s8.^g-5S-3S
_S;U-ff?,S8-_
a - g nS- -F 2 2™
Sk* »-r Cfq
2-S^o Tjm
►>23 5T "x. O W
a* 2. 3 «F S w 3
S 3 |5lrS-t*3
oG?5
cr U
<-)n
GB? S
p-n
ft) W
C*5 3 TO
5o TO
ST
c/) o
c/> o =r
3 fj a*
x oc
og 2. 5r
§3 f o
-.23
O^S-
■t
ja
S3
o
L
3 ^O
Nt° 35
- 5 TO
"L S* 5 're
Bsj,'
urn
Cfq
1 w w
S3 S3
i"G 13
S'^Ds -g
s>_=< - f
3- a.
1 "H
K_ 2-
v? 3 K
re rv
5
to 2.
3
TO
>s.
5
q-
*3
N S> fc—
cT ft) 23 J!
-* *5
ZZ'ri
O *v-
fp
q
pr crq
2
Q-
O
ET
W
o
"a
2t
a
*2.
2.
5*
s
S-5' 3'
a
*0
5="^
3
23 wa.
W
"s.-
teg
c;i=
^>N
S3
C*5 =r
OS
In*
b
55
2
3
S5"
S'
a
S3
13
t*5
5i
o H
W
?fa
s o
TO
S S
—TO
s'S
3
3 3
n>
q.
a 3"
O TO
to-"
sp
C*)
a
te
to
3 5 2'3-o-a
S rr,W'
;b-
.-<
o
2222222 2
Si S* S3 S3 S3 S3 S3 S3
^3 S3 S3 S3 S3 S3 S3 S3
-1 -I -I -1 "I -» -1 -1
a.'TZ or,t»cso2g-2
■sr2r,r,(ssi. -s
SnS"13^'^^
3 ►<c-'^toto2o
tn' >OHH"
3=?
n> fa »-t
3 PJ i i_^
L. 2 2 ^3
5'ig SR'Sa-
a g'22S'S'aa
^3-Dro 7L n-g
►5 CL S3 S3 -1. O
a g.> u x o
•nX-2 3 Q. 2- 3T U
Qw ^2 a.
>CTQ N
Oft o
<5^ 3!
O ft> o-
Oa:^; £5
5;3 <-,
n> sa
3 S3
3
13 TO
a»
CT
- o
CL 3
3 3
sr ::i
5:2 2
o o
a -5* 3 J'® 2j2«
bc-Sf—o o On 4
N^-r-S S 2
t»i2.-r S
is 3!'
2h» _g
OCfQ g-_
T> E 3
cr o
o- c f? o
ft» a- 3*«q
- 3 2 Q.-S.
5?*"* ™:l-
re 3 H 2.
1 ortjq 03 2 2.
q a. a. o -* 3
t0" S
raO O-^-"
3 O =r - cro ss
H o 8-rt
§.2°
W
S3
a
2
a- -r
re o
a -a
w-TO
- t*'
o
°5 3' 3 re =r
te='&a
re -N
^?0.^o
^^■2.1 2
*-* 2» tv ZL 4/1
3^ fb #N f)
o it- ni -
C 3 55 Ci, 1 -•
3 «V- 13
ft)
0! - O
O ,1 si ^2
CL
r4
O S3
d" Cl
Otc
O
o
gOo
c
3 Zft
S OS-
k,
d# w
o
=r" S" >s
aa" 3
S3 - ft o
S3 g
O
•^7q
C3 co
/w S3
to 7:
2 -
- re
re -on
5- s 3
►a," a 7- J.
te§.g paa j
to 2 re
I.„
5:« 3 ?3 °-
v7 q o Q- ft)
It ft 3 re
r0
-i /-"s 1—4 S3
o S g
Oj VS -
O - 5 H 2
T 35 3 ~TO 3
j Son
2 x- a re re
- a.-'3 "i
o r
as.5 2 re
3 CL
CL N#
2 O
=5
=1 a>
=3
53 2^8 b-S 5
0 S3 3
W S3 r-, JL S3
O 2
3 t 5 o 2.
33 »- n Vq
i>r;r)r
3 -• Cfq
i-r" J a GD
j re'
-N re Q. re
C*3 cd o
^2? s.3
re a
5
i>, n CL
Cfq
H
X o
3
i*
75-5
S3 O
•2.2.
ncfq*
3 ft
S re
s 3
o
03
ft»
s
- 3 !i
a
3 o
n M
Cfl
13
O v- -•
(5 (t >t
a-" a"
K 5 .to
re
g to
ft1, -1
q ft>
-«
P c
13
w
S3
13
rod.
5.
5*
c
3
CL -
re q
3
S3 cr
CL ft>
q
ft. -x
CA
S3
S3
S3 5
3
CL
fb f®
S* 3-
sa S3
a
cl
o
o
3
Cl
fD
y h
- M
3 3
Cb 3
c ?r a
re re
5t- a g
Cl. fD
cr-* 3
fD
3 rt
CL ft n-
t c rj
sT cr
»TC
13 0
><70"
n a -
ig'HS ra--
3 - re
75 g
re ^)-o 3
M 7T-T3
CT £3 S3 S3
?-oO;?3
S aB"' _s
3 t S
Q- W
ft) IE 5 ds Q-
2 J 3 ft
CL 3
ft> o
-pa
o"s» a.
3 o
w
-Ca m
G (A k
fD z: 53 S
Z, 2 fD N
13 i-t -1 M
a'nOQ re
to-S 2' 2:?
re JO 5 S"
3 2 g. Q.
re
<-D r-t
2 fD
Q. g 3? 5-
C/0
a. 3 a-
2 S re
2 S.-O cl. 2
a..
re
verdviidelijken en op ecne voldoende wi.i^e te oncwikkelen,
en bepaaldelijk die wijzigingen in liec wetboek te maken
weike noodzakelijk voortvloeijen nit de bij de wet van
28 april 1835 (Staatsblad n.° io) veranderde wet op de
regterlijke organisatie en het beleid der justitie.
Als voorname veranderingen in die wetboek moet men
ten eerste vermelden de aanvulling eener gaping daarin
bestaande in het voorkomen dat de gang der justitie niet
worde belepimerd, hetzij door de weigering van den be-
schuldigde om te antwoordenhetzij door de orde en
stilte te storen. De ondervinding heet't doen ziendat in
een naburig land (Frankrijk) men het gebrek van wetsbe-
palingen op dit punt betreurd heeft, en men heefc het van
belang geacht daarin op eene doelcreffende wijze te voor-
zien. Te dien einde heeft men voorgesteld, dat, indien bij
den aanvang of in den loop van het onderzoekde be-
schuldigde mogt weigeren op de aan hem gedane vragen
te antwoorden, het Hof bevelen zal, dat desnietcemin met
de zaak zal worden voortgegaan, nadat de President aan
den beschuldigde zijne verpligting, om te antwoorden,
onder het oog zal hebben gebragt; dat, indien, bij den
aanvang of in den loop van het onderzoek, de beschuldig
de door geraas of beweging de orde op de teregc-
zitting mogt storen nadat de President hem vruchteloos
tot stilte zal hebben vermaandhet-Hof bevelen zal,
om den beschuldigde buiten de gehoorzaal te leiden
en met de verdere behandeling des gedings zal worden
voortgegaan en daarin uitspraak gedaaneven als of de
beschuldigde daarbij ware tegenwoordi|f geblevenalles
onverminderd de vervolging van het misdrijf, waaraan hij
zich bij die gelegenheid mogt hebben schuldig gemaakt
en dat in bovengemelde gevailen niettemin de advocaatvan
den beschuldigde met diens verdediging belast blijft.
Eene tweede voorname verandering- in het wetboek
is gelegen in het voorstellen van een nieuwen titel
van de vervolging en teregtstelling van regterlijke arnb-
tenarenter zake van tuisdrtjvendoor hen gedurende
den tijd hunner bediening bedreven. Deze titel ontbrak
aan het aangenomen wetboek, doch is noodzakelijk ge
acht, vermits, volgens de wet op de regterlijke organisatie,
de bij het ontwerp opgenoemde ambtenaren raauwelijks
bij het provinciaal geregtshof te regt staan, met voorbij-
gaati van den gewonen regter. Men moest derhalve den
loop aanduiden der geheele procedure, en in al de ge
vailen voorzien, weike te dozer gelegenheid zich kunnen
voordoen. Bij dezen titel heeft men den beklaagde de
bevoegdbeid toegekend eene memorie aan het Hof in te
leveren, omdat anderzins de beklaagde zou kunnen worden
benadeeldindien de zaak aanvankelijk het aanzien van
een wanbedrijf had gehad, en door den regter, na de in-
structie, van eenen cnminelen aard zijnde bevonden, naar.
de openbare teregtzitting ten criminele wierd verwezen.
Eitidelijk, ten derde, heeft men nog eene andere gaping
in het wetboek aangevuld weike bij de vroegere raadple-
gingen der Kamer over dit wetboek reeds is aangeduid,
ter zake dat daaraan de vereischte voorschrifcen ontbreken,
hoedanig en op weike wijze ter vergadering vandeScaten-
Generaal het onderzoek civer de vqordragt van den Procu-
reur-Generaal bij den Hoogen lXaad plaats heeft, doch de
destijds bescaan hebbende omstandigheden hebben niet toe-
gelaten zich deswege te verstaan. Op dit oogenblik, merkt
men aan, bestaat er geene reden, weike den wetgever
wederhouden kan om den loop der zaak bij de wet te rege-
len en zulks zal het voordeel opleverendatwanneer
het geval zich onverhoopt ten eenigen tijde mogt opdoen,
men alle twisten over de wijze van raadpleging der beide
Kamers van de Staten-Generaal zal hebben afgesneden en
naar vasce en regtvaardige voorschrifteti zal handelen. Uit
dien hoofde heeft men de zaakbij de opstelling van
wetsbepalingen daaromtrent, uit het oogpunt beschouwd,
1", dat de Vergadering der Staten-Generaal te dezen geene
regterlijke bemoeijingen uitoefentdoch alleen overweegt
of het hoog staacsbelang mede brengt, deze of gene zaak
te vervolgen, en of daartoe voldoende gronden aanwezig
zijn2J, dat in beide Kamers geraadpleegd wordt op de
wijze, bij de grondwet, ten aanzien van voorstellen
van wet, voorgeschreven en alzoo over de voordragt
zal worden beslist, nadat zij in de afdeelingen der Kamer
zal zijn overwogen en de cemrale afdeeling haar verslag
zal hebben uitgebragt30, dat men het van belang heeft
geacht om te bepalen dat het lezen der voordragt van
den Procureur-Generaalhet aanhooren van voorsehre-
ven verslag en de raadplegingen met gesloten deuren plaats
hebbenomdat bij gewone regtbankenover het al of
niet verleeiien van een regts-ingang, niet in het Upenbaar
gehandeld wordt, en alzoo, in het onderwerpelijk geval,
eene grief aan den verdachte zou worden toegebragt, in
dien met ongesloten deuren wierd geraadpleegd over een
verlof, hetwelk door de Vergadering der Staten-Generaal
zou kunnen worden geweigerd, en 40, dat men de formu-
lieren heeft vastgesteld, weike door de beide Kamers in
dit geval zullen worden gebezigd, ten einde te voorkomen,
dat niet de eene zaak op deze en de andere op gene wijze
worden behandeld.
Onder de bijzondere veranderingenin het wetboek van
strafvordering gemaakt, behooren, dat de verpligting tot
het opsporen van misdrijven alleen is opgeiegd aan de
hoofden van besturen en gemeentenalwaar geen commis-
sarissen van policie zijn, vermits in de grootere gemeenten,
naar men meent, genoegzaam voor de goede orde is ge-
zorgddan dat de burgemeester en wethouders van hunne
moeijelijke werkzaamheden zouden behooren te worden af-
getrokken, om zich met het opsporen van misdrijven on-
ledig te houdendat men het bedenkelijk geacht heeft, het
misdrijf van laster en hoon minder dan elk ander straffeloos
te houdenindien de beleedigde geene klagt inlevert
bewerende men, dat die bepaling hare geboorte verschul-
digd is geweest aan den drang der tijdsomstandigheden,
waaronder dit wetboek is opgestelden aan de voor-
oordeelenweike vele leden der Zuidelijke Gewesten
op dat stuk hebben gekoesterden tot bereiking van
staatkundige oogmerken doorgedrongen. Ten slotte heeft
men daarbij gevoegd, dat de eer der ingezetenen een kleinood
is weike de wet in hare bescherming behoort te nemen
en dat er onder onze voormalige wetgevingen nooit ge-
twijfeld is aan de bevoegdheid van het openbaar oiHcie
om de geschonden eer der burgers ambtshalve te wreken.
VVijders merkt men aan dat men het min voegzaam ge
acht heeftom aan veld- en boschwachters het vermogen
te verleenen ten einde de hulp der burgerlijke of der ge-
wapende magt in te roepen dat men hun de verpligting
heeft opgeiegd zich tot de plaacselijke besturen der ge-
meente te wendenalwaar ?ij hun arobt uitoefenen
dai men hgc vermogen, tot confrontatie der getuigenuic-
drukkelijk vermeld heeft, omdat deze confrontatie van ge
tuigen onder ling het grootstc licht over de zaak verspreiden
kanzoo wel ten laste van den beklaagde als tot het
doen blijken van zijne onschuld dat men voorsteltom
den getuige in gijzeling te houden, indien hij, verschijnende
of voor den regter gebragt zijndemogt weigeren ge-
tuigenis der waarheid af te leggenomdat de justitie geen
belang heeft bij die verschijningindien de getuige zich
niet tot .bezwaar of tot outlasting van den beklaagde over
de zaakLwil uitlaten, en omdat, zoo in hei een als in
het ander geval, de maatschappij en de beklaagde groot
belang kunnen hebben, dat de getuige zijne getuigenis aflegge;
dat, indien de getuige ecbter halsstarrig blijft, en de zaak
buiten zijn afgelegd getuigenis moet worden ten einde
gebragt, men het billijk aeht, dat hij, die door zijnen onwil
welligt aan de maatschappij of aan den beklaagde eene grief
heeft toegebragt, te dezer oorzake tot straf kunne worden
verwezen; dat de getuige zich hierover niet kanbezwaren,
omdat bijdie geene wettige redenen van verschooning
heeft, een der heiligste pligten verzaaktindien hij, ten
einde den beklaagde te bevoordeelen of te benadeelen
wetgert aan de waarheid hulde te doen dat men hec
stelselbij het wetboek vastgesteld behouden heeftdat
namelijk het provinciaal hof, bij voorkeur, zal zijn zamen-
gesteld uit raadsheeren, weike niet over de vcrwijzing
naar de openbare teregtstelling hebben gezetendat
echterwanneer men de fransche wetgevirjg in ons
Vaderland niet gekend had, men vermoedelijk er nimmer
zou op bedacht geweest zijnom eerlijke regters derrrtate
te verdenkendat zij, die te goeder trouw vermeend hib-
bendat eene strafzaak genoegzame gronden tot nader
en vollediger onderzoek oplevert, daarom doof zouden
zijn voor rede, overtuiging en geweten, en na het hooren
van den beschuldigde, de mondelijke debatten, en de ver
dediging van den beschuldigde, uit loutere halsstarrigheid,
hunnen naaste zouden veroordeelen; dat men aan het provin
ciaal hof vrijlaat, om niet dadeliik het arrest uit te spre-
ken; dat men immers meent, dat in zaken van gewigr,
wanneer het levende vrijbeid of de eer van den beschul
digde van de uitspraak afhangen er geene reden is van
den regter het vermogen te weigeren, om de stukken nader
in te zien en zich te beraden dat men voordraagt, om
de uitvoering van een in ferachc van gewijsde gegaan arrest
of vonnis gedurende den tijd van acht dagen op te schorteb,
ten einde de veroordeelde in de gelegenheid te stfellen, om
bij den Koning genade af te smeeken; dat hierdoor dje
tallooze beroepen in cassatie zullen worden voorgekomen,
weike onder de tegenwoordige wetgeving, zonder grond
en zonder de minste hoop of verwachtingalleen worden
vervolgd om tijd te winnen, ten einde zich tot den Koning
te kunnen wendenen dat men de vraagof de strafvor
dering door den dood des daders vervalt, ontkennend heeft
gemeend te moeten beantwoordenvoor zoo verre betreft
boeten en verbeurdverklaringen, door den dader beloopen
in zake van landelijke of plaatselijke openbare belastingen.
Tot rector-magnificus der hoogeschool te Utrecht, voor
het academiejaar van 1836 tot 1837, is benoemd de.hoog-
leeraar J. L. C. SchrSder van der Kolk.
's GRAVENHAGE den 16 maart.
In de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
van heden is ingekomen eene koninklijke boodschap ten
geleide van een ontwerp ran wet, houdende den laatsten
titel van het tweede boek des wetboeks van koophandel
betrekkelijk inlandsche scheepvaart. Deze stukken kijti
aan de afdeelingen gezondenom onderzocht te worden.
Daarna werd de vergadering tot nadere hijeenroeping
gescheiden.
ROTTERDAM den 16 mairt.
Z. D. H. de Hertog van Saxen-Weimar is gisteren hier
aangekomen en heeft den nacht in Hendriksens New- Bath-
Hotel doorgebragt. Dezen ochcend is Z. D. naar Nijmegen
vertrokken.
Z. M. de Koning heeft, bij kabinets-schrijven van den
7 dezer loopetide maand, n.° 56, gelieven goed te keuren
de verltiezing van den heer J. ran Walrtte Haarlem,
bereids correspondent der tweede kiasse van het Koninklijk-
Nederlandsche Instituut van wecenschappen, letterkunde
en schoone kunsten, tot lid, en van den heer M. van
Buren, vice-president der Vereenigde Staten van Noord-
Amerika, lid der hollandsche amerikaansche maatschappij
van St. Nicolaas te Albany, enz. enz.wonende te
Washington, tot geassocieerde dier zelfde Kiasse.
In hare vergadering van den 25 februarij laatstleden
heeft gemelde Kla'sse nog tot correspondenten verkozen de
heeren dr. J. Bosworth en A. van der Hoop jr., beide te
Rotterdam, G. D. J. Sehotel en J. Steenmejer, respec
tively leeraren bij de nederduitsche hervorinde gemeence
aan de Lage Zwaluwe en te Arnhem.
De Faculteit der Wis- en Natuurkunde aan de hooge
school van Utrecht heeft den gouden eerprijs toegewezen
aan den heer Franciscus Johannes Arnoldus Pabststndenc
in de medicijnen aan die academie, voor zijne beantwoor-
ding van de prijsvraag: Quaeritur accurata expositio
principii Kreozoticujus parandi ratioproprietates et
usus medio except0") indicentur, et auctoris ctiamsi
fieri possit, experiment is illustrentur.
Van Haarlem meldt men den 14 dezer:
Deze scad is thans langs de voornaamste stracen en
grachten van gazpiipen voorzien, en de werkzaamheden
aan de gaz-fabrijk zijn zoo verre gevorderd, dat men heden
avond eene proeve zal nemen met hec aansteken van ette-
lijke lichten op de Markt.
Verleden vrijdag avond, omstreeks tien ure, is alhier
cer stedein de St. Jansstraac, in een verwers-pakhuis
op den hoek van hec Bagijnhof, brand ontstaanweike,
ondanks den hevigen wind, door de zeer vaardig aange-
bragte hulp der brandspuitgastengelukkig spoedig ge-
bluscht is, zonder veel schade te veroorzaken.
Te's Heerenberg is den 12 dezer, na een aanhoudend
lijden van vier en een half jaren, aan de gevolgen van zijne
voor Leuven in 1831 bekomen wonde, overieden de gepen-
sioneerde generaal-majoor N. C. de Gallibresridder der
Militaire Willems-orde3de kiasse, der orde van den
Nederlandschen Leeuw en van verscheiden vreemde orden
hij had den ouderdom van 58 jaren bereikt.
In dejavasche Courant van den 4 november vindemen
een berigt uit Cheribon, waarin gemeld wordc, dat den
31 October, op den middag, het kruidmagazijn in het fort
aldaar is gesprongen waardoor de oostelijke bastion van
dat kruidhuis en eenige daarbij staande gebouwen geheel
uit een zijn gestagenterwijl al de in het fort gelegen ge
bouwen, de in de nabijheid staande gouvernements-pakhui-
zen en eenige particuliere woningen schade hebben geleden
en vele dakpannen der huizen afgeslagen zijn. Een in het