I |1 A." 1836. ROTTERDAMSCHE Donderdag 0 U R A N T. den 14 April. 5 s? ff GifWOON TE 4 '•Sf S3 ■8 fa t- c ft s I r»* <4 s g 5 8 x si 0js s g 5 - B o"3 5OP,sTcSOg *3sS8" 2 2 "-iS U Sf S 8 N B 5% 3 2* 21 - "y -■"5 ■S ^5 cj g-° JSP-a 5.y $5 0 •s s lg 2'5 ws. >c B2 S g S.S-godwS "o 2S z^roog^ggg^-g <w z 222222 Zo p. {T FRANKFORT den 10 apriL I Men spreekt van groote veranderingenwelke Z. M. de Keizer van Rnsland voornemens zou zijn in het personeel zijner gezantschappen aan onderscheiden Hoven te maken.1 Het ijs in de Newi is in de Iaacsce dagen van maarc losgegaan, en die rivier was den 29sten tot op vier wersten van St. Petersburg daarvan geheel vrij. -Van de poolsche grenzen schrijft men, dat de stadliouder, vorst Paskewitsch, Warschau voor een geruimen tijd stond te vexlaten, om zich eerst naar St. Petersburg en vervolgens naar de zuideiijke provincien des Rijks te begeven. Op Witten Donderdag hebben de Keizer en Keizerin van Oostenrijknaar ouder gewoonte, de voetwassching varrigi aan twaalf oudq mannen, van welke de oudste 103, en aan twaalf oude vrouwenvan welke de oudste 108 jaren telde. De slutting van den Hongaarschen Rijksdag is nu op den 2 mei aanstaande vastgesteld. De Maatschappij voor de stoomvaart op den Donau moet zichin een adres aan den Keizer, ten sterkste beklaagd hebben over de hinderpaienwelke liaar door de russische atuoriteicen aan de monden dier rivier worden in den weg gelegd, daar zij zich verzetten tegen het doen der noodige uiediepingen en tegen het oprigten van kolenmagazijnen, zich beroepende op een artikel van het tractaat van Adrianopel, bij hecwelk bepaald is, dat geene gebouwen aan de oevers van dien strooinwaar die bevaarbaar iszullen mogen worden opgerigt. Men hooptedat de tusschenkomst van vprst Metternichdie de bedoelingen dezer Maatschappij ahftd zeer begunstigd heeft, deze zwarigheden uitdenweg zqu mimen. Ook in het Noordelijk [talie begint men zich met het maken van ijzeren spoorwegen bezig te houden. Binnen kort zal er een van Venetie naar Milaan worden aapgelegd. Brieven tiit Patras tot den 15 maart berigtendat zich de rooverbendenna het mislukken van eenen aanval op Missoiunghiin de gebergten op de grenzen hadden ge.worpen en van daar met een nieuwen aanslag bedreig- den, waarom de Grieksche Regering aan eenige chefs der irreguiiere troepen last had gegeven om tegen de roovers op te trekken. Sommigen wildendat de Koning zich in persoon naar het noordeu van Griekenland zou begeven om er de krijgsoperatientebesturen. Een aantal oproerigen zijn gegrepen en te Missoiunghi binnengebragt. Volgens andere berigten zou koning Otto zich weldra verpligt zien11a zijn Kabinet ten eenenmale veranderd te hebben, aan de partij der beweging toe te geven, en alle beyersche militairen nip zijn gebied te verwijderen. Thans heet het weder dat de tijdingen uit het Oosten gunstig Iuiden en dat Mehcmed-Aliten gevolge der rust, welke in Syrie heerscht, zijn leger niet vermeer- deren, maar veeleer verminderen zal. PARIJS den 10 april. In de Kamer der Gedeputeerden heeft gisteren de heer d'Harcourt rapport uitgebragt over eenige petitien, waarbij gevraagd werd, dat de asch van Napoleon naar Frankrijk terug gebragt mogt wordenen ook dat de wetwaarbij de. leden van zijn geslacht verbannen zijn, ingetrokken worden zou. De commissie was van ad viesdat er tegen- woordig niet de minste reden van vrees bestondwelke vroeger het overbrengen van Napoleon's asch had kunnen inboezemenen dat de Regering eene blaam op zich zou ladenindien het langer die asch in vreemden grond liet rusten. Daarom wilde zij, dat de petitien, welke deze strekking hadden, aan den Minister van Buitenlandsche Zaken verzonden wierden. Anders dacht zij over het ver- zoek tot intrekking der verbanningswet. Zij begreep wel, dat men niets van de leden der familie van Napoleon te duchten had, doch meende tevens, dat men aan de woel- zieken en onruststokers geene voorwendsels behoorde te leverenwaarvan deze zoo meesierlijk gebruik zouden weten te maken, en sloeg dus voor, dat de Kamer omtrent dit punt tot de orde van den dag zou besluiten. De generaal Pelet uitte zich tegen dit voorstel en hield eene lofrede op Napoleonwelken hij voornamelijk verde- digde tegen het verwijt, dat hij een eerzuchtige geweest was en in oorlogen zijn grootst genoegen vond. De vreeinde Mogendhedenbetoogde hij, hadden tegen het Fransche Keizerrijk het verbond van Pilnitz, in 1789 gesloten, vol- gehouden, en een oorlog op leven of dood tegen Napoleon als den vertegenwoordiger der groote revolutiegevoerd en hieraan alleen waren de oorlogen te wijten, die vijftien jaren lang zoo veel bloed in Europa hadden doen stroomen. Daarentegen had men, volgens zijn gevoelen, aan Napoleon, die tweemalen zijne kroon nedergelegd had om Frankrijk tegen een binnenlandschen oorlog te behoedende kiemen der nationale vrijheid te dankcn. Na op deze wijze lang over de nagedachtenis van Napoleon uitgewijd te hebben beweerde hijdat men zijne familietegen welke men alleen kon inbrengen dat zij aan den grootsten man van dezen tijd verwant was, niet langer beletten moest naar haar Vaderland terug te komenen dat de eer van dezen maatregel aan het Ministerie behoort, dat zoo luide ver- klaard heeft beginselen van edelmoedigheid en verzoening toegedaan te zijn. De heer de Golbiry heeft in denzelfden zinwat de familie van Napoleon betreft, gesproken en onder anderen ten haren voordeele aangevoerd dat geen harer leden deel genomen heeft aan de politieke troebelen van Frankrijk. De heeren BricquevilleLarabit en Mauguin hebben insgelijks het doel der petitien verdedigd. De laatste zeide, dat het oogenblik gekomen was om aan Engeland de asch van Napoleon terug te vragenen dat, zoo Engeland zijne belangen wel begrijpt, het zich haasten zal aan Frankrijk eene verschuldigde genoegdoening te geven, die het onder- pand eener eeuwige alliantie tusschen beide natien worden zou. Ook verklaarde hij, dat het Gouverneinent thans sterk genoeg was, om niet langer uit vrees het geslacht van Bonaparte verbannen te laten. De eenige afgevaar- digde, welke zich tegen de petitien verklaarde, was de heer Dupont van Nantes. Hij wilde, dat men, behoudens <3 alien lof en eerdie aan Napoleon's nagedachtenis toege- zwaaid mag worden, toch niet vergeten moest, dat de- zelfde handdie zoo roemrijk het oorlogszwaard voerde de nationale vertegenwoordiging en 'svolks vrijheden ver- nietigd had. Hij kwam er rond voor uit, dat hij de asch van Napoleon beter op St. Helena dan onder de kolom Venddme geplaatst achtte, en zeide, dat het standbeeld des Keizers, hetwelk Frankrijk weder op die zuil had laten plaatsen, bewees, dat het met dankbaarheid den roem her- dacht, dien het aan zijne wapenen verschuldigd was, en dat de grafzerk op St. Helena tot les strekte voor alien tyrannieken roemdie de vrijheid des Vaderlands met voeten trad|:evens voor gouvepisujenten, die ?ich laaghartig op hunne oyerwonnen vijanden wreken. "Om die'reden be greep hij, dat men het graf laten zou daar, waar de Voorzienigheid het geplaatst had. De president van den raad der Ministers, de heer Thiers, heeft betuigd, dat hij volmaakt in de gevoelens der teeke- naren van de ingediende petitien deelde aan de geschie- denis de moeijelijke taak overlatende om te onderzoeken, hoeveel zwakheid en dwaling met grootheid en genie was gepaard geweest. Dochzeide hijhet belang van het Land moest het zwaarst wegen, en hoezeer hij van ganscher harte den tijd wenschte te belevenwaarop elkdie een franschen naam draagt, vrijelijk den vaderlandschen bodem zou, kunnen betreden, deed hij opmerken, dat men dien tijd met geduld moest afwachten, en dat haastige, onvoor- zigtige middelen welligt het naauwelijks uitgedoofde vuur weder zouden doen ontvlammen en misdadige verwach- tingen doen herleven die niet te verstikken zijn. Vooral moest men zorgendat de naam van Napoleondie zoo dikwerf misbruikt was, geen nieuwe wapenen aan kwalijk- gezinden in de handen gaf. De Kamer heeftbijtia met eenparige stemmenhet advies der commissie aangenomen en bevolendat het ge- deelte der petitien, betrekkelijk de asch van Napoleon aan den Minister van Buitenlandsche Zaken zal verzonden worden, en met eene groote meerderheid de vraag tot intrekking der verbannings-wet ter zijde gelegd. Er loopen hier sedert eenige dagen gerucht'en, wegens een voorgenoinen huwelijk tusschen den Hertogvan Orleans en eene dochter van den aartshertog Karel van Oostenrijk. Zooveel schijnt zeker te zijn, dat die Prins in de volgende maand eene reis naar Dnitschland doen zal. Men blijft nog altijd spreken over het houden van een congresdat te Weenen vergaderen zou, en waarop niet alleen de zaken van het Oostenmaar ook die van Spanje behandeld moeten worden. Oostenrijkzegt men schijnt zeer gezind tot het beleggen van zoodanige diplo- matieke bijeenkomst, en ook Frankrijk en Pruissen schijnen zulks te verlangendoth Engeland en Rutland zouden minder gaarne dit congres zien, de eerste Mogendheid om- dat die vergaderingen wel eens verder gaan dan eenvoudige conferentien behoorden te doen, en Rusiandomdat het vrij in zijne politiek wil blijven. proces wegens den aanslag op den weg van Neuilly is nu ten einde geloopen. Achtder aangeklaagden, waaronder Boireauzijn niet schuldig verklaard, vijf anderen daarentegen schuldig aan het voornemen tot eenen aanslag op het leven des Konings, doch alien onder meer of minder verzachtende omstandigheden. Charles Chaveau is daarna veroordeeld tot tien jaren gevangenis, als de eenige, die begonnen was om de uitvoering van het plan voor te be- reiden. Aan Hut liery en Hubertdie eenen politie-com- missaris beleedigd en in de uitvoering zijner functien be- lemmerd hadden, is vijf jaren, aan Gabriel Chaveau vier jaren en aan Maximilien Husson drie jaren gevangenisstraf opgelegd. Huillery en Hubert, die zich ten uiterste dwaas en onvoegzaam gedroegen door de regters uit te dagen hen ter dood te veroordeelenwerden nog voor de uitspraak naar de gevangenis terug gevoerdwaar het vonnis hun later is voorgelezen. Ook de drie anderen hieventoen men hen wegleiddeoproerige kreten en gezangen aan terwijl Gabriel Chaveauwiens moeder onder de vrijge- sprokenen behoorde, de leden der Jury verweetdat zij die vrouw vermoord hadden, door hare zonen ten onregte te veroordeelen, en in het heengaan zeide, datde Republiek hen weldra zou wreken. Het Gouvernement heeft depeches van den Gouverneur van Bourbon ontvangen, wegens eene oproerige beweging, aldaar in de eerste dagen van december ontdektdie een opstand onder de slaven ten doel had, en ten gevolge van welke zestien personen in verzekerde bewaring genomen zijnwaaronder zich negen vrije kleurlingen en zeven Slaven bevinden. Het Koninklijk Geregtshof was buiten- gewoon bij een geroepen, om het proces van deze lieden op te makendoch er heerschte op het eiland eene groote gisting, welke het moeijelijk zijn zou te onderdrukken naardien het garnizoen te zwak is omzoo er op ver- schillende punten te gelijk een opstand uitbarstte, met nadruk de Regering te ondersteunen. Daarom verwachtte men met ongeduld de versterking, die de Gouverneur op nieuw aangevraagd heeft. Het ontwerp van adres, in antwoord op de troonrede, is den 2 dezer in de zitting der Spaansche Procuradores voorgelezen. Het luidt doorgaans gunstig voor het tegen- woordig Ministerie, en de ijverige medewerking der Kamer, tot ondersteuning der maatregelen, welke het Gouvernement zou yvillen aanwenden, wordt er in beloofd. Van de bloedige tooneelenwelke in onderscheiden groote steden plaats grepenbetuigt het adres de hoogste afkeuring, terwijl de spoedige en geheele demping van den burger- oorlog daarin als de eerste voorwaarde wordt aangemerkt, om het Land de weldaden te doen genieten die door de aangekondigde verbeteringen beloofd worden. Den 5den moesten de beraadslagingen over dit ontwerp aanvangen. In een brief uit Madrid wordt verzekerd dat de com missie, die met het ontwerpen van het adres belast was, het aan de goedkeuring van den eersten minister Mcndizabal zou hebben onderworpenmet verzoeker al die veran deringen in tc makenwelke hij njogt noodig keuren. V. a, a n o M d* cj <L> O ^3 CJ -X be 5 *5 a j cj o cx a> to B o ''B - tU O -a NO 1 c^ a a a» o- OJ eC o CO o o dC o CO w bUrU .5 .5 rt <L> ij •C a» be Jr; .S*"a a» <-c - to H S cd g t-H tl S w u Ul r- ca .5 "T n -V* •in .5 r. R a> c N Q 2 iH s n 1— r-.. Ph bVg o 02 0 .^^3 o a> -.rb—, o J= O J2 n, a.S.U a js O O B.-C 1> P g. n "5 f o O c o 5 E -a"a<u c a> qj jn j* o L. -J -r- C3 a» -r; 5: C <3J J2 Z (L> t- AX yt "S0Q0 w g flh C.H <i> W 3 W'J u cl, c-i a. a. w r. r. C3 u. u. u- u. w n ci b rt n re rererttjortnrtflnrt hO ho n oj r n v - s t-t a a t-4 U, bC B "S a. 2 c N v. R 5> <-t i> .S o B E c °5? h-t to «T- X 1- s, bi r C: iz f-1 K S •».C X. - BS; o K b a a. O tj SJ CQ ^5 'JZ 'C i O (U - 1— S5 to C J r,, "O 7j ^3 Cj U <D c3 -CO r^i o C V- C.J S t»1 i* W •- _J^T3 S <5 w C-> a a» 1- be 41 o n. '■V .r »-. a> n c be "j b1* .5 jdi k. c be "SMi. S"5-W2-§ 2«§ C3 0- c s id 2 5"S, Q. S 'Nig *5 "5 6 S s is "I -S 6e a ,§t>££§-~a.a.»5<!£2S - u_i wh T "J r - -0 7. o "W X Z> UJ p!oo>^ o 0 f-i be be o rj a> 'O T3 01 W o - .2 qj "C3 Z <5 o id 41 Q X 01 4) HOJa rA CO CO I 1 tn SWoOwCalv- ^ZracsMjm-a m re re re re n re re n re re <t rt C «u -a bf> o

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1836 | | pagina 1