|i o sffs 3 1 s .^s=; s-3 s s r sllfS - k>5 ^3 ^2 1= ->2 i.5 2 g.° s a s S=-g;^o - S'S153 O? a Sis§s 3'SOom-" 1 oSs-TInS-" tfta - o 'oi!3?; •0^-r° pa s- ^g.Sg3<s| 02 8 31 ^^8g.5„ |g- an 2 -O 0 p* gr C -~S O 3 O r o Q- HL 7L 5 2 5 5"' H 3 3 =3 e o> *2 £""*3 crq c c o 2 D3 1 -J J o o 3 rr rt o CT "-3 3 zl. o *-*?! -j fo QO §§32E 61 <s O "§„££5?20 zr—'"> pi 3J 5 2 "3 So-^-S3 o 2 ~.<H O w a o CL. o» 2 a 33 S i—7c< 35 n re ro m 2 -. -t O -* - Ii W O - O 3 o r c o <d n> 3 5- So 3 in a^i? P§ iS (Sf 2 73 O o N M C C/q O ora O-g o ST O >'JQ O -f &Q. o O. N a 5"" Si- 3 »-t J*- s. O o 73 3 O. C -t - va K- ft> piS Sh O •n •q. a a a a !p >—4 a Q. 3 (t p< re a 75 re „a;--2 3 2- 5 Z§S'=3, 5.«xr\ n> »*-* r- - o "q. l,; a 71 J° m 5- y n g> a o e s a 2 g 2 3 3 3 2. zz 2 Ci Q- 2 vl, J S f6 O C O 3" -< g-c a 3 p- O f, 2 - r-- o 2^. o Ov cm S ^a r a X-. rj o r- r-» C Tl) O C o fti o. i.EC-5 c .rr: -a ra /i c -a<<=]2 >2 ?-r» a>=: w a -V O 3 U fL a 2 crq f5 Q P o c/5 a X a c a z. p) C5 v. aq t^l a. o t^o EL- o CVJ y. o 3 nbtj o <4 o StJ m 3 C zn O co'-'^rjo ^;H2- go^n :SRxx2' co §.Zx° 2 =-^.5 C- O (/Q (V to n--j2 2 ro Cfq ►Q 3 y 2 -2. S- v-k S a. -Q -^2. P3 O 3 Cq O k->''n g 3-- S2 I g5 4 ^2 3.2* ft g C g re 2. 2 tj o 3 a a m o g- P{ ra 2 O ra r/i O hm -r* CA 3 co 73 2 2- O o. H rcx2 ►»fc, O V5 :- =n s o c O |rt§g-§g.oa nhXo »I1 3 O w »■- o s s -n ?a OS re 3 p) £13 1.1 - T— Cu 3 ?r 2. S 2 P:! 5?>o> a cu (O 3 tJ o o ?r =r o - a-S;- - n a o a a. g g j» OxNc. g a 3 m 2' S g a"ws o o -^3 -r» O i c, r-- w< S.o X <3 g S"5-3.<= Q-. c ro ku. o S Q. 1 ">3 D c r i -a 3 2. rt> ro o ?r rD a >c; S o o O 3 C- «- JS S 2^ rD o t>i O s rt» V.-> o az^g. !T n o uijQ -L. h— S 3 3 rs 2 2- S.- O g* _s; S-s c» «o 3 <S> o -: 3- J~* 3 n £3 j_a 3 SS.BSTWI a>3 Ha C 2 CL 2 W O p3 t Oq g 3 3 V. Q n C/5 r^v •a rt> <Ti w -. o S3 o g o O -* 7? ft> m. N o N H- j cL o £.3 8 OS aa ens' a J=zs n°i a£<s- O 3" S? I r-» 3 W3 tfq 3 J R3 O Crt «T> 3- 3 S O re 3* 3 3 3-« 13* 21 f-» 3 O 3- 'ZZZZZZ p a y y u y p y y y u 1 i i "i i "i M^SHOtZ £H-aaca -i P<rrsi h a -- kj ZqHH OH< a .n a» e» "ro-Ora^oo"* - n°g5 t-)'° - a. 2 S"=- - °5 be 25 mo -^,-1 -i 0 - cr< S3 2 o jj Z m o ^ro crq 2 2»i 3 c o u r z: rv' 3 3 a s 5- a ^33. - - Q. h- Cn ^1 0/5 3'3Di;i;2 3< »3 - 3 <T» O -a O §232-^n N 3t <*3 flJ CJ -.„ rs, - e:« 1 S3 b|-2:8 crq zL 3. 3 1 >c o -< o 5 bf* f5 r5 rt v» 2.2 3 3 3 r rj - M si -l. «c 2 »-5 O '-e O Z-* ■*-< Gi r4 Z? 3 £.0 P3 O M 0.3 S O ^S-8 g-g.S-2 H O a 3 zr 3- K B3 -«- rD Cj-1 i? A ?T g-_^^^2 a tB-s-o s-if.s-> N, Mg P; fc 5; 5 ?r SS gz „3Sg§ag: §.ssg §_^.ro h<* «2S -i 8 J 3 2.CO r<S 2 ..Vl 3 i »Ii O 3-Sot5^°=i.a„36:3 X 2^ f~T 2 N d o cc w ^-§?^C"lS™'nS-§SS m -r n> 3 0 S1 b" 2 - U CZ ZJ 2? z 50 r- o O .St ^"'jq C- t/i Pa iz> o O O ro Cu- 2 a. o n 3 3 3 0 ?p|1 XK-O n 5^ 3 S-g-.. 3 5 2 3 =-S 22^.-3-—32.Z 2 ?a§ g S 5.3 O O- r3 -1 a n - 3 3*C O 2. ft rt <P 3. 9-crq '-^> /c 'y o - c zr -GT3 3 O Q- rD O ro "s* <S s -a vo o. M o P<< m <i q O t* O -o 3. C a- - 3 03 S =:z 0 o o co W 5 ^a"^2.^ P Ti •"S-b. a a a.aq ab a> fb o 3 o o o o o c/ t»3 2. S§ |w M 5 73 CI 3 P - 3 8 ?-s 3 Co Cb o3 o S. o n> ^5 g o c - - 3 r-t <T> £7 O Cw g- T O- 3 0 ry> -I o A C" Q a r O 3 rti O 5 O Clj 3 -,r JD crq 3-. 3- 2 ro O p - - B 2 3- o 3 Crq rq M'- aq CU w o* o cd O «p O ZE 3 O: -1 73 —1 CTQ f5 3 ft ^2 2 S 3. ti. 5? K" S "o SsO-3 r^S2.§2g-"?3S33gs:^ o^_a2 cS re«* :3CS3 a- rD ZJ CD 3* O 3 3 0 ,go=32 wg fD O 3 00 7q 2 3 3 c-» CD CD 3 5 &vo re" 2 5P K5b S P ru -> C 2s o c o. - CD f b Pa O - ru co i y (t, p 3 S-C-?? 7 ft §2,3 g §-n.~ 5' ^eS t oq 3 S 53 3'l 2^ o 73 STb CD fD O- fD r. <-, an n n r-< O S- 2'S 3 P^O o - rD n n> 3 O ro 2 -1 K-ft o - 3 I rr n n P fD 2 re 6 ~s g C 3 3 a cl. 2." c/t S 2 g-g fD CL. p rD p ot33 o n u u 1^. co O co rt 2 ft ^.l 3,33 De heer iw; Sytzama verklairt steeds een groot voor- stander geweest tc zijn van de wet van 1817, maar ver- meende dat het raadzanaer ware eene onderlkige verze- kering daar te stellen, en kan niet goedkeuren dat de veehoHders bij nksluiting dit veefonds zirilen bekostigen. Hij tioemt dit eene eenzijdjge beiasting. Er bestaat geen gevaar, dat de aistemmmg der wet buften'sLands nadeelig zal werkea. Ook hare vaststelliiig wordt zoo drill- gend niet gevorderd. Uit dien'hoofde verkiaart bij zich dan ook tegen deze twceslachtige en onbepaa'de wet. Jlij lierinnerc daarbij wat er met de oorspronkelij-ke wet over die onderwerp is voorgevallen. Het was eene wille- kenr van den toenmaligen Minister geweest, dat hij, bij de ukvoering der wet, daaraan eafie uitlegging ge- geven hecft, lijnregt strijdig met het doe! en de streltkiug waarmede zij was voorgesteld. Hij verlangt dan ook dat bij tie herzienitig onzer staats - instellingen zorg gedragen wordc dat de Wecgevende Magt aan zich zelve het regt behoude om wetten nit re leggenen dat alzoo nlle resolntiendispositien en circulairen van Ministers daardoor znllen komen te vervalien. I let onderhavige onderwerp levcrt een voorbeeld op, wat men daarvan tc verwachten heeft. Men leze toch de ministeriele circulaires en de dispositien van 7 September 1816 en 15 mei 1818, waarin Z. Exc. erkent dat de wet onuicvoerbaar was en uic dien hoofde haar eigenmagtig heeft vcranderd. Voor- zekcr, voor zoodanige dacjen moesc een Minister ter verantwoording behooren geroepen te worden. De heer van Asch van IVijch heeft zich ten voordeele van he? ofitwerp verklaard. Dc heer IVarin zal tegen de voordragt stemmen, niet zoozeer om redenen uic de wet getrokkenmaar om dat hij tegen het stijven van alle bijzondere kassen is zoo lang het gebruik van 's f^ands penningendoor de ingezetenen opgebragtniet behoorlijk wordt geregeld. Dit fond3 is toch een schakel van dat geheelhetwelk zoo veel te wenschcn over laat. De spreker vcrmeent dat het-Land achteniit gaat, en dit zes en twintig jaren het geval geweest is. Men spreke hem toch niet van het graven van de Zuid-Wiliemsvaart, van het Zederik-Kanaal, van het Kanaal van Voorne, van den aanleg van zoo vele straatwegenvan de droogmaking van den Zaidplas en zoo vole andere werken, meerendeels tot het vak van den waterstaat be trekking hebbende. Hi) erkent ook gaarne dat het openbaar onderwijs hier te Lande groote vordermgen heeft gemaakt. Maar van dat altes moet zoo veel ophef niet gemaakt worden. Men stelle daartegen toch over de ontzettende vermeerdering der nationale schold, men make dan onze balans op, en dan zal men onzen ontzectenden achterurtgang kunnen ontwaren. Met tof gewaagt de spreker van de zorg, die er sinds 1815 besteed is tot instandhouding of vestiging van veie nuc- tige inrigtingen. Maar bedroeven moet hij zich, wanncer hij nagaat. wat wij in 1814 waren en nu zijn. Eeuwen iang heeft 011s Land ten toonbeeld gescrelct aan andere Volkenwegens zijrre orde, burgerlijke vrijhcid en gods- dienstige verdraagzaamheid. Wij hebben de treurige gevolgen van burgertwist en vreemde overheersching ondervonden. Dat volkbij hetwelk de ondervinding zoo heilzaam had gewerkc, dat van eene vreemde over heersching zoo gelukkig was veriest, dat weder zelf- standig was gewordendat volk, hetwelk tot Iloofd van den Staat koos den oudste van dat gcslacht, aan welks naam zich de welvaart cn de vrijheden des Lands verbinden, zulk een volk had andere natien kunnen voorbij streven. Ongelukltrg heeft men het tegendeel gedaan. Men heefc de veerkracnc der wcrkzanien in den lando verlamd. Men heeit de wetgeving en de handhaving der wetten verwaarloosd. Men heeft die verward en duister gemaakt. I bans gaat de tijd om de gcstichte wanorde te herstellen verloren. Alfes is thans onzeker. Wij ver- langen niets andcrs dan orde cn rust. De natie kenschetst zich op dit oogenblik door haar vredelievend gedrag, maar men moet haar geduld nk't ten uiterste drijven zij is .gelukkig bedaardgeene onruststokers zijn in staat het nederlandschc volk in heweging te brengen, maar ook aan het gtootste geduld is een eintfe en wanneer het eens ten eipde geloopen mogt zijnwie zal dan de vaart stuiten? Reeds drie der zes roaanden zijn verloopen, ge- durende welke wij daclueu veel gevorderd te znllen zijn. Helaas! wij zjjn op den huidigen dag nog geen st-ap voorwaarts gegaan. Bii het onderzoek der rieuw voor- gestclde wetten in de Afdeelingen zai dit ras blijken. De spreker stemt tegen de wet. De heer Corver Honft heeft zich almede tegen de vqct- dragt veiklaardaileen orndat het daarbij geheel onzeker wordt gclatenwanneer er al dan niet schadevergOeding uit het veefonds zal verstrekt worden. De heer van Sjtzamaantwoordende'op hergene door vorigc sprekers gezegd isgeeft de meeting te kennen dat het dooden van veeplaats heeft in het algemeen belang, en dnc derhalve de daarvoor te verleenen vergocding ook uit de opgebragte algcmeene iasten des Lands moet worden gevonder.. 7,. Lxc. dc Minister van Bnitenlandsche Znken onder wiens bchecr de Administrate van de nationale nijverheid en het daaroiuler behoorend veefonds staathccfc het ontwerp verdedigd. Hii heeft het doel en pc strekking van hot Veefonds ontwikkeid en de bedenkingen weder- legd, die tegen het voorstel der Regering waren gemaakt. Het doel van het fonds is eenvoudig dit, d'at cr door eene ongevoelige en geringe bijdrage in de bevestiging van den veestapel wordt voorzien. Sinds 1830 waren de renten van het fonds voldoende 0111 de tiitgaven te bestrijden. Over het algemeen heeft dc rnstelling aan het doel beantwoord. Ware de longziekte niet ontscaan, dan ware de voordragt niet noodig' geweest. Met haar zal deze nuttige instelling in stand gehouden kunnen worden. Het daardoor te leggen bezwaar zal naauwe- lijlwS worden bespeurd. 7,. Exc. onderzoekt vervolgens de door sommige aangegeven raiddelen, waardoor huitep deze voordragt hetzeifde doel zou kunnen worden be- lcikt. Exc. tracht aan tc tooncn dat geen daarvan aannemelijk is. Iict'is er verre af, dat deze wet aileen het belang van de veehouders op het oog zou hebben haar doel is aileen het behoud van den veestapel} de handhaving der maatregelenwelke strekken kunnen de aanstekende ziekten onder het vee te voorkomcn of tegen te gaan. Indien Z. Exc. kiezen moest tusschen de dider- scheiden_ stelselswelke aangegeven zijn zou hij ver- klaien lievcr geene, dan ce veel schadevergoeding te willcn gcven. Z. Exc. doet zien da: de opgerigte waar- 1 borg-maatschappijen voor het vee, welke zich hier of! daar mogten gevestigd hebbenover het algemeenufct zcer gelukkig zijn geslaagd. Wijders betoogt Z. Exc. dat er eene solidariteit tusschen het verledenc, he£ tegenwoordige en de toekomw is gevestigd, en dat, in dien men thans, nopens dit onderwerp, een wider s:ei»cr mogt volgcn, daardoor de regten van vele gewescen, die in den laatsten tijd geene schadevergoeding-hebbcn eriangd, groocelijks zouden lijden. Z. Exc. deelt mcde dat, volgens de in de laatste dagen or.tvaiigen berigrcn, de longziektc onder het vee ook in een'igf strckcn van Roord-Hollaiid vorderingen heeft gemaa'kt. Z. Exc. hondt het er voor dat, bij eene aanneming van die weis- onevrerp het fonds voldoende gescijfd en in staat "estcld zal worden, om in de behocften te voorzien. Dan zal do Regering toch jaarlijks eene som van j 120,000 voor ver- goedrng beschikbaar hebben. Wat er gebeuren moet, wan neer de zaken ongelukkiglp eenen anderen kc-er mogten nemen, dit is een punt dat de wetgever op het oogenblik j niet kan vooriiitloopen. Bij eene verwerping der wet zouden de vergoedingen integendcel dadelijk moeten ophouden. Zij zou ccn gevoeligen slag toebrengen aan den veestapel; zij zou een nieuw bewijs leveren dat eene te ver ge- drevene Zucht naar het betcre dikwerf de vijand van het goede is. Z. Exc. verraeent dat eene twintigjarige ondervinding genoegzaam heeft doen zien, dat er ten aanzien van Jiet verleenen van schadcvergoedfng altiid zonder aanzien des persoons is te werk gegaan. Overr- gens houdt de Minister het er voor, "dac dit ontwerp niet in het_ minstc in verband scant tot de finantien van den Staat, ja wcl integendeet, dat het veefonds is eene instelimg geheel op zich zelve staande, Zijne Exc. vermeene dac de gegeven vergoeding van een vijfde der gelcdcn verliezen voldoende is om den veestapel te behouden. Ten slotte verkiaart de Minister, dat de RegeTing zich zelve bewnst is, immers in de laatste drie jarenaan de op haar ru'stende verpligtingen ten aanzien van het veefonds votkomen te hebben voldaan. De heer Cats heefc zich nog tegen en de heer de Jonge voor het ontwerp verklaard, bet well: door den Minister j nog under soegelicht en door den heer van Sytzama bij heihaling bestreden is, die inzonderheid klaagde over dc ongelrjkmacigheid der verleende sd-adevergoeding. Niemand mecr hec woord vragende, worden dc' beraad- s.agingen geslotcn verklaard en het ontwerp in omvraag gebragtwaarvan bet resnkaat is-, dat ha wordc aan- j genonien met eene meerderheid van 31 tegen 16 stemmen. Voor hebben gescemd de heeren -an flemert,Boddaerf, Di/ckmeesterI'crvey-McjanRcpelaerde Jonge, van Asch ijck KmphorstRon:rr:e SandbergStar Busmanvan Tuyll van f/eeze, Clifford, d'Eseury, van Hoorn van Burgh, BruceBoell, ijnaendfsvan den Eeldc Bruyvesteyn IJinlopenvan de Poll, Hooft Iz., PEiertsvan de Mortel Backer, GockingaLuzacde la Court, Beelaerts, Frets en van Swinderen Tegen hebben gestemd de heeren PVarinLu-hen Binkes, van Nagell. EijfvAs Cor-er-HooftBrongers GouverneurSnouck-1burgeonjc, van der Gronden, Schirnmel- penninckRengersvan Sytzama, -an Rappardvan Meeuwcn cn Cats. Niets nicer aan dc orde van den dag zijndc. gaat de Vergadering uiteen. Van vvege den Minister van Staat, beiasc ad interim met het bestuur der finantienis belt end gemaakt dac dc middelprijzen der inland.sche granen, voor het gehccle Rijkover het tijdvak van den 20 februarij tot cn mec den 19 maart 1840, per mud zijn geweest: tarwe /'8, 88r rogge/5, 63, boekwcit/5, 97}, gerst f 5, 13, haver/a,' 98* ongepelde spelt /3, 8jen dat de regten op den in- en uitvoer voor de sua and april aar.statmde zijn gestcid als volgt: tarwe en gepelde spelt 50 e. en vrij, rogge 30 c. en vrij, boekweit 30 c. cn vrij, gerst en mom ro c. en 25 c.y haver 75 c. en vrij. en ongepelde spelt 30 c. en vrij. RO TIER DAM den 15 maart. Er is nog niets naders bekentf otr.trenc de zamcnstelling van een Mini.scerie in Belgie. Gisteren hebben te Utrecht de hollandsche lcden der Conitirissie van liquidates van de beigische schuld weder eene bijeenkomst gehad. De beigische lcden waren nog afwezig. De bevolkicg der stad Roevorden bestond op den J januarij dezes jaars nit 2395 personen; daarvan behoor- den 1143 tot het in.tmielijk geslachc, te weten 691 on- gehiiwden 387 gehuwden en 65 wedtiwenaars, en 1253 tot het vrouwelijk geslacht. als 765 ongehuwden, 390 gehuwden cn 97 weduwen. Ten aanzien der gezindhedew was deze bevolkmgaldt-s zamengesteld t84dProtestantenf 424 Rooinsch-Katholijken en 125 Israeliten. De Javasche Couranten tot den 16 november be- helzen het voigende Door Z. M. de Koning is, bij besluit van 59 februarij 1839, n.° 101op voordragt van den Gottverncitr-Generaal, tot vice-president bij het Hoog Geregtshof in Nederlandsch Indie benoemd de heer mr. J. Ihogeveen laatstelijk algcmeene secretaris der Indische Regering, van verlof uit Nederland- teruggekeerd; zijnde, ten gevolge dier be- noeming, door Z. Exc. den Gouverneur-Generaal bepaald, dat de heer Iloogeveengedurende de tegenwoordige af- wczigheid van den president der beide Hooge Geregts- hovenmr. Scholten van Oud Haarlemdiens ftinctien zal aanvaard'en en nitoefenen, en dat alsdan de nrocureur- gcneraal mr. C. Hnitman thans met de waarn'eming van gemeld presidium belast, benevens hcc lid in het Hoog Geregtshof mr. C. Eisscher, thans dc betrekking van pro- cureur-generaal bekleedende, zullen terugtrcdcn in hunne cigen posten. Vootts zijn door Z. M. den Koning benoemd: fot predikant der eerste klasse bii de Protestantsche Gemeente in Nederl. Indie, de heer J. G. G. Bierhaus tot predik.ancen der derde klasse bij de Ilerv. Gemeente aldaar, de heeren J. Schcuer en ,7. .7. Scheuer, en tot on- derwijzers van den derden rang voor de diensc in Oostindie, B. van der Kolk.7. 7/. van der ileydeA. Metier Jr. C. Pieck en L. van Mceningen. Door Zijne Excellencie den Gouverneur-Generaal zijn benoemd .- Tot eerste commiezen bij de directie der middelen en domeitien, D. C. Noordziekthans twecde commies bij die directie, cn C. Castens, ambtenaar op wachtgeld; tot derden commies bij gemelde directie, A. PH. Kinder vrocger dleve bij hec inscinuu voor de javaansche taal te Soerakarta; tot zout-pakhuismeester te Paleinbang, de gepensioneevde kapitein C. J. N. von Oehssie* en zulks in plants Van den zout-pakhuismeester A. H. Outers

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1840 | | pagina 2