°g
I'
II
I
3
.s
fe:
te
m s
^5
o*
i§!
5
e>5« 2 is
w
Sc. -
p o 2
S w
1 P c
ts -
&P
-2 - s -
;-a|t3 2gB5g
a
5o-
w 3
te <u
Ti
s
w
o
te
oS
I 1 g K 8
5
- a
rte o
>o
's GRAVENHAGE den 17 September.
De Eerste Earner dor Staten-Generaai lieeftin bare
zitting van beden aangenomen bet ontwerp van wet
boudende indeeling van hec hertogdom Limburg in regterlijke
arrondissementen en kantons.
De llegering heeft zich vereenigd met bet gevoeleti
van de Tweede Kamer der Staten-Generaai, om de aan-
geboden wetten wegens bet stemregt eerst in de vol-
gende Zitting definitivelijk te doen behandelcn. Dien-
volgens zal zij de aangebodeti voordragt nader in over-
weging nemen en in den loop der volgende Zitting
zoodar.ige nieuwe voordragt of voordragten doen, als be-
vonden zal worden ter zake te bebooren.
Inmiddels is eene transitoire voordragt nopens Limburg
gedaan.
In de zitting van de Tweede Kamer van beden heeft
de beer van Nesnamens den heer Fabiusaan de
Kamer aangeboden een door dezen vervaardigd geschrift,
over de Maatschappij van Weldadigheid, hetwelk, op het
oogenblik dat er eene voordragt van wet nopens deze
listening bij de Kamer bangende is, hare aandacht dubbel
verdient. Plaatsing in de boekerij.
De beraadslagingen zijn gehouden over het ontwerp
van wet nopens den inkoop en de atlossing van schuld
voor 1841.
De heer Tromp verklaart zich tegen het ontwerp. Hij
ziet de noodzakelijkbetd niet in, dat tot dezen inkoop
on aflossing van schuld wierd overgegaanwaartoe geene
verpligting voor den Wetgever bestond. Zijns inziens
heeft bij de tcgenwoordige voordragt sleclus eene particle
overweging der belangen van de schuldeischers van den
Staat plaats. Hij vermeent dat het algemeen belang
niet kan inedebrengende 4$ per cents schuldbrieven
bij voorkeur a pari nf te lossen. Hoe onvermijdelijk
noodzakelijk hij het beschouwft, dat de drnkkende scbul-
denlast van den Staat wierd verminderdvermeent hij
dat andere bronnen van aflossing moeten worden op-
gespoorden dat alsdan bij voorkeur afgelost worden
die schulden, welke het zwaarste drukken. Hij meent
dat^ te minder noodzakelijkhcid tot aflossing bestaat, daar
bierop aan de houders der schuld geen uitzigt. is ge-
geven en de finantiele aangelegenheden voor 1841 ge-
regeld zijn, zonder dat tot die aflossing besloten of
deswege eenige toezegging gedaan is. Evenmin bestaat
er eenige verpligting voor den Wetgever 0111 tot den
inkoop van 3! pets, schuldbrieven te besluiten. Er be
staat wel een koninklijk besluit dienaangaande maar de
Wetgevende Magt heeft daartoe hare toestemming niet
verleend en beboeft derhalve 00k geen gevolg aan de
voorschriften daarvan'te geven. Hij schetst het gevaarlijk
omdat besluit te erkennenVvaarvan bet gevolg zou zijn
dat van 1845 af00k de 3$ pets, schuldbrieven a pari
zullen moeten worden afgelost. Mogt bet besluit dan
00k als wet bij de Kamer geldendan raadt hij den
Minister aan, om voor 1845 eene voordragt te doen, die
de strekking zal hebben, de 3§ pets, schuld in te koopen.
Hij doet ziendat schijnbaar wel over acht tonnen gouds
wordt geraadpleegd, doch dat het eigenlijk de gewigtige
vraag geldt, of de natie boven de hooge lasten die
haar zijn opgelegd, 00k nog den jaarlijkschen last zal op
zich nemen, die het gevoig der aanneming van dit ont
werp kan zijn. Hij wil zich voor naberouw wachten,
en stemt uit dien hoefde tegen de voordragt.
De heer Luzac heeft zich, uit voile overtuigingten
voordcele van het ontwerp verklaard. Na de vrijvalling
van 15 tonnen gouds, over het loopend jaar, ten gevolge
der aanneming van het ontwerp op gisterengelooft
hij dat de Wctgeving volkomen aan het voorschrift
van - art. 197 der Grondwet voldoetdoor acht tonnen
gouds tot aflossing van schuld aan te wenden. Hij
vermeent dat, na de aanneming der wet op gisteren,
00k het thans aanbangig voorstelhetwelk daaraan ver-
bonden is, behoort te worden goedgekeurd, Hij ver
meent dat, ria de aannemipg van zoo vele wetten,
waarbij de inkoop en aflossing der 4$ en 3$ per cents
schuldbrieven is bepaald, het besluit, waartegen de heer
Tromp gesproken lieeft, door de Wctgeving is goedge
keurd en gehomologeerd. Hij vreest bovendien dat
wanneer cr thans tot den maatregel niet zou worden over
gegaan zulks op het crediet van den Staat eenen on-
gunstigen invloed zou kunnen uitoefenen. Hij verheugt
zich, dat de voorstellen tot aflossing van schulden, en
het daartoe gebruiken van beschikbare gelden van de
llegering uitgaan. Hij werpt voorts een blik op den
finantielen toestand der grootste Scaten van Europa om
daaru't te doen zien dat, hoe. stipter men zijne ver-
bindtenissen naleeft en zijne verpligtingen vervult, ja zich
daartoe is het noodig opofleringen getroost, hoe hooger
de waarde der schuldbrieven stijgt. Hij schetst het ge-
gevaarom met het crediet van den Staat te lucluig
om te springenals mede het belang, 00k voor het
binnenlandom dat crediet ongeschonden te bewaren
daar het op den algemeenen "Tvelstand en dus 00k op de
scaatsinkomsten den grootsten invloed uitoefent. Hij
herinnert daarbij, hoe de stand der schuldbrieven van den
Staat op de opbrengst van het regt van suseessie kan
werken. Hij gelooft, eindelijk dat de afstemming der
voordragt een allerongelukkigsten uitslag zou oplevercn.
Hij stemt voor bet ontwerp.
De heer Ferwey-Mejan stemt thans voor het ontwerp,
doch onder protestdat zijne goedkeurende stem hem
niet voor een volgend jaar zal kunnen binden. Zijns
bedUnkensis het ophouden van het crediet 00k naauvv
aan het denkbeeld van duurzaaraheid verbonden.
Zijne Esc. de Minister van Finantien verklaart, dat
het voorstel uitgaat van het beginsel, dat verkregen
regten geeerbiedigd moeten wordenen dat ditvan den
aanvang af, de geloofsbelijdenis geweest is, welke hij in
de Kamer heeft afgelegd. Zclfs in de voordragt, die op
gisteren is aangenomen vermeent hij daarvan biijken te
hebben gegeven. Immers daarbij werd den houder eene
op goede grondslagen steunende billijke compensatie ver-
strekt. Hij geeft volkomen toedat het onkreukbaar
behonden van 's Lands crediet op de algemeene welvaart
cn de inkomsten der belastingen den grootsten invloed
uitoefent. Wat nu de voordragt zelve aangaat, geeft
Zijne Exc. te kennen dat de houders der 4! en 3per
cents schuldbrieven stellrge en verkregen regten hebben,
en dat, daar alie verpligtingen van. het Sijndicaat op het
Rtik zijn overgegaan die regten 00k strike in het oog
gehouden moeten worden. De Regering heeft bij her-
bating te kennen gegeven dat zij aan de verbiudtenissen
van "het Amortisatie-Sijndicnac getrouwelijk zou voldoen,
en daartoe strekt dan 00k het voorstel, dat 1111 annhangig is.
Eene vroegere aanbieding daarvan zou ontijdig geweest
zijn. Bijaldien toch een gedeelte van die schulden op
een vreetnd Rijk ware overgegaan, zou de Regering voor
de aflossing en den inkoop geene zorg behoeven te dragen.
Zijne Exc. vermeent dat het in beraadslaging zijnde voor
stel gegrond is op de bestaande verordeningen, op de
gedane toezeggiugen en op de wet tot ontbeffing van het
Sijndicaaten dat het met de billijkheid en hot belang
van den Staat overeen komt,
De heer Tromp meentdat juist door hetgene de
Minister heeft aangevoerd, namelijk'dat de voordragt niet
gedaan is, om dat een deel der schulden op een vreemd
Rijk zou hebben kunnen overgaan, ten bewijze verstrek-
ken kan, zijn gevoelen bevestigd <Wordt. Immers, wan
neer het regt der schuldeischers zoo onbetwistbaar zou
wezen, om jaarlijk« aflossing en inkoop te kunnen vor-
deren, dan zou dit natuurlijk niet kunnen afhangen van
de vraag, of de schuld ten laste van Ncderland'blijven
of op een ander Rijk overgaan zou.
Tot de stemming overgegaan zijndeis het ontwerp
aangenomen met eene-meerderheid van 43 tegen 9 stemmen.
Tegen hebben gestemd de heeren van Golstein, Bum a
van Hclomavan Panhuysde Man, BruceTromp,
Michiels van Ferduynen en Kniphorst.
Op voorstel van den Voorzitter wordt besloten, tegen
het einde der volgende week, de dag nr.der te bepalen,
gaan tot de verkiezing van cTrie candidaten, zoo
Std
cS 0>
oC J
W <u
TZ CD
P
CJ CJ
p
o
o
to
to
iy_,
eene operjgevallen plaats in de
als in den Hoogen R.aad der
over te
wel tot aanvulling van
Algemeene Rekenkamer
Nederlanden.
De Vergadering is tot nadere bijeenroeping gescbeiden.
Thans is ingekomen het volgend veranderde ontwerp
van wet, betrekkelijk de zaken der Maatschappij van
Weldadigheid
IVij IVILLEM II, ens.
Allen, die deze zullen zien of hoorcn lezensalut
doen te weten
Alzoo wij in overweging genomen hebben, dat met de
Maatschappij van Weldadigheid eene ovcreenkomst be
hoort te worden geslo'ten zoo tot verzekering van haar
voortdurend bestaanals tot verhaasting van het tijdscip
op hetwelk de scbatkist van alle opofferingen ter zake
dier instelling ontheven zal kunnen worden;
Willende de middelen aanwijzen tot voorziening in de
uitgavenwelke tot bereiking van dat doel vereischt zul
len worden
Zoo is het dat wij, den Rand van State gehoord cn
met gemeen overleg der Staten-Generaai, hebben goed-
gevonden en verstaangelijk wij goedvinden en vefstaan
te bepalen hetgene volgt:
Art. 1. Aan de Maatschappij van Weldadigheid zal
worden nittjetaald a, ter leen eene som van honderd
vijf en twintig duizend gulden 125,000), om te dienen
zoo tot afbetaling van bare loopende niet rentedragende
schulden als tot uitbreiding der bronnen barer inkomsten,
en b, eene som van honderd duizend gulden 100,000),
ter voorziening in hare belioeften over 1841. Dit ge-
zamenli.ik bedrag van tweemaal honderd vijf en twintig
duizend gulden (f 225,000) zal worden bestreden uit de
buitengewone middelenwaarvan de daarstelling is toe-
gestaan bij de wet van den 27 december 1840 (Staats-
blad n.° 78).
2. Er zal, onder goedkenring des Konings, eene nieuwe
overeenkorast wordefl aangegaan met de Maatschappij van
Weldadigheid onder zoo'danige v'oorwaarden als het be
lang van den Staat zal vorderen. De betalingen, volgens
die oVereenkomst aan de genoemde Maatschappij te doen,
zullen bestreden worden uita, hetgene door de provincien
en gemeenten wordt voldaan ter zake der, door tusschen-
komst van de Regering, plaats hebbende opneming en
verzorging van behoeftigen in de kolonien der Maatschappij
voornoemd, en beene som welke jaarlijks, tot dat de
rentedragende schulden ten laste der gemelde Maatschappij
zullen zijn afgelost, op\ de begrooting der uitgaven voor
het departement van binnenlandsche zaken zal worden
uitgetrokken, doch in geen geval tweemaal honderd duizend
gulden (f 200,000) zal te boven gaan. De aan te gane
overeenkomst zal zoodra mogelijk aan de Staten-Generaai
worden medegedeeiden bij de aanbieding van ieder ont
werp der begrooting zal aan dezelven een verslag worden
overgelegdnopens de uickomsten van het beheer der
Maatschappij van Weldadigheid over het afgeloopen twee-
jarig tijdvak.
Lasten en bevelen enz."
In de beantwoording bij deze nieuwe redactie zegt de
Regering, dat de toestand der Maatschappij van Wel
dadigheid het onmogelijk maakt dat zij in stand blijve,
zonder dat daartoe middelen uit de schatkist beschikbaar
gesteld worden; dat het de bepaalde wil der Regering
isom voortaan geene gelden hoegenaamd meer bn iten
de wet te lacen besteden, en dat daaruit de noodzakelijk-
heid van deze wet geboren is.
De Minister vat* Finantien heeftter uitvoering
van art. 3 der wet van 27 december 1840 (Staatsblad
n.° 79), bekend gemaakt, dat het gezamenlijk bedrag der
schatkistbiljettenkrachtens die wet uitgegeven op den
1 dezer beliep eene som van twee millioen gulden.
ROTTERDAM den 17 September.
Het li.jk van den isten luitenant-adjudant bij de diensc-
doende schutterij -alhier, den algemeen geachten heer/J. van
IFaesbergeis heden namiddag ten vier lire ter aarde
besteld. Een twaalftal vrienden van den overledene bad-
den zich met het geheele corps officiercn der dienstdoende
schutterij dezer stad vereenigd, in het daartoe bestemd'e
gebouw aan de stedelijke begraafplaats. Bij de aan-
komst van het stoffelijk overschot aldaar, is het door
bovengenoemde vrienden gedragen, en gevolgd door de
naaste betrekkingen en heeren officieren voornoemd. Aan
het graf heeft de heer Dijker eene korte en doeltreflfende
aanspraak gehouden, en na den geheelen afloop der be-
grafenis heeft de heer mr. rl. Bakkernamens de vveduwe,
in gepaste bewoordingen dank gezegd voor de eer, den
overledene aangedaan.
Men sclirijft uit Kopenhagen, dat de graaf Reventlow
door Z. M. den Koning van Denemarken tot zijnen gezant
bij het Engelsche Hof benoemd is.
De Commissie van Orde en Toezigt over de
Zondagscholen berigt, dat zij tot het aannemen van Leer-
lingen zal zitting houden op Donderdag den 30 September
1841 des avonds ten zeven ure, in het Locaal aan de
kleine Kipstraat, in de Convooisteeg. Elk die van de
•- 2
a o.
QJ O
o
G S
W 3
C
vi Cj
a
CJ r->
T' S
2 o -2 .a
o Ti u a "J
T3 br, O Cbjj o
C-J -r, CD
CJ
to Ck«
'5 S
O
o
"P
T2
a
5
o
c y
S c
-n <u
<J
o
bC
a»
<L>
o C
2 O
c-: o
cs >->
bQ
bo
E-
<j C3 T
■-
N N
GJ
CD
r, C
bO r„
n r>
TZ
JO
C) c? j-
tc a O J? d>
T> <D O
c Q-> "D W oc
S S O
rj CJ f_ - O
-=2-j.Ld -
.Si 3
o Cj P
h J p N 0
oS-Sil
c-- »- s'S
B3
S
C gc.2
sSgSS
2 o ~e V
S S S §H
o-ST
c*o
1 I CJ rt
rci^ ejliZ I
O^1
CJ]
rs O
vl*
OO
cj Sz r
*/T! rh O 2 D
•v. 'J - 1-
Tj -y CQ d *-i c.
C t-
5S 'JC. T3
^2 a cz
CD
o
IT)
O
2
cn O
bo
CD V
D CD CD
bO C Q O
<D
CD
o
•p w C
S6 u o
O>)CD00l6pJ5?'"C"
0 -a -
CD
u. o
-- >O^Ec°«
s 5C- MO 5
2 5
P-a>,
CD
-£>
c Cl
a 1 -
P
CJ
i <s <U
o u
O »-
.2 o
W
t/3 'e;
Sw
GO tS*
<3 CD O
P=>.= O
'S H
O rd
Sep
CD C
Tj CD
CD
C)
OS;
a
bO Ky«
bO qj
i—1 cn j j Cij
CI cs J-J
r .q o
=5
Eh)
pj
v fcj
mil CJ CJ
C«1 P o S -5
•rc CZ E n
rr Q CJ r- w
c5 oy
c
*g: *r
O hoc
►>cn fcr; Clcu ca
o c H
CD
»-•
CJ
d
cj
Cs
Cd
O
S c
K 0
CU JP
Cl CD
CD
CD
to
bO
o
c
x u
CD
w u,
2
o -T3
o
ai 2
O S
to y
b a
icq
2*3
Co CJ
13 -E N
C O S> S
E n o
E o h
5.o
P "S
Z. <L>
(D bO O
a
c
CD
CD
C
juj cj
Q t"1 N
CJ
Q
cC
U
W
J
W
cq
O
W
2 AC C CO OJ
\o >2 n Id <u
cq oo 0 5
- - X 5 n"
Cj 3 w L. <D
a -s c cd
o) c a 1
1 r M CJ w P 1
o
c c
cs
JD
g -S-o
o
o
JZ
co
CJ
CD
v z. p
(D CD
.O CD *-»
a
P r-' "D
0 W -a
3 to
SI 2 2
2 2 s q
-oej.
P rt
CD ^2
p >o> cs cd
CO p g
0 3
E-o-S^^sj "S
Sit? 2
n
"2. SO
Q
Q
1 j
J s 1 S.^ o J S S Kj 5*
C, boS ^Sr^^cq^^.ScDQj
g= E-U.S c S-o S--S
2^ CJ fb -r- CJ 2
te te! "V t3 C5 s
- - «4i ^te^c?, tote£!9'-r'
to g :s> O
to u Z x '5 to W o o
gO w. ■\]P^toote<v.ryi>^.
o g B :g> g w a
o ^15 c r- "c;
-3 SPO §-H 3^
te f-'-Sl OH .5 C W 0 3
/S to "5 "3 ?i- o- CJ 0
■ffi C c re
CJ CD C
CD JC w
•7 P .30 -T3 o CJ
F~-4 CJ C/3 r-T-j
Weg; |s
te) C/3
Jo
=to-°^
,0
O
hJ-p
Q 3
■".i «QC ,s-
o b1
o Q c o c
2 ajq -
1 cj cj c) Cj
i 3
S.SP-S s
S3 S
te
to .5 si
I533 1=
CJ CO
C :=7*
<J
US
I