IS: '1% -2 11 <2 "I s °c. SJ a "32 ■2 S g to 2 Sw o c| °-S t. m I-Se OS S3 jd:? rc g g, ~Sr "^3 2 s S<Z J pu°2 Cdf v z 3 a S S o y. 3 w a 23,s5 5.s p. - B a c c cb 2 - o ;o< ZSS 5= S-L,0.^ t; ncz^§:oe« wo S 5.-o| o g2 S g s o-S S.« "H'c i 0£q° Z'£cd^ 5< a: "S g 5 3=>^ f 2 E°§ - m -2 p"^ - - - g OZ 5 c <0 °c 3? 5 ■uO-nE-. o -Pcd ~°2^ w|.l "5o a-g- -S.ez^ 'f 12 s S -h br •b £2=2^=^ «igjaZ S <>Szuu^ ^2,2 SZli a£c§^| offerCR. Z. Exc. ze^cdue de geldcn voor pensfoenen I enz. bij eene volgende begrooting op elk der hoofdstnkken j waartoe zij bebooren zulien worden gebragr. Het eigen- b e I a n ij der Ministers zal nlsdan vorderen da c die zoo veel mogelijk worden venninderd. Hij herinhcrc, dat hij geene oorzaak is dat de pensioenen zoo hoog zijn op- gevoerd en dat dit in vroegere tijden is voorgevallen. Het tockennen fan een pensioen aan den gewezen minister van (tobbelschroy heelt op zijn voorstel plants gehad voora! tiit ee» staatknndig oogpunt omdat hij daardoor buiten alle staatkundige bemoeiiingen is gesteld. Die heer is 11a de schcibing van Belgie Nederlander geworden. In vergejijklng met andere Rijken en nanr mate van de nit- gestrekrheld onzer grerzen en van het veelvuldige toe- zigt. dat inoet gehonden worden, nieent Z. Exc. dat de perceptie-loonen hier te Lande nlet te hoog zijn. Waar d:t sleclits mogelijk is ondergaan zij de meeste bezniniging. Eene stelselmatfge vermindering van ambtenaren der belastingen bangt van eene geheele herziening van bet belastingsxe.'se! af. De verkoop van 's Lands domeinen heeft ecu aanvang genomen en de uitslag is niet ongunstig gevvecst. Het ernstige voorneinen bestaat, om op de meest krachtige wijze daarmede voort te gaan. Hij geeft volkomen toe, dat aan het muntwezen moet worden ge- dacnt. Reeds is hij met het g'rondwettig eollegie der munt te dien aanzien in overleg getreden. Ook hierln hecit Exc. nioeijelijkheden ondervonden. Dat eollegie vermeent toch dat daaraan de zorg der mtint uitsluitend is opgedragen. Het meent dat zijne renseignementen aan de Kamers behooreti te worden medegedeeid. Het er- kent, dat de tegentvoordige muntinrigung ongeschikt is om de beoogde hermunting onzer zilveren geldspecien spoedig achtereen te doen plnats hebben. Z. Exc. is te dien opzi-gte met aanzienlijken tiit Amsterdam in overleg getreden.Reeds zijn van daar, van het Stedelijk Bestuiir, de directie der Handelmaatschappij enz., verzoeken inge- komen om de munt in de hoofdstad te vestigen. Men heeft daarvan het tint en de noodzakelijkheid betoojjd men zag daarin de opbeuring van den wisselhandel. Het spreekt van zelf, dat zich daartegen stemmen uit Utrecht hebben doen hooren. Z. Exc. wil zijn bepaald gevoeien nog niet mededeclen omtrent de plaats waar de munt zou moeten gevestigd worden, maar zal deswege een onderzoek doen. llij boudt het ook niet voor bewezen, dat de Regering in dezen alleen kan handelen. Z. Exc! heeft nog niet dat zelfvertrouwen gehad, om met eene j wet nopens den waarborg der gouden en zilveren werken voor den dag te komen. Hij erkent, dat het getal ambte naren der brievenposterij is vermeerderdmaar het getal diensten is ook aanzienlijk vermeerderd. Bovendien, wan neer men bij dag en bij racht werkzaam isdan is er afwisseling van personeel noodig. Ter beantwoording eener gemaakte bedenking, zegt de Minister dat een alge- lueen verbod bestaat, om des avonds brieven te bestellen. Hij deelt mede dat liet droit de boite aanmerkelijk zal worden verminderd. Zoodra eenige belangrijke aange- legenheden zulien geregeld zijn, zulien de wetten op'de paardenposterij worden herzien. Ook ten aanzien der loterijen zulien in het vervolg maatregelen worden voor- gedragen. Dat onderwerp vordert eehter eene afzonderlijke studie. flet zal van de stemming der Kamer afhangen of Irij aangemoedigd zal worden om den arbeid tot her ziening te vervolgenwelken hij heeft aangevangen. Welke ook de uitslag zij van de stemming der Kamer, altijd zal hij zich verheugen eene begrooting te hebben voorgedragen,. waar op eene bladzijde de geheele rationale schuld voorkomt, waar van geen Amortisatie-Sijndicaat meer gewag wordt gemaakt, en waarop niet meer voor komt eene uitgestelde schuld waarvan de aflossing twee eeuwen zou hebben moeten duren. Z. Exc. de Minister van Binnenlandsche Zaken heeft het door den Minister van Finantien aangevoerde, nopen- de herziening van de Iijsten der pensioenen enz., orders steund en nader toegelicht. Hij heeft doen zien, dat de Ministers het te dien, aanzien eens zijn. Bij deze be grooting blijkt niet van de zucht der Regering tot eene lierzierfing dit moet alleen daaraan worden toegeschrevcn, dat men geene gebrekkige transitoire maatregelen heeft wilier nemen. Ook bij de Regering komt het penningske van weduwen en weezen in aaninerking; haar eenig oog- inerk is om het welzijn en het geluk van Nederland te bevorderen. Hij vermeent dat zij daarvan blijken gegeven heeft, door den weg in te siaan, die naar regelmaat, orde en zuinigheid leidt. Op dien weg zal zij voortgaan. I Nog eenige leden hebben de Ministers beantwoord en krachtiger verklaringen veriangd. Zijne Exc. de Minister van Finantien heeft daarop genntwoord, zijne toezeggingen hemieuwden doen opmerken dat vddr het einde van het volge'nd jaar weder eene tvveejarige begrooting zai moeten 1 worden aangeboden, en de Kamer zich alsdan zal kunnen overtuigen, of de Ministers aan hunne beloften al dan niet getrouw zijn gebleven. Bij hoofdelijk stemming wordt de voordragt aangenoraen met 34 tegen r8 stemmen. Tegen hebben gestemd de heeren van RechterenRepelaer Renders, van RappardStar Busmanvan Nes, van Panhuys, Dfjcktneester, LuzacBum a, Moddermanvan Nagell, van Co/steinWarin van Helomade Backer. Hierna wordt de beraadslaging geopend over het tiende hoofdstuk, Oorlog. De heer Luybcn vindt het cijfer voor] dit departement hoog; doch hij e-'kent gaarne zijne onkunde in het militaire vak,^ zoodat hij niet beoordeelen kan of werkelijk be- znlnlgingen mogelijk zijn. In zijne onzekerheid wil hij door eene afstemming de verdediging des Lands niet in de waagscjiaal stellen. Wij behooren altiid zoo veel magt te onderhoudenom onzen onzijdigen toestand te kunnen bewaren, en zoo veel manschap en materieel bijeen te hebben, als noodig is om een eersten schok te wederstaan. De heer Etiscbedi heroept zich op de gescljiedetiisten bewijze, dat men niet te veel, niet te snel ontwapenen moet, Hij slaat een oog op de groote en mindere vgstingen. die onderhouden moeten worden, op vele binnenlandsche garnizoencn, die niet kunnen worden ge- mist; hij vestigt een bill; op den toestand van Europa, en vindt in dat alles gronden om het behoud van de mi litaire magt op den tegenwoordigen voet aan te raden. De spreker maakt overigens eenige aanmerkingen op den algemeenen staf, op de inrigtingen der plaatselijke com- inandanten enz. De heer van Horn "an Burgh acbt het cijfer voor oorlog niet te hoog, De strijdkracliten kunnen niet ver- 1 minderci woolen. De heer (Severs acbt de beoordeeling van dit hoofdstuk SpCr moeijclij,,. Men kan kwalijk vooraf bepalen wat daarvoor noodig kan zijndit hangt veel van omstandig- ueden ar. Maarzelter komen de sommeti voor administratis hem te hoog voor. Hij zal intusschen gaarne zijne stem van de itilichrlngen des Ministers doen afhangen. De neer Luzac vindt in den tegenwoordigen staat van zaken in Europa aanleiding om onze strijdmagt te ver- mmoeren; wij moeten onze krachten besparen, tot dat die onverhoopt noodig mogten zijn. De spreker zag ook allerwege aanstalten tot ontwapening maken zoodat hij geene reden vindt dat Nederland zijne landmagt op denzelfden hoogen voet zal houden. Deze gaat de krachten der natie te bovcrt. llij herinneft aan de rede, door den grooteft staatsinan Peel, bij zijne flanvaardlng van het bewind, ge- boi.den en die aan alle volken van Europa ten Ies mag yerscrckkeu, om zich op de werken des vredes, niet van den oorlog, toe te leggen. De tijd dat kleine Natien in Europa krijg voeren is voorbijnadat eene soort van staackundig geregtshof van vijf leden bestaat, en indien het eens tot ecu oorlog tusschen eenige van die leden mogt komen, dan zulien de kleine Staten zich wel met deze oi gene partii moeten verbinden. De heer Bruce meent daarentegendat de tegenwoor- dige vrede nog slecht gevvaarborgd is. Eene enkele staat kundige misdaad, in een naburig Land gepleegd, kan den vrede verstoren; maar dan moet ons Land reeds verzekerd zijnoin althans den eersten schok te kunnen doorstnan. De spreker ziet niet dat Engeland ontwapenthoezeer her anderen daartoe aanspoort. De heer van Dam van Isselt meent dat men niet te zeer op het leger bezuinigen moet want dat men, indien het noodig ware, geen behoorlijk leger bijeen zou brengen. De heer de Man verklaart zich voor het hoofdstuk. Z. Exc. de Directeur-Generaal van Oorlog verdedigt de voordragt. Met acbtste hoofdstuk der Grondwet draagt de defensie van den Staat aan den Koning op. Er moest gezorgd worden dat dit geene loutere bespiegeling zij, Het zou onvoorzigtig zijn, door tc veel bekrimping die defensie te veel in de waagschaal te stellen. De Minister is voor zijne handelingen verantwoordelijken zegt dat hij reeds menig blijk van zijne zucht tot bezniniging gegeven heeft. Maar hij gelooft nietdat een goedkooper en doeltreffender defensiewezen zal kunnen worden ver- Lregen. Voor het behoud der zedelijke materiele kracht kan de iegermagt geene vermindering ondergaan. ook niet in het belang onzer Overzeesche Bezittingenwaarop wij eene zedelijke kracht moeten uitoefenen. ler hoofdelijke omvraag gebragt, is de voordragt met 29 tegen 22 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd de heeren van Rechteren, Ilooft, RepelaerRengers. van RappardStar Busmanvan NeS, van der GrondenDijckmeesterLuzacBttma. Modderman GnckivgaHinhpenvan Nagellvan Colstein War in ^an Helomade BackerKniphorstvan Meeuwen en frotnpterwijl de heer Schimmelpenninck bij de stemming afwezig was. De vergadering wordt geschorst tot des avonds ten zeven ure. In deze avondzitting zijn de beraadslagingen over de ontwerpen der staatsbegrooting voor 1842 "en 1843 voort- gezet. De heer Schimmelpenninck vangt aan met te verklaren, dat bii zich dezen middag aan de beraadslagingen over het hoofdstuk van Oorlog niet heeft onttrokkendoch dat hij, op dat oogenbiikaan de deliberatien der Eerste Kamer moest deel nemen. Daarna zijn de beraadslagingen gehouden over het ont- werp voor de onvoorziene uitgaven. De heer Bruce verklaart zich daar tegen, zoo wel om dat er geene middelen worden aangewezen, waaruit deze uitgaven zulien worden gedekt, als om dat door de vaststelling dezer wet aan de Regering het regt gegeven wordt tot het doen van overschrijvingen, hetweik door de letter der Grondwet zelve wordt verboden. De heer Luzac ziet daarin geen bezwaar. Deze uit gaven. wanneer zij gevorderd wo-rden zulien door vrij- valiende posten worden gedekt. Hij vermeent dat, wan neer de middelen tot debiting dier uitgaven worden aan gewezen, dit het verkcerde gevolg zou kunnen opleveren, dat juist te spoedig van de bevoegdheid tot het doen dezer uitgaven zoiv worden gebruik gemaakt. Z. Exc. de Minister van Finantien verklaartdat het hem hoogst aangenaam zal wezen wanneer hij van eene vee! mindere soin voor onvoorziene uitgaven zal behoeven gebruik te maken, dan waartoe hem bij deze voordragt de bevoegdheid wordt toegekend. Het is niet noodig, tot dekking dier uitgaven, de middelen aan te wijzen, Voornl bij eene begrooting voor twee jaren is het nood- zakehjk, dat er geiden voor onvoorziene uitgaven worden toegestaan. Alle eventualiteiten kunnen toch niet worden voorzien. Ter stemming overgegaan zijnde, is dit ontwerp met eene meerderheid van 36 tegen 12 stemmen aangenomen. Tegen hebben gestemd deheeren van Rechteren, Gouverneur, van Panhuys, Brnna. Modderman de Man, van Akerlaken, van Go/stein, van Heloma, Kniphorst, van Hoorn van Burgh en Bruce. Daarna wordt voorgelezen eene missive van Zijne Exc. den Minister van Finantienwaarbij, op last des Konings, wordt medegedeeid eene" nadere verandering in het ontwerp van wet nopens de middelen, daarin bestaande, dat de vier laatste regelen van de rode paragraaf dier voordragt, houdende voorloopige beschikbaarsteiling van een bedrag yan f 5.500,000's jaars, of van f it,000,000 over beide jaren daaruit zulien worden weggelaten. Zijne Exc. de Minister van Finantien heeft deze wijzigfng toegelicht. Na de niet aanneming van het hoofdstuk voor de Buitenlandsche Zakenkan het geheele bedrag der uitgaven tot dusverre nog niet vastgesteld worden. In de volgende Zitting zal nopens dat hoofdstuk een nienw voor stel worden gedaan. Evenzeer zalten gevolge der in het ontwerp der middelen gebragte wijziging, de som uit de oostindische geldmiddelen te verstrekken, naar mate van de later te bepalen behnefte der schatkistnader bij de wet worden vastgesteld. De gelegenheid hiertoe zal zich aimede in de volgende Zitting opdoen. De beraadslagingen worden geopend over de voordragt nopens de middelen, tot bestrijding der uitgaven voor 1842 en 1843. De heeren Huideknper van Rap oar dLuzacGeyers van Cnh'ein en Tromb hebben, zich voor het ontwerp verkiaard. De heeren Huidekopcr en Luzac hebben her rj- O o T3 -a e« r~ <U <L> W tn on J 5 nj -a CD C c i 0 "=3 CJ Ct CD aj o a rt be -o ^0 fy- 1 1 C 41 -a O. <u >- c c ti n nS cd O n -3; o w 00 r-c u. TZ W fc -T3 a C= r- eg rv> 0 >r ps J2 Ecd C c i-e 6 CD CO -P es Ut cj r* o O C a cd rt'rK p n hJ G-> qj 1— 5PH Jfx! 4i cc *tJ >.s -n a be <L» c -c o -U S) U U CD s o CD Q-> g -p T3 «D^ be p cj cj CO f N CI zz ■<t* CO "=5" CO 6 1 C C 'E1 t-1 OJ c-jj 5 Oz 42 c O1'! Ky o 2 E - bLC/D - S bo.^-'p bZ CO f si a; UJ :0J V* CD sitl re zSi o 1- f x M.° u ,5 ft S' w o P—b rt 0 CI n K c P te *p-» Gj O b-0 CD <u Qj CJ rS G - o CD r' ZJ v :p p •D nq c 43 CS w J CO CJ NJ u. QJ rS ■t ed o m 40 S3 m q -G ZE Q N c 0 E -s cj a 5 be o ,E 5 Cu - CO CJ O4 J2f HZ «- - Z Oi Z '"OSho C c to (D E 0 i o H 5 S S to T g<<§:Z P P- H cn O V c K hd Cd S Cd s j 41 h-S' to bO -i rz M re Lj W p 0 .E o n <0 -c,« CD CJ G J2 S,«,' (D bt 1- O <D te -c du ZL, c: ^*2 o- G T3 "9.^^ L' <D o t- C2E o i- 1 00 C c- p 4) f 1 m co cd .2; <b CJ - q -A v. 2 be. H - o> SO tS L'ppffdg; X CO ,EM°j!i5CSSu Q.E(jQ' Z fc Ja b£ *-j> CTJ B o <D K3 1 a» CJ 2 »-4 b n O O eg J cs j L y- io~bs eO 5^ GJ Cd, C Ph w r> 0 <r> cl, -rt o Cd .<5 2®. C— "tS bO o*2 o o CD «o c <D c 7 Ptj Kg r r£J W 2 'co 5- g" 22 Cd H c S 2i 1 p^o CQ, g C U A r? E 8 23 S C co S- •D^Ockd [h p; *9 "g o Cd o, oj <D J .ti Cb D 73 4 -r-. r- I l—> M-i Cd*a J-a CD Tj o cj Cj t—j bD inn a- ,b/} ■n J CJ T5 ui C C C ,o.E f 1 QJ f-- w :^'Cd w - 6 5 P H C/) zZO <C E <1 iU S CO g fc ■c sb; <s 4) V. t. o, 5, EC b 0; 2 ca SCO Cd"H fl D Sa c ■- H y O G bQ si T, r E o oS 01 Z 15 S S»> Ssgo W"S - J O c c cd y O T! ^2 co b O CD CO cd-=^ Cd t> la S p St bjj bO. cd P-G NJ CO 50 s bl> D, 0) ^*C d d) c QJ CD CJ -Xj -O «r; <D CJ (At J -TO GJ O o cb CO O F'cj GJ J 2 NJ W r- K "p, <D O O C ij CD o o - CD ~G be t3 Is <D N vj (D s - CO fc; <J CO u 00 - F: K cd u. CD 2 CD .t2 CD O) C— O o GJ c: -o ftj o •-* CO p a Q co --J - z:-•« J. .w GJ w, C—4 "'-■'Cd o ij a t N E 2 CJ G O- CQ S GJ (D Q o <r. QJ lo C c/i v) co o t=~ p -.2 "i, P u p Z p uSI S c ^NoSi. to P-- 3 CJ Cj} cL^ pj 5S V. "Kk -C5 fert e 5 J a <U S S a C5 vv c-> s M a-54 r< lb S *—2 O 2 B 2 r" M ri CD r r* t-) o cb O C c to cy^ O Q tJ 8 cu cu o D|o6 D 55 -r "-1 41 o S c; "Sfc Eg S Ti O g I Ofad ss Z b CO Is w CO rt gj «d u; C-n i! v ^2 N co hH1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1841 | | pagina 5