ROTTERMMSCHE
NSSS.
A? 1848.
Dings dag
0 *1*\
^o.
den 22 February.
V E
/T
o r r r.
W
LOJYDEJf den 19 februarij.
Ilet Hof heeft zich gisteren naar Claremont begeven.
Na gewigtige beraadslagingen, heeft het Hoogerhuis
gisteren de voornaamste artikelen van het wetsontvverp,
tot het daarstelien van diplomatieke betrekkingen met
het Hof van Rome, in committd goedgekeurd. Op voor-
stel des hertogs van Wellington stemde de President van
den Raad er in toe, dat de Paus, in deze wet, in
plaats van met de woorden: „Souverein Opperpriester,"
met de woorden: „Souverein der Romeinsche Staten"
zou vvorden aangeduid. Ook is het amendement aan-
genomen dat geen geestelijke als gezant naar Rome
benoemd kan worden.
Woensdag stelde de heer Law, als amendement op de
motie van den heer Ansteydat het Lagerhuis in com
mittd over het ontwerp tot bevrijding der Roomsch-
Katholijken van zekere oude wetsbepalingen beraadslagen
zou, het met verwerping gelijkstaar.d uitstel voor. Ver-
scheiden leden achtten het ontwerp overbodig, anderen
zagen zelfs gevaar in de aanneming. Desniette'genstaande
werdmet 186 tegen 154 stemmentot de behandeling
in committd besloten, die daarna aangevangen werd, en
over drie weken nader voortgezet zal worden.
Eergisteren verwierp datHuis, met 163 tegen 122 stem-
men een voorstel van den heer Merries, op de onlangs
plaats gehad hebbende geldcrisis benekkelijk.
Gisteren deelde lord Russell het finantiele overzigt
door den Kanselier van den Exchequer opgemaakt, aan
het Huis mede. Als inleiding wees hij op de groote
handelcrisisdie het Land in het afgeloopen jaar ge-
troflfen had, en op de nadeelige gevolgen daarvan voor
de openbare geldmiddelen. De balans voor dit jaar toonde
aan dat de uitgaven de inkomsten met meer dan 2.500,000
ponden sterling overtroffen haddenvan welke echter
1,500,000 ponden tot tegemoetkoming van Ierland hadden
gestrekt. De begrooting der inkomsten voor het laatste
jaar beliep 52,550,000 ponden sterling, en uit de gewone
bronnen voorzag hij voor dit jaar slechts 51,250,000
ponden inkomsten, dus, met bijvoeging der vermeerderde
uitgaven voor de marine en tot voortzetting van den
porlog tegen de Kaffers, een te kort van 2,411,000 ponden
sterling. Hij achtte zich verpligt dezen staat der zaken
in tijds voor het Huis bloot te leggen opdat de leden
de zaak in bedaarde overweging konden nemen, alvorens
tot de behandeling der begrootingswetten over te gaan.
Verscheiden wegen stonden hun open, om het te kort
te dekken, maar hierop moesten zij beslissen of dit ge-
schieden zou door verhooging van belasting of wel
door het maken van groote verminderingen in de militaire
inrigtingen des Lands. Omtrent dit laatste punt waren
de meest uiteenloopende gevoelens openbaar gemaakt.
Sommigen bevveerden dat Groot-Brittanje onverdedigd
voor een vijandelijken inval open lag anderen dat zijne
militaire inrigtingen op egn veel te kostbaren voet zijn
ingerigt. Het gevoelen der Regering hieromtrent was,
dat zij thans wel geene redenen had om eene vrede-
breuk te duchtenmaar dat het toch altijd voorzigtig
is, bij mogelijke verandering van omstandigheden
daarop gewapend te zijn. Ofschoon nu de tegen-
woordige staat van verdediging zoodanig is, dat geene
plotselinge sterke vermeerdering daarvan noodzakelijk
geacht kan worden, beschouwt de Regering toch eene
vermeerdering van het aantal sappeurs en mineurs noodig,
waardoor de begrooting met 358,000 ponden sterling zou
worden verhoogd. Ook wilde hij een wetsontvverp
inbrengen, om den grondslag eener krachtdadige militie
te leggen, hetwelk eene uitgave van 150,000 ponden zou
vereischen. Bij de gewone uitgaven moest men nog
1,100,coo ponden tot voortzetting van den Kafferoorlog
voegen, zoodat hijalles te zamen genomen de uitgaven
voor het volgend jaar op niet minder dan 54,596,000
ponden sterling ramen kon.
Het bleek dus duidelijk datindien de Regering gelijk
heeft in hare meening, dat het verkeerd zou zijn de
militaire inrigtingen op merkelijk kleinere schaal te bren-
gen zij de belasting op de inkomsten niet alleen ver-
nieuwen, maar die ook verhoogen moet, ten einde de
inkomsten met de uitgaven te doen sluiten, want iedere
poging om andermaal belastingen te leggen op artikelen
van verbruikdie daarvan ontslagen zijn, zou, meentde
Regering, uiterst onverstandig wezen. Zij slaat dus voor,
de belasting op de inkomsten, die in april aanstaande
moest eindigen, op niettw voor den tijd van vijf jaren
te hefifenen wel, gedurende de twee eerste jaren, met
eene verhooging van 2 ten honderd, zoodat men, in
plaats van 3 ten honderd5 ten honderd betalen zal.
Uit aanmerking van den in Ierland heerschenden nood
zou de belasting ook ditmaal niet tot dat Land uitge-
strekt worden. Daarentegen stelde hij voor eene ten jare
1842 ingevoerde belasting op kopererts, die weinig op-
bragt, en sommiger belangen schaadde, af te schaffen.
Wierden de voorstellen der Regering aangenomen dan
vleide zij .zich dat de inkomsten de uitgaven met 113,000
ponden sterling zullen overtrelfen. Na een aantal voor
stellen in overeenstemming met het door hem betoogde,
ter tafel gebragt te hebben eindigde hij met aan te kon-
digen dat hij maandag over acht dagen eene beraadslaging
in committd over de wegen en middelen voor zou slaan.
De heeren Hume, BankesOsborne en anderen, niaakten
al dadelijk hevige bedenkingen tegen de redevoering des
eersten Ministers en de ontwerpen der Regering. Ook
de heer Cobden beweerde dat men, in stede van de be
lasting op de inkomsten te heffende uitgaven vermin-
deren moest op den voet waarop zij in 1835 stonden.
De Kanselier van den Exchequer verdedigde het Gouver-
nement, en lord Palmerston verklaarde als zijn gevoelen,
dat het beste middel om in vreedzame betrekkingen met
andere Mogendheden te blijven hierin gelegen was dat
de militaire inrigtingen des Lands eerbied inboezemden.
De Meander, onder bevel van den kapitein ter zee
H. Keppel, aan boord hebbende Zijne Excellence den 1
radjah van Sarawak, James Brooke, en gevolg, is in I
den morgen van dingsdag uit de haven van Cork naar
Borneo gestevend.
Het aantal der vuurwapenen dat, ten gevolge der
onlangs genomen maatregelen bij de boeren in Ierland
gevonden en in veilige bewaring gesteld wordt is zeer
aanzienlijk. Naar Limerick alleen zijn, op een enkelen
dag, 1031 geweren, 48 pistolen en verscheiden andere
in beslag genomen wapenen overgebragt.
Nadere berigten van de Kaap de Goede Hoop, tot
14 december, bevestigen het vermoeden dat het opperhoofd
Umhala niet ter goeder trouw is in zijne onderwerping
aan het Engelsch oppergezag en bescherming aan de
vijanden daarvan blijft verleenen. Sandilla wordt, als
gevangene in Grahamstad, goed onderhouden, terwiil zijn
broeder Dundas die hem in het bestuur is opgevolgd
de vijandelijke stammen rondora zijnen standaard in de
vlafeten van Amatala vereenigt.van waar men op nieuw
genoodzaakt zal zijn hen door geweld van wapenen te
verdrijven. Sir H. Pottinger heeft den 6 december het
bewind aan zijnen opvolger, sir H. Smith, overgegeven.
Volgens een brief van Monte-Video van 18 de
cember, had het gerucht geloopen dat Oribe in den vorigen
nacht de stad zou aanvallen, weshalve verscheiden familien
de wijk op de schepen in de baai genomen hadden. De
troepen waren onder de wapenen gekomen en de bevel-
hebber der Fransche schepen had zeven stukken geschut
aan land doen brengen om de stad te helpen verdedigen,
maar er was niets van eenig belang gebeurd.
PARIJS den 19 februarij.
Ilet reformistisch bankethetwelk men algemeen ge-
dacht had dat morgen voortgang zou hebben is nu
weder tot dingsdag aanstaande uitgesteld. Over de plaats
waar het gehouden moet worden is men het ook nog
niet eens; men denkt over een lokaal in de straat de la
Pdpiniire doch dit kan slechts 500 menschen bevatten,
terwijl men er 2500 verwacht. Gisteren avond en heden
morgen is eene vergadering bij den heer Odilon Barrot
gehuuden, om het programma van het banket te regelen;
vijf en dertig personen namen daaraan deel waaronder
vijf en twintig Gedeputeerdentwee Pairs en de hoofd-
redacteuren van de dagbladen der Oppositie. Men zal
morgen op nieuw bijeenkomen en overmorgen zullen
de dagbladen der Oppositie het programma mededeelen.
De ongerustheidwelke men voor de gevolgen van
het banket had, wordt van dag tot dag minder; algemeen
zegt men dat de Regering het banket niet met geweld
van wapenen belettenmaar alleen de troepen gereed
houden zal in geval de openbare orde bij die gelegen-
hcid mogt worden verstoord. De Ministerraad is in de
laatste dagen dikwijls vergaderd geweesttusschen de
heeren Guizot en Duchatel zou eene hevige woorden-
wisseling hebben plaats gehad. Men spreekt sedert
eenige dagen van eene op hunden zijnde verandering van
Ministerie, en voegr daarbij dat de graaf Mali reeds op
het paleis der Tuilerien ontboden is, die echter verklaard
moet hebben, zich niet met de zamenstelling van een
nieuw Ministerie te wilien belasten, dan op de drie vol-
gende voorwaarden r°, dat de Kamers worden ontbonden;
2°, dat een programma worde bekend gemaakt waarbij
het nieuwe Kabinet zich zou verbinden om aan de Kamers
hervormingen in de verkiezingen en in het Parlement
voor te slaan, en 30, dat geen der leden van het tegen-
woordig Kabinet in het nieuwe worde toegelaten.
Sommige personen willen weten dat het banket van
het twaalfde arrondissement van Parijs gevolgd zal worden
door een ander, waaraan gedelegeerden der 86 departe-
menten van Frankrijk zouden deel nemen.
Heden morgen liep alhier het gerucht, dat de politie
eene fabrijk van schietkatoen heeft ontdekt en aldaar
omtrent 300,000 kilogrammes schietkatoen gevonden.
Bij het vernemen dat in Zwitserland openlijk aan-
zienlijke wervingen voor rekening van verscheiden
Italiaansche Staten plaats hadden, heeft de Oostenrijksche
Regering eene krachtige nota aan den Landdag gerigt
in welke zij verklaart dat de voortzetting dezer wervingen
een casus belli zou kunnen worden.
In zijne zitting van den 15 dezer heeft de Zwitsersche
Landdag het antwoord overwogen en aangenomen, het
welk op de gelijkluidende nota van Frankrijk Oosten-
rijk en Pruissen moet worden gegeven. Het antwoord
is zeer uitgebreid en door den heer Furrer, uit Zurich,
oud-voorzitter van den Landdag, opgemaakt; het komt
hoofdzakelijk hierop nederdat men alle bemiddeling
van vreemde Mogendheden verwerpt.
De Groothertog van Toskane heeft den n dezer
een besluit uitgevaardigd in hetwelk hij het voornemen
kenbaar maakt, om zijn Rijlt met eene Nationale Verte-
genwoordiging te begiftigen en het hervormingswerk
door den groothertog Leopold I aangevangen voort te
zetten; velen zouden het voor beter houden, zoo hij
geheel denzelfden weg insloeg als de Koning van Napels
en koning Karel Albert, dewijl de hervormde Staten van
Italie alsdan veel voordeel zouden kunnen trekken uit
eene gelijkvormigheid van bestuur en bedoelingen.
De Hertogdommen Modena en Parma hebben een verdrag
met Oostenrijk gesloten, hetwelk die beide kleine Staten
daardoor voor de revolutionnaire besmetting wil behocden.
Het schijnt, dat het Oostenrijksche Kabinet vooreerst
geene verdere maatregelen zal nemen. Volgens brie ven
uit Rome zou de Paus op zijne beurt den constirutionelen
weg willen betredende Consulta zou een beraadslagend
ligchaam worden en de Kardinalen met al de Vorsten
der Kerk eene soort van Eerste Kamer vormcn. Te
Napels is den 11 dezer de Constitutie bekend gemaakt;
de geestdrift voor den Koning was aldaar zeer groot.
Lord Minto was uit Rome te Napels aangekomen en
had den 6den aan Z. M. zijne geloofsbrieven overge-
reikt als buitengewoon gezant en gevolmagtigd minister
der Koningin van Engeland bij den Koning van Napels.
Lord Minto zou met eene zending van den Koning van
Napels naar de oproerlingen op Sicilie belast zijn.
Uit Madrid wordt den 12 dezer gemeld, dat de
Minister van Binnenlandsche Zaken aldaar verschillende
bezuinigingen in zijn bestuur heeft bewerkstelligd.
Een dagblad der Spaansche hoofdstad wil weten, dat de
heer Ortela aan den voorzitter der Kamer een stuk heeft
ter hand gesteld strekkende om de gewezen ministers
Pacheco, Garcia Goyena en Cortillo in staat van beschul-
diging te stellen.
sGRAYEJTHAGE den 20 februarij.
Gisteren is de een en dertigste verjaafdag van Z. K. H.
den Prins van Oranje met de gebruikelijke plegtigheden
in deze residentie gevierd. Van vele openbare en bij-
zondere gebouwen wapperde 's Lands vlag. Gedurende
den geheelen dag deed het klokkenspel zich bij afwis-
seling hooren. Ten gevolge van het ongunstig Weder
heeft de parade van de bezetting dezer stad geen voort
gang gehad. Tegen den middag was er familie-dejeuner
aan het paleis van HII. KK. HH. den Prins en de Pririses
van Oranje en des namiddags gala-diner ten Hove.
Het heeft H. K. II. nievrouw de Prinses van Oranje
behaagd ook dit jaar, bij gelegenheid van den verjaardag
van Haren Koninklijken Gemaalde bewoners van het
Evangelisch-Luthersche weeshuis alhier op een daartoe
expresselijk ingerigt feeste'lijk middagmaal te doen ont-
halen en dit feest met Hare hooge tegenwoordigheid
te vereeren.
H. K. II. de Prinses van Oranje vergezeld van de
twee jeugdige Prinsen Hare Zonen heeft eergisteren
avond de voorstelling in den Koninklijken Nederduitschen
schouwburg met Hare tegenwoordigheid vereerd. De
kinderen Nerudadie te Amsterdam, Utrecht en elders
zoo veel lof hebben ingeoogst, hebben dien avond een
instrumentaal concert gegeven. Zij handhaafden in alien
opzigte den roem, die hun binnen- en buitenslands is te
beurt gevailen. Luide toejuichingen vielen dezen kin
deren bij herhaling ten deel. Inzonderheid wekte de
violiste IVilhelmina de algemeene bewondering. Met
genoegen verneemt men dat deze jeugdige toonkunste-
naars aanstaanden dingsdag ten tweeden male in den
schouwburg alhier zullen optreden.
Men schrijft uit Tilburg dat Z. M. de Koning
tegen den 23 dezer aldaar verwacht wordt.
Even als gedurende de geheele week is de Raad
van State ook gisteren vergaderd geweest. Z. K. H.
de Prins van Oranje heeft deze zitting weder bijgewoond.
Die bijeenkomsten duren over het algemeen zeer lang.
Baron Schimmelpenninckvan der Oije buitengewoon
gezant en gevolmagtigd minister der Nederlanden bij het
Hof van Berlijn is den 16 dezer van Berlijn naar Weimar
vertrokken.
Bij besluit van den 15 dezer heeft Z. M. goedgevonden
i°, aan den heer Bouwers op zijn verzoek, eervol
ontslag te verleenen als lid der commissie van onderwijs
en schoolopziener in het zesde district der provincie Gro-
ningen; 20, ter vervanging van den heer/. Bouwers, den
heer mr. J. S. G. Koning, tot dusverre schoolopziener
in het vijfde district, te benoemen tot schoolopziener in
het 6de district; 30, het vijfde schooldistrict der provincie
Groningen te verdeelen in twee afdeelingen en te bende-
mentot lid der commissie van onderwijs en schoolop
ziener in de eerste afdeeling dr. W. Meeker, en tot lid
der commissie van onderwijs en schoolopziener in de
tweede afdeeling mr. G. Diephuis..
Bij besluit van 17 dezer heefr Z. M. aan den luitenant
ter zee der 2de klasse P. baron Melvill van Carnbee
vergunning verleend tot het aannemen en dragen der ver-
sierselen van ridder der Koninklijke orde van hetLegioen
van Eer, hem door Z. M. den Koning der Franschen
geschonken.
Zijne Majesteit heeft, bij besluit van den 16 dezer,
goedgevonden: i°, aan den kapitein-kwartiermeester A.
M. van Heuven van Staareling van het 2de regement jn-
fanterie, het pensioen te verleenen, en 2°, te benoemen:
tot kapitein-kwartiermeester, bij het 2de regement infan-
terie, den isten luitenant-k wartiermeester G.J. Berlenbach,
van het iste regement van het wapen; tot isten luitenant-
k wartiermeester bij het 4de regement infanterie den 2den
luitenant-kwartiermeester M. Mulder, van het corps, en
tot 2den luitenant-kwartiermeester bij het iste regement
infanterie, den sergeant titulair J. G. E. Menningh, van
het 6de regement van het wapen.
Bij Koninklijke besluiten van den i6dezerzijn pensioenen
verleend aan: M. L. baron van Utenhove van Bottestein
gewezen militie-commissaris in de provincie Utrecht,
op grond van de art. 5 en 43 der wet van den 9 mei
1846 Staatsblad n.°24); aan J. A. M. Manuel, weduwe
van C. P. Bake de Laet, in leven burgerlijk ambtenaar;
aan J. de Gansweduwe van J. Gerbrandtsin leven bur
gerlijk ambtenaar; aan C. en G. Bartels, minderjarige
kinderen van wijlen L. Bartels, in leven burgerlijk ambte
naar; aan A. Dronkers, weduwe van Mvan Poeljein
leven burgerlijk ambtenaar, en aan J. A. Muysdins, wed.
van A. Keukelaar, in leven burgerlijk ambtenaar, alien
op grond van art. 63 der wet van den 9 mei 1846
Staatsblad n.° 24).
De Minister van Finantien, in aanmerking nemende
dat, onder allerlei vormen, middelen aangewend worden
tot verspreiding van loten in vreemde loterijen, of in
particuliere loterijen op vreemde geldleeningen gevestigd,
welke niet alleen strijdig zijn met de hier te Lande be-
staande verordeningen maar ook geen den minsten waar-
borg aan de deelnemers geven, heeft zich verpligt geacht:
i°, te herinneren de verbodsbepalingcn der wet van
den 22 julij 1814 Staatsblad n.° 86), luidende:
Art. 1. Niemand binnen enz.
Insgelijks zal niemand binnen deze Landen vermogen
te collecteten of doen collecteren voor loterijen buiten
dezelve aangelegd directelijk of indirectelijk het zij
met inschrijvingen aan te nemen, of aandeelen of
verband-brieven daarop uitgegeven of onder welke be-
naming zulks ook zoude mogen wezen, op eene boete
van eenhonderd zilveren ducatons voor dengene die