KEULEIV den 2 maart. Hier zijn brieven uit Berlijn tot 29 februarij ontvangen. De tijdingen uit Parijs hebben daar, op alle standenden diepsten indruk gemaakt. Een groot feest ten Hove hetwelk donderdag gehouden raoest vvorden isafgezegd. Naar men verzekerde waren stellige bevelen uitgevaar- digd, om de 4de, 7de en 8ste legerkorpsenwelke in de provincien SaksenWestfalen en in de. Rijnprovincie gestationeerd zijn onverwijld mobiel te maken. Ook zou Saarlouis in staat van beleg verklaard zijn. De generaal von Radowitz moest als buitengewoon gevol- magtigde naar Weenen vertrekken om aldaar maatregelen te helpen beramen. Prins Frederik van Pruissen had per telegraaf doen vragen of, bijaldien een lid der Koninkl. Fransche Familie in de Rijnprovincie komen mogtom verder naar Berlijn te reizenhem zulks toegestaan zou wordenen daarop een bevestigend antwoord ont vangen. Verder wilde men te Berlijn weten dat in het Lombardisch Venetiaansch Koningrijk de openbare opstand tegen de Oostenrijkers werkefijk was uitgebroken, en dat vooral te Milaan zeer ernstige gebeurtenissen hebben plaats gehad. Het aankomen van een courier uit Sint Petersburg aan het Russich gezantschapshotel was door het loopend gerucht gevolgddat de Keizer van Rusland zeer ernstig krank was. Eindelijk verhaalde men nog dat besloten zou zijn den vereenigden Landdag onverwijld zamen te roepen. Het Pruissisch Staatsblad behelstofschoon in zijn niet officidel gedeelte eene redenering over den staat der zaken in frankrijk, waaruit zich laat opmaken dat Pruissen zich wel wil wapenenechter alleen om ver- dedigenderwijze te handelenen, naar de oude gulden spreuk, zich ten oorlog toe te rusten als men den vrede wil, niet om zich in de binnenlandsche aangelegenheden van Frankrijk te mengen. De Kolnische Zeitung wil dat de landweer niet naar de grenzen geroepen worde alvorens de Duitsche Volks- vertegenwoordigers rondom de Duitsche troonen verza- meld zijn, en van daar de plegtige verzekering is uitge- gaandat de Bondsacte voortaan in alien opzigte eene waarheid wezen zal. Uit Frankfort verneemt men, dat de Duitsche Bonds- vergadering twee buitengewone en zeer langdurige ver- gaderingen gehouden heeften dat ook bij de militaire Bondscommissie eene buitengewone bedrij vigheid heerscht 'sGRAYEYHAGE den 2 maart. Even als vorige dagen is er ook heden Kabinetsraad bij Z. M. gehoudendie door HH. KK. FIH. de Prinsen van Oranje en Frederik der Nederlanden en door al de Ministers werd bijgewoond. Men verzekert dat onderscheiden Kabinetsraden die in de laatste dagen alhier gehouden zijn, ook betrekking hebben gehad tot de gewigtige gebeurtenis te Parijs, en de maatregelen, die, ten gevolge daarvan, kondennood- zakelijk worden. Men spreekt dan ook in de residentie van. de aanstaande oproeping en indienststelling der miliciens van de twee oudste ligringen. Bij Koninklijke besluiten van den 26 februarij zijn benoemd: tot directeuren van het postkantoor, te Sneek de heer mr. B. van Hasseltthans tweede commies ten postkantore te Arnhemte Oldenzaal de heer C. T. Stork wonende te Oldenzaalen te Tholen de heer B. Boom, wonende te Oldenzaal; ten postkantore te Arnhem, tot tweeden commies de heer J. E. Mispelblom Beijer, thans derde commies; tot derden commies, jonkh. C. A. H. Mollerusthans vierde commies; tot vierden commies, de heer R. van Ruyven, thans vijfde commies, en tot vijfden commies, de heer J. H. L. Hoogendijkthans surnumerair bij het vak der posterijen te Nijmegen; tot surnumerair bij het vak der posterijende heer L. H. A. de Chalmot; ten postkantore te Amsterdam, tot tweeden commies, de heer J. Schelte, thans derde commies; tot derden commiesde heer J. C. Smitt, thans vierde com mies; tot vierde commiezende heeren J. A. P. H. Ecckhoutthans vijfde commies op het postkantoor te Rotterdam, en P. Hofstede, thans vijfde commies te Amsterdam, en tot vijfde commiezen, de heeren P. E. Crommelinthans tweede commies op het postkantoor te Leeuwarden, en P. J. A. de Fremerythans derde commies op het postkantoor te Maastricht; ten post kantore te Rotterdam, tot vijfden commies, de heer N. van Oosterzeethans surnumerair bij het vak der posterijen te Goes; ten postkantore te Leeuwarden, tot tweeden commies, de heer J. Fitringa de IVal, thans surnumerair bij het vak der posterijen te Sneek; ten postkantore te Maastricht, tot derden commies, de heer R. C. Ramaerthans surnumerair bij het vak der poste rijen, te Utrecht; tot directeuren van het postkantoor, te Gorinchem de heer J.J. van Leersum, thans directeur van het postkantoor te Vlissingen, en te Vlissingen de heer C. Sitterthans eerste commies op het postkantoor te Gorinchem; ten postkantore te Gorinchem tot eersten commies, de heer D. M. L. baron Sweerts de Landas, thans derde commies; tot tweeden commies, de heer A. H. Bosschartthans directeur van het postkantoor te Rozendaal, en tot derden commies, de heer IV. C. Pull, thans surnumerair bij het vak der posterijen. Bij besluiten van den 1 dezer zijn benoemd: tot raads- heeren in het provinciaal geregtshof in Utrechtmr. C. van Loenenthans directeur van politie te Utrecht, en mr. C. J. dejongh van Hedikhuizen, thans regter in de arron- dissements-regtbank te Utrechttot griffier bij het kanton- geregt te Nieuwer-Amstelmr. G. J. IV. IFiselius, ad- vocaat te Amsterdam, en tot notaris te Dokkum G. Posthumanotaris-klerk aldaar. sGRATEYHAGE den 3 maart. Het Journal de la Haye behelst heden avond eene be- schouwing, waarin gezegd wordt, dat het voorloopig Bewind in Parijs zich ongehoorde moeite geeft, om de orde van binnen in Frankrijk te herstellen, en de andere Volken omtrent den aard en de strekking der Fransche omwenteling gerust te stellen. Het blad herinnert de vredelievende woorden door den heer Lamartine aan de buitenlandsche legatien geschrevenhet twijfelt dan ook niet, of, indien eene vaste en regelmatige Regering in Frankrijk gevestigd wordt zij in alien deele die be- tuigingen van het voorloopig Bewind bekrachtige. De verklaring van den heer Lamartfrie (zegt het Journal de la Hayesluit den meesten en volstrektsten eerbied in voor alle bestaandc verdragenen de ver- bindtenisom noch regtstreeks noch zijdelings op de mlandsche rust van de andere Staten inbreuk te maken, welke hun regeringsvorm ook zijn moge. Zonder dat wij in de geheimen der Kabinetten in- gewijd zijn, gelooven wij, dat, indien Frankrijk die strikte verpligting van het volkenregt vervulthet, als elke andere onafbankelijke Natie, vrij is zoodanige rege ring te kiezen, als het geschikt oordeelten het niets te vreezen heeft van Europa, welks evenwigt en belang zelfs eischendat Frankrijk gelukkigrustig en magtig zij, en dat het, in het groote Europesche Statengezin, de schoone plaats bekleede, welke zoowel zijne aard- rijkskundige ligging, als het genie zijns Volks en de daarmede aangegane weerszijds verbindende verdragen, het aanwijzen. In afwachting echter, dat de daden aan de opregte woorden van het voorloopig Bewind beantwoorden, kan het Frankrijk niet verwonderen, dat naburige Staten maat regelen van voorzorg nemen voor het onverhoopt geval, dat de gematigde mannen, wier stem thans nog te Parijs schijnt gevolgd te worden, overvleugeld mogten worden, en vervangen door vertegenwoordigers van uiterste par- tijen die het op de onafhankelijkheid der andere Volken en den vrede der Wereld zouden toeleggen. In die maat regelen van voorzorg is niets vijandigs voor Frankrijk; zij zijn door den eersten burgerpligt voorgeschrevendien van zelfbehoud. Belgie (gaat het blad voort) heeft reeds het initiatief te dezen aanzien genomenen de bewonderenswaardige zamenstemming die zich te dezer gelegenheid tusschen de Regering en de andere Magten van den Staat heeft ver- toond de uit eigen snelle aandrift ontstane beweging, waardoor alle partijen hunrie verschillen en zienswijzen op het altaar des Vaderlands hebben ten offer gebragt zijn een veilige waarborg van de geestkracht, waarmede dat Land elke inbreuk op zijne onafhankelijkheid zou weten af te keeren, en elke poging, om het den rang, dien het in de met Europa gesloten traktaten bekleedt, doen verliezen. Nederland verheugt zich opregtelijk over die geest- drift van een naburig Volkdat daardoor toonthoe- zeer het de verworven zelfstandigheid waardig is. Nederland zou met de uiterste smart elke poging zien die terwijl zij onrust en tweedragt in de gemoederen zou brengen, natuurlijk de krachten van den Staat zou verzwakkenbuiten raagte om eenen aanval van buiten af te slaan, Vooral zou Nederland elk vertoon van wanorde betreuren en hoogelijk afkeuren en wraken onder voorwendsel van oude dynastieke herinneringen. Nimmer moet de vlag, die de kleuren onzer Vorsten voert ten vaan van oproerigen verstrekkennoch hier, noch elders. Nederland, hiervan zal het Belgisch Kabinet thans de volkomen overtuiging hebben is de opregte vriend van Belgie; het beseft de'ware betrekkingen, die tusschen de twee Landen moeten bestaan en ze met gelijk doelin ddn zelfde belang moet vereenigen. Het weetdat de beide Landen om hunne onafhanke lijkheid te behoudeneenmaal elkanders hulp noodig kunnen hebbendat eene bedreiging tegen het eene dadelijk een gevaar tegen het andere uitmaakten dat, om die gevaren af te wendenom nietde een voor, de ander 11a, de prooi van een veroverenden Staat te wor den de Regeringen van beide Landen hare werking niet door inlandsche veeten of pogingen van regeringloosheid verlamd en belemmerd zien. De groote krachten die Nederland en Belgie elk afzonderlijk ontwikkeld hebben toen zij het ongeluk hadden het zwaard tegen elkander te trekken kunnen doen berekenen welk eene mate van kracht zij zouden kunnen ten toon spreiden indien zijrustig van binnen, eenmaal geroepen mogten worden om gezamenlijk hunne zelfstandigheid te vereenigen en hunne pogingen tegen een algemeenen vijand te keeren. Indien de Nederlanders en Belgen zoo als wij niet twijfelen elk aan hunne Regering dien welmeenenden en krachtigen bijstand verleenen van hunne trouw en verkleefdheid in de Europesche crisis, die de jongste ge beurtenissen konden doen ontstaan, dan zullen beide Landen misschien bestand zijn om eene der schoonste roepingen te vcrvullen, waarop de hedendaagsche Staten naij verig moeten zijn, die waarlijk den naam van beschaafde en vooruitstrevende Staten waardig willen zijnde roeping om den vrede der Wereld te verzekeren. Gisteren avond is alhier aangekomen en aan het Hotel de I'Europe afgestapt de baron van der Steenmede- brengende depdches voor de BelgischeFransche en Engelsche gezantschappen alhier. De markies van Ely, die zich naar Brussel begeven had, is gisteren avond van daar in deze residentie terug- gekeerd. Men verzekert, dat de miliciens, die opgeroepen wordenuitmaken de ligtingen van 1844. en 1845en dat voorts door de Regering al die maatregelen zijn genomen of voorbereid welkezoo noodig, zouden kunnen strekken tot beveiliging of tot verdediging van den vaderlandschen grond tot bewaking van 's Lands vestingen en tot bescherming onzer grenzen. Heden heeft voor de heeren commissarissen van den Hoogen Raad der Nederlanden andermaal eene comparitie plaats gehad van heeren crediteuren in de zaak van de heeren de Bruyn, te Amsterdam, betrekkelijk de surceance van betaling, welke door hen is verzocht. Onderscheiden belanghebbenden zijn daarbij tegenwoordig geweest. De heer advocaat Schooneveld en de heer procureur van der Jagt namen de belangen der verzoekers waarde heeren advocaten D. Donker Curtius .en B. Donker Curtius, de laatste van Amsterdam en de heeren procureurs Clant en Franpois waren voor eenige crediteuren. De com paritie had plaats, gelijk gewoonlijk, met gesloten deu- ren. De Raad zal nader uitspraak doen. De Noprd-Brabander meldt, dat mgr. Belgrado, geestelijke der apostolische kamer, door Z. H. benoemd is tot pauselijk internuncius bij Z. M. den Koning der Nederlanden. ROTTERDAM den 3 maart. Directeuren der Zuid-Hollandsche Maatschappij tot redding van Schipbreukelingen hier ter stede gevestigd, hebben in hunne vergadering van hedenbesloten te doen uitreiken aan 6'. T. van den Bos, IV. J. Dijkstra, E. J. van der ZeeS. J. van der Zee J. T. Hiemstra, T. S. de Fries, T. P. Fisser, D. P. Fisser, L. S. Fisser, S. J. Hiemstra, J. A. Prins, H. A. Prins, P. P. Prins, T. C. Fisser, P. D. Hiemstra en T. L. Hiemstra, alien visschers, wonbnde te Wierumieder tien guldenals eene erkentelijkheid voor hun stoutmoedig en edel ge- drag, op den 25 december j'ongstl., onder zwaren ijsgang, betoond in het redden van den kapitein en zeven mao der equipage van het op de Vriesche kust gestrande Pruissische schoonerschip Sirene, gevoerd door kapitein J. C. Topp, komende van Liverpool en bestemd naar Hamburg en mede aan T. E. Fisser, P. E. Fisser, G. E. Fisser, K. E. Fisser, A. Gerritsens Botstra, P.s'. Hiemstra, H. K. de Fries, E. A. Fisser, IV. A. Fisser, A. J. Post en K. S. Fisser, alien stoutmoedige visschers,' wonende te Moddergat, ieder de zilveren medaille e.n een getuigschriftwaarin deze uitstekende daad is vermeld, benevens tien gulden, voor hun buitengewoon bedrijf, met gevaar van eigen leven vergezeld, in het redden van dne man der equipage van gemeid schip, welke op de Engelsmansplaat, omringd van ijsschotsen, waren achter- gebleven en in doodsgevaarlijken toestandverkleumd van koude en gebrek aan voedsel, verkeerden; zijnde de bijzonderheden dezer buitengewone redding omslagtig vermeld in het bijblad van het Handelsblad, n.° 5043, van maandag 24 januarij 1848. Gisteren werd voor de Correctionele Regtbank te Amsterdam de zaak behandeld van den schrijver en uit- geyer van de Hydra. De eerste werdter zake van vier artikels, in dat weekblad van 5 januarij 11., en het eerste waarvan uit de Burger was overgenomenaangeklaagd: van laster_ jegens den afgetreden minister van Hall van hoon jegens hem, en 30, van opruijing tegen het Staatsgezag; terwijl de drukker en uitgever werd aan geklaagd van medepligtigheidwegens het drukken en verspreiden van die stukken. De ed. achtb. heer mr. C. H. B. Boodtofficier van justitie, adstrueerde de aanklagt, en requireerde ten slottedat de eerste be- klaagde zou worden schuldig verklaard en veroordeeld tot zes maanden gevangenisstrafdrie boeten eene van f 1000, eene van 250 en eene van 100, en de tweede beklaagde tot drie maanden gevangenisstraf, twee boeten, eene van 25 en eene van 50met ontzegging der beide beklaagden van de regten bij art. 42 van het wet- boek van strafregt omschreven en wel de eerste voor tien en de andere voor vijf jaren. De eerste beklaagde verdedigde zichzelven, de tweede werd bijgestaan door den advokaat mr. A. Meijer Bing, die onderanderen betoogde dat de drukker en uitgever niet verantvvoordelijk is, wanneer de schrijver bekend is. Na repliek en dupliek is de uitspraak bepaald op den 9 dezer. De Amsterdamsdie Courantdie ook dezer dagen zeer goed geschreven artikels over de gebeurtenissen in Frankrijk bevatbehelst onderanderen een Ingezonden Stukwaarin wijselijk gezegd wordt dat veranderingen niet af te keuren zijn indien zij tot verbeteringen leidenmaar dat men trachten moet die verbeteringen nimmer door het volk tot stand te brengen. - Den 29 februarij promoveerde aan de Utrechtsche Hoogeschool de heer G. J. Boodtuit Rotterdam tot doctor in de geneeskunde na de verdediging van zijn Specimen medicum inaugurale de Pyclitide et Pyclo- Nephritide. Uit Tilburg schrijft men ons gisteren het volgende: Tot heden toe zijn de werkzaamheden aan het paleis des Konings niet gestaakt. Integendeel is men druk daaraan bezig. Aan het kanaal is reeds voor acht dagen begonnen en men verwacht verdere orders om met versnelden arbeid voort te werken. Naar men verneemt, worden de werklieden uit de gemeenten Tilburg, Dongen en 's Gravenmoer, door welke het kanaal loopt, daartoe gebezigd. De voorname fabrijkanten in lakens hebben deze week hunne werkzaamheden verdubbeldhetwelk groote blijd- schap onder het werkvolk veroorzaakte. Deze verdub- beling van werkzaamheden is echter niets ongewoons, daar die doorgaans jaarlijks in dit kwartaal te wachten is. De wol is nogtans iets hooger in prijs geworden." Uit Baden zijn hoogst belangrijke berigten. Op het vernemen der Fransche omwenteling had dingsdag te Mannheim eene groote opschudding plaatsde Marseillaansche marsch werd aangeheven en een ge deelte der troepen onder de wapenen geroepen. Uit genoemde stad van Heidelberg en elders togen vele ingezetenen naar Karlsruhe om den Groothertog ver- zoekschriften over te reiken, waarbij vrijheid van druk- pers, de oprigting van burgerwachtende invoering der Jury en een Duitsch Parlement verlangd werd. .De Groothertog schijnt hen echter ten deele reeds voor- gekomen te zijnwant denzelfden dag verklaarde do staatsraad Bekk te Karlsruhe in de openbare zitting, dat in den loop der volgende week de censuur op zou houden, de oprigting van burgerwachten geschieden en een wets- ontwerp omtrent de Jury aan de Kamer voorgelegd zou worden. Deze tijding moest aan alle gemeentebesturen worden medegedeeld. Een I-Iamburgsch dagblad wil weten dat de Russische Regering eene zeer krachtige nota aan de Oostenrijksche gerigt heeftom deze aan te sporen tot het onverwijld onderdrukken van den Radikalen geest, die in Italie meer en meer veld wint. Staat van de opbrengst van den Rijn-Spoorweg, gedurende de maand Februarij 1848. STATIONS. Amsterdam Abcoude Laan van Vreeland. Nieuwersluis Breukelen Maarssen Utrecht Driebergen Maarsbergen en Maarn Veenendaal Ede Wolfhezen Arnhem Aant.il Reizigers 7118. 1071. 891. 302. 831. 54°- <5406. 870. 299. 582. 547- 5a- 2938. OPBRENGSTEN VAN REIZIGERS. IOO75. 445- 492. x37- 383- 325- 6452. 602. 227. 566. 53a. 89. 6540. 40. <55- 70. 25- 95- 28. 15- 3°- 65- 70. 45- <5o. <55. GOEDEREN ENZ. f 3860. 74. 28. 66. 37- 48- 8. 91. 20. 58. 41. 90. - 2896. 14. 124. 45- 38. 33- 397- 15- 265. 63. 17- 3i- 3382. 37. Totaal| 22447. 26871. 73. 65. Totaal der opbrengst in Februarij 37,991. 38. Hellevoetsluis den 2 dezer. Heden morgen stoomde in zee PEstafette, C. Sueur, naar Duinkerkende wind N. en stil. Brielle den 2 dezer. De Klasinakapitein G. R. Karsvan Koningsbergenis heden voor posttijd uit deze haven naar Rotterdam

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1848 | | pagina 2