BlfVOEGSEL, behooreiide tot de Rotlerdamsche Couranl. van Saturday den II Maart 1818, n° 33. M§ "{OLU^ ''"VS.Rj v//Vat. - .'s GRAYENHAGE den 9 maart. In de zitting van de Tweede Ivamer der Staten-Generaal van heden is ingekomen eene Koninklijke boodschap, ten geleide van 27 wetsontwerpen tot wijzjging van bepalingen der Grondwet. Voorts is nog ingekomen eene Koninklijke boodschapten geleide van een wetsontwerp tot aan- wijzing der bestemming van het batig slot der rekening wegens de bij de wetten van den 11 October 1841 (Staats- blad n.° 45) en van den 8 julij 1842 Staatsblad n.° 17) beschikbaar gestelde betalingen aan de Maatschappij van Weldadigheid. De eerstgemelde Koninklijke boodschap luidt aldus: EDEL MOGENDE HEEREN Bij het openen der tegenwoordige Zitting van de Staten- Generaal hebben vvij het voornemen te kennen gegeven 0111 in den loop derzeive voorstellen te doen tot ver- auidelijking en wijziging van de bepalingen der Grond wet omtrent het stem- en kiesregt en van eenigc andere welker vvijziging ter zelfde gelegenheid nood?g kan worden gcacht. Ter voldoening aan dat voornemen, bieden vvij bij deze aan U Edel Mogenden aan zeven en tvvintig ontvverpen van wetbenevens eene memorie waarin de grondcn zijn aangevvezen, op welke de voorgedragen bepalingen rusten. Wij koesteren het vertrouvven dat deze voorstellen zullen bevonden worden tot werkelijke verbeteringen te kunnen leiden en wij zien met de meeste gerustheid en de beste verwachting de overvveging van U Edel Mogenden omtrent deze wetsontwerpen te gemoet stcunende op de aan 011s gegeven verzekering dat de Staten-Generaal dit gewigtig werk door een bedaard en welberaden overleg tot een goed einde zullen helpen brengen. E11 hiermede bevelen vvij U Edel Mogenden in Gods heilige bescherming. s Gravetihage den 8 maart 1848. WILLEM. De ontvverpen van wet zelve zijn van den volgenden inhoud Ontvverp n.° I. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot veranderino' van het 4de artikel der Grondvvet. Art. 2. Bij het 4de artikel der Grondvvet wordt een 2de lid gevoegd van den volgenden inhoud: De wet regelt de tdelating en de wijze van uitzet- ting van vreemdelingcn, mitsgaders da algemeene voor- waarden op welke ten aanzien van hunne uitlevering verdragen met vreemde Mogendheden kunnen worden gesloten." Ontwerp n.° II. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het jde artikel en tot invoeging van een nieuw ar tikel na dat 7de artikel der Grondvvet. Art. 2. Ilet 7de artikel der Grondvvet wordt veranderd als volgt lot leden der Staten-Generaal, hoofden van depar- tementen van algcmeen bestuur, leden van den Raad M van State, commissarissen des Konings in de provincien, en leden van den Hoogcn Raad, kunne'n alleen benoenid worden Nederlanders ingezetenen van het Rijk ge- boren binnen hetzelve of deszelfs volkplantingen en bezittingen in andere werclddeelen uit ouders aldaar w gevestigd. Die uit zoodanige ouders, ter oorzake van 's Lands dienst^ of slechts tijdelijk afwezend of anderzins op reis zijnde buiten het Rijk geboren zijn, worden met de vorigen gelijkgesteld." Art. 3. Na het 7de artikel der Grondvvet wordt een nieuw artikel ingevoegd van den volgenden inhoud: Die, eenmaal tot de in het vorige artikel vermclde bedieningen benoembaar geweest zijnde, hunne hoe- danigheid van NedAlander hebben behouden, blijveu daartoe benoembaar, niettegenstaande de grond waarop zij geboren zijn, of waarop hunne ouders tijdens die geboorte gevestigd vvarenheeft opgehouden tot het Rijk' of deszelfs volkplantingen en bezittingen in an- dere werelddeelen te behooren." Ontvverp n.° III. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het 3de lid van het 5-ste artikel der Grondwet. Art. 2. Het 3de lid van het 57ste artikel wordt ver anderd als volgt In geval de verbonden of verdragen, in tijd van vrede gesloten, inhouden bepalingen, in strijd met de voor- schriften van cenige bestaande wet, of 00k eenigen afstand of ruiling van een gedeelte van het grondge- bied des Rijks of van deszelfs bezittingen in andere werclddeelen worden die verbonden en verdragen door den Koning niet bekrachtigd, dan nadat die bij de wet zijn goedgekeurd." Ontwerp n.° IV. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van de 2de en 3de zinsneden van het 59ste artikel der Grondwet. Art. 2. De 2de en 3de zinsneden van het gpste artikel der Grondwet worden vervangen door de volgende be palingen Veranderingen in de thans aldaar bestaande regle- menten op het beleid der Regering worden, op het u voorstel des Konings, door de wet vastgesteld. De goedgekeurde koloniale begrootingen van ont- vangsten en uitgaven worden jaarlijks aan de Staten- Generaal medegedeeldmet bijvoeging der laatste in de Kolonien afgesloten rekeningen van ontvangsten en uitgaven. De koloniale overmakingen en het gebruik derzelven M worden jaarlijks aangevvezen in eene algemeene reke- ning; zi.) wordt telkens door eene Staats-Commissie van negen leden onderzocht, met het doel om zich te vergewissen dat die overmakingen behoorlijk zijn ver-i antwooTden dat daaruit geene uitgaven zijn gedaan,1 niet strekkende ter dienste der Kolonien, Die Staats- Commissie is te zamen gestcld uit eenen door den Koning te benoemen voorzitter, en twee leden uit elke der beide Ivamers van de Staten-Generaal, uit den Raad van State en uit de Algemeene Rekenkamer, door die Collegien aan te wijzen. De secretaris der Commissie wordt door den Koning benoemd. De door den Koning goedgekeurde rekening Wordt, met het hem aangeboden verslag, aan dt; Staten-Generaal medegedeeld. Het gebruik van het batig slot be- schikbaar ten behoeve van het Moederland wordt bij de wet geregeld." Ontwerp n.° V. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het ddste en <57ste artikel en tot invoering van een nieuw artikel na het 6ystc artikel der Grondvvet. Art. 2. Het 66ste artikel der Grondwet wordt veran derd als volgt De Koning heeft het regt van gratie. Wanneer het veroordcelingen betreft tot eene zwaardere straf dan van drie jaren gevangenis ocfent bij dat regt uit, 11a ingewonnen advies van den Hoogen Raad der Neder- landen." Art. 3. Het (J7Ste artikel der GrotluAvet wordt ver anderd als volgt De Koning verleent dispensatie in de gevallen bij de wetten bepaald." Art. 4. Na het 67ste artikel der Grondwet wordt een nieuw artikel ingevoegd van den volgenden inhoud: De Koning heelt het regt om de werking eener wet - te st-'horsen °f te wijzigen in de gevallen, op de wijze en voor den tijd bij de wetten te bepalen. Ontwerp 11.0 VI. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot invoeging van een nieuw artikel na het 72ste artikel der Grondvvet. Art. 2. Na het 72ste artikel der Grondwet wordt in gevoegd een nieuw artikel van den volgenden inhoud De Raad van State doet uitspraak in administrative regtszaken. Bij de wet worden de gevallen waarin, en de wijze waarop dit plaats heeftbepaald." Ontwerp n.° VII. Art. r. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het 8este artikel der Grondwet. Art. 2. Bij het 8aste artikel der Grondwet wordt een 2de lid gevoegd, van den navolgenden inhoud: De wet regelt de wijzewaarop een lid der Eerste Katner van de Staten-Generaal van zijne waardigheid kan worden ontheven wanneer hij, wegens ouderdom, ziels- of ligchaamsgebrekendaartoe ongeschikt is geworden." Ontwerp n.° VIII. Art. r. Er bestaat noodzakelijkheid tot invoeging van een nieuw artikel na het Saste artikel der Grondvvet. Art. 2. Na het 8iste artikel der Grondwet wordt in gevoegd een nieuw artikel van den volgenden inhoud Ilet getal leden van de beide Kamers der Staten- Generaal kan bij de wet worden vermeerderd." Ontwerp n.° IX. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het ic8ste artikel der Grondwet. Art. 2. Bij het roSste artikel der Grondwet wordt een ade lid gevoegd van den volgenden inhoud: Er kunnen veranderingen in een voorstel des Konings worden voorgedragen, op de wijze bij de wet te be- palcn. Over dczelvc wordt bij de voile Kamer niet geraadpleegddan nadat zij, met toestemming des j Konings, in de afdeelingen zijn overwogen." Ontwerp n.° X. 0 Art. r. Er bestaat noodzakelijkheid tot veranderinv van het I2dste artikel der Grondwet. Art. 2. Het radste artikel wordt veranderd als volgt: De Koning doet jaarlijks aan de Staten-Generaal een uttvoerig verslag geven van het gebruik der geld- middelen. Jaarlijks worden door den Koning aan de Staten- Generaal medegedeeld de door de Algemeene Reken- kamer afgesloten rekeningenbevattende de goedge- keurde ontvangsten en de verevende uitgaven tot een afgeloopen begrootings-dienstjaar of tot de bij de wet vastgestelde fondsen bchoorende, met bijvoeging van staten der bij de Algemeene Rekenkamer niet goed-' gekeurde ontvangsten en onverevend gebleven uit- gaven; de posten op die staten-vermeldworden bij de wet geregeld." Ontwerp n.° XI. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot het vervallen verklaren van het 6de, r28ste, i3oste, I3tste, i32ste en 133s 1 e artikel en tot verandering van het i29ste, i35ste i5oste en igiste artikel der Grondwet. Art. 2. Art. 6, 128, 130, 131, 132 en 133 worden ver vallen verklaard en vervangen door het navolgendi nieuwe artikel Het getal leden van de Provinciate Staten, door elker stand te benoemen de wijze waarop die benoemin- gen geschieden, mitsgaders de vereischten en bevoegd- heid om deel te nemen aan de provinciale besturen, worden bij de wet geregeld." Art. 3. Ilet iepste artikel der Grondwet wordt ver anderd als volgt In elke provincie maken de edelen eene ridderschap uit. De vereischten, om lid eener ridderschap te zijn, worden door de wet'bepaald. De ridderschappen ontwerpen overigens zoodanige reglementen als zij noodig oordeelenen zenden die aan den Koning ter bekrachtiging." Art. 4. Aan het 2de lid van het i35ste artikel der Grondwet wordt tocgevoegd Zij onthouden zich van medestemming bij het doen van keuzen of voordragten van personen waartoe de Staten bij de Grondwet geroepen worden." Art. 5. De isoste en i5iste artikelen der Grondwet worden veranderd als volgt: Art. 150. De Provinciale Staten benoemen uit hun midden'een collegie van Gedeputecrde Staten, aan het- welk alles wat tot het dagelijksch beleid van zaketl en de uitvoering der wetten betrekking heeft tnoet worden opgedragen, en zulks het zij de Provinciale Staten vergaderd zijn of niet. De zamenstelling van de collegien van Gedeputeerde Staten, als mede de bevoegdheid om aan die collegien deel te nemen, worden bij de wet geregeld. Art. r5i. De wijze, waarop het gezag en de mage der Staten wordt uitgeoefend, Wordt bij de wet Te- regeld. Ontwerp n.° XII. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot Verandering van de artikelen 144 en 148 der Grondwet. Art. 2. Het i44ste artikel der Grondwet wordt ver anderd als volgt: Aan de Staten wordt de beschikkiiig gelaten ovet1 de hiiishoudelijke belangen der provincie. De regle- menten en verordeningen, welke zij daaromtrent noodig oordeelen te maken moCten alvoreils ten uitvoer te worden gclegd door den Koning zijn goedgekeurd. Art. 3. Met i48ste artikel der Grondwet wordt ver vallen verklaard er, vervangen door de twee volgende: a. De Staten dragen aan den Koning voor, het 011* derhouden en aartleggen van zoodanige werken en het doen van zoodanige uitgavenals zij voor het belang hminer provincie nuttig oordeelen, mitsgaders de middelen om daarin geheel of ten deele ten kosta van de provincie of van de belanghebbenden te voorzien. b. De Staten zijn verpligt de jaarlijksche begrootin- gen der provinciale middelen en inkomsten, en van de daaruit te doene uitgavenaan den Koning voor te dragen, en gedragen zich, behoudens de bepalingen def wet, naar hctgene ten opzigte van de provinciale geldmiddelen en de daarvan te doene verailtvVoording door den Koning wordt voorgeschreven." Ontwerp n.° XIII. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot Vefatidering van het isaste en i53ste artikel der Grondwet. Art. 2. Het i52ste artikel der Grondwet wordt ver anderd als volgt De wet bepaalt de zamenstelling, de bevoegdheid en de verpligtingen van de besturen in de steden en ten platte landede gemeentelijke indeeling van iederO provincie, mitsgaders welke plaatsen tot de steden en welke tot het platte land behooren. De bevoegdheid om deel te nemen aan de plaatselijkei besturen, als mede de wijze waarop de leden van die besturen worden gekozen of benoemd, worden geregeld bij de wet." Art. 3. Het i53ste artikel der Grondwet wordt vcran derd als volgt: De plaatselijke besturen hebben, overeenkomstig de bepalingen der wet, de beschikkiiig over hunne huis- houdelijke belangen, en maken daaromtrent de vereischte plaatselijke verordeningen. Zij zenden afschriften daarvan aan de Staten, die bevoegd zijn die verordeningen en allc beschikkingen der plaatselijke besturen wanneer zij met de wetten of bestaande voorschriften of met het algemeen belang strfjdig zijn, tijdelijk te scborsenonverminderd het regt des Konings om die buiten effecL te stellcn." Ontwerp 11.0 XIV. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het i55ste en i5uste artikel der Grondwet. Art. 2. Het i55ste artikel der Grondwet wordt ver-" anderd als volgt: De plaatselijke besturen ztjn bevoegd, tot bestrijding der plaatselijke uitgaven de noodige bclastingen te hefFen. Behoudens dealgemeene voorschriften der wet, mogcrt geene plaatselijke belastingen worden ingevoerd ge- wijzigd of afgeschaft, dan op voordragt van het plaat- m selijk bestuur en met goedkctiring des Konings, onver- h minderd Zijne bevoegdheid om in het algemeen belang de bestaande plaatselijke bclastingen te verminderen of1 de heffing daarvan te doen opbouden. Art. 3. Het i5<5ste artikel der Grondwet wofdt vef- anderd als volgt: De reglementen omtrent de wijze van invordering der plaatselijke belastingen worden vastgesteld door de plaatselijke besturen, under goedkeuring der Staten. Bij het onderzoek daarvan zien de Staten toe, dat de daarin voorkomende bepalingen niet in strijd Zijn met de wetten en algemeene verordeningen en dat door cle' voorgedragen belastingen de in-uit- en doorVoer van voortbrengselen van den grond of van de nijverheid van andere plaatsen niet bezwaard worden, boven die van de plaats zelve, waar de belasting gelevd wordt Ontwerp n.° XV. Art. r. Er bestaat noodzakelijkheid tot de Invoeging van een nieuw artikel na het n^ste artikel der Grondwet. Art. 2. Na het i64Ste artikel der Grondwet wordt in gevoegd een nieuw artikel van den volgenden inhoud De wet regelt de wijze waarop geschillen over be- voegdheid, tusschen de administrative en de regterlijke magt ontstaan worden beslist." Ontwerp n.° XVI. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het iste lid van het r<5<5ste artikel der Grondwet. Art. 2. Diet iste lid van het i66sic artikel der Grond wet Wordt veranderd als volgt Behalve in de gevallen "bij de wet bepaald, mag niemand in h'echtenis worden genomen dan op een bevel van den regterinhoudende de redenen der gedanG aanhouding en welk bevel bij of onmiddellijk na de aanhouding moet beteekend worden aan dengene tegen wien het is gerigt." Ontwerp n.° XVII. Art. 1. Er bestaat noodzakelijkheid tot verandering van het iste lid van het i8oste en van het i8iste artikel der Grondwet. Art. 2. Het iste lid van het i8oste artikel der Grond wet wordt veranderd als volgt:

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1848 | | pagina 5