dienste, vergezeld van een allervleijendsten kabinetsbrief, waarbij die Vorst hem de verzekering aanbiedt, dat zijn vverk in eene bestaande leemte allezins doelmatig voorziet en voorzeker ten alien tijde als eene onmisbare hand- leiding in elke volledige boekerij zal beh,ooren te vvorden aangetroffen. Onze als zeeschilder zoo te regt beroemde stadge- nootde heer Louis Meijeris door Z. M. den Koning van Zweden benoemd tot ridder der orde van de Poolster. De voorstellirig in den Koninklijken Franschen schouwburg alhier zal donderdag den 27 dezer bestaan uit Lambert Simnel en Vattrie. Staten-Gencraal, Ontwerp van wet op de zamenstelling der Regterlijke Magt en het beleid der Justitie, Dit ontwerp, in de zitting der Tweede Kamer van den 21 dezer van Regeringswege ingekomen, bevat n5 artikelen. De artt. 1 35 behelzen het eerste hoofdsluk van het ontwerp, handelende over de regterlijke magt in het algemeen De bepa- lingen, in dit hoofdsluk vervat, komen hoofdzakelijk op bet volgende neder: Regtsmagt in burgerlijke en sirafzaken wordt opgedragen aan kantongeregten, arrondissements-regtbanken, geregtshoven en den lloogen Raad. Regtsmagt in stralzaken is of kan mede worden op gedragen aan krijgsradenzee-krijgsradenschultersradencollegien van Gedepuleerde Staten en zoodanige regters of collegien, als de wet nader rnogt aanwijzen. De uitoefening der regtsmagt van de kantongeregten de arrondissements-regtbanken de geregtshoven en den lloogen Raad in burgerlijke en strafzaken wordt bij deze wet geregeld. Bijzondere wetten omschrijven de bevoegdheid en regelen het regtsgebied der regters of collegien aan wie regtsmagt in be- paalde soorlen van stralzaken is of zal worden opgedragen; zij regelen inede de regtsmagt ten aanzien van burgerschapsr&gten en wijzen de uitzonderingen aan, waarin de kennisneming van de deswege ontstaande geschillen aan andere collegien buiten de regterlijke magt is opge dragen. De kennisneming en beslissing van alle twistgedingen over eigendom ol daaruit voorlspruilende regten over schuldvordering en andere burgerlijke regten, worden bij uitsluiting opgedragen aan de kantongeregten,' arrondissements-regtbankengeregtshoven en den lloogen Raad, aan dezelfdfi collegien behoort de toepassing van alle soorten van wettig bepaalde straflen. Het Openbaar Ministerie wordt uitgeoefend: door den procureur-generaal bij den lloogen Raad; de procureurs-generaal bij de geregtshoven; deolficieren bij de arrondisse ments-regtbanken, en de kantonnale commiasarissen van politie bij de kanlongereglenen is bijzonder belast met de handhaving der wetten en voorts, behoudens de uitzonderingen te dien aanzien bij andere wetten gemaakt, met de vervolging van alle inisdrijven en het doen uitvoeren van alle strafvonnissen. De ambtenaren van het Open baar Ministerie zijn verpligt de bevelen na te komen welke hun in hunne ambtsbetrekking van wege den Koning worden gegeveu. De leden van de regterlijke magt (met uitzondering van de plaats- vervangers) kunnen niet tevens zijn advocaatprocureur, notaris of solliciteur, of eenig ambt bekleeden aan hetvvelk eene vasle wedde is verbonden. De leden van en de procureur-generaal bij den lloogen Raad mogen niet tevens leden van de Staten-Generaal zijn. Bloed- verwanten, ol aanverwanten tot den derden graad ingesloten, kunnen niet zamen zijn raadsheeren, regters, ambtenaren van het Openbaar Ministerie, griffiers of substituut-griffiers in of bij den lloogen Raad, hetzelfde hoi, dezelfde regtbank of hetzelfde kantongeregt. In het vonnis of arrestwaarbij eenig lid der regterlijke magt tot gevangenisstraf van vijf ol meer jaren, of tot andere zwaardere strallen zelfs bij verstek, wordt veroordeeld, wordt tevens zijne afzetting uitgesproken. De leden van den lloogen Kaad, der geregtshoven en arrondissements- regtbanken en de kantonregters kunnenop requisitoir van den procureur-generaal, door den lloogen Raad, bij een met redenen bekleed en in het eerste en laalste ressort gewezen arrest, van hunne posten worden ontslagen. i°, in geval zij tot eene gevangenis- slral van meer den <*e'ne maand zijn veroordeeld 20, wegens wan- gedrag, onzedelijkheid of merkelijke achteloosheid, en 5°, in geval van ongeschiktheid door meer dan yojarigen ouderdom zwakte of aanhoudendc ziels- of ligchaamsziekten veroorzaakt. Elk lid van de regterlijke magt tegen wien een bevel van gevangenneming of andere aanhouding, ol wel magtiging lot opneming in een huis van bewaring of geneeskundige verpleging voor krankzinnigen of onnoozelen, is ver- leend, die in staat van laillissement of kennelijk onvermogen verkeert, die wegens verkwisting onder curatele of wegens schulden in gijzeling is gesteldwordt daardoor voorloopig in zijne bediening geschorst; tevens wordt het tractement ingehouden. De leden der regterlijke magt hebben hunne vaste woonplaats in de gemeente waarin hunne collegien zijn gevestigdindien het kanton slechts een gedeelte eener gemeente bevat, is het voldoende, indien de kantonregler en zijn griffier binnen die gemeente wonen. De leden der regterlijke magt mogen zich zonder verlof buiten den vacantie-tijd, en de leden der vacantie-kamers 00k gedurende dien tijd, niet langer dan zeven dagen van de plaats, waar zij hunne bediening uitoelerien, verwijderenzelfs gedurende den tijd der vacantien mogen zij het Rijk niet zonder verlof ties Konirigs verlaten. De jaarlijksche vacantien van den lloogen Haad, de geregtshoven en arrondissements-regtbanken vangen den eerstenjulij aan en eindigen den laalsten augustusgedurende de vacantien is in elk der genoemde collegien eene kamer belast met de behandeling en afdoening van burgerlijke zakenwelke spoed vereischen voor de behandeling van' strafzaken heeft geene vacantie plaats. Alle regls- gedingenzoo in burgerlijke als in strafzaken, worden, op straf van nietigheidin het openbaar behandeld ten zij bij de wet anders rnogt jiijn bepaaldof het regterlijk collegie rnogt bevelen, dat de behan deling met gesloten deuren zal plaats hebben. Geen lid der regterlijke magt mag werkzaam zijn in eene zaak waarin een zijner bloed- of aanverwanten, tot den derden graad ingesloten, betrokken is. Alle vonnissen en arresten worden in het openbaar uitgesproken. De artt. 56102 bevatten het tweede hoofdsluk van het ontwerp, handelende oyer de regterlijke collegien. Dit hoofdsluk is weder in 4 paragrafen gesplitst, van elke waarvan hier de hoofdinhoud volgt: 1. Van de kantongeregten (artt. 56—52). Het regtsgebied van elke arrondissements-regtbank wordt verdeeld in kantongeregten, wier omtrek en classilicatie bij eene bijzondere wet bepaald zijn. Voor elk kantongeregt is ^e'n regter, ten minsle twee en zoo mogelijk drie of vier plaatsvervangers, en een griffier. De teregtzittingen worden gehouden in de hoofdplaats van het kanton. De kantonregters en hunne plaatsvervangers worden door den Koning aangesteld voor vijf jaren en zijn weder benoembaar; de grifTiers worden insgelijks door den Koning aangesteld, doch tot wederopzeggens toe. De kanton regters, hunne plaatsvervangers en griffiers, benevens de ambtenaren van het openbaar ministerie bij de kantongeregten, moeten Neder- landers zijn en den voilen ouderdom van 25 jaren bereikt hebben; de kantonregler moet daarenboven den graad van meesler in de regten op eene van 's Rijks hoogescholen bekomen hebben, en, na het alleggen van een Staats-examen, tot het dingen naar regterlijke betrekkingen toegelaten zijn. Tot plaatsvervangers bij een kantongeregt kunnen niet worden verkozen plaatsvervangers bij eene arrondissements-regtbank; notarissen of procureurs, tot plaatsvervangers bij het kantongeregt hunner woonplaats benoemd wordende zijn verpligt die betrekking te aanvaarden; bij weigeringzonder voldoende redenenworden zij geacht van hunne betrekking afstand te hebben gedaan en op de gewone wijze vervan- gen. De tractementen van de kantonregters en hunne grilliers worden bij eene bijzondere wet vaslgesleld. Behalve de werkzaamheden aan de kantonregters bij de wet opgedragen, nemen zij kennis in burger lijke zaken: i°, van alle zuiver personele regtsvorderingen, zonder hooger beroep, indien de vordering niet meer beloopt dan/ 75 en behoudens hooger beroep indien zij niet meer beloopt dan 3oo, en 20, van alle regtsvorderingen tot betaling van renten enz hoe- zeer de som meer dan 3oo bedraagt, in welk geval de vonnissen ecbterindien de regtstitel is betwistaan hooger beroep onder- worpen zijn. Zij nemen insgelijks kennis zonder hooger beroep, indien de vordering niet meer dan 75 bedraagt en behoudens hooger beroep, tot welke hoogere som de vordering moge opklimmen, van burgerlijke regtsvorderingen: i°, tot vergoeding van schade, toe- gebragt aan land, enz,; 20, tot zoodanig herstel aan huizen enz. als bij de wet ten laste van den huurder is gesteld, en 3°, tot betaling van arbeidsloonen aan werklieden huren van dienstboden, en het volbrengen van wederzijdsche overeenkorasten van meesteis en hunne dienstboden of arbeidslieden. Zij nemen kennis van burgerlijke regts vorderingen ter zake van inondelingen laster, hoon of smaad, zonder hooger beroep, indien de gevraagde betering zich blootelijk bepaalt tot eene geldsora geen f 75 te boven gaandeen behoudens hooger beroep, tot welke hoogere som de gevraagde betering rnogt loopen, ofook in alle gevallen, waarin, nevens of in de plaats van eene geldsom een verdere of andere eisch tot betering mogt gedaan zijn. Zij nemen insge lijks kennis van de regtsvorderingen tot ontbinding van de huur van huizen, gebouwen enz., en dien ten gevolge van hunne ontruiming ter zake van wanbetaling der huurpenningen, zonder hooger beroep, indien de huur, over het jaar berekend, niet meer dan/75, en behoudens hooger beroep, indien zij niet rneer dan f 3oo bedraagt; vonnissen in zoo danige zaken gewezen, kunnen bij voorraad worden ten uilvoer gelegd, niettegenstaande verzet, hooger beroep of voorziening in cassatie, be houdens de bevoegdheid van den kantonregter, om het stellen van borgtogt te bevelen. Zij nemen, mede behoudens hooger beroep, kennis van de regtsvorderingen tot ontruiming van huizen, gebouwen enz., indien de huurder geen schriftelijk bewijs van bestaande, vernieuwde of verlengde huur te berde brengt. Zij nemen eindelijk, behoudens hooger beroep, kennis van alle regtsgedingen, betrekkelijk verplaatsing van scheidleekenen, aanmatiging van gronden enz. en van alle regts vorderingen wegens bezitregt. Parlijen, de bevoegdheid hebbende tot het aangaan van dading of compromis, kunnen de beslissing van alle daarvoor valbare geschillen opdragen aan eenen kantonregler ter hunner keuze in welk geval de uitspraak van den kantonregter in het hoogste ressort is. De kantonregters vonnissen over alle misdrijven, op welke geene hoogere straf is gesteld dan eene gevangenisstraf van eene maand of eene geldboete van f ioo, te zamen of afzonderlijkhunne von nissen zijn aan hooger beroep onderworpen, met uitzondering van het geval, dat tegen het misdrijf geene hoogere of andere straf is bedreigd dan geldboete van f 25. De vordering lot vergoeding van kosten en schaden ten behoeve der beleedigde partij kan, mils geene f j5 te boven gaande, door deze met de slrafvervolging vereenigd worden; zij is niet voor hooger beroep vatbaar, ten zij de strafvervolging daaraan onderworpen en het hooger beroep ingesteld zij. 2. Van de arrondissements-regtbanken (artt. 53—65). Het regtsgebied van elk geregtsho! wordt verdeeld in arrondissementen, in ieder waarvan eene regtbank gevestigd is eene bijzondere wet regelt het regtsgebied en de zetels dier regtbanken; wijsl het getal regters, ambtenaren van het openbaar ministerie, griffiers en sub stituut-griffiers aan, waaruit iedere regtbank is zamengesteld en bepaalt het cijfer der bezoldigingen. Bij iedere regtbank worden hoogslens vijf regters-plaalsvervangers aangesteld. De regters en hunne plaat>vervangersde leden van het openbaar ministerie en de grifliers, in of bij de arrondissements-regtbanken moeten zijn Nederlanders, den voilen ouderdom van 25 jaren bereikt hebben, op eene van 's Rijks hoogescholen den graad van meesler in de regten hebben verkregen, en, ten gevolge van een afgelegd Staats-examen, tot het dingen naar regterlijke betrekkingen toegelaten zijn; de substituut- griflier moet zijn Nederlander en den voilen ouderdom van 20 jaren bereikt hebben. De presidnntenregters en regters-plaalsvervangers worden door den Koning voor hun leven aangesteld; de ambtenaren van het openbaar ministerie, griffiers en hunne substitute!! worden insgelijks door den Koning aangesteld doch lot wederopzeggens toe. Wanneer eene plaats van regter, regter-plaatsvervanger of van kanton regter, griffier, substituut-griifier ol griffier bij een kantongeregt open- valt, maakt de regtbank eene lijst van aanbeveling van drie kandi- daten op die den Koning wordt aangeboden. De arrondissements- regtbanken nemen in eersten aanleg en behoudens hooger beroep kennis van alle burgerlijke regtsvorderingen, waarvan de kennisneming niet aan de kantonregters, de geregtshoven of den lloogen Raad is opgedragen; zij beslissen cchter zonder hooger beroepi9, indien de parlijen, tot die handeling bevoegd in zaken, welke voor dading of compromis vatbaar zijn, van hooger beroep afzien, en 20, indien het voorwerp der vordering geene J 60a te boven gaat. Zij nemen in hooger beroep kennis van alle vonnissen, door de kantonregters onder hun regtsgebied in burgerlijke zaken gewezen, ea van de beschikkingen op requesten door de kantonregters gegetenhet staat aan parlijen vrijom al de daarvoor valbare geschillen bij prorogalie dadelijk ter kennis van de arrondissements-regtbank te brengen. Zij nemen in eersten aanleg kennis van alle jurisdictie-geschillen tusschen de kantongeregten van hun regtsgebied en vonnissen over alle misdrijven, waarvan de kennisneming niet aan de kantonregters, de geregtshoven of den Hoogen Raad is opgedragen. Overtredingen ter zake van belas- tingen zijn, onafhankelijk van den aard en de hoegrootheid der straf, aan de regtsmagt der arrondissements regtbanken onderworpen. Hare von nissen zijn aan hooger beroep onderworpen, docli niet wanneer geene hoogere straf is bedreigd dan geldboete van f 200 Bij de be handeling van sirafzaken kunnen zij tevens uitspraak doen over de vordering tot vergoeding van kosten en schaden ten behoeve der be leedigde partij wanneer die vordering geene f 5oo te boven gaat; die vordering is niet voor hooger beroep vatbaar, ten zij de straf vervolging daaraan onderworpen en het hooger beroep ingesteld zijn. Zij nemen insgelijks behoudens hooger beroep kennis van alle stralvervolgingen tegen kantonregters enz., wegens misdrijven waarvan de kennisneming in eersten aanleg aan de kantongeregten is opge dragen. Zij nemen eindelijk in hooger beroep kennis van de von nissen door de kantonregters in eersten aanleg in strafzaken gewe zen. In burgerlijke zaken, zoowel in eersten aanleg als bij hooger beroep, wordt door drie, in sirafzaken door vier regters regt ge- sproken tot veroordeeling wordt meerderheid van stemmen gevor- derd, en bij het staken der stemmen wordt het vonnis uitgesproken ten voordeele van den beklaagde Indien eene regtbank kennis draagt dat er verzuim heeft plaats gehad in het vervolgen van misdrijven aan de regtsmagt der kantongeregten onderworpen, kan zij bevel geven tot het instellen eener gereglelijke vervolging. 5. Van de geregtshoven (artt. 66 75). De regtsmagt in hooger beroep wordt aan vier hoven opgedragen eene bijzondere wet regelt het regtsgebied en de zetels dezer hoven; wijst het getal raadsheeren, ambtenaren van het openbaar ministerie, griffiers en substituut-griffiers aan, waaruit ieder hof is zamengesteld, en bepaalt het cijfer der bezol digingen De Koning benoemt de presidenten, vice-presidenlen en leden der geregtshoven voor hun leven, en de procureurs-generaal, advo- katen-generaal, griffiers en substituut-griffiers tot wederopzeggens toe. Wanneer geen genoegzaam aantal leden tegenwoordig is, kan de president het oudste lid of hoogslens de beide oudste leden der in den zetel van het hof gevestigde arrondissements-regtbank requireren ter aanvulling van het vereischte getal. De raadsheeren, procureurs-generaal, advokaten- generaal en griffiers in of bij de hoven moeten zijn Nederlanders, den voilen ouderdom van 3o jaren bereikt, sedert ten minsie 5 jaren op eene van 's Rijks hoogescholen den graad van meesler in de regten verkregen hebben en, ten gevolge van een afgelegd Staats- examen, tot het dingen naar regterlijke betrekkingen toegelaten zijn. De substituut-griffier moet zijn Nederlander, den voilen ouderdom van 25 jaren bereikt sedert ten minste 2 jaren op eene van 's Rijks hoogescholen den graad van meesler in de regten verkregen hebben en, ten gevolge van een afgelegd Staats-examen, tot het dingen naar regterlijke betrekkingen toegelaten zijn. Wanneer eene plaats van raadsheer open valt, maakt het hof eene lijst van aanbeveling van drie kandidatendie den Koning wordt aangeboden. De geregts hoven nemen kennis in het hoogste ressort van de vonnissen door de arrondissements-regibanken in eersten aanleg in burgerlijke zaken gewezen en van de beschikkingen op requesten door die regtbanken gegeven. Zij oordeelen in eersten aanleg en in het hoogste ressort, behoudens voorziening in cassatie, over alle burgerlijke regtsvorde ringen wanneer partijen bij acte zijn overeengekomen om de beslissing der zaak dadelijk aan de hoogere regtsmagt van het hof op te dragen. Zij beslissen in eersten aanleg in alle ♦jurisdictie-geschillen tusschen arrondissements-regtbanken of tusschen kantongeregten, en nemen in eersten aanleg kennis van alle burgerlijke regtsvorderingen waarbij een of meer der provincien, waarover zich hun regtsgebied uitstrekt, als gedaagden worden aangesproken zakelijke regtsvorderingen en die belastingen betreffen worden echter voor den gewonen regter gebragt. Zij nemen in hooger beroep kennis van alle vonnissen door de regt banken in eersten aanleg in strafzaken gewezen, en, behoudens hooger beroep, van alle slrafvervolgingen tegen leden der regtbankenhunne uitspraken in deze zijn niet aan hooger beroep onderworpen in de gevallen, waarin het zij de kantonregters, het zij de regtbanken in het laatste ressort regt spreken. Indien een hof kennis draagt, dat er verzuim heeft plaats gehad in het vervolgen van misdrijven aan de regtsmagt der regtbanken onderworpen kunnen zij bevel geven tot het instellen eener geregtelijke vervolging. Bij de geregtshoven wordt in burgerlijke zaken door vijf, in strafzaken door zes raads heeren regt gesproken; tot veroordeeling wordt meerderheid van stemmen gevorderd, en bij het staken der stemmen wordt het arrest uitge sproken ten voordeele van den beklaagde. 4. Van den Hoogen Raad (artt. 76102). De Hooge Raad is het opperste geregtshof voor het Rijk in Europa; zijne regtsmagt strekt zich mede uit tot vonnissen of arresten, door regterlijke col legien in de kolonien en bezittingen in andere werelddeelen gewezen. De uitspraken der regters of collegien, aan wie bij andere wetten burgerlijke of strafregtelijke regtsmagt is of zal worden opgedragen, zijn alleen aan de hooge regtsmagt van dezen Raad onderworpen. Het getal leden van den Raad, cn de bezoldiging door ieder hunner, door den procureur-generaal, de advokaten-generaal, den griffier en de substituut-griffiers te trekken, worden bij eene afzonderlijke wet geregeld. Deze alien, de substituut-griifiers alleen uitgezonderd, moeten zijn Nederlanders, den voilen ouderdom van 35 jaren bereikt, sedert ten minste jo jaren op eene van 's Rijks hoogescholen den graad van meester in de regten verkregen hebben, en, ten gevolge van een afgelegd Staats-examen, tot het dingen naar regterlijke betrekkingen toegelaten zijn; voor den substituut-griffier wordt hetzelfde vereischt, doch met dit onderscheid, dat hij slechts den voilen ouderdom van 25 jaren behoeft te hebben bereikt en sedert ten minsle 2 jaren den graad van meester verkregen te hebben. De Koning benoemt de leden van den Hoogen Raad uit de voordragten hem door de Tweede Kamer aangeboden, voor hun leven, en den procureur- generaal, de advokaten-generaal, den griffier en de substituut-griifiers regtslreeks, eerstgenoemde voor zijn leven, de overigen tot weder opzeggens toe. Wanneer eene plaats van raadsheer openvalt, zendt de Raad aan de Tweede Kamer eene aanbevelingslijst van lien kan didaten toe. De Ilooge Raad oordeelt in eersten aanleg over alle burgerlijke regtsvorderingen waarbij de Koning, de leden van het Koninklijk Huis of de Staat als gedaagden worden aangesproken over alle jurisdictie-geschillen tusschen kantongeregten, arrondissements- regtbanken en geregtshoven, en over alle geschillen in zaken van prijzen en buit, die door schepen worden achlerhaald en opgebragt. De arresten, in eersten aanleg in burgerlijke zaken gewezen zijn aan revisie onderhevig. De Raad oordeelt bij wege van hooger be roep iw, over de aan hooger beroep onderworpen arresten, door de ge regtshoven in eersten aanleg gewezen, en 2°, over de arresten door de geregtshoven in de kolonien en bezittingen van het Rijk in andere wereld deelen gewezen. De Raad neemt in het eerste en laatste ressort kennis van alle ambtsmisdrijvenbegaan door de leden van de Staten- Generaal en alle hooge ambtenaren, en wijst in het eerste en hoogste ressort over de inisdaad van zeerooverij. Tegen de arresten van den Hoogen Raad wordt geen cassatie toegelaten. De Raad neemt kennis van den eisch tot cassatie gedaan tegen de handelingen der ver- schillende regterlijke collegien. In alle vorderingen van burgerlijk regf in eersten aanleg of in hooger beroep bij den Raad aangebragt, mits- gaders in aile vorderingen tot cassatie van vonnissen of arresten in burgerlijke of strafzaken wordt door zeven raadsheeren regt ge sproken in slrafvervolgingen door acht en in vorderingen tot revisie door elf raadsheeren. De Raad, kennis dragende dat verzuim heeft plaats gehad in het vervolgen van misdrijven aan zijne regtsmagt onderworpen, kan bevel geven dat eene geregtelijke vervolging worde ingesteld. De artt. io5 108 behelzen het derde hoofdsluk van het ontwerp, handelende over de refendarissen bij de regterlijke collegien. Daarbij wordt bepaald dat bij alle regterlijke collegien twee of meer onbezol- digde referendarissen kunnen worden geplaalst, die zonder tot het uit- brengen eener stem bevoegd te zijn, de tit tin gen en beraadslagingen bij— wonen, en aan wie eenigc bepaalde werkzaamheden kunnen worden opgedragen. Zij worden door den Minister van Justitie gekozen uit hen die aan eene van 's Rijks hoogescholen den graad van meester in de regten hebben verkregen, en, na gedurende twee jaren in die betrek king werkzaam te zijn geweest, worden zij lot het Staats-examen toege latenna welks gunsligen afloop zij tot regterlijke arabten benoembaar zijn. De artt. 109 113 eindelijk bevatten nog Overgangs-bepalingen^ waarbij het volgende wordt vastgesteld De bij het in werking komen dezer wet in ambtsbediening zijnde presidentvice-president en leden van, mitsgaders de procureur-generaal, advokaten-generaal, griffier en substituut-griifiers bij den lloogen Raad blijven die betrekking gedu rende hun leven bekleeden. Tot de zamenstelling der geregtshoven komen in de eerste plaats in aanmerking de leden van, en de ambtenaren van het openbaar ministerie, benevens de griffiers en substituut-grif fiers bij de provinciale hoven; aan hen, die in die zamenstelling niet kunnen worden begrepen, wordt een wachtgeld toegelegd ten bedrage van 2/3 van hunne legenwoordige bezoldiging, welk wachtgeld vervalt, zoodra zij tot eene betrekking geroepen wordenwaaraan eene gelijke of hoogere bezoldiging verbonden is; het zij zij die betrekking aan- nemen of weigeren. De tegenwoordige ambtenaren van de regterlijke magt, Nederlanders zijnde, doch overigens de vereischten niet bezit- tende bij deze wet bepaald, kunnen nogtans benoemd worden tot gelijk- soortige ambtcn, als zij thans bekleeden. De bepalingen dezer wet, waarbij tot benoembaarheid voor regterlijke betrekkingen, behalve den graad van meester in de regten00k de aflegging van een Staats-examen gevorderd wordt, zijn niet van toepassing op de zoo- danigen die voor 1 maart i85i den graad van meester in de regten aan eene van 's Rijks hoogescholen verkregen hebben. Het tijdstip, waarop deze wet in werking treedt, wordt door den Koning vast- gestehimet het in werking treden dezer wet houden op van kracht te zijn, de wet van 18 april 1827 Staatsblad n.° 20)zoo als die bij de wet van 28 april i835 {Staatsblad n.° 10) is veranderd en bekrachtigden de wet van 29 mei i84g {Staatsblad n.° 21). Ontwerp van wety houdende bepalingen wegens de scherp~ regters en hunne adsistenten. Daar de instandhouding der bestaande bepalingen nopens de aan- slelling van eenen scherpregter en adsistenten in iedere provincie van het Rijk, ter uitvoering van openbare straffen, niet langer als nood- zakelijk kan worden beschouwd, doch daarbij voortduring, van Staats- wege in het lot van hen, die door ouderdom of gebreken verhinderd worden deze bedieningen langer te vervullen, of daaruit buiten hunne schuld ontslagen worden, mitsgaders bij overlijden in dat hunner na te laten betrekkingen, behoort te worden voorzien, wordt bij dit II. vrijdag van Regeringswege aan de Tweede Kamer ingediend ontwerp voorgesteld: i°, de wetten van den i3 junij 1793' en 5 frimaire Ilde jaar, betrekkelijk het getal, de plaatsing, de jaarwedden en de be- noeming van scherpregters en hunne adsistenten, mitsgaders art. 115 van het decreet van den 18 junij 1811, waarbij de voortdurende werking dier wetten is gehandhaafd, in te trekken en buiten werking te stellen* en 20, art. 116 van het decreet van 1811 in te trekken en te ver- vangen door de navolgende bepalingen: n Aan scherpregters en hunne adsistenten die door ouderdom of gebreken buiten staat geraken om hunne bediening uit te oefenen, of die ten gevolge van maalregelen van bestuur, buiten hunne schuld, uit hunne betrekking ontslagen zijn of worden, zal voor levensonderhoud eene jaarlijksche uilkeering worden toegelegd van ten minste een derde cn ten hoogste twee derden der vaste bezoldiging die zij gedurende de uitoefening hunner bediening genoten. Tot grondslag der berekening van de hoegrootheid dezer uilkeering, boven het vastgestelde minimum, wordt de maatstaf gevolgd, bij art. 8 der wet van den 9 mei i846 {Staatsblad n.° 24) vast gesteld. Aan de weduwen en aan de na te laten kinderen beneden den ouderdom van twaalf jaren, van scherpregters of adsistenten die gedurende de uitoefening hunner bedieuingen overlijden, zal mede voor

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1851 | | pagina 2