ROTTERDAMSCHE C 0 II R A IV A? 1851. Nf90. Dingsdag den 29 Julij. ROTTERDAM den 28 julij. Naauwelijks had de mare weerklonkendat koning Willem III Rotterdam bezoeken en daar drie-dagen ver- toeven zou, of allerwege openbaarde zich de grootste geestdrift, om den Vorst op eene hartelijke en feestelijke wijze te ontvangen. Daarvan getuigen het vormen eener eerewacht te paard zoo talrijk als ooit; de spoed waar- mede zich een corps Koninklijke eeresloeproeijers had gevormd; de ijver door de burgerij aan den dag gelegd om versieringen en illuminatien voor rebereiden, de eene al fraaijer dan de andere. Een nieuw bewijs hoezeer Oranje en Nederland ten naauwste aan elkander zijn ver- bonden en geen wonder, welke weldaden heeft Neder land niet aan het Huis van Oranje te dankenReeds daardoor had koning IViHem III zich de liefde zijns Volks verworven en door eene wijze en goede regering zal hij die meer en meer deelachtig worden. Onzevreugde- kreet gedurende de heden aanvangende feestdagen zij dus Leve koning Willem III! Leve Oranje eti Nederland! liet bloeijende Rotterdam Be tweede koopstad des Rijks is heden in zijn feestgewaad gedoscht. Wat tal van vlaggen wappert op havens en straten ziet wat al groen is hier en ginds tot versiering aangebragt Be- geven wij ons naar de Boompjes en naar de Westerkade, dan zien wij den trots en de grootheid, van onze Vader- stad: de koopvaardijvloot namelijk, de bronader van ons bestaan. Het werk staat daar nu stil, het is alles vre'ugde en vrolijkheid. Ziet die vuurmonden, gereed om straks door hun gebulder 's Konings nadering aan te kondigen; aanschouwt die duizende vlaggen welke de schepen ver- sieren en door den wind bewogen vrolijk wapperen. En nu de Boompjes zelve: eerst valt ons oog aan het oost- einde daarvan op de eerezuil in den Griekschen stijl van stads wege daar opgerigt; zij heeft eene hoogte van 15 Ned. ellen; nevens de Grondwet vertoont zich daarop een leeuw met 'sKonings wapenschild tegen de borst gevat als zinnebeeld van den steun welken het Neder- landsche Volk in het regerend Stamhuis heeft; rondom dat gedeelte wapperen de Nederlandsche, Oranje- en Rotter- damsche vlaggen; aan den voet der zuil zijn koophandel, zeevaart, landbouw, visscherij, kunsten en wetenschappen zinnebeeldig aangeduid ter eenerzijde hiervan is een lansier van het Nederlandsche leger, ter andere zij de een matrons in 's Rijks dienst afgeschilderd wier oog op 's Konings naamcijfer, boven deze allegorie geplaatst gevestiga is, als om aan te duiden hoe land- en zeemagt steeds gereed staan 0111 Land en Vorst te verdedigen en te beschermen. Wandelen wij nu door de allee van vlaggen naar het andere einde tier Boompjes dan valt ons oog reeds in het verschiet op een fraaijen a'rchitectonischen eereboogin Romeinschen stijl, hoog 11 en breed 10 Ned. ellenzij bestaat uit een eenvoudigen boog op vier koloromen rustende en in het midden versierd met 's Konings naamcijfer, in de gedaante van een pahnet door twee horens van overvloed gevlochten, ten zinne beeld der heilrijke verwacbtingen die Nederland van Willem III koestert. Wij doorwandelen Vervolgens vele havens en straten; overal wapperen vlaggen het zij uit de huizen of wel van de standaards waar des avonds de illuminatie zat bratiden, en niet het minste van de hortderden in de havens liggende schepen en vaartuigen. De weg, welken Z. M. bij zijnen intogt naar de Grootemarkt en van die markt naar 's Rijks werf zal volgen, is inzonderheid fraai ver sierd; men gaat daar als het ware onder een dak van gebottw nog even in oogenschouwnetter versiering zagen wij zeldendat fraaije gebouw, met vlaggen ge- tooid met guirlandes van groen en bloemen rondom de kolommen en pilasters geslingerd, bovendien met kransen en eene allde van bloempotten gesierd, levert een schoon schouwspel op; van de plaats waar de trein zal stilhou- den tot aan de met bloemen versierde wachtkamer en van de wachtkamer tot aan het rijtuig ligt een tapijt. Inmiddels zijn de volgende heeren binnen het stations- gebouvv gekomen om Z. M. te verwelkomen de ed. achtb. heeren J. F. Hoffman, burgemeester dezer stad J. J. Tavenraat en mr. A. T. Prins, wethouders; H. A. van Overzee en P. J. M. Fauchey, leden van den gemeenteraadjonkh. N. J. Storm van 'sGravesande, secretaris der stad mr. E. J. A. graaf van Bylandt, commissaris des Konings in de provincie Zuidholland; de heeren P. II. Trump en mr. P. C.- Hoynck van P apendrecht derHollandsche ijzeren spoor- weg-maatschappijW. F. baron van Reede van Ouds- hoorn buitengewoon kamerheer van Z. M.; mr. F. L. IV. baron de Rock, kamerheer v n Z. M. in active dienst, die herwaarts was gekomen c*m Vies voor de komst des Konings voor te bereidende indoor E. A. Alings, garnizoens-kommandant en de iste luitenant IV. H. Maclaine, fungerend plaatsmajoor; als mede de directeur van politie hier ter stedemr. B. van Dorpen de kom- mandant der eerewacht, de heer Joost van Vullenhoven. Ten elf ure nadert de extra-trein mede met vlaggen kommandant der Schutterij, het vaandel over. Genoemde Kommandant rigt zich daarop met deze bewoordingen tot Z. M. „.Sire De Schutterij dezer stad verheugt zich in Uwer Majesteits hooge belangstellingzij rekent het zich tot eene groote eer uit Uwer Majesteits lianden een vaandel te ontvangen, dat haar steeds de baan van roem en eere wijzen zal. Ontvang, Sire! voor dit onwaardeerbaar geschenk de hulde onzer opregte dankbetuiging. Het Koninklijke vaandelder Schutterij op heden geschonken, herinnere haar steeds de dure verpligtingen die op haar rusten, en zij nu en immer getuige van onze gehechtheid en trouw aan Koning en Vaderland. Leve de Koning!" De geheele Schutterij doet daarop een luid gejuich hooren, waarna de Kommandant het vaandel aan den majoor jonkh. D. R. Gevers Deynoot, kommandant van het iste bataillon, overreikt met deze woorden Ileer Majoor! dit vaandel, door Z. M. onzen ge- eerbiedigden Koning geschonken zij aan u en aan het bataillon onder uwe bevelen ter bewaring toevertrouwd. Met zij u een onschendbaar pand en deszelfs eer en behoud zij u heilig waar het 00k ontrold moge worden." Het vaandel is oranje, waarop een krans is geborduurcs, in welks midden aan de eene zijde het gekroonde naam cijfer van Z. M. en daaronder de woorden Rotter damsche Schutterij prijken, terwijl men aan de andere zijde het Rotterdamsche wapen ziet; het geheele vaandel is omzet met witte franjeboven het vaandel rust de liggende versierd; de bovengenoemde heeren commissarisseHr der leeuw met een zwaard in de vuist. Na deze plegtigheid spoorweg-maatschappij ontvatfgen Z. M.en nadat dc voert de Schutterij verschillende manoeuvres uit, defileert beambten en geemploijeerden aan het station een luid voor Z. M. en trekt af, nadat Z. M. zijne tevredenheid gejuich hebben doen hooren spreekt de heer P. H. heeft betuigd over de opkomstde tenue dc kleeding Tromp den Koning toe en heet den Vorst welkom in eene en de wapenrusting der Schutterij. De Koning en zijn stad, waar de bevolking gereed staat Z. M. met liefde gevolg stijgen daarop weder in de rijtuigen en rijden door en eerbied te ontvangen. Door de heeren commissarissen de Wijdemarktsteeg, de Hoogstraat, de Hoofdsteeg, langs wordt Z. M. daarop naar de versierde wachtkamer der den Mosseltrap, de Spaanschekade en de zuidzijde van den eerste klasse begeleidterwijl Z- K. H. prins Hendrik Haringvliet naar 's Rijks werf, waar Z. M. en zijn ge- der Nederlanden met zijnen adjudant den luitenant ter zee volg ten half ddri ure in de Koninklijke sloep stappen der iste klasse MayA.J. L. baron van den Bogaerde welke door de in een onzer vorige genoemde heeren van Terbrugge, opperschenker van Z. M.; jonkh. H. de Koninklijke eeresloeproeijers naar de fabriek tehijenoord Haze-Bomme, adjudant des Konings; de 2de luitenant geroeid wordt; de op stroom liggende schepen, het der artillerie F. F. Steenbergheordonnans-officier van j wachtschip, het fregat Diligentia^ kapit. II. F. [lorneman, Z. M., en mr. E. A. Berckmans de Weertcommies van Staat bij het Kabinet des Konings, die alien met den extra-trein medegekomen zijn, Z. M. volgen. Later op den dag zal de chef van het militaire huis des Konings, jonkh. R. A. Klerck, nog volgen. In de wachtkamer gekomen wordt Z. M. door de bovengenoemde autoriteiten verwelkomd, terwijl de Burgemeester der stad den Koning toespreekt en verze- kert dat niets hem aangenamer kon zijn dan het bezoek van Z. M. aan Rotterdam, de stad welke thans zoo grooten voorspoed mag genieten. De Koning antwoordt daarop in hartelijke bewoordingen. Men begeeft zich nu uit de wachtkamer naar het stationspleinwaar de rij 'ig."n gereed staan; buiten gekomen wordt Z. M. door de daar geschaarde eerewacht en de verdere aanwezigen begroet en terstond stelt de optogt zich in beweging. Voorop rijdt de kavalerie, dan volgt een rijtuig met heeren van het gevolg van Z. M., vervolgens nadert het rijtuig met twee paarden be- spannenwaarin Z. M. de Koning, Z. K. H. prins Hendrik der Nederlanden de Commissaris des Konings in de provincie en de Burgemeester der stad gezeten zijn; het rijtuig wordt voorafgegaan omringd en gevolgd door de eerewacht te paarddaarop volgen vijf staatsie-rijtuigen met de verdere autoriteiten welke Z. M. verwelkomd vlaggen, terwijl vele huizen met groen en bloemen, ver- hebben en hem nu verder zullen begeleiden. Daar gaat de scheiden met ehassinetten zijn getooid; zoo hangt onder- stoet; hoort het gebulder van het geschut der op stroom anderen op de Hoogstraat een chassinet, met de woor- ligger,de schepen hoort het spelen ser klok maar hoort den Aan Koning Willem III! aan de eene, en Leve de v°ora' dat gejuich der duizenden en nenduizenden die jjjj1de straten, de huizen, ja de daken vervullen zoo Koning! aan de andere zijde dwarsoverde straat te midden van guirlandes en bloemen. Ons oog valt verder nog in de Westewagenstraatbij den spiegelmaker Gazan op de volgende dichtregelenin verschillende kleuren op een spiegel geschreven De sc'hoonste Spiegel voor den Koning, Die nimmetr hem misleidt, Het kostbaarst meubel in zijn woning, Is 's Hoiks genegenhcid. De tijd ontbreekt ons om al de overige opschrifren en ehassinetten insgelijks op te teekenen. De meeste winkels langs dezen weg zijn gesloten en overal zijn stellaadjes getimmerd, opdat ecu zoo groot mogelijk aantal menschen den optogt zou kunnen zien. De volksmenigte wordt al grooter en grooterduizende vreeindelingen komen met de spoortreinen de stoom- booten de volksschuiten of met rijtuigen herwaarts, 0111 deel te nemen aan de feestvreugde. Overal ontwaren wij agenten van politie om de orde te handhaven, waarin zij door het daartoe herwaarts gekomen escadron dragon- ders worden ondersteund. Doch het wordt tijd ons naar het stationsgebouw te spoeden om getuigen van 's Konings komst te zijn van de heeren C. Flierboom S* Zonenen het barkschip Nieuw-Lekkerland, kapitein M. B. Hoffman, van den heer P.Varkevisserte "s Gravenhage salueren Z. M., terwijl van eerstgenoemd schip, bij Zr. Ms. komst aan het station, reeds 33 schoten gelost waren. Deze Koninklijke sloep heeft eene lengte van 14 e 15 duirn en eene wijdte van 2 el 54 duim. Zij is in den vorm eener galei gebouwd. Op het zich sierlijk verheffend voorgedeelte of galjoen ziet men eene keurig gebeeldhouwde groep, Neptunus voorstellendegezeten in eene schulp en getrokken door drie zeepaarden ter wijl een Triton ter wederzijde der schulp den zeegod begeleidt. De geheele groep is verguld, en de woelende zee, waarin het geheel geplaatst is, verzilverd. De lijst die het galjoen ornvat is met een allegorischen rand van schelpenzeegewassen enz. omzoomd. Over de geheele lengte der sloep is een vergulden arabesken rand aange bragt. Al de roeidollen zijn van verguld koper; en ter wederzijde tien in getal. Een weinig achter de achterste roeidol ligt een vergulde leeuw, en van daaraf begint eene verhooging van boord; in dit gedeelte waren de aanzienlijke Personen gezeten. Het achterste gedeelte der sloep vormt een lang wulf, op iedere zijde geschoord door eene vergulde faam. Rondom de opening waar het roer door het wulf gaat verspreiden zich licht- stralen; in het hek ziet men 's Lands wapen, en op de verbreeding van het roer is een vergulde dolfijn aangebragt. Terwijl de Koning zich aan de overzijde der Maas bevindt leveren de straten en pleinen der stad vooral haalt men dames die uit de vetisters Z. M. bloembouquetten toewerpen "en op de Hoogstraat wordt den Vorst door eene dame een fraai geborduurd kussen overgereikt. De stoet trekt door de Delftschepoort, de Weste wagenstraat, de Hoogstraat en deWijde Marktsteeg naar de Grootemarkt. Daar staan de beide bataillons der dienstdoende Schutterij geschaard, met het vaandel af- komstig van de mobile Schutterij. Voor 's Konings komst was dat vaandel van het iste bataillon naar het 2de over- gebragt. Bij de komst van Z. M. heft het korps muzie- kanten het volkslied aan en doet de in den omtrek ver- zamelde menigte een daverend gejuich hooren. Z. M. stapt daafop uit het rijtuig en vangt dadelijk de in- spectie aan door de autoriteiten welke hem van het station vergezeld hebben begeleid. Na de inspectie ver- zamelen de heeren officieren zich op het midden van de Markt, rondom den Koning, Waarop Z. M. de volgende aanspraak houdt Heeren OfficierenOnaerofficieren en Manschappen der Schutterij van Rotterdam Met vernieuwd welgevallen bevind ik mij in uwe Bezien wij nog even in het voorbijgaan die eerepoortschoone stad, wier bloei en voorspoed mij na aan het aan het begin van de Lombardstraat nabij deMelkmarkt, hart liggen, en het verheugt mij bijzonder u rondoiti mij op kosten van de bewoners dier straat aldaar geplaatstdatgeschaard te zien en uwe goede houding te mogen op- tal van vlaggen en dat chassinet doen een goed effect, merken. Uwe taak het behoud der inwendige rust, Het gelukt ons eindelijk door den tnenschendrom buiten is niet zwaar, dank zij den goeden geest eener bevolking de Delftschepoort te komen; de daar bij den ingang tot j welke zich bevlijtigt de milde vruchten van handel en het stationsplein van stads wege geplaatste eerepoort nijverheid in te oogsten onder het genot der zegeningen verdient mede eene bijzondere melding; die poort is in van een onschatbaren vrede. Dat dit lang z66 blijve is den Romeinschen stijl, hoog 10, breed 11 en diep mijn vurige wenschmaar werd onverhoopt uwe hulp 3 Ned. ellen; aan de buitenzijde prijkt het Nederlandsche noodig tot handhaving der orde of tot keering van den en aan de binnenzijde het stads wapen, terwijl op de buitenlandschen vijand, 00k dan, ik houd er mij van ver- hoeken de beelden van koophandel en zeevaart ge- zekerd, zoudt gij u waardig betoonen het vertrouwen plaatst zijn; op het fries der kroonlijst leest men: Regij dat in u gesteld wordt. Met die overtuiging, heeren optatissimo grata Civitas en de vier vakken tusschen Officieren Onderofficieren en Manschappen der Schutterij van Rotterdam, schenk ik u dit vaandel als eene her- innering aan dezen dag, als een onderpand van mijne ge- negenheid voor u en voor deze goede burgerij. Het blijve uw onbezoedeld vereenigingsteeken, beschermd door uwe gehechtheid aan mij en mijn Huis. Het wekke u steeds op tot liefde voor uw Vaderland, tot onderge- schiktheid aan de wet, toteenedelen zin vooralle tnaat- schappelijke deugden. God behoede U en uw geliefd Rotterdam!" Bij deze laatste woorden reikt Z. M.die de uniform (It V I I J UC ll U1 OCll J J tt W vi U U V I I t V 1 t U 1 IV II J £j \J \J I 1 Rotterdam zijnen Koning in Hier en daar ziettusschen halt drie en ruim vier ure, een schouwspel van de pilasters zijn met trofeen versierd. Na nog eentge oogenblikken worstelens doorde volks menigte bevinden wij ons op het stationsplein dat ge heel is afgezet. Het is nu tien ute geworden. Daar komt de eerewacht aanrijden; zij bestaat nu uit 43 leden; in een onzer vorige nommers hebben wij hunne namen opgesom 1later hebben zich echter nog de heeren J. A. Koning en M. Ezcchiels daaraan aangeslotenhunne nette kleeding is 00k vroeger door ons beschreven. Terwijl nu de verschillende autoriteiten komen aanrijdenom Z. M. te complimenterennemen wij het stations- geheel verschillenden aard op. De kort te voren nog wemelende en juichende menigte is een tijd lang in kleine rustige groepen verdeeldom de zonsverduistering en hare uitwerking op de omringende voorwerpen gade te slaan. De lucht is hier en daar bewolktmaar nooit geheel betrokken, en in die oogenblikken wanneer geene wolken voorbij de zon drijven lean men met het ge- wapend oog het eenigzins somber, maar verheven en indrukwekkend natuurverschijnsel naar wensch gadeslaan. Omstreeks drie ure heeft eene kortstondige regenvlaag plaats; de wind is niet sterker dan vroeger in den morgen; de uitwerking der edips op de warmte des dampkrings niet zeer sterk, naardien de kwik in den thermometer van Fahrenheit, die ten 1 ure ongeveer 76 graden teekende, bij de sterkste verduistering slechts tot 72 graden gedaald is. Als de zonneschijf zich tegen half vijf ure, weder geheel onbedekt vertoont, teekent dezelfde thermometer ongeveer 74 graden, en is de lucht bijna geheel opgehelderd. Bewonderde men dus overal hoe de natuur hare grootsche en onveranderlijke wetten volgt, Fijenoord zag iutusschen de wondere ontwikkeling en toepassing der raenschelijke wetenschap en nijverheid met het Koninklijk welgevallen liekroond. Met Hoogstdeszelfs Broeder en gevolg, en de bovengenoemde commissie uit de Stedelijke Regering aldaar tegen ddn ure gearriveerd, wordt Z. M. met eere- schoten uit aldaar geplaatst geschut begroet, en aan den fraai met vlaggen en groen gedecoreerden staatsietrap door den directeur der Nederlandsche stoomboot-maatschappij, den heer J. W. L. van Oordt, den heer A. H. van Oordt lid der Permanente Commissie, en den directeur der fabriek, den heer D. Christie ontvangenen naar eene zeer keurig gedecoreerde tent geleid. Aldaar worden het Ge- meentebestuur van IJsselmonde en eene Commissie uit heeren deelhebbers in de Oostindische maatschappij, onder directie van den heer Cores de Friesden Koning voor- gesteld, als mede de heeren mr. 7. H. Swellengrcbcl C. J. Glavimans en dr. D. F. van der Pantleden ad ministrates en directeuren van het Bataafsch Genoot- schap der Proefondervindelijke Wijsbegeertebenevens den heer lector, dr. Giltay. Bij monde van den wel edel gestr. heer mr. Swellengrebel bieden deze heeren Z. M. het gebruik der instrumenten van genoerad Ge- nootschap, tot waarneming der op handen zijnde zons verduistering aan. Nu worden den Koning, den Prins en het verder ge- der Schutterij draagtden luitenant-kolonel J. Ballot,zelschapwaarbij zich 00k de wel ed. geb. heer A. van

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1851 | | pagina 1