GEMEENTERAAD
ROTTERDAM.
tl
TAN
ROTTERDAM den 17 november.
De heden alhier gehouden openbare zitting van den
Gemeenteraad is met het gebruikelijk gebed geopend
waarna de notulen der vorige vergadering werden gelezen
en zonder aanmerking gearresteerd.
De Voorzitter berigtte dat jonkh. mr. IV. T. Gevers
Deynootden dag na zijne benoeming zich bereid had
verklaard de betrekking van wethouder te aanvaarden.
Door den voorzitter werd de ontvangst berigc van
een aantal adressen als: i°, van van Gend Loos
ondernemers der diligence-dienst tusschen Rotterdam en
Antwerpen die verzoeken een accoord te mogen aan-
gaan voor het vervoeren hunner passagiers enz. gedu-
rende de wintermaanden aan het Katendrechtscheveer
vroeger is zulks toegestaan voor/750 in de vier maanden;
later zal deswege een besluit worden genomen; 20,
van vlasbouwers in het Overmaassche die de opheffing
verzoeken der ordonnantie op het keur-, weeg- en markt-
loon van bet vlas; dit stuk zal worden aangenomen
tervvijl den adressanten inmiddtfls zal worden geaiuwootd,
dat dit punt reeds vroeger in overweging is genomen en
nog eene beslissing verbeidt; 30, van de Kamer van
Koophandel te dezer stede om de noodzakelijkheid te
betoogen tot het maken van meerdere los- en ligplaatsen
voor schepen in handen gesteld van de commissie voor
de uitbreiding der stad, welke steeds ijverig -werkzaanr
iseen voorstel van den heer Tromp, om het stuk we-
gens zijne belangrijkheid aan de Vergadering mede te
deelenhad geen gevolg tlaar het als alle stukken
ter visie van de ledea zal worden gelegd; 4°, van
agenten van politic der ade klasse die verhooging van
salaris verzoeken; gesteld in handen van Burgemeester
en Wethouders tot berigt50, van F. J. Claveau
oud-stillewaker, die eene subsidie vraagt even als het
vorige gesreld in handen van Burgemeester en Wethou
ders ~6°, van commissionairs in granen die klagen
over de lekkagien in het gebouw voor de graanmarkt
de heer Smalt wilde dit stuk in handen der commissie
van beheer gesteld zien waartoe echter niet besloten
werd daar de Voorzitter verzekerde dat reeds voor her-
stelling gezorgd was alvorens het adres ink-warn
70, van bewoners der Iioogstraat die verzoeken dat de
geweerwinkel van den heer Biegelaar, waar onlangs brand
is ontstaan niet weder op dezelfde plaats geopend worde;
dewijl die geweermaker daartoe geen plan heeft zou
het stuk ter zijde kunnen worden gelegd, ware het niet
dat de hoofdlieden der brandweer in het door hen nopens
dez'e zaak uitgebragt rapport eenige tot hen gerigte be-
schuldigingen wegens nalatigheid hadden wederlegd
weshalve het stuk met gemeld rapport ter visie zal worden
gelegd; 8°, twee adressen tegen de bestaande veror-
deningen van het nieuwe ziekenhuis, het eene van den
Breeden Kerkeraad der Ned. Uervormde gemeente het
ander van particulieren zullen ter visie worden gelegd,
terwijl Burgemeester en Wethouders zullen worden uit-
genoodigd deswege eenige inlichtingen te geven 90,
van verschillende personen die verzoeken begunstigd te
worden met de vacerende betrekking van verificateur der
belastingen; in handen gesteld der commissie van finan-
tien en io°, van 105 personen die in aanmerking
verzoeken te komen voor twee vacerende betrekkingen
van waagwerker; ter visie gelegd.
Verder herinnerde de Voorzitter, dat in de openge-
vallen betrekking van graanmeter volgens de bestaande
bepalingen door Burgemeester en Wethouders zal moeten
voorzien worden.
Van Gedeputeerde Staten was berigt ontvangen dat
zij hunne goedkeuring hadden gehecht aan de over-
schrijving op de begrooting der dienstdoende schutrerij
van 100 van den post shako's op dien van verplegings-
kosten enz.
Van meer gewigt waren de besluiten van Gedeputeerde
Staten om niet te bewilligen in het toestaan van de vol-
gende posten ter regularisatie op de begrooting van 1852
2coo voor de Akademic van beeldende kunsten en
technische wetenschappen15,000 voor het nieuwe
ziekenhuis; 7000 voor de demping van een gedeelte
der Binnenvest, en f 6,cco wegens de kosten van het
bezoek des Konings. De Voorzitter herinnerde-, dat men
in deze den vroeger bewandelden weg nu 00k gevolgd
had doch dat nu niets anders overig bleef dan die
posten, te zamen 30,000 bedragende, nog op de be
grooting voor dit jaar te brengen en te vinden uit het
vermoedelijk batig slot van ruim 262,000 van het jaar
1850. Tot dat einde werd een besluit opgemaakt en
'door de Vergadering bij acclamatie goedgekeurd.
Er was eene missive ontvangen van mr. A. Hoynck
van Papendrechtwaarbij deze zijn ontslag verzocht als
lid der commissie van oppertoezigt over het stads al-
gemeen armbestuur; veelvuldige andere betrekkingen ver-
hinderden hem deze naar eisch waar te nemen. Eenige
leden drongen bij den heer Hoynck aan, dat hij zijn
besluit jnogt intrekken doch hij bleef daarbij volharden,
waarn:} het verzoek ingewilligd werd onder dankzegging
voor de door den heer Hoynck bewezen diensten.
Van de plaatselijke schoolcommissie was een verzoek
ontvangen om de subsidie voor de lagere industrie- en
herhalingschool met 200 te verhoogen en derhalve tot
f 500 te brengen; daarbij werd berigt dat men van het
lokaal boven de Beurs geen gebruik had gemaakt uit
hoofde van het groot aantal leerlingen, dat aldaar niejt
geplaatst kon worden, weshalve men weder gebruik
maakte van het lokaal in het Oudemannenhuis; het
grootere aantal leerlingen had het aanstellen van nog
eenen hulponderwijzer noodzakelijk gemaakt en zal nog
meerdere kosten noodzakelijk maken. Niemand verklaarde
zich tegen het verzoek, weshalve zulks bij de behan-
deling der begrooting nader geregeld zal worden.
Van de commissie van administratie over het nieuwe
Ziekenhuis alhier was ontvangen eene voordragt van
twee personen voor de betrekking van adsistent-heel
meester in genoemde inrigting; de voorgedragen per
sonen zijn'. C. J. Neuman, te Rotterdam, en J. P.
Hofmante Oosterhout. In de volgende vergadering
zal tot de benoeming worden overgegaan.
Van dezelfde commissie was berigt ontvangen dat de
heeren G. Gbreen en H. P. van Ede van der Pals met
31 december dezes jaars als leden der commissie zullen
aftreden. In eene volgende vergadering zal tot eene
benoeming worden overgegaan. -
De Voorzitter berigtte dat door Burgemeester en
Wethouders een reglement van orde voor hunne verga-
deringen was ontworpen hetwelk volgens de wet
door den Gemeenteraad moet worden goedgekeurd. Na
eenige woordenwisselingen of dit reglement door eene
commissie zou worden onderzocht werd d-aartoe be
sloten, en werden de heeren IV. S. Burger Jr., A. Hoynck
van PapcndrechtH. A. van Overzee, J. van der Hoop Jacz
en J. J. Zeewolit door den Voorzitter tot leden dicr
commissie benoemd.
Ook was opgem&akt eene verordening omtrent den
rooster van aftreding der leden van den Gemeenteraad
volgens welken 12 leden in 1853 12 in 1855 en 13 in
1857 zullen aftreden. Omtrent deze verordening zal
later een besluit worden genomen terwijl dan tevens de
rooster van aftreding vastgesteld zal kunnen worden.
Verder deelde de Voorzitter de ontvangst mede van
een adres van A. P. C. N. Boer, die eene grossier-
derij in kolen uitoefenen onder Kralingen; vroeger |!ieb-
ben zij zich steeds vrij en ongehinderd naar hunne
kalanten in de stad kunnen begeven om kolen te bren
gen doch sedert eenigen tijd ondervinden zij allerlei
moeijeiijkhedenweshalve zij verzoeken dat de Raad
daaromtrent een besluit neme. Het advies der commissie
van fmantien deswege was, het verzoek als geheel in
strijd met de ordonnantie op de steenkolen te wijzen van
de h..nd daar geen inslag van meer dan 10 mudden mag
geschieden dan na meting of weging. Naar aanleiding
van dit adres bragt de heer van Rijckevorsel de vraag te
berde, of de herziening der ordonnantien spoedig plaats
zal grijpen, en meende daarop bij deze gelegenheid te
moeten aandringen. Het adres Werd daarop na eenige
discussie afgewezen.
Nadat de vorige Raad Burgemeester en Wethouders had
gemagtigd met de directie der muziekschool te onder-
handelen over het afstaan en het inrigten van een ge
deelte der lokalen van het Boterhuis voor die school,
had men daarvan terstond werk gemaakt; om voor lessen
in de muziek te kunnen dienen moeten de lokalen zoo
van elkander zijn afgescheiden dat men elkandf-r niet
hinderlijk is; men wil nu beproeven daartoe te geraken
door in eene der groote zalen een muttr op te trekken
en daar tusschen katoenen matrassen aan te brengen;
eene dusdanige proefnenting zou 300 kosten waartoe
thans de magtiging der Vergadering werd gevraagd. Ver
schciden leden bragten daartegen bezwaren in, en nadat
de heer J. van der Hoop Jacz. getracht had die uit den
weg te ruimenmet aantooning van het groot belang
der school werd met 32 tegen 3 stemmen tot het nemen
der vermelde proef besjoten."
Volgens van de commissie van beheer ontvangen
rapport vereischt de groote heischouw noodzakelijkc
herstellingen waartoe eene som van 1500 benoodigd
zal zijn. De heeren van Rijckevorsel en Tromp bragten
bezwaren in tegen het doen dezer uitgaaf bij hot onzekere
of men de fabriekage al dan niet zal behouden; de heer
van Oordt toonde aan, hoe de ondervinding hadgeleerd,
dat het niet bestaan van eene heischouw nadeelig kon
werken op de aannemingen weshalve hij het behoud
der heischouw, al werd tot het opruimen der fabriekage
besloten, verkieselijk achtte. Daarna werd tot het doen
der vercischte herstellingen besloten.
De heeren, die bij de verkiezing van een lid der Pro-
vinciale Staten het stembureau hadden uitgemaakt, werden
verzocht zulks ook bij de noodzakelijkc herstemming te
Joen waartoe zij zich bereid verklaarden.
Ten slotte berigtte de Voorzitter, dat de commissie
gereed was met haar verslag nopens de begrooting en de
andere commissie met haar ontwerp reglement van orde
voor de Vergadering. Het rapport nopens de. begrooting
was bereids gedrukt aan de leden rondgedeeld terwijl het
ontwe^p-regiemcnt van orde ter visie zal worden gelegd.
Daarna werd met 29 tegen 7 stemmen besloten heden
avond ten zes ure de beraadslagingen over de begrooting
aan te vangen.
In de ten zes ure aangevangen avondzitting gaf de
heer Ohreen als rapporteur der Commissie wegens de
begrooting lectuur van het eerste gedeelte van het
rapport dter Commissie. Eene geheele omwerking hdeft
zij niet noodzakelijk geacht. Op de vraag des Voorzit-
ters wie der leden algemeene beschouwtngcn over de
begrooting wenschte in het midden te brengenvroeg
niemand het woord.
Daarop werd overgegaan tot de behandeling van het
Iste lloofdstuk der 2de Afdeeling: Gewune uitgaven.
1. Plaatselijk huishoudelijk bestuur. De heer R. A.
'Mees meende dat de presentiegelden der leden van den
Raad behoorden te vervallen welk voorstel door den
heer van Rijckevorsel onderstettnd werd, die hetbenedei
de waardigheid dier leden achtte zich te doen betalen
daar zij zonder dat de belangen der gemeente wel zouden
waarrtemen en de prikkel van boete onnoodig en irt
deze Vergadering niet te huis behoorende is. De heeren
Thooft Ledeboer, Obreen, Ezechiels en de Fritter waren
van eene tegenovergestelde meening; laatstgenoemdc
wenschte uit die gelden drukloonen betaald te zien.
Daarentegen vereenigden zich de heeren Hoynck van
PapendrechtTromp, Jvan Vullcnhoven en yJ' Mees met het
voorstel tot afschaffing. De Burgemeester bragt nu eenige
aanmerkingen in het midden maar liet de beslissing aan
de Vergadering over. Ook de Provinciale Staten ont
vangen presentiegeld. Hij de Voorzitter, achtte het
behoud van den post voor de meerdere orde goed en
beschouwde het als defroijement voor enkele kosten
welke men maakt. Nadat ook de heer Gevers Deynoot
zich tegen de betaling van presentiegeld verklaard en de
heer R. A. Mees zijne meening daaromtrent op nicuw
verdedigd had ging men tot stemming over, en werd
met 28 tegen 5 stemmen beslist dat de som van 1200
voor presentiegeld niet betaald zal worden, zoodat deze
post der begrooting vervalt. Overigens werden artt. 40—42
goedgekeurd. Wel tnaakte de heer F. van Vollenhoven
aanmerking op de jaarwedde van den Ontvanger, vvaarin
hij meende dat meer bezuiniging kon gebragt, maar voor
het oogenblik wel niets veranderd worden omdat ook
deze >aarwedd-eblijfcens Provinciaal Bladis bepaak?,
Bij eene volgende begrooting wenscht hij daarop indachtig
te zijn, verlangde alleen daarom aanteekening in de notulen,
en eindigde, nadat eenige leden hierover gesproken hadden,
met het verzoek over dit punt niet langer te beraad-
slagen. Artt. 43 46 werden goedgekeurd. Bij art. 47
wilde de heer van Rijckevorsel veranderitigen in de boeten
aan de Beurs die gelden niet aan den beursknecht maar
aan de armen geven, en het salaris van den beursknecht
verhoogen. De Burgemeester meende dat dit bij de nieuwe
ordonnantie op de Beurs ter sprake kon komen, waarop
genoemd artikel en de volgende tot art. 54 ingesloten,
goedgekeurd werden.
2. Onderhoud van plaatselijke eigendommen en werken,
was nu aan de orde van behandeling. De heer Tromp
voerde over het een en ander, hiertoe behoorende, het
woord. Op zijne vraag of de kosten van het onderhoud
der Oude Iloofdpoort door de directie van den Rijn-
spoorweg betaald Werden ontving hij een bevestigend
antwoord. Voorts sprak hij over het wenschelijke dat de
klok der Beurs weder verlicht wierd, en meende, opde
herinnering des Voorzitters aan de aldaar plaats gehad
hebbende hoogstgevaarlijke ontplofTing, dat het niet 011-
uitvoerlijk is. In hoe verre het tnogelijk is, zeide de
Burgemeester, daarover zal de architect inlichtingen
moeten geven. Verder zeide de heer Tromp dat het
rein houden der straten veel te uenschen overig liet,
en las eenige artikelen van het bestek voor, om aan te
toonen dat de aannemer daarvoor moet zorgen.
Langdurige discussion werden over dat punt gevoerd.
De Burgemeester merkte aan dat de Werkvereeniging
niet in overeenstemming met den aannemer schijnt te wer
ken. De heer Thooft achtte het best de zaak uit te stellen
tot de behandeling der ordonnantie op de reinheid. De
heer Joost van Vollenhoven verdedigde de Werkvereeniging,
welke het vuil op hoopen bijeenvergadert dat alsdan
door den aannemer weggeruimd moet worden. De heer
Thooft zeide daarop, dat de aannemer geen kar en paard
achter de werklieden der Werkvereeniging kan laten gaan.
De heer van Rijckevorsel merkte aan, dat er geen verband
schijnt te bestaan tusschen de hier ter stede bestaande
middelen voor de schoonmalting der stad. De heer van
der Pot meende dat de voorschriften van den aannemer
duidelijk genoeg waren en dat deze derhalve genoodzaakt
zou kunnen worden. Bij herhaling drong de heer van
Rijckevorsel aan op het nemen van buitengewone maat-
regelen voor de reinheid der straten, al kostte zulks
ook extra geld. De heer de Critter schreef de vuilte
ook toe aan de soort van z.iitd welke gebezigd wordt
de Voorzitter echter meer aan de drukte op de straten.
Ten slotte werd bepaald eerst te trachten met de ge-
wone middelen een beteren staat van zaken te erlangen
en anders buitenge-wone maatregelen te nemen.
De heer J J" Mees bragt vervolgens ter sprake het doen
van herstellingen en verbeteringen aan het lokaal aan de
Galerij, waar de heer de Vrij onderwijs geeft aan de
leerlingen der Clinische School. De heeren Eickma en
F. van Vollenhoven ondersteunden dat voorstel, waarna
besloten werd de commissie van beheer uit te noodigen
de zaak te onderzoeken.
In het verslag der commissie was ter sprake gebragt
het cumuleren van verschillende bezoldigde betrekkingen
op ddn persoon. De heer Joost van Vollenhoven sloeg
naar aanleiding daarvan, voor, bij eene volgende begrooting
de namen der beambten te vermelden waardoor zulks
alras zou blijken. De heer van Rijckevorselondersteunde
dit voorstel, en trad, daartoe door den loop der discussien
uitgelokt in verdere beschouwingenhij haalde den
heer Pellissier tot voorbeeld a.m deze geniet alshoofd-
beambte bij den burgerlijken stand 1200, als kastelein
van het Raadhuis 150, aan emolutnenten bij huwelijken
f 300, aan avans op de leveling van verversehingen/830;
zijne vrouw heeft voor toezigt over het schoon houden
van het gebouw 2C0, en voor bet leveren der hand-
docken 250, terwijl de beer Pellissier bovendien nog
vrije woning geniet zoodat hij een inkomen heeft
tetwelk dat van den geachten Voorzitter zeer nabij
ko'mt in de tweede plaats haalde hij den heer Bram-
bacht aan die als boekhouder bij de fabriekage 672
geniet als opzigter over de materialen/542 en voor toe
zigt over de verlichting 500, benevens vrije woning.
Hij had niets tegen goed bezoldigen maar wil regel-
inatig bezoldigen en nu is het eene waarheid 6f dat
leze beambten zeer rijkelijk 6f al de overigen zeer
schraal bezoldied zijn. Nadat nog andere leden aan
deze woordenwisseltng deel hadden genomen, werd ten
slotte jrepaald, bij volgende begrootingen de named der
beambten op te geven, ten einde beter over het cumuleren
der betrekkingen te kunnen oordeelen.
De heer F. van Vollenhoven vestigde de aandacht op*
de noodzakelijkheid van de daarstelling van urine-bakken;
waarvoor hij niets op de begrooting vond uirgetrokken.
De Burgemeester antwoordde, dat daaraan wel was ge-
dachtdoch dat alsdan eerst de vaststelling van een
politie-reglement noodig was, dewijl het anders toch niet
baten zou. Bij acclamatie werd tot vaststelling van een
politie-reglement besloten.
Door den heer Bichon van IJsselmonde werd daarop het
behoud der fabriekage ter sprake gebragt. Op aanraden
van den Voorzitter werd goedgevondendeze zaak eft
al war daartnede in verband stond rijpelijk te onderzoe
ken ten einde daarvan tegen het opmaken der volgende
begrooting gebruik te maken.
II werd daarna in haar geheel goedgekeurd met
inbegrip van het voorstel der commissie om het vrienden-
huis op de stedelijke begraafplaats af te breken.
III, Publieke veiligheidgaf weder tot velerlei be-
schouwingen aanleiding. Op voorstel van den heer
Hoynck van Papendrecht werd de som van 800 voor
bureaukosten van den directeur van politie van de be
grooting afgetrokken, omdat deze than^Rijks atnbtenaar
is. De heer Tromp meende dat de straat-politie wel
beter kon zijn de Voorzitter deelde dat gevoelen niet
geheel echter zullen Burgemeester en Wethouders niet
af houden aan de handhaving der orde de hand te doen
houden. De heer van der Pot klaagde over de slechte
verlichting des avonds in de stad en over het sterven
der boomen was de gaz-verlichting daarvan deoorzaak,
dan moest men maar weder tot de oude verlichting terug-
keeren. Verscheiden leden voerden over dtt punt het
woord,-en alien stemden bier in overeen dat de ver
lichting naar mate van de daaraan bestede sommen veel
beter moest zijn. Een voorstel van dc.i heer van der Pot,