en het stadje Castellamare is bijna ten halve vernietigd.
Men berekent dat meer dan vijfhonderd menschen door
deze ramp het leven verloren hebbenterwijl de geleden
schade aan levende have en andere eigendommen nog niet
te berekenen was.
De Africa brengt Noord-Amerikaansche berigten tot
3 dezer over. De boodschap van den president der
Vereenigde Staten den heer Fillmore, was den vorigen
dag ingekomenis op verre na niet zoo uitvoerig als die
zijner meeste voorgangers plagten te zijn, en over het
geheel genomen niet zeer belangrijk. De expeditie naar
Cuba wordt sterk afgekeurdmaar tevens gezegd dat
geene vriendschappelijke pogingen gespaard zullen worden
om de nog in hechtenis zijnde deelnemers daaraanter
wille hunner familiente bevrijden. Voorts wordt vol-
harding in het stelsel der onzijdigheid ten opzigte der
binnenlandsche zaken van andere Natien aanbevolenals-
mede om Kossuth en zijne medgezellen zoodanig te ont-
vangen en te behandelen als het in een Land voegtdat
te regt als wijkplaats voor slagtolFers van staatkundige
gebeurtenissen inEuropa beschouwd wordt. De finantiele
toestand der Staten is gunstig, en de President dringt
er sterk op aan dat hiervan tot betaling der openbare
schuld gebruik worde gemaakt.
De hoofdinhoud der tijdingen welke de Overland-
mail overbrengt en die tot 12 november loopen is deze:
Bombay was rustig. Dost Mohammed was stervende.
De troepen onder sir C. Campbell hebben Michenee her-
nomen en den vijand in het gebergte teruggedreven.
Tegen 10 januarij werd de Gouverneur-Generaal te Cal
cutta verwacht. De oorlogsstoomboot Fox was naar
Rangoon gestevendom voldoening wegens beleedigingen
te vragen die Engelschen waren aangedaan. De schepen
Bengali en Scaunfienc zijn gedurende een hevigen storm
nabij Calcutta verongelukt. Nabij Penang is het schip
Tayn door de Maleische bemanning genomen en zijn al
de zich aan boord bevindende Europeanen vermoord.
De Nizam heeft zijne geheele schuld aan de Oostindische
Compagnie afgedaan. Te Berar en Gwalior hebben
oproeren plaats gegrepen.
PARIJS den 15 december.
Het officiele dagblad deelt heden wederom een aan-
tal benoemingen mede tot de rangen van groot-officier,
commandeurofficier en ridder van het Legioen van Eer
daarop volgt een besluit waarbij de reorganisatie der
bureaux en der kanselarij dier orde bevolen wordtter
wijl verder nog een besluit wordt medegedeeld waarbij
de dotatie van het Legioen van Eer met 2,700,000
francs wordt verhoogdom daardoor 11,032 oude in-
valieden uit den tijd der Republiek en van het Keizerrijk
te ondersteunen.
Den r3 dezer heeft de President der Republiek een
besluit genomen, waarbij bepaald wordt, uit welke leden
de consultative commissie thans zamengesteld is; zij telt
178 leden en zal den 23 dezer bijeenkomen om den
uitslag op te maken van de stemmingof Frankrijk al
dan niet genoegen neemt met den coup d'dtat.
Aan den Minister van openbare werken is op de dienst
van 1852 een crediet geopend van 2,100,000 francs om
de werkzaamheden ten einde te brengen zoowel be-
trekkelijk het aankoopen en afbreken der huizen tusschen
de Louvre en de Tuilerien als tot gelijkmaking der
tusschen die twee gebouwen gelegen gronden.
De divisie-generaal Arrighi de Padoue is tot de
waardigheid van grootkruis der orde van het Legioen
van Eer verheven.
De heeren BerardCarlier en Duval zijn als buiten-
gewone commissarissen der Regering teruggeroepen
daar de rust in de departementen werwaarts zij ge-
zonden zijn hersteld is.
Met verscheiden andere volksvertegenwoordigers zijn
00k de heeren Oudinot en Eugine Sue weder op vrije
voeten gesteld.
De President heeft gisteren morgen eene talrijke de-
putatie van de marktvrouwen bij zich ontvangen, welke
hem geluk kwara wenschen met zijne krachti'ge handel-
wijze oratrent de rooden en de onruststokers. Nadat
eene bloemenkoopvrouw Louis Bonaparte had toege-
sproken, vroeg hij met belangstelling naar den handel
zijner bezoeksters en of de verkoop nog leed onder den
invloed der laatste gebeurtenissen. Eenparig kreeg hij
tot antwoord, dat de markt zich sedert verscheiden dagen
veel verbeterd had hetwelk den Presidenf zigtbaar ge
noegen deed. Hij liet daarop de vrouwtjes koek en
champagnevvijn voordienen, waaraan zij zich niet onbe-
tuigd lieten, daar zij met geestdrift dronken op de ge-
zondheid van hem dien zij als den redder van Frankrijk
beschouwden.
De heer de Montalembertdoor eenige zijner
staatkundige vrienden geraadpleegdhoe zich in de
tegenwoordige omstandigheden en vooral bij de stemming
op den 20 dezer te gedragen heeft hun schriftelijk ge-
antwoord, welk schrijven thans door het dagblad Univers
openbaar wordt gemaakt. Drie punten worden daarbij
ter sprake gebragthet uitbrengen eener afkeurende stem,
het zich onthouden van de stemming en het geven eener
goedkeurende stem. Stemt men tegen Louis Napoleon
zegt de heer de Montalembertdan hecftt men zijne goed-
keuring aan de socialistische omwenteling en onderwerpt
zich daaraan. Zich van de stemming te onthouden,
daarvoor kan geene reden bestaan en is geene verschooning
bij te brengen; daartoe hebben alleen zij het regt die in
1848 den moed hebben gehad zich van de stemming te
onthouden. Wanneer men voor Louis Napoleon stemt,
zegt de heer de Montalembert verderkeurt men daar
door niet alles goed wat hij gedaan heeftmaar dan doet
men eene keuze tusschen hem en den geheelen ondergang
van Frankrijk. Hij eindigt met deze woorden, wavin de
redenen vervat zijn waarom hij voor Louis Napoleon zal
stemmenMijne keuze is gedaaS. Ik ben voor het
gezag tegen den opstandvoor het behoud tegen de
vemielingvoor de maatschappij tegen het socialismus,
voor de mogelijke vrijheid van het goede tegen de zekere
vrijheid des kwaads; en in den grooten strijd tusschen
de beide magten welke de wereld onderling verdeelen,
geloof ik door dus te handelen, nog heden gelijk altijd
te zijn voor het Katholicismus tegen de omwenteling."
De Bisschop van Chartres heeft een brief aan de
geestelijken van zijn bisdom gerigt nopens de stemming
op den 20 en 21 dezer, waarin hij aanraadt voor Louis
Napoleon te stemmen, omdat er, dus zegt hij, niets
anders rest dan de verkiezing van dien Vorst of de zege-
praal der regeringloosheid.
Verklaart de meerderheid der Franschen zich bij de
meergemelde stemming voor Lduis Bonaparte, dan ligt
daarin opgesloten dat diens gezag voor den tijd van
10 jaren is verlengd...
-—Het arraengeld bij de schouwburgen dezerhoofdstad
zal van 11 op 3 per cent verminderd worden.
In de departementen is de rust thans zoo goed als
hersteld.
In Pidmont zijn alle verlofgangers opgeroepen en
is de sterkte van Alexandria gewapend.
KEULEN den 16 december.
Het handelsverdragdoor Pruissen namens het Tol-
verbond met de Nederlanden gesloten is reeds aan de
overige tot dat Verbond behoorende Duitsche Regeringen
toegezonden. Men gelooft te Berlijn dat het verdrag
tusschen 25 en 31 dezer wederzijds officieel openbaar
gemaakt zal worden.
De politie te Frankfort heeft de voorzitters der
politieke vereenigingen aldaar bevolen de namen der leden
o^i te geven, hetwelk door verscheiden hunner geweigerd
is, dewijl de wet op de vereenigingen alleen verpligt
tot mededeeling van de statuten en van de namen der
voorzitters. Men denkt echter dat de politie in haren
eisch volharden zalte meer naardien de aanleiding
daartoe van den President der Bondsvergadeting schijnt
gekomen te zijn.
De Ilertog van Aumale is den it dezer te Berne
doorgereisd. om naar gezegd wordt, aan een te Londen
te houden Familiecongres deel te nemen.
Wegens een voor Louis Napoleon ongunstig luidend
artikel is de uitgave van het Weener dagblad Morgenpost
voor den tijd van acht dagen geschorst. Eenige dagen
geleden vverden de zusters van Kossuth gevankelijk'uit
Pesth te Weenen binnengebragt.
Bij de Oostenrijksche troepen aan de P<3 wordt veel
beweging bespeurd. TerfBologna hebbeji twee regementen
bevel ontvangen den weg naar Rome in te slaan en te
Trieste zijn troepen naar Ancona ingescheept. Te Perugia
en in de omstreken zou een observatiecorps van twintig-
duizend man worden zamengetrokken en de bezettingen
in Toskane, vooral die van Livorno, zullen versterking
ontvangen.
Uit Venetie wordt geschreven dat de Russische
grootvorst Konstantijn in het Keizerlijk paleis aldaar
eene schitterender hofhouding heeft dan een der Oosten
rijksche Grootvorsten die het voor hem bewoonden en
hoe zijn beminnelijk en innemend voorkomen alle harten
voor hem won. De edelen, welke sedert 1849 gezamen-
lijk het land verlaten hadden waren voornemens dezen
winter in de stad door te brengen en hebben zich ge-
zamenlijk aan den Grootvorst doen voorstellen. Ook
de mindere standen zijn hem en zijn Russisch gevolg
zeer genegen terwijl de zeevarenden de kunde van den
jongen Prins in dat vak waarop hij zich reeds vroeg
heeft toegelegd ten hoogste roemen. Het gerucht wil
dat de Keizers van Oostenrijk en Rusland tegen bet
midden der volgende maand naar Venetie reizen zullen,
om den Grootvorst aldaar te bezoeken. Groote toebe-
reidselen tot eene Vorstelijke ontvangst schijnen tot
bevestiging van dat gerucht te strekken.
's GKAYEPiHAGE den 16 december.
Bij Zijner Majesteits besluit van den 7 dezer is aan
rnr. P.J. A. M. de IVilleboisadvocaat-generaal bij het
provinciaal geregtshof in Gelderland te Arnhemverlof
verleend tot het aannemen der versierselen van ridder
der orde van den Rooden Adelaar, 4de klasse hem door
Z. M. den Koning van Pruissen geschonken.
Bij besluit van Z. M. van den 14 dezer is aan mr. R.
Brenkman Pitlo, op zijn verzoek eervol ontslag verleend
als lid der kamer van koophandel en fabrieken te Tiel
onder dankbetuiging voor zijne in die betrekking be-
wezen diensten.
Bij Zr. Ms. besluit van den 13 dezer is met den 1 januarij
aanstaande benoemd tot secretaris-generaal bij het depar-
tement van marine de heer D. G. Mailer, thans referen-
daris bij dat departement en aan den gepensionneerden
kapitein-luitenant ter zee J. Modera met dien datum
de betrekking van referendaris bij het departement van
marine opgedragen.
Voorts zijn bij hooggemeld besluit, met ingang van
den 1 april 1852, bij dat departement bevorderd tot
hoofd commies, de commies L. J. T. Broekhoftot com-
miezen, de adjunct-Commiezen C. Ebell en J. J. Verheys,
en tot adjunct-commiezen, de eerste klerken C. J. van der
Mark en J. Scharpen wijders, ten gevolge eener reor
ganisatie bij het departement van marine, onder toekenning
van een nader te regelen pensioen of wachtgeld, met den
laatsten maart 1852 eervol uit hunne betrekkingen bij
gemeld departement ontslagen de referendaris H.
Padtberg, de hoofd-commies H. E. Morrien, de hoofd-
commies titulair H. van der Mark, de commiezen J.
van Aken en J. B. Malherbe, de adjunct-commiezen
F. J. Vierling en A. IV. C. Domis, en de iste klerken
IV. A. van der Jagt en H. Hagedoorn.
Bij IConinklijk besluit van den 14 dezer is ingetrokken
Zr. Ms. besluit van 4 augustus 1851, voor zoo veel be-
treft de benoeming van den heer Charles Hess, te Ddtroit,
tot Nederlandsch consul voor de Staten Michigan, Indiana
en Ohio in de Vereenigde Staten van Amerika.
De Minister van Ftnantien heeft den 12 dezer aan-
gekondigd de rentebetaling op het grootboek der nationale
schuld, rentende 2| per cent in het jaar, over het half
jaar, verschenen op den 1 januarij 1852, in de maand
januarij en vervolgens.
De bibliothecaris der IConinklijke bibliotheek heeft
ter kennis van het publiek gebragt, dat, aangezien de
herstellingen aan het gebouw voltooid zijn deze inrig-
ting wederom op de gewone dagen en uren geopend
zal zijn.
Gisteren zijn aan het locaal van het provinciaal
bestuur van Zuidholland de volgende werken aanbesteed
i°, het driejarig onderhoud van eenige der groote wegen
der iste klasse in Zuidholland, met de daarbij behooren
de bruggen, duikers, tolbruggen, beschoeijingen, scherin-
gen beplantingen en verdere werken, ingaande 1 januarij
1852; het eerste perceel is aangenomen door den heer
J. C. van Berkumte Utrecht, voor 11,544 per jaar;
het tweede perceel, door den heer H. Terwindt, teGent
(provincie Gelderland) voor 10,831. 66\ per jaar, en
het derde perceeldoor den heer JV. Stans te Alblas-
serdam, voor 11,900 per jaar, en 2°, het driejarig onder
houd van het gedeelte des grooten wegs der iste klasse
n.°3, tusschen de Lek bij Vianen en de stad Gorinchem,
met de daarbij bedoelde boomen bruggen sluizen
duikers, tolhuizenbeschoeijingen, scheringen hagen
en verdere werken ingaande als voren aangenomen door
den heer J. van Seventer, te Dordrecht, voor 10,943
per jaar.
De Hooge Raad der Nederlanden kamer van straf-
zakenheeft, bij arrest van heden verworpen het beroep
in cassatie van D. Bleekendaaldie door het Provinciaal
Geregtshof in Noordholland den 26 September jl.ter
zake van poging tot moord op zijn eenigst kind, ver-
oordeeld is tot de straffe des doods.
De heer van Vlietgemagtigde van de Nederland-
sche houders der uitgestelde Spaansche schuld, die zich
sints eenigen tijd te Madrid bevindt, heeft aldaar een
geschrift over de yerantwoordelijkheid der Ministers uit-
gegeven vooral naar aanleiding van de voordragt des-
wege bij de Nederlandsche Vertegenwoordiging aan-
hangig, welke de schrijver allezins aan de Spaansche
Cortds aanbeveelt, als over het geheel de beste regeling
van een onderwerp, dat in de meeste constitutionele
Staten nog zonder beslissing is gebleven.
Blijkens een van Zr. Ms. Consul-Generaal te Havannah
ontvangen berigt van den 13 november jl., deden zich
aldaar dngelijks eenige gevallen van Aziatische cholera
voor, doch werden door de autoriteiten van het eiland
in het belang van de scheepvaart de noodige maatregelen
van voorzorg genomen.
De voorstelling in den Koninklijken Franschen
schouwburg alhier zal donderdag den 18 dezer bestaan
uit Les porcherons.
Staten-Keneraal.
eerste kamer. Zitting van dingsdag i<5 december.
In deze zitting is van de Tweede Kamer ingekomen
het ontwerp van wet, tot goedkeurittg der overeenkomst,
tusschen Nederland en Pruissen gesloten, tot wering van
den sluikhandel. Verzending aan de afdeelingen.
De Voorzitter geeft kennis, wie door de afdeelingen
tot rapporteurs gekozen zijn over verschillende wets-
ontwerpen.
Aan de orde van den dag zijn de volgende wetsont-
werpen, die achtervolgens met algemeene stemmen wor
den aangenomen, als: i°, tot regeling der ontvangsten
en uitgaven van het pensioenfonds voor burgerlijke amb-
tenaren over het jaar 1852; 20, betreffende eene dading
over domaniale eigendommen onder de gemeente Zaamslag;
30, omtrent de overbrenging en aanwijzing van fondsen
voor het herstel van het Muntwezen; 40, tot wijziging
van het Illde hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1851,
en 50, tot het verleenen der hoedanigheid van Nederlander
aan de heeren G. H. R. Thorn as set en M. J. V. Kramer.
Over alle deze ontwerpen hebben geene beraadslagingen
plaats. Ten opzigte van het wetsontwerp betreffende
eene dading over domaniale eigendommen onder de ge
meente Zaamslag, was, blijkens het verslag der commissie
van rapporteurs, in eene afdeeling de vraag gedaan, of
de vergoeding, welke de Staat voigens art. 4 der dading
bekomen zal voor de helft der gronden, die sedert 1812
aangewassen zijn en waarvan de partij ter andere zijde
geene eigenaren meer zijn wel van genoegzaam belang
te achten is tegenover de opofferingen van alle toekomstige
aanwassen. Inzonderheid het regt op den aanwas in de
Schelde kwamin vergelijking met het voordeel dat voor
den Staat bedongen is, te belangrijk voor. De Minister
van Finantien heeft op die vraag een geruststellend ant
woord gegeven en onderanderen, gezegd dat deskun-
digen hebben verklaarddat de aanwas, waarvoor men
hier beducht was, in nog geen honderd jaren te ver-
wachten is.
Ten aanzien van het wetsontwerpstrekkende tot
wijziging van het Illde hoofdstuk der Staatsbegrooting
voor 1851 wordt in het verslag der commissie van
rapporteurs gezegd Blijkens de memorie van toelichting,
heeft de Regering het reeds in de maand October jl. als
zeker doen beschouwen dat er wegens uitrusting en
reiskosten voor de gewone buitenlandsche zendingen,
alsmede voor de verblijf kosten bij tijdelijke verplaatsingen
derzelve, v66r het einde des jaars, nog verdere uitgaven
zullen te doen zijn, ten gevolge der gevorderde voor-
ziening in het opengevallen gezantschap te Brussel, en
van zoodanige andere verplaatsingen welke uit die
vervulling zullen kunnen voortvloeijen. Men heeft deze
toezegging met welgevallen vernomen. Intusschen spoedt
het jaar thans ten einde, en men heeft van eene ver
vulling van het opengevallen gezantschap in Belgie nog
niets vernomen. Men achtte het vooral in de tegen
woordige tijdsomstandigheden met het oog op de ge
beurtenissen in Frankrijk, allezins te wenschen, dat in
het zoo naburig koningrijk Belgie dit gezantschap ten
spoedigste wierd vervuld."
De Minister van Buitenlandsche Zaken heeft op die
aanmerking geantwoorddat de Regering zich sedert
geruimen tijd met de vervulling der missie van Zr. Ms.
gezantschap te Brussel heeft bezig gehouden, dat zij
echter op moeijelijkheden is gestuit, waardoor de ver-
wezenlijking dier verwachting tot hiertoe werd verhinderd;
maar dat zij zich vleit, dat die zaak thans spoedig zal
kunnen worden afgedaan. Na de aanneming van op-
gemelde ontwerpen was er niets meer aan de orde en
werd de vergadering gescheiden.
's GRAYEPi RAGE den 17 december.
Bij Koninklijk besluit van heden (Staatsblad n.° 166)
wordt het beheer en beleid der algemeene of Rijkspolitie
op nieuwe grondslagen bevestigd en de dienst van dezen
nieuwen tak van bestuur over alle deelen des Rijks op
eenparigen voet geregeld en in overeenstemming ge
bragt met de beginselen voor de gemeentepolitie vastge-
steld bij de wet van 29 junij 1817. Dit besluit behelst
20 artikelen. Het gezag over de algemeene of Rijks
politie berust bij den Minister van Justitie. Voor het
beheer daarvan wordt het Rijk in vijf districten verdeeld
het eerste omvat Noordbrabant en Limburg het tweede
Gelderland en Overijssel het derde Zuidholland en Zee-
land het vierde Noordholland en Utrecht, het vijfde
Friesland Groningen en Drenthe. Voor ieder district
benoemt de Koning zoodra het belang van 's Rijks
dienst dit vorderteen directeur van politie, wijst de
standplaats aan en verandert die naar omstandigheden.
Zij genieten eene bezoldiging van minstens 2000 en
hoogstens 3000, en bovendien voor bureaukosten
mede van Staats wege minstens 300 en hoogstens
icoo. Zij zijn belast met het beheer en beleid der
genoemde politie, in den dienstkring. waarnaar zij zijn
aangesteld, wakende voor de handhaving van de wetten,
reglementen van algemeen bestuur en besluiten voor
de rust en veiligheid van den Staat de bescherming
van personen en goederen enz. Alle ambtenaren van
Rijkspolitie staan onder de bevelen des directeurs van
politie van het district. Deze treden voortdurend in
overleg met de burgemeesters, ten aanzien van de dienst-
regeling der commissarissen, inspecteurs dienaren,
veldwachters en andere beambten van plaatselijke politie,
enz. Zij wijzen den burgemeester de verbeteringen
aandie de aangelegenheden der politie in hunne ge
meente schijnen te vorderen en doen, zoo dikwerf
hun dit noodzakelijk toeschijnt, gemotiveerde voor
stellen aan den Minister van Justitie, wien zij ook een
uitvoerig verslag zenden van hunne bevinding bij rond-
reis en inspectie. Bij noodzakelijke verwijdering van
hunne standplaats voorzien zij in de tijdelijke waarne-
ming van hun ambt, met kennisgeving van de daaromtrent
gemaakte schikkingen aan genoemden Minister en de