0 r R A N A? 1851. Saturday den 20 December. L0WDEIC den 17 december des avonds~). Voorbereidende maatregelen worden genomen tot daar- stelling van een onderzeeschen telegraaf tusschen Engeland en Ierlandop eene driemaal grootere lengte dan die voor de gemeenschap tusschen Douvres en Calais bestaat. Ter Beurs heeft zich het gerucht verspreid en on- gunstig op den staat der fondsen gewerkt, datdeOosten- rijksche Regering zich zeer ongunstig zou hebben uit- gelaten over de onderscheidende ontvangst die Kossuth gedurende zijn verblijf hier te Lande, ook bij personen Van aanzien, te beurt is gevallen. Men zegt dat het beroemd Amerikaansch jagt America, dat door lord Blaquicre voor 4000 guineas gekocht werd en waarmede hij zich thans in de Middellandsche zee bevindt, hem zoozeer tegenvalt dat hij het niet ongaarne voor 3000 guineas weder zou willen verkoopen. De berigten welke de jongste Overland-mail wegens China heeft aangebragt spreken van een zwaren brand, die den 15 October te Canton wtJedde en ee>iige honderde hui- zen in de asch legde. De opgaven wegens de hierdoor aangerigte schade loopen echter nog sterk uiteen. In de Chinesche zee hebben hevige stormen gewoed. Over den opstand in de provincie Kwang Si scheen men zich niet meer zoo sterk als vroeger te verontrusren. De heer Archibald Dunlop, directeur der Oostersche bank te Canton, is op Hong Kong overleden. PARI J S den 17 december. De President der Republiek heeft 28 leden uit de consultatieve commissie verkozen, om als sectie van ad- ministratie de betrekkingen waar te nemen welke bij art. 3 van het decreet van 11 december aan genoemde com missie waren opgedragen. Deze sectie heeft den beer Baroche vice-president der commissie, tot voorzitter, en vangt hare werkzaamheden onverwijld aan. De President heeft de besluiten omtrent het in staat van beleg stellen der departementen Aveyron en Vaucluse bevestigd. Bij een ander decreet wordt het <5de legioen der nationale garde van Parijs ontbonden, en welzoo als uit het hem deswege gedaan rapport des Ministers van Binnenlandsche Zaken blijkt, niet omdat de inwoners dier wijken gemeene zaak met de vijanden der orde maken maar om de vreemd luidende reden dat de rigting der straten aldaar de plannen der oproerlingen begunstigt en de verrigtingen der troepen moeijelijk maakt, zoodat de goede burgers zich niet snel genoeg op een aangewezen punt kunnen vereenigen maar gevaar loopen ieder afzonderlijk ontwapend te worden. Op voordragt des Ministers van Marine zijn de contre- admiraal Dubourdieu en vele andere zeeofficieren welke aan de jongste expeditie tegen Marokko deel genomen hebben, deels tot hoogeren rang bevorderd deels tot ridders benoemd. Volgens besluit van 15 dezer zal te Marseille eene groote koopmansbeurs gesticht worden, waartoe gelden dier stad en der aldaar gevestigde kamer van koophandel aangewend moeten worden terwijl de verdere benoodigde gelden uit eene te sluiten leening zullen worden gevonden. De aanbesteding van den spoorweg van Lyon naar Avignon die op 21 dezer bepaald was is tot 3 januarij uitgesteld. Met medewerking der heeren BarocheRouher Troplong en de Persigny ar'beidt Louis Napoleon aan het ontwerp van Constitutie, waarin, zegt men, aan het Uit- voerend Bewind eene groote magt zal gegeven en zoo- danige bepalingen opgenomen zullen worden die het Parlement buiten staat zullen stellen den loop der zaken door langgerekte beraadslagingen te stremmen. De generaal Oudinothertog van Reggio,, heeft den volgendeti brief aan Louis Napoleon gerigt: Mijnheer de Presidentik verneem heden uit de Muniteur de ver- heffing van den generaal Faillant tot de waardigheid van inaarschalk van Frankrijk. In naam der vvaarheid en der eer, en met de kracht van een geweten zonder vrees en blaam protesteer ik tegen de overwegingen op welke deze benoeming rust." Op verre na niet alle Legitimisten omhelzen de zaak van Louis Napoleon. Zulks blijkt onderanderen uit een door den beer Berryer aan den heer de Montalembert gerigten brief, waarin hij verklaart dat hij en verscheiden ztjner vrienden niet geacht willen worden aan de bekende conferentie ter gunste van den President te hebben deel- genomen. De heer de Fallouxthans te Angers, zou ten doe! hebben de Legitimisten van het Westen aan te raden zich op den besiissenden 20 december van de stemming te onthouden. Wat overigens den waarschijnlijken uitslag dier stemming betreft, in de meeste departementen staat de kans voor Louis Napoleon gunstigmaar men zegt dat drie vijfden der Parijsche kiezers welke daaraan deel zullen nemen zich tegen hem verklaren zullen. De generaal Cavaignac is in vrijheid gesteld en zijn liuwelijk met mejufvrouw Odiernaar verzekerd wordt, op het fort van Ham gesloten. Verder zegt men dat de generaal en zijne echtgenoot zich naar Holland zullen begeven waar de familie der moeder van deze laatste woont. Het dagblad le Public deelde eergisteren eenige zinsned^n uit een brief medein welken de generaal Cavaignac zich ter gunste van den tegenwoordigen staat der zaken uitgelaten zou hebben maar de Minister van Binnenlandsche Zaken heeft den redacteur van dat blad doen weten dat die brief verdicht is en de Regering geen partij van soortgelijke valsche mededeelingen trekken wil. De heeren Piscatoty, Chauffour en Roger (du Nord) zijn insgelijks op vrije voeten gesteld. Emile de Girardin heeft al zijne rijtuigen, paarden en meubelen doen ver koopen en gaat denkelijk naar Amerika. Onder degenen wier gevangenschap nog voortduurt zijn de generaal Changarnieren de heeren BazeDuvergier de Hauranne, Cremieux en Leo de Laborde. Men kent thans in al de nadere bijzonderheden wat den 2 december met de leden der Nationale Vergadering is voorgevallen, welke zich, uit de gevypne vergaderzaal verdreven in de mairie van het iode arrondissement hadden vereenigd. De vicepresidenten Benoist d'Azy en Fitel en de secretarissen Chapot Moulin en Grimault maakten het bureau uit. Na eenige woordenwisseling werd, op voorstel van den heer Berryer, het decreet al- gerneen goedgekeurd en geteekend, waarbij Louis Napoleon Bonaparte van het presidentschap der Republiek vervallen werd verklaard en het uitvoerend bewind regtens op de Nationale Vergadering overging en wel op grond van' art. 68 der ook door den President bezworen Constitutie, hetwelk dus luidt: Iedere maatregel door welken de President der Republiek de Nationale Vergadering ont- bindthaar schorstof de uitvoering van haar mandaat* hinderpalen in den weg stelt, is eene misdaad van hoog verraad. Door deze daad alleen is de President van zijne functien vervallende burgers zijn gehouden hem ge- hoorzaamheid te weigeren. De wetgevende magt gaat van regtswege op de Nationale Vergadering over. De regters van het hooggeregtshof vereenigen zich onverwijld op straf van eedbreuk; zij roepen de gezworenen in de door hen aangeduide plaatsen zamen; zij benoemen zelve de magistraten met de waarneming der functien van het openbaar ministerie belast." Later werd, insgelijks op voorstel van den heer Berryer, een tweede besluit ge nomen waarbij aan alle directeuren van gevangenissen bevolen werd de derwaarts overgebragte vertegenwoor- digers te ontslaan. Intusschen was een sergeant van het 6de bataillon jagers van Vincennes, die de Vergadering zijne ontvangen orders wilde mededeelen, afgewezen. De presi dent Benoist d'Azy stelde daarna voor den generaal Oudinot, die als volksvertegenwoordiger insgelijks daar aanwezig was het opperbevel over de troepen en de nationale garde op te dragen dit vond algemeene goedkeuring de Generaal onderwierp zich aan dat besluit en benoemde den heer Tamissiertusschen wien en hem eerst een misverstand gerezen was, tot chef van den generalen staf Vervolgens grepen weder ernstige woordenwisselingen plaats eerst met officieren daarna met twee commis- sarissen van politiedie gelijkelijk in last hadden de lokalen der mairie door de aldaar bijeengekomenen te doen ontruimen. Na deze kwam een ander officier de zaal binnen en las een bevelschrift van den Generaal en chef voor, die gelastte de vertegenwoordigers welke geen wederstand boden te laten vertrekken, maar de overigen te arresteren en naar de gevangenis van Mazas te doen overbrengen. De generaal Oudinot trachtte bij herhaling dezen officier onder het oog te brengen dat hij alleen de orders der Vergadering volgen mogt; de ander beriep zich steeds op de bevelen van zijnen generaal en gebood de zaatn- gekomenen weg te gaan. Toen deze zulks bleven weigeren, onder het herhaald geroep: Voert ons weg Voert ons naar Mazas grepen de agenten van politie de presidenten Benoist en diet aan en bragten hen op de straat. De secretarissende generaal Oudinot, de heer Tamissier en de andere representanten werden op dezelfde wijze buitengeleid en naar de binnenplaats der kazerne gebragt, waar, op voorstel van een hunncr, de namen der tegen woordigen opgeteekend werden. Nog auderen voegden zich iets later bij hen zoodat het getal der leden van de ontbonden Nationale Vergadering welke des avonds ten tien ure, in cellulaire rijtuigen, naar de gevangenissen Mont Valerien Mazas en Vincennes gevoerd zijn, in het geheel 232 heeft bedragen. REULEN den 18 december. Nadat de tegenwoordige Fransche Regering reeds ver- klaringen aan de Kabinetten der groote Mogendheden wegens hare vreedzame politiek heeft afgezonden, is, zoo als te Berlijn verzekerd wordt, het Elysde voorne- mens nog een staatsstuk, voor de Souvereinen zelve be- stemd te doen uitgaan, waarin de verzekering van eene vredelievende buitenlandsche politiek herhaald en verklaard worden zou dat Louis Napoleon niet naar een Keizerlijk bewind streeft, maar hij zich nogtans geroepen acht tegenover de pogingen der regeringloosheid eene magt te vestigen, krachtig genoeg omgerugsteund door den wil der Fransche Natie, de belangen van deze te ver- tegenwoordigen. De Pruissische president-minister von Manteuffel heeft van den Sultan de Nischan-orde in brillanten ontvangen. Men vleit zich te Berlijn dat de onderhandelingen met den Hertog van Augustenburg tot eene vreedzame uitkomst leiden zullen. Te Frankfort verzekert men dat de Bondsvergadering den 6 dezer besloten heeften wel op het voorstel van Oostenrijk en Pruissen de reeds afzonderlijk bij lord Palmerston gedane vertoogen tegen de bemoeijingen der zich te Londen bevindende uitgewekenen vereenigd te herhalen. 's GRAYENIIAGE den 18 december. Bij-besluit van den 14 dezer heeft Zijne Majesteit goedgevonden i°, aan mr. H. van Sonsbeeck, minister van buitenlandsche zaken, en mr. P. P. van Bosse minister van finantien vergunning te verleenen tot het aannemen en dragen van de onderscheidingsteekenen van ridder-grootkruis der orde van St. Mauritius en St. Lazarus, hun door Z. M. den Koning van Sardinie ge- schonken, en 20, aan den Minister van Buitenlandsche Zaken voornoemd gelijke vergunning te verleenen voor het grootkruis der orde van den Verlosser, hem door Z. M. den Koning van Griekenland geschonken. Bij besluit van den 9 dezer heeft Zijne Majesteit goed gevonden aan den heer F. Corten te Maastricht, lid der Gedeputeerde Staten van het hertogdom Limburg, vergunning te verleenen tot het aannemen en dragen van de onderscheidingsteekenen der ridderorde van den Rooden Adelaar 4de klasse, hem door Z. M. den Koning van Pruissen geschonken. Bij Koninkljjk besluit van den 11 dezer wordt de commissie tot de behandeling van's Rijks muntmateriaul, ingesteld bij Koninklijk besluit van 17 maart 1845, met den 1 januarij 1852 ontbonden en aan de leden derzelve, de heeren M. II. Beeckman en P. Troester, onder dank- betuiging voor de veelvuldige diensten den Lande be- wezen een eervol ontslag als zoodanig met opgemeld tijdstip verleend, en aan den heer mr. J. C. P. baron van Heeckeren van Brandsenburg een eervol ontslag verleend als bureau-ambtenaar bij de evengemelde commissie. Bij Koninklijk besluit van den 16 dezer is benoemd tot ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Kralingen c. a. de heer C. Spiers, thans ontvanger derzelfde mid- delen te Aalsmeer en Leimuiden, Bij besluit van dezelfde dagteekening heeft Zijne Majesteit goedgevonden met den 1 januarij 1852 tot adjunct-commies bij het departement van binnenlandsche zaken te benoemen jonkh. E. IF. J. Six tot Oterleek thans commies bij het provinciaal bestuur van Utrecht. Bij besluiten van den 16 en 17 dezer heeft Z. M* goedgevonden te benoemen: tot burgemeester der ge- meente Berkenwoude J. J. Snel, en tot burgemeester der gemeente Lochem L. Leen. Bij Koninklijk besluit van den 16 dezer is goedgekeurd de door de gemeenteraden der volgende genieenten ge dane benoeming van den burgemeester tot secretaris: van II. Bel, te Kedichem; van C. F. Gerdessen Timmermans, te Noordeloos; van H. van der Poelte Tienhoven (Ameide), en van L. Kruyff Lz. te Hodenpijl en St. Maartensregt. Bij Koninklijk besluit van den ir dezer is aan G. W. van Kelckhoveneervol ontslagen commies der iste klasse bij *s Rijks belastingen te Middelburg, pensioen ver leend tett bedrage van 249 'sjaars. Bij besluit van den 17 dezer heeft Zijne Majesteit goedgevonden: i°, aan den heer II. van der Sluismet ingang van den 1 januarij aanstaande, eervol ontslag te verleenen als militie-cominissaris in de provincie Overijssel, met vrijlating om zijne aanspraken op pensioen te doen gelden, en 20, tot militie-commissaris in de provincie Overijssel te benoemen den gepensioneerden majoor der artillerie jonkh. C. II. C. Flugi van Aspermont. Zijne Majesteit heeft bij onderscheiden dezer dagen genomen besluiten goedgevonden 1°, aan den gepensioneerden kolonel P. R. Boelen, laatstelijk plaatselijk kominandant van de iste klasse te Bergen op Zoom het voortdurend dragen te vergunnen van de uniform van het 5de regement infanterie over welk corps hij v66r zijne aanstelling bij den plaatselijken staf het bevel voerde 20, met afwijking in zoo verre van de thans bestaande organisatie van den staf der artillerie, de betrekking van onder-inspecteur der draagbare wapenen in stede van een kapitein op te dragen aan den isten luitenant van den staf der artillerie C. A. N. Ernst de Seiwert, vroeger als adjunct onder-inspecteur der draagbare wapenen werkzaam 3°, te benoemenbij den plaatselijken staf, tot plaatselijk adjudant der 2de klasse te fort Bath, den isten luitenant C. Keun, van het 5de regement infanterie bij het wapen der infanterie bij het 2de regementtot kapitein van de 3de klasse, naar ouderdom van rang, den isten luitenant bataillons-adjudant A. IV. II. Toewater, van het 3de regement van het wapen, en tot isten luitenant, naar ouderdom van rang den 2den luitenant H. van Gheel Gildemeester, van het corps; bij het 3de regement, tot isten luitenantnaar ouderdom van rang den 2den luitenant A. S. Gallivan het 7de regement van het wapen; bij het 5de regement, tot isten luitenant, naar ouderdom van rang, den 2den luitenant S. L. J. Queysen, van het 7de regement van het wapen bij het wapen der kavalerie van het leger in OostindiS tot majoor, den ritmeester-adjudant F. C. van der Putt, van het iste regement dragonders; bij de militaire geneeskundige dienst in Oostindietot officier van gezondheid van de 3de klasse} den heer E. F. J. van Kappen, en bij de militaire geneeskundige dienst in de YVestindien tot officier van gezondheid van de 3de klasse, de heer E. C. M. L. ten Kate van Loo. Bij Koninklijk besluit van den 14 dezer zijn ver leend de volgende pensioenen als: aan P de IIaan ontvanger der registratie en domeinen te Leyden,/2186; L. Harmsenbode bij het departement van finantien, 466; J. B. Coolen visiteur op Engelmansplaat, 413; J. van Dobbel of Dobbelen commies der iste klasse bij 's Rijks belastingen te Dordrecht, 404J. G. van Hoogdalemidem te Onderdendam 497; B. A. van Helden Tucker, idem 2de klasse te Grave, f 335; G. Erkemcy, wed. P. E. J. Rombautin leven commies der iste klasse bij 's Rijks belastingen te Vreeswijk f 183 J. C. T. Junck of Jung wed. van H. of J. II. Goebel, in leven commies bij 's Rijks belastingen te Heer, f 123, en H. Gennissewed. van/. A. van Lier, idem te Rotterdam 234. Het Staatsblad n.° 150 behelst de wet van den 9 december 1851, tot wijziging der wet van den 28 augustus 1851 [Staatsblad n.° 127), regelende de pensioenen bij de zeemagt. Gisteren is door den Minister van Finantien en den Belgischen Gezant bij dit Ilof, als gevolmagtigden der wederzijdsche Regeringen, eene overeenkomst tot regeling der aangelegenhedeo van de brievenpost tusschen de Neder- landen en Belgie gesloten. Ingevolge aanschrijving van den Minister van Bin nenlandsche Zaken aan de Commissarissen des Konings in de provincienzijn deze uitgenoodigdde rustende schutterijen naar be^ooren op het papier in orde te doen houden, en zoo zij dit te eeniger plaatse niet mogten zijn, die onverwijld in orde te doen brengen. De Commisssaris des Konings in de provincie Zuid- holland heeft, bij besluit van den 11 dezer, ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat, ingevolge de be palingen, door den Minister van Binnenlandsche Zaken, opperhoutvester, vastgesteld in overleg met Gedeputeerde Staten, de groote jagt, zoowel de publieke als die op gereserveerde en afgepaalde gronden, woensdag, den 31 december aanstaande, met zonsondergangen de jagt op ganzen *eenden en watersnippen den laatsten februarij 1852 zal gesloten zijn. Alsmede dat, ter \foorkoming van moeijelijkheden te dien aanzien, bij het invoeren en vervoeren van wild, afkomstig uit eene provtncie, waar de jagt niet is gesloten, dat wild gedurende het tijdvak van 8 dagen, na de slui- ting der jagt' in deze provincie, tot 8 dagen na de slui- ting der jagt in het gewestvan waar het afkomstig is, behoort vergezeld te zijn van een vervoerbiljetafgege- ven door den houtvesterin het jagtdistrict der provincie, van waar het wild is verzonden. Dezelfde Commissaris heeftbij besluit van den 15 dezer, goedgevonden i.° Te bepalendat voortaan en te beginnen met de ligting van 1852, de zittingen van den militieraad over de cantons 15—21 te Leyden in plaats van te Gouda, zullen worden gehouden; 2.0 Burgemeester en Wethouders der gemeente Leyden aan te sclirijven, omingevolge art. 116 der wet van den 2 januarij 1817 tot dat einde, een geschikt locaalbe- nevens v u'ur en lichtte verstrekken en 3.0 Te kennen te geven dat bij gelegenheid der vaststelling van de

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1851 | | pagina 1