Per Telegraaf. FRANKRIJK. DUITSOHL AND aldaar de eerste tentoonstelling van vruchtenenbloemen gehouden.Het hoofdgebouw dezer nog niet geheel vol- tooide tuinen, dat tot bewaring van bloemeu en ge- wassen besterad is, heeft eene lengte van 270, eene breedte van 75 en eene hoogte van lOOvoeten, terwijl de waterwerken, ofschoon niet op eene zoo uitgestrekte schaal als die te Versailles of Saint Cloud aangelegd, nogtans veel tot verfraaijing en verfrissching van het terrein zullen bijdragen. Den Prins Gemaal, alsvoor- zitter der maatschappij tegenwoordig werd bij monde van haren secretaris, dr. Lindsay een adres voorgelezeu, in hetwelk de oorspronghet doel en de inrigting der tuinen uitvoerig vermeld waren, en dat door hem in zeer vleijende bewoordingen beantwoord werd. Behalve verscheiden Prinsen en Prinsessen van het Koninklijk Huis, woonden de Graaf van Vlaanderen, Prins Lodewijk van llessen, zeer vele leden van het Hoogerhuis en andere aauzienlijkendeze plegtig- heid bij. Het cijfer der sterfgevallen in deze hoofdstad is in de laatstleden zaturdag geeindigde week aan- merkelijk afgenomen, en bedroeg slechts 1069, der- halve 108 minder dan in de laatst vorige week en 49 beneden het gemiddelde in dezelfde week der tien vorige jaren. De" oudste der overledenen was een man van 99 jaren. In de vorige week werden hier 1959 kinderen, namelijk 972 jongens en 987 meisjes geboren, zijnde 430 boven het gemiddelde in dezelfde week der jaren 1851 tot 1800. Het eerste met seheepsbrieven uit de nieuwe Oeeonfrdereerrte Staten van Noord-Amerika voorziene hier te Lande gearriveerd schip. dat een paar dagen geleden de Clyde binnenliep, was de Montezuma van Liverpool. De seheepsbrieven zijn gedagteekend uit Savannah, den 22 april van het jaar onzes Heeren 1801en het eerste jaar van de onafhankelijkheid der Verbonden Staten van Amerika." PARIJS 7 Junij. Particuliere Correspon dentie. Ook heden spreekt men hier nagenoeg van niets anders dan van den dood van graaf de Cavour en van de mogelijke gevolgen dier gebeurtenis. Allen zijn het daarover eens dat hij een uitstekend Staatsman was, maar terwijl sommigen het betreuren dat zulke groote hoedanigheden tot bevordering eener slechte zaak zijn aangewend, roemen anderen zijne Vader- landsliefde en wijden den hoogsten lof aan zijne edelmoedige eerzucht en volharding. Ten aanzien der gevolgen van zijn afsterven loopen de gevoelens evenzeer uiteen. Sommigen voorspellen dat Mazzini en zijne socialistisehe bende aan het roer der zaken zullen komen en Italie in allerlei avon- tuurlijke ondernemingen medeslepen, anderen daar- entegen dat de krachtige organisatie, door den heer de Cavour in het leven geroepenhem lang overleven zal, en dat de heeren Kattazzi en Ricasoli de handen ineen zullen slaan om het werk der eenheid voort te zetten. Ik meen niet beter te kunnen doen dan u, zoo beknopt mogelijkhet oordeel der voornaams'e dagbladen over den heer de Cavour mede te deelen in welke de openbare meening zich in hare ver- schillende kleuren afspiegelt. Bij afwezigheid van den heer Havin zegt de heer Jourdan in de Si£cleEene treurige tijding treft ons hart en zal eene diepe ontroering in Europa te wees brengen. Ue heer de Cavour sterft in de kracht des levens, in het voile genot van zijn genie, in het oogenblik dat het werk waaraan hij zijn leven wijdde vofti oid stond te worden. De uitstekendste vertegen- woordiger der Italiaansche onafiankelijkheid, eenheid en nationaliteit, leeft echter, den liemel zij dank, nog. Laten alle mannen die een moedig hart bezitten, laten alle Italiaansche burgers zich rondom Victor Emmanuel scharen. Italie ondergaat een wreed ver- lies, waarvan niemand meer dan wij denomvangkan metenmaar de zaak van Italie blijft levenhet beginsel sterft niet." Daarna zegt de Siecle dat Frankrijk, hetwelk reeds zoo veel deed, nu met d£n woord Italie redden kan, namelijk doorvoor hetoog weinig effect er overigens in is." Ik ben blijde dat ik dat alles zoo niet zien kan," sehertste mevrouw Aarts en vervolgde ernstiger, voor het portret van wijlen Nicolaas Pienemandoor Martens, stilstaande. „Ik kan het mij voorstellen dat onze Koning, die Pieneman hoogachatte, ge- troffen was toen hij dit portret zag. Mij dunkt daar zit leven in." En veel verdienste in het arrangement en de bebandeling," beweerde mijnheer Aarts. De criticus zelfs schet-n dit maal in het oordeel der echtgenooten te kunnen berusten; en toen zijn vriend, een oogenblik later, met eenige bevreemding sprak De Bloeuie, zie, lieve, een portret van de Bloeme," toen scheen het wel of hij zijn aard had verloochendwant als verontschuldigend sprak hij: Niet zoo goed als anders, ik beken 't; wat plat en te zielloos. Vergeet echter niet dat het de overdrijving is van een goed principe dat de Bloeme heeft dpen afdwalen, het principe van de waarbeid in al haren eenvoud te willen wefirgeven." En is dat ook mooi?" vroeg mevrouw Aarts schalks, terwijl zij wees op De rampzalige tijding van Joseph Lies. Dat 's te zeggenin zijne soort is 't goed genoeg, maar ik geloof niet dat de soort deugt. Ik weet evenmin. waarom onze schilders zouden behoeven te schilderen in den stijl van een afgesloten tijdvak der kunst, als waarom onze dicbters den trant zouden volgen van een Melis Stoke, een Maerlant en van Heelu. Daarenboven is de assimilatie van de moderne opvatting met een verouderden kunstvorm eene totale onmogelijkheid en de poging daartoe moet wel leiden tot iets hybridiesch als wij hier voor ons hebben. In ilien page, die der burgtvrouw de noodlottige mare overbrengt, en in dien in 't harnas vergrijsden dienaar, wien voor 't eerst welligt sints zijne kinderjaren de tranen in de oogen komen bij de wanhoop zijner gebiedster, is overigens veel uioois." „De achtergrond heeft anders wel wat van tapis- sene-werk," meende mevrouw, die maar geen vrede koa krijgen met de middeleeuwsche voorsteliing. Neen, dan zie ik liever nog een intdrieur van Huib van Hove, zoo als dat," sprak mijnheer Aarts, die zich weder en pays de connaissance bevoniltoen hij voor de Kantwerkster stilstond. Mooi van toon en mooi gedaan ook." „Hm!... ja! hebt ge ginds zijne Overstrooming in de \7de eeuw gezien?" „Met een opslag." En hebt ge ook dtUir nog een spoor van frischheid in dc opvatting, van waarheid in de voorsteliing kunnen ontdekkrii van de leekening spreken wij met tens." Mynheer Aarts had geen gelegenheid om te ant- woorden, want mevrouw wilde weten wat het onder- werp was van n.° 209. Hij las: N „U. Hollander, Mevrouw Buatten huize van Jan de Witt genade voor haren echtgenoot afsmeekende." Het scheen dat mevrouw Aarts niet voikomen be- van geheel Europa het Koningrijk Italie te erkenneu. Het Journal des Ddbats spreekt dus: „Van alle beproevingen apn welke Italie onder de tegenwoordige omstandigheden kon worden blootgesteld is die welke het nu getroffen heeft gewis de bitterste en wreedste. Iedereen kan het verlies afmeten dat de Italiaansche Natie geleden heeft, en de verschillende gevolgen nagaan die daaruit kunnen voortvloeijen, niet alleen voor de toekomst van het Schiereiland, maar voor de algemeene belangen van Europa. De Voorzienigheid,die, tot hiertoe, die grootsehe en edele zaak zoo blijkbaar begunstigde, zal haar in dit beslissend oogenblik niet verlaten. Italie heeft den heer de Cavour verloren, maar het. behoudt Koning Victor Emmanuel; dat is onze hoop en onze troost." De Constitutionnel zegt in een levensberigt des afgestorvenenIn hem leefde die edele geestdrift voor de grootheid zijns Lands die zelfs de feilen ver- schoonbaar maakt, en in de oogen der nakomelingscl.ap zijn roem en zijne regtvaardiging zullen uitmaken. Door het overwigt dat hij zich verworven had slaagde hij er in de avontuurlijke invloeden te beteugelen, die Italie welligt aan de gevaarlijkste kansen blootgesteld en geheel Europa diep geschokt zouden hebben." Dat blad ducht de mogelijke gebeurtenissen niet. Voorzeker zal dit sterfgeval eene wreede beproeving voor Italie zijnmaar, indien er heden een groot man minder is, er is, den hemel zij dank, een groot Volk meer, en dat door Frankrijk bevrijd Volk kan niet meer in den vorigen staat van slavernij terug- zinken. Op zijn sterfbed heeft de heer de Ca^^r* zich zelven kunnen toevoegen dat, indien dit roemrijk werk der onafhankelijkheid van Italie nog niet geheel bevestigd wasalthans de vreemde overheersching die zijn Land drukte voor immer is veroordeeld." Bijzondere aandacht verdient wat het door de hevig- heid zijner godsdienstige meeningen bekend blad l'Ami de la Religion zegtOnze lezers zullen diep getroffen zijn bij het vernemen van dit sterfgeval, hetwelk in zeker opzigt aan dat van Mirabeau, te midden der groote nog onvoltooide verwoestingen der Fransche omwenteling, herinnert. Wat ook ons onherroepelijk oordeel over de gebeurtenissen zijn moge, welke sedert twee jaren in Italie plaats gnjpen, kunnen wij ons nogtans niet van leedwezen en van hulde aan den uitstekenden man die van het aardsch tooneel verdwenen is onthouden, aan hem die waarlijk Staats man, krachtig in woord en daadwas, met de grootste gemakkelykheid de zwaarste verantwoordelijkheid torschte, nu en dan van hulpmiddelen verwisselde. maar het doel standvastig in het ooghield, een bezailigden geest en tevens een hartstogtelijk karakter bezat, en bestemd scheen om een der eersten te zijn die het nieuwe Italie van het oude stelsel bevrijden zouden, zonder het aan de omwenteling prijs te geven, en om het naar de onafhankelijkheid te voeren, zonder het van de Kerk af te leiden." Men kan zich, zegt le Monde op zijnebeurt, ten opzigte van het ernsiige dezer gebeurienis niet be- driegen. De Italiaansche beweging gaat uit de handen van den heer de Cavour in die van Garibaldi over. Die soort van sterfgevallen verscheuren den sluijer. Met Bossuet roept men uitZwaard des Heeren welk een slag hebt gij toegebragt! O ijdelheid der omwentelingenDe Italiaansche eenheid wordt onmo- gelijker dan ooit, en de troon van Victor Emmanuel is sterker bedreigd dan die van Pius IX. Gewis weet niemand wat verder zal gebeuren. De Kerk is lijd- zaam, zij heeft heviger aanvallen het hoofd geboden de vijanden gaan voorbijvroeger of later verdwijnen zij, en zij blijft staande. Ziedaar eene oploesingde eenige waaraan de omwentelingsmannen niet denken en nogtans de eenige die onveranderlijk in al de tijdperken der geschiedenis verwezenlijkt wordt." Le Monde, ziet men, blijft aan zijne rol getrouw en beschouwt de zaken alleen in verband met de wereldlijke belangen der Kerk, maar durft zich echter, in dit geval, niet al te openlijk verheugen. De Union spreekt heviger, heeft niets dan beleedi- gingen voor den doorluchtigen doode over, en her innert zijne listen, zijne vermetele handelingen en zijne zamenzweringen. De laatste zegepraal waar- vredigd was. „Zoo; d&&rvan zoude ik mij toch iets anders hebben voorgesteld." „De stoffen zijn mooi geschilderd en er is eene goede houding inmeende mijnheer Aarts. Mevrouw zou liever wat meer leven en mouvement in de voorsteliing hebben gezien, geloof ik?" vroeg de criticus op een toon, die mevrouw deed zeggen Heb ik 't alweSr mis, bij geval?" maar dit beweerde de derde man niet en hij was evenmin ge- neigd haar tegen te spreken, toen zij, voor De dili gence van Charles Tschaggeny gekomen, uitriep: „Kijk, hoe natuurlijk' Men zou in de verzoeking komen de oogen digt te knijpen om de gevaarlijke bogt niet te ziendie da paarden zoo dartel omzwaaijen, terwijl hij die ze van de diligence bestuurt, vrij zeker van zijne zaak schijnt te zijn." De paarden vooral zijn magnifiek geteekend en in 't geheel is er veel leven en waarheid in de voor steliing beweerde mijnheer Aarts die uit vrees voor den ironieken glimlaeh van N°. 3 de lofspraak en hoe knap geschilderd", ditmaal nog tijdig terughield, ofschoon hij haar in zijn binnenste aan Tschaggeny toekende. „Ja, warm en zonnig is het er," bevestigde de criticustoen mevrouw Aarts had gevraagd of die Romeinsche poort te Cordova van Bossuet nu eens niet bijzonder mooi" was. En wat drukt Bossuet altijd uitmuntend goed het karakter uit van de gebouwenwelke hij schildert, zoo wat het bouwmateriaal als wat den stijl betreft, zonder tot kleingeestige uitvoerigheid af te dalen." Zoo als Jan Weissenbruch dat met onze Hollandsche stadsgezigten pleegt te doen" hernam de derde man; ofschoon dit maal bij hem in zijn Stadsgezigt te 's Gravenhage althansde luchtperspectief minder ge- lukkig is. zoodat het er met al dien zonneschijn toch eenigzins zwaarmoedig is." De charme der poezij is er zeker niet in," beweerde mevroiw Aarts, die daarop door haren echtgenoot voor Eene gracht te Amsterdam van S. Verveer werd ge- bragt, met de woordendit zal meer in uw geest vallen, en ofschoon onze vriend zeker ook hier wel weder zou beweren dat er van den zuurdeesem der romantiek is overgescboten en den schilder ter ver- antwoording zou willen roepen voor de soliditeit of realiteit van elk onderdeel, moet ik zeggen dat het mij goed doet, dien dichterlijken stadsgezigtschilder nog altijd even rijk aan phantasie en geest, nog altijd even zeer meester van zijn palet en spelend met zijn penseel te vinden." Alsof ook ik geen hartelijk bravo zou over hebben voor het schoone effect van dit stuk, of voor de gees- tige stoffaadje van zijne Markt te Hertogenbosch, of voor het juweeltje van koloriet dat hij in zijne Poort in de St. Jacobstraat heeft geleverdriep de criticus. die het echtpaar achterna was gewandeld en bij wijlen niet weten wilde dat hij werkelijk nog al streng was in zijne eischen. van hij gedroomd had dusluidt het, de eenige welke in het zwak en beperkt oordeel der menschen dien naam kan verdierien, is hem ontzegd. Hij is overwonnen, ter neder geveld gestorven, maar ter neder geveld door de kracht van Hem aan wien de Souvereinen en de Volken, de Staatslieden en de Koningrijken onderworpen zijn." Derhalve is, zoo als ik reeds gisteren voorspelde dat beweerd zou worden, de dood van den heer de Cavour eene straf des Ilemels. Tot slot van dit overzigt nog eenige regelen uit den meer officielen MoniteurDe dood van den heer de Cavour veroorzaakt een ontzagchelijk ledig in Italie, en de Italiaansche zaak verliest in hem haren bekwaamsten bevorderaarden man die er zich met het meeste gezag op toelegde om haar binnen de gienzen van het beginsel der monarchale orde te handhaven." Na de rol herinnerd te hebben, door den heer de Cavour in het Parijzer Congres vervuld, gaat de Moniteur voortAan het leedwezen dat zijn verlies onder zijne landgenooten te weeg zal brengen, aan den rouw die zijn graf omringt, zal Europa, hoedanig oordeel het overigens over dien Staatsman vellen moge, zijne levendige betuigingen van achting en leedwezen paren, welke altijd door eene vaste overtuiging, een verheven talent en een krachtig karakter worden ingeboezemd." Prins Napoleon en Prinses Clotilde zullen het af sterven van den heer de Cavour te Nice of te Genua vernomen hebben, en men gelooft dat de Prins, die voor den Graaf eene hartelijke vriendschap koesterde, zoo als uit zijne rede in den Senaat geblekfcn is, onverwijld naar Turijn is voortgereisd. Wie weet of hij niet van zijn uitgestrekt reisplan zal afzien? In een eigenhandigen brief, reeds gisteren morgen aan Koning Victor Emmanuel gerigt, zou de Keizer, zegt menbeloofd hebben dat zijne betrekkingen tot dien Koning en zijne Regering geene veranderingen zullen ondergaan. Het Wetgevend Ligchaam heeft heden de alge meene beraadslagingen ten einde gebragt over de begrooting. Morgen worden de begrootingen der verschillende Ministerien in overweging genomen. Men begint te denken, dat eene nieuwe verlenging der Zitting noodig zal worden, ten gevolge van de indiening van nog verschillende wetsvoordragten waaronder zeer belangrijke. De behandeling der regtzaak Blanqui is tot heden over veertien dagen uitgesteld. De Patrie meldt, dat de toestand van den heer Ricasoli na eene aderlating merkelijk verbeterd is. Hetzelfde blad deelt eene deplehe mede van Fuad- pachawaarin deze verklaart in te staan voor de rust van den Libanon.' Door de Ami de la Religion wordt eene depeche uit Rome van den 6 dezer medegedeeld, volgens welke de Paus dien dag door eene ligte koorts aangetast wasten gevolge waarvan hij werd verhinderd de processie bij te wonen. Berlijn 6 junij. De zinsnede der troonrede in welke van Pruissens vruchtelooze pogingen ten op zigte der hervorming van de militaire Bonds-Constitutie gewaagd wordt, beschouwt men hier als een wenk aan het zoogenaamde anti-nationaal verbond. Reeds eenigen tijd geleden is de opmerking gemaakt dat de weg der onderhandelingen met de Midden-Statenna de ontvangst welke aan het Pruissisch voorstel te Frank fort is te beurt gevallenals uitgeput moet worden aangezien en Pruissen voortaan tot het volgen van eene andere staatkunde in deze zaak zal genoodzaakt wezenwelke meening thans door de bedoelde zin snede gewettigd schijnt te worden. Het berigt der terugroeping van den Badenschen gezant te Frankfort, den heer Marschall von Bieber- stein, is oflfieieel, en hij wordt door den heer Mohl vervangen. Daarentegen is het gerucht der vervanging van den heer von Marschall, gezant van Baden te Berlijnongegrondwant deze laatste is eene andere rigting dan zijn nu uit Frankfort teruggeroepen jp'oeder toegedaan. Nadat men in het voorbijgaan nog had opgemerkt dat Waldorp's Stil water, ofschoon bescheiden van afmeting, niettemin de groote qualileiten van 's mans talent verkondigde, zette men zich een oogenblik neder voor het groote doek van Joseph van Severdonck, Verdediging van Doornik door de Prinses van Epinoy. 't Ziet er me wat theatraal uit," zei mevrouw Aarts. Een officiele schilderij, eigendom, waarschijnlijk besteld door de Belgische Regering," merkte de derde man op. Eene groote gemakkelijkheid hebben ze toch," beweerde mijnheer Aarts. Routine," bromde de andere in zich zelven. En teekenen kunnen ze ookzie die onderste figuren maar eens. Het koloriet is dit maal niet erg; vooral de hoofdfiguur is zwak van kleur." De criticus wilde er blijkbaar niets meer van zeggen, maar wees mevrouw Aarts het natuurlijk geschilderde Op halfweg van Mollinger eene echte zonnige heideen voerde haar vervolgens voor Bergslien's Inwendige van eene Noorweegsche boerenwoning. -Me vrouw was nog niet zoo gaauw op de hoogte van de inrigting eener Noorsche wieg, maar toen zij dit voor haar vrij gewigtige punt bij zich zelve had uitgemaakt, was hare ingenomenheid onverdeeld met de natuur- waarheid en de trouw der voorsteliing, terwijl zij geen lust gevoelde haren geleider tegen te spreken, toen deze verzekerde Dit stuk wint bij elke nadere beschouwing. Er is een streven in naar waarheid en eene mannelijkheid in de uitvoering, die mij bijna verzoent met het gehrek aan licht. dat iets eentoonigs geeft aan het geheel." Niet bijzonder gelukkig dit maal," hoorden zij op eens mijnheer Aarts zeggen, die intusschen had stil- gestaan bij van Trigt's Bisschop van Yperen bij Alva genade smeekende voor de graven van Egmond en Hoorne. Mevrouw had lust genoeg om den spot te drijven met de chargedoor den schilder van den langwer- pigen gelaatsvorm van Alva gemaakt. maar hield zich in, toen zij den criticus vergoeilijkend boorde zeggen: „Eene bdvue, anders niet. Van Trigt is een te degelijk kunstenaar om een andermaal, wanneer hij gelukkiger is in keuze van onderwerp en effect, niet schitterenil revanche te nemen." Mijnheer Aarts was nog verdiept in de beschouwing van bet portret, door den ontslapen Pieneman geschil derd van den geachten kunstbeschermervoor wien Martens de zoo straks geprezene beeldtenis des ver- dienstelijken en opregt betreurden kunstenaars op het doek bragt, toen zijn vriend hem me&troonde voor het Stilleven van mej. Vos. „Brillant van kleur en fiksch geschilderd, niet waar?" vroeg hij. En altoos oorspronkelijkvulde mijnheer Aarts de lofspraak aan. „Nu ge toch aan 'tprijzen zijt van de dames, moogt gij Anna Immerzeel's Verpoozing van het leeren niet voorbijzienpleitte mevrouw, die door 'tonderwerp Uit Frankfort verneemt men dat, in de heden gehouden zitting der Bondsvergaderingnamens Oostenrijk een protest des Groothertogs van Toskane en des Hertogs van Modena, tegen den nieuwen vorm die aan Italie gegeven is, werd ingediend, waarbij Oostenrijk zich op zijne eigene vroeger af- gelegde verklaringen beriep. De vergadering besloot dat protest door het opnemen daarvan in het protocol ter kennis der verschillende Regeringen te brengen. Verder verklaarde de gezant van Holstein de toe- treding tot de voorstellen van de meerderheid der commissie ten opzigte van het wetboek van koop- handel, insgelijks met verwijzing naar zijne vroegere verklaring. Karlsruhe 4 junij. Volgens het dagblad van Mannheim zal in den loop van dezen zomer de Ba- densche Landdag tot het houden van eene buiten- gewone Zitting worden bijeengeroependie echter slechts kortstondig zijn en op het sluiten van het handelsverdrag tusschen het Tolverbond en Frankrijk betrekking hebben zal, de onderhandelingen waar- over, althans wat de hoofdbepalingen betreft, tot eene gewenschte uitkomst moeten geleid hebben. LONDEN 8 Junij. In de zitting van het Lagerhuis vestigde sir Robert Peel gisteren de aandacht op het afsterven van graaf de Cavour, wat aanleiding gaf aan lord John Russell en lord Palmerston om den grootsten lof aan den overledene toe te zwaaijen, wiens naam door hen onsterfelijk genoemd wqrd. Luide toejuichingen vielen van de zij de van het Huis aan deze woorden ten deel. Door lord John Russell werd in den verderenloop der zitting verklaard, dat de heer Dunlop op verzoek van Oostenrijk uit Pesth teruggeroepen was, en niet omdat de Engelsche Regering ontevreden was over zijn gedrag. Tweede depeche. Volgens den heden openbaar geworden wekelijkschen staat der Engelsche Bank is het bedrag derinomloop zijnde bankbiljetten met 496.025 vermeerderd en dat van den voorraad edel metaal met 227,451 verminderd. PARIJS 8 Junij. De Moniteur deelt heden mede, dat benoemd zijn: tot bisschop van Marseille, de heer Deguerry; van Montpeilier, de heer Lecourlier, pastoor der Notre- Dame-kerk; van Vannes, de beer Dubreuil, in plaats van den heer Maret, en van Lugon, de heer Colet. BERLIJN 7 Junij. De raadsheer Twe.sten is geenszms in zijne be trekkingen geschorst. Op zijn verzoek heeft de voor- zitter van het geregtshof iernand aangewrzen om hem gedurende zijne ziekte te vervangen. Graaf de Launay, minister van Koning Victor Emmanuel bij het Pruissische Hof, heeft Berlijn niet verlaten. BRESLAU 8 Junij. Bij Keizerlijke ukase is het dragen vail de nationale Poolsche kleederdragt verboden. Naar men verzekert wordt de Grootvorst Michael in Polen verwacht. PESTH 7 Junij. De iuning der belastingen is overal met de meeste gestrengheid bewerkstelligd. Uit hoofde van het toenemend gevaar voor de veiligheid der personen heeft de §taatsraad besloten tot de installing eerier burgerwaeht. TURIJN 7 Junij. Het officiele dagblad deelt mede, dat de Koning aan de familie de Cavour een graf te Superga heeft aangeboden voor het stoffelijk overschot van den grooten Staatsman. Heden zij a de winkels hier ter stede nog gesloten gebleven. Te Geuua werd gisteren geen heurs ge houden. De schouwburgen zijn overal gesloten. Tweede depeche. Heden heeft de begrafenisplegtigheid van graaf was aangetrokken. „Lief gedacht en goed van toon," bevestigde mijn heer Aarts, en omziende naar hun derden man, vervolgde hij Hoe is 't, houdt van Lerius u vast met zijn Jeanne d'Arc „In zoo ver ja; er is in dat doek wat mij boeit en hindert tevens. Boven alien twijfel staat dat de voor steliing te theatraal is." De teekening verraadt den meester." „Toegestemd, maar daar is in de geheele opvatting, ja ook in de behandeling iets conventioneels, dat het bistorisch karakter ten eenemale bederft." Ge meent dat de figuur van de Maagd van Orleans veel te forsch is voor eene ziekelijke dweepster," merkte mevrouw Aarts aan. Dweepster inisschien, maar ziekelijk stellig niet, in zoo verre althans dat de ziekelijkheid zich in weekelijke vormen zou moeten openbaren. Neen, ik zou er niets tegen hebben als de beeldende kunst een hero'isch karakter gaf aan de figuur van Jeanne d'Arc, maar zij mag toch in de verte niet gelijken op eene tooneelheldin." Mevrouw Aarts beproefde zelfs niet de questie uit te maken maar had zich reeds afgewend en vermeidde zich in de stoffaadje op het Boerenerf van Simon van den Berg. „Nu, wat dunkt u, is dat geen natuur?" vroeg zij. Als 't er nog wat helderder was; bedenkde schilder verplaatst ons in de voile open lucht," ant- woordde de criticus. De verhouding van toon is toch goed," meende mijnheer Aarts. Dan moest er welligt eene andere gamme gekoz^n zijn. In zijn Stal met vee daar ginds heeft van den B°rg de locale kleur flink getroffen, beter zelftv dan in zijn Landschap met schapenwaarvoor gij, mevrouw, stellig weSr zoudt zeggendat is natuur, zoo goed is er alles bestudeerd." „Van bestuderen gesproken vindt ge niet dat Bles het ver heeft gebragt in de studie van 't gelaat zijner medemenschen .vooral als zij zich bespottelijk of on- deugend aanstellen?" vroeg mevrouw, en zonder het antwoord af te wachten ging zij voort: De Lief- hebbersmuziek is eene opeenstapeling van komische toestanden." Hier en daar maar wat gechargeerdmompelde de criticus. Waarmed ik mij tiren lang zou kunnen amuseren." Terwijl uw echtgenoot intusschen de fraaije techniek van den kunstenaar zou bewonderen. Welligt zou hem echter Het verboden romannetje nog meer behagen, en ook dhar zou de humor in de voorsteliing u niet verlegen laten." Slot volgt.)

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1861 | | pagina 2