Per Telegraaf.
FRANKRIJK.
DUITSOHL AND
aldaar de eerste tentoonstelling van vruchtenenbloemen
gehouden.Het hoofdgebouw dezer nog niet geheel vol-
tooide tuinen, dat tot bewaring van bloemeu en ge-
wassen besterad is, heeft eene lengte van 270, eene
breedte van 75 en eene hoogte van lOOvoeten, terwijl
de waterwerken, ofschoon niet op eene zoo uitgestrekte
schaal als die te Versailles of Saint Cloud aangelegd,
nogtans veel tot verfraaijing en verfrissching van het
terrein zullen bijdragen. Den Prins Gemaal, alsvoor-
zitter der maatschappij tegenwoordig werd bij monde
van haren secretaris, dr. Lindsay een adres voorgelezeu,
in hetwelk de oorspronghet doel en de inrigting der
tuinen uitvoerig vermeld waren, en dat door hem
in zeer vleijende bewoordingen beantwoord werd.
Behalve verscheiden Prinsen en Prinsessen van het
Koninklijk Huis, woonden de Graaf van Vlaanderen,
Prins Lodewijk van llessen, zeer vele leden van het
Hoogerhuis en andere aauzienlijkendeze plegtig-
heid bij.
Het cijfer der sterfgevallen in deze hoofdstad
is in de laatstleden zaturdag geeindigde week aan-
merkelijk afgenomen, en bedroeg slechts 1069, der-
halve 108 minder dan in de laatst vorige week en
49 beneden het gemiddelde in dezelfde week der
tien vorige jaren. De" oudste der overledenen was
een man van 99 jaren.
In de vorige week werden hier 1959 kinderen,
namelijk 972 jongens en 987 meisjes geboren, zijnde
430 boven het gemiddelde in dezelfde week der jaren
1851 tot 1800.
Het eerste met seheepsbrieven uit de nieuwe
Oeeonfrdereerrte Staten van Noord-Amerika voorziene
hier te Lande gearriveerd schip. dat een paar dagen
geleden de Clyde binnenliep, was de Montezuma van
Liverpool. De seheepsbrieven zijn gedagteekend uit
Savannah, den 22 april van het jaar onzes Heeren
1801en het eerste jaar van de onafhankelijkheid
der Verbonden Staten van Amerika."
PARIJS 7 Junij.
Particuliere Correspon dentie.
Ook heden spreekt men hier nagenoeg van niets
anders dan van den dood van graaf de Cavour en
van de mogelijke gevolgen dier gebeurtenis. Allen
zijn het daarover eens dat hij een uitstekend Staatsman
was, maar terwijl sommigen het betreuren dat zulke
groote hoedanigheden tot bevordering eener slechte
zaak zijn aangewend, roemen anderen zijne Vader-
landsliefde en wijden den hoogsten lof aan zijne
edelmoedige eerzucht en volharding.
Ten aanzien der gevolgen van zijn afsterven loopen
de gevoelens evenzeer uiteen. Sommigen voorspellen
dat Mazzini en zijne socialistisehe bende aan het roer
der zaken zullen komen en Italie in allerlei avon-
tuurlijke ondernemingen medeslepen, anderen daar-
entegen dat de krachtige organisatie, door den heer
de Cavour in het leven geroepenhem lang overleven
zal, en dat de heeren Kattazzi en Ricasoli de handen
ineen zullen slaan om het werk der eenheid voort
te zetten. Ik meen niet beter te kunnen doen dan
u, zoo beknopt mogelijkhet oordeel der voornaams'e
dagbladen over den heer de Cavour mede te deelen
in welke de openbare meening zich in hare ver-
schillende kleuren afspiegelt.
Bij afwezigheid van den heer Havin zegt de heer
Jourdan in de Si£cleEene treurige tijding treft
ons hart en zal eene diepe ontroering in Europa te
wees brengen. Ue heer de Cavour sterft in de kracht
des levens, in het voile genot van zijn genie, in het
oogenblik dat het werk waaraan hij zijn leven wijdde
vofti oid stond te worden. De uitstekendste vertegen-
woordiger der Italiaansche onafiankelijkheid, eenheid
en nationaliteit, leeft echter, den liemel zij dank, nog.
Laten alle mannen die een moedig hart bezitten,
laten alle Italiaansche burgers zich rondom Victor
Emmanuel scharen. Italie ondergaat een wreed ver-
lies, waarvan niemand meer dan wij denomvangkan
metenmaar de zaak van Italie blijft levenhet
beginsel sterft niet." Daarna zegt de Siecle dat
Frankrijk, hetwelk reeds zoo veel deed, nu met d£n
woord Italie redden kan, namelijk doorvoor hetoog
weinig effect er overigens in is."
Ik ben blijde dat ik dat alles zoo niet zien kan,"
sehertste mevrouw Aarts en vervolgde ernstiger, voor
het portret van wijlen Nicolaas Pienemandoor
Martens, stilstaande. „Ik kan het mij voorstellen
dat onze Koning, die Pieneman hoogachatte, ge-
troffen was toen hij dit portret zag. Mij dunkt daar
zit leven in."
En veel verdienste in het arrangement en de
bebandeling," beweerde mijnheer Aarts. De criticus
zelfs schet-n dit maal in het oordeel der echtgenooten
te kunnen berusten; en toen zijn vriend, een oogenblik
later, met eenige bevreemding sprak
De Bloeuie, zie, lieve, een portret van de
Bloeme," toen scheen het wel of hij zijn aard
had verloochendwant als verontschuldigend sprak
hij: Niet zoo goed als anders, ik beken 't; wat
plat en te zielloos. Vergeet echter niet dat het de
overdrijving is van een goed principe dat de Bloeme
heeft dpen afdwalen, het principe van de waarbeid
in al haren eenvoud te willen wefirgeven."
En is dat ook mooi?" vroeg mevrouw Aarts
schalks, terwijl zij wees op De rampzalige tijding
van Joseph Lies.
Dat 's te zeggenin zijne soort is 't goed genoeg,
maar ik geloof niet dat de soort deugt. Ik weet
evenmin. waarom onze schilders zouden behoeven te
schilderen in den stijl van een afgesloten tijdvak der
kunst, als waarom onze dicbters den trant zouden
volgen van een Melis Stoke, een Maerlant en van
Heelu. Daarenboven is de assimilatie van de moderne
opvatting met een verouderden kunstvorm eene totale
onmogelijkheid en de poging daartoe moet wel leiden
tot iets hybridiesch als wij hier voor ons hebben. In
ilien page, die der burgtvrouw de noodlottige mare
overbrengt, en in dien in 't harnas vergrijsden dienaar,
wien voor 't eerst welligt sints zijne kinderjaren
de tranen in de oogen komen bij de wanhoop zijner
gebiedster, is overigens veel uioois."
„De achtergrond heeft anders wel wat van tapis-
sene-werk," meende mevrouw, die maar geen vrede
koa krijgen met de middeleeuwsche voorsteliing.
Neen, dan zie ik liever nog een intdrieur van
Huib van Hove, zoo als dat," sprak mijnheer Aarts,
die zich weder en pays de connaissance bevoniltoen hij
voor de Kantwerkster stilstond. Mooi van toon en
mooi gedaan ook."
„Hm!... ja! hebt ge ginds zijne Overstrooming in
de \7de eeuw gezien?"
„Met een opslag."
En hebt ge ook dtUir nog een spoor van frischheid
in dc opvatting, van waarheid in de voorsteliing kunnen
ontdekkrii van de leekening spreken wij met tens."
Mynheer Aarts had geen gelegenheid om te ant-
woorden, want mevrouw wilde weten wat het onder-
werp was van n.° 209. Hij las: N
„U. Hollander, Mevrouw Buatten huize van Jan
de Witt genade voor haren echtgenoot afsmeekende."
Het scheen dat mevrouw Aarts niet voikomen be-
van geheel Europa het Koningrijk Italie te erkenneu.
Het Journal des Ddbats spreekt dus: „Van alle
beproevingen apn welke Italie onder de tegenwoordige
omstandigheden kon worden blootgesteld is die welke
het nu getroffen heeft gewis de bitterste en wreedste.
Iedereen kan het verlies afmeten dat de Italiaansche
Natie geleden heeft, en de verschillende gevolgen
nagaan die daaruit kunnen voortvloeijen, niet alleen
voor de toekomst van het Schiereiland, maar voor de
algemeene belangen van Europa. De Voorzienigheid,die,
tot hiertoe, die grootsehe en edele zaak zoo blijkbaar
begunstigde, zal haar in dit beslissend oogenblik niet
verlaten. Italie heeft den heer de Cavour verloren,
maar het. behoudt Koning Victor Emmanuel; dat is
onze hoop en onze troost."
De Constitutionnel zegt in een levensberigt des
afgestorvenenIn hem leefde die edele geestdrift
voor de grootheid zijns Lands die zelfs de feilen ver-
schoonbaar maakt, en in de oogen der nakomelingscl.ap
zijn roem en zijne regtvaardiging zullen uitmaken.
Door het overwigt dat hij zich verworven had slaagde
hij er in de avontuurlijke invloeden te beteugelen, die
Italie welligt aan de gevaarlijkste kansen blootgesteld
en geheel Europa diep geschokt zouden hebben."
Dat blad ducht de mogelijke gebeurtenissen niet.
Voorzeker zal dit sterfgeval eene wreede beproeving
voor Italie zijnmaar, indien er heden een groot
man minder is, er is, den hemel zij dank, een groot
Volk meer, en dat door Frankrijk bevrijd Volk kan
niet meer in den vorigen staat van slavernij terug-
zinken. Op zijn sterfbed heeft de heer de Ca^^r*
zich zelven kunnen toevoegen dat, indien dit roemrijk
werk der onafhankelijkheid van Italie nog niet geheel
bevestigd wasalthans de vreemde overheersching die
zijn Land drukte voor immer is veroordeeld."
Bijzondere aandacht verdient wat het door de hevig-
heid zijner godsdienstige meeningen bekend blad l'Ami
de la Religion zegtOnze lezers zullen diep getroffen
zijn bij het vernemen van dit sterfgeval, hetwelk in
zeker opzigt aan dat van Mirabeau, te midden der
groote nog onvoltooide verwoestingen der Fransche
omwenteling, herinnert. Wat ook ons onherroepelijk
oordeel over de gebeurtenissen zijn moge, welke
sedert twee jaren in Italie plaats gnjpen, kunnen wij
ons nogtans niet van leedwezen en van hulde aan
den uitstekenden man die van het aardsch tooneel
verdwenen is onthouden, aan hem die waarlijk Staats
man, krachtig in woord en daadwas, met de grootste
gemakkelykheid de zwaarste verantwoordelijkheid
torschte, nu en dan van hulpmiddelen verwisselde. maar
het doel standvastig in het ooghield, een bezailigden
geest en tevens een hartstogtelijk karakter bezat, en
bestemd scheen om een der eersten te zijn die het
nieuwe Italie van het oude stelsel bevrijden zouden,
zonder het aan de omwenteling prijs te geven, en
om het naar de onafhankelijkheid te voeren, zonder
het van de Kerk af te leiden."
Men kan zich, zegt le Monde op zijnebeurt, ten
opzigte van het ernsiige dezer gebeurienis niet be-
driegen. De Italiaansche beweging gaat uit de handen
van den heer de Cavour in die van Garibaldi over.
Die soort van sterfgevallen verscheuren den sluijer.
Met Bossuet roept men uitZwaard des Heeren
welk een slag hebt gij toegebragt! O ijdelheid der
omwentelingenDe Italiaansche eenheid wordt onmo-
gelijker dan ooit, en de troon van Victor Emmanuel
is sterker bedreigd dan die van Pius IX. Gewis weet
niemand wat verder zal gebeuren. De Kerk is lijd-
zaam, zij heeft heviger aanvallen het hoofd geboden
de vijanden gaan voorbijvroeger of later verdwijnen
zij, en zij blijft staande. Ziedaar eene oploesingde
eenige waaraan de omwentelingsmannen niet denken
en nogtans de eenige die onveranderlijk in al de
tijdperken der geschiedenis verwezenlijkt wordt." Le
Monde, ziet men, blijft aan zijne rol getrouw en
beschouwt de zaken alleen in verband met de wereldlijke
belangen der Kerk, maar durft zich echter, in dit
geval, niet al te openlijk verheugen.
De Union spreekt heviger, heeft niets dan beleedi-
gingen voor den doorluchtigen doode over, en her
innert zijne listen, zijne vermetele handelingen en
zijne zamenzweringen. De laatste zegepraal waar-
vredigd was.
„Zoo; d&&rvan zoude ik mij toch iets anders hebben
voorgesteld."
„De stoffen zijn mooi geschilderd en er is eene
goede houding inmeende mijnheer Aarts.
Mevrouw zou liever wat meer leven en mouvement
in de voorsteliing hebben gezien, geloof ik?" vroeg
de criticus op een toon, die mevrouw deed zeggen
Heb ik 't alweSr mis, bij geval?" maar dit
beweerde de derde man niet en hij was evenmin ge-
neigd haar tegen te spreken, toen zij, voor De dili
gence van Charles Tschaggeny gekomen, uitriep:
„Kijk, hoe natuurlijk' Men zou in de verzoeking
komen de oogen digt te knijpen om de gevaarlijke
bogt niet te ziendie da paarden zoo dartel omzwaaijen,
terwijl hij die ze van de diligence bestuurt, vrij zeker
van zijne zaak schijnt te zijn."
De paarden vooral zijn magnifiek geteekend en
in 't geheel is er veel leven en waarheid in de voor
steliing beweerde mijnheer Aarts die uit vrees voor
den ironieken glimlaeh van N°. 3 de lofspraak en
hoe knap geschilderd", ditmaal nog tijdig terughield,
ofschoon hij haar in zijn binnenste aan Tschaggeny
toekende.
„Ja, warm en zonnig is het er," bevestigde de
criticustoen mevrouw Aarts had gevraagd of die
Romeinsche poort te Cordova van Bossuet nu eens
niet bijzonder mooi" was.
En wat drukt Bossuet altijd uitmuntend goed het
karakter uit van de gebouwenwelke hij schildert,
zoo wat het bouwmateriaal als wat den stijl betreft,
zonder tot kleingeestige uitvoerigheid af te dalen."
Zoo als Jan Weissenbruch dat met onze Hollandsche
stadsgezigten pleegt te doen" hernam de derde man;
ofschoon dit maal bij hem in zijn Stadsgezigt te
's Gravenhage althansde luchtperspectief minder ge-
lukkig is. zoodat het er met al dien zonneschijn toch
eenigzins zwaarmoedig is."
De charme der poezij is er zeker niet in," beweerde
mevroiw Aarts, die daarop door haren echtgenoot voor
Eene gracht te Amsterdam van S. Verveer werd ge-
bragt, met de woordendit zal meer in uw geest
vallen, en ofschoon onze vriend zeker ook hier wel
weder zou beweren dat er van den zuurdeesem der
romantiek is overgescboten en den schilder ter ver-
antwoording zou willen roepen voor de soliditeit of
realiteit van elk onderdeel, moet ik zeggen dat het
mij goed doet, dien dichterlijken stadsgezigtschilder nog
altijd even rijk aan phantasie en geest, nog altijd even
zeer meester van zijn palet en spelend met zijn penseel
te vinden."
Alsof ook ik geen hartelijk bravo zou over hebben
voor het schoone effect van dit stuk, of voor de gees-
tige stoffaadje van zijne Markt te Hertogenbosch,
of voor het juweeltje van koloriet dat hij in zijne
Poort in de St. Jacobstraat heeft geleverdriep de
criticus. die het echtpaar achterna was gewandeld en
bij wijlen niet weten wilde dat hij werkelijk nog al
streng was in zijne eischen.
van hij gedroomd had dusluidt het, de eenige
welke in het zwak en beperkt oordeel der menschen
dien naam kan verdierien, is hem ontzegd. Hij is
overwonnen, ter neder geveld gestorven, maar ter
neder geveld door de kracht van Hem aan wien de
Souvereinen en de Volken, de Staatslieden en de
Koningrijken onderworpen zijn." Derhalve is, zoo
als ik reeds gisteren voorspelde dat beweerd zou
worden, de dood van den heer de Cavour eene straf
des Ilemels.
Tot slot van dit overzigt nog eenige regelen uit
den meer officielen MoniteurDe dood van den
heer de Cavour veroorzaakt een ontzagchelijk ledig
in Italie, en de Italiaansche zaak verliest in hem
haren bekwaamsten bevorderaarden man die er
zich met het meeste gezag op toelegde om haar binnen
de gienzen van het beginsel der monarchale orde te
handhaven." Na de rol herinnerd te hebben, door
den heer de Cavour in het Parijzer Congres vervuld,
gaat de Moniteur voortAan het leedwezen dat
zijn verlies onder zijne landgenooten te weeg zal
brengen, aan den rouw die zijn graf omringt, zal
Europa, hoedanig oordeel het overigens over dien
Staatsman vellen moge, zijne levendige betuigingen
van achting en leedwezen paren, welke altijd door
eene vaste overtuiging, een verheven talent en een
krachtig karakter worden ingeboezemd."
Prins Napoleon en Prinses Clotilde zullen het af
sterven van den heer de Cavour te Nice of te Genua
vernomen hebben, en men gelooft dat de Prins, die
voor den Graaf eene hartelijke vriendschap koesterde,
zoo als uit zijne rede in den Senaat geblekfcn is,
onverwijld naar Turijn is voortgereisd. Wie weet of
hij niet van zijn uitgestrekt reisplan zal afzien?
In een eigenhandigen brief, reeds gisteren morgen
aan Koning Victor Emmanuel gerigt, zou de Keizer,
zegt menbeloofd hebben dat zijne betrekkingen tot
dien Koning en zijne Regering geene veranderingen
zullen ondergaan.
Het Wetgevend Ligchaam heeft heden de alge
meene beraadslagingen ten einde gebragt over de
begrooting. Morgen worden de begrootingen der
verschillende Ministerien in overweging genomen.
Men begint te denken, dat eene nieuwe verlenging
der Zitting noodig zal worden, ten gevolge van de
indiening van nog verschillende wetsvoordragten
waaronder zeer belangrijke.
De behandeling der regtzaak Blanqui is tot heden
over veertien dagen uitgesteld.
De Patrie meldt, dat de toestand van den heer
Ricasoli na eene aderlating merkelijk verbeterd is.
Hetzelfde blad deelt eene deplehe mede van Fuad-
pachawaarin deze verklaart in te staan voor de rust
van den Libanon.'
Door de Ami de la Religion wordt eene depeche
uit Rome van den 6 dezer medegedeeld, volgens welke
de Paus dien dag door eene ligte koorts aangetast
wasten gevolge waarvan hij werd verhinderd de
processie bij te wonen.
Berlijn 6 junij. De zinsnede der troonrede in
welke van Pruissens vruchtelooze pogingen ten op
zigte der hervorming van de militaire Bonds-Constitutie
gewaagd wordt, beschouwt men hier als een wenk
aan het zoogenaamde anti-nationaal verbond. Reeds
eenigen tijd geleden is de opmerking gemaakt dat de weg
der onderhandelingen met de Midden-Statenna de
ontvangst welke aan het Pruissisch voorstel te Frank
fort is te beurt gevallenals uitgeput moet worden
aangezien en Pruissen voortaan tot het volgen van
eene andere staatkunde in deze zaak zal genoodzaakt
wezenwelke meening thans door de bedoelde zin
snede gewettigd schijnt te worden.
Het berigt der terugroeping van den Badenschen
gezant te Frankfort, den heer Marschall von Bieber-
stein, is oflfieieel, en hij wordt door den heer Mohl
vervangen. Daarentegen is het gerucht der vervanging
van den heer von Marschall, gezant van Baden te
Berlijnongegrondwant deze laatste is eene andere
rigting dan zijn nu uit Frankfort teruggeroepen
jp'oeder toegedaan.
Nadat men in het voorbijgaan nog had opgemerkt
dat Waldorp's Stil water, ofschoon bescheiden van
afmeting, niettemin de groote qualileiten van 's mans
talent verkondigde, zette men zich een oogenblik
neder voor het groote doek van Joseph van Severdonck,
Verdediging van Doornik door de Prinses van Epinoy.
't Ziet er me wat theatraal uit," zei mevrouw Aarts.
Een officiele schilderij, eigendom, waarschijnlijk
besteld door de Belgische Regering," merkte de derde
man op.
Eene groote gemakkelijkheid hebben ze toch,"
beweerde mijnheer Aarts.
Routine," bromde de andere in zich zelven.
En teekenen kunnen ze ookzie die onderste
figuren maar eens. Het koloriet is dit maal niet erg;
vooral de hoofdfiguur is zwak van kleur."
De criticus wilde er blijkbaar niets meer van zeggen,
maar wees mevrouw Aarts het natuurlijk geschilderde
Op halfweg van Mollinger eene echte zonnige
heideen voerde haar vervolgens voor Bergslien's
Inwendige van eene Noorweegsche boerenwoning. -Me
vrouw was nog niet zoo gaauw op de hoogte van de
inrigting eener Noorsche wieg, maar toen zij dit voor
haar vrij gewigtige punt bij zich zelve had uitgemaakt,
was hare ingenomenheid onverdeeld met de natuur-
waarheid en de trouw der voorsteliing, terwijl zij geen
lust gevoelde haren geleider tegen te spreken, toen
deze verzekerde
Dit stuk wint bij elke nadere beschouwing. Er
is een streven in naar waarheid en eene mannelijkheid
in de uitvoering, die mij bijna verzoent met het gehrek
aan licht. dat iets eentoonigs geeft aan het geheel."
Niet bijzonder gelukkig dit maal," hoorden zij op
eens mijnheer Aarts zeggen, die intusschen had stil-
gestaan bij van Trigt's Bisschop van Yperen bij Alva
genade smeekende voor de graven van Egmond en
Hoorne.
Mevrouw had lust genoeg om den spot te drijven
met de chargedoor den schilder van den langwer-
pigen gelaatsvorm van Alva gemaakt. maar hield zich
in, toen zij den criticus vergoeilijkend boorde zeggen:
„Eene bdvue, anders niet. Van Trigt is een te
degelijk kunstenaar om een andermaal, wanneer hij
gelukkiger is in keuze van onderwerp en effect, niet
schitterenil revanche te nemen."
Mijnheer Aarts was nog verdiept in de beschouwing
van bet portret, door den ontslapen Pieneman geschil
derd van den geachten kunstbeschermervoor wien
Martens de zoo straks geprezene beeldtenis des ver-
dienstelijken en opregt betreurden kunstenaars op het
doek bragt, toen zijn vriend hem me&troonde voor
het Stilleven van mej. Vos.
„Brillant van kleur en fiksch geschilderd, niet
waar?" vroeg hij.
En altoos oorspronkelijkvulde mijnheer Aarts
de lofspraak aan.
„Nu ge toch aan 'tprijzen zijt van de dames, moogt
gij Anna Immerzeel's Verpoozing van het leeren niet
voorbijzienpleitte mevrouw, die door 'tonderwerp
Uit Frankfort verneemt men dat, in de heden
gehouden zitting der Bondsvergaderingnamens
Oostenrijk een protest des Groothertogs van Toskane
en des Hertogs van Modena, tegen den nieuwen
vorm die aan Italie gegeven is, werd ingediend,
waarbij Oostenrijk zich op zijne eigene vroeger af-
gelegde verklaringen beriep. De vergadering besloot
dat protest door het opnemen daarvan in het protocol
ter kennis der verschillende Regeringen te brengen.
Verder verklaarde de gezant van Holstein de toe-
treding tot de voorstellen van de meerderheid der
commissie ten opzigte van het wetboek van koop-
handel, insgelijks met verwijzing naar zijne vroegere
verklaring.
Karlsruhe 4 junij. Volgens het dagblad van
Mannheim zal in den loop van dezen zomer de Ba-
densche Landdag tot het houden van eene buiten-
gewone Zitting worden bijeengeroependie echter
slechts kortstondig zijn en op het sluiten van het
handelsverdrag tusschen het Tolverbond en Frankrijk
betrekking hebben zal, de onderhandelingen waar-
over, althans wat de hoofdbepalingen betreft, tot eene
gewenschte uitkomst moeten geleid hebben.
LONDEN 8 Junij.
In de zitting van het Lagerhuis vestigde sir
Robert Peel gisteren de aandacht op het afsterven van
graaf de Cavour, wat aanleiding gaf aan lord John
Russell en lord Palmerston om den grootsten lof aan
den overledene toe te zwaaijen, wiens naam door hen
onsterfelijk genoemd wqrd. Luide toejuichingen vielen
van de zij de van het Huis aan deze woorden ten deel.
Door lord John Russell werd in den verderenloop
der zitting verklaard, dat de heer Dunlop op verzoek
van Oostenrijk uit Pesth teruggeroepen was, en niet
omdat de Engelsche Regering ontevreden was over
zijn gedrag.
Tweede depeche.
Volgens den heden openbaar geworden wekelijkschen
staat der Engelsche Bank is het bedrag derinomloop
zijnde bankbiljetten met 496.025 vermeerderd en
dat van den voorraad edel metaal met 227,451
verminderd.
PARIJS 8 Junij.
De Moniteur deelt heden mede, dat benoemd zijn:
tot bisschop van Marseille, de heer Deguerry; van
Montpeilier, de heer Lecourlier, pastoor der Notre-
Dame-kerk; van Vannes, de beer Dubreuil, in plaats
van den heer Maret, en van Lugon, de heer Colet.
BERLIJN 7 Junij.
De raadsheer Twe.sten is geenszms in zijne be
trekkingen geschorst. Op zijn verzoek heeft de voor-
zitter van het geregtshof iernand aangewrzen om hem
gedurende zijne ziekte te vervangen.
Graaf de Launay, minister van Koning Victor
Emmanuel bij het Pruissische Hof, heeft Berlijn niet
verlaten.
BRESLAU 8 Junij.
Bij Keizerlijke ukase is het dragen vail de nationale
Poolsche kleederdragt verboden.
Naar men verzekert wordt de Grootvorst Michael
in Polen verwacht.
PESTH 7 Junij.
De iuning der belastingen is overal met de meeste
gestrengheid bewerkstelligd.
Uit hoofde van het toenemend gevaar voor de
veiligheid der personen heeft de §taatsraad besloten
tot de installing eerier burgerwaeht.
TURIJN 7 Junij.
Het officiele dagblad deelt mede, dat de Koning
aan de familie de Cavour een graf te Superga heeft
aangeboden voor het stoffelijk overschot van den
grooten Staatsman.
Heden zij a de winkels hier ter stede nog gesloten
gebleven. Te Geuua werd gisteren geen heurs ge
houden. De schouwburgen zijn overal gesloten.
Tweede depeche.
Heden heeft de begrafenisplegtigheid van graaf
was aangetrokken.
„Lief gedacht en goed van toon," bevestigde mijn
heer Aarts, en omziende naar hun derden man,
vervolgde hij
Hoe is 't, houdt van Lerius u vast met zijn
Jeanne d'Arc
„In zoo ver ja; er is in dat doek wat mij boeit en
hindert tevens. Boven alien twijfel staat dat de voor
steliing te theatraal is."
De teekening verraadt den meester."
„Toegestemd, maar daar is in de geheele opvatting,
ja ook in de behandeling iets conventioneels, dat het
bistorisch karakter ten eenemale bederft."
Ge meent dat de figuur van de Maagd van Orleans
veel te forsch is voor eene ziekelijke dweepster,"
merkte mevrouw Aarts aan.
Dweepster inisschien, maar ziekelijk stellig niet,
in zoo verre althans dat de ziekelijkheid zich in
weekelijke vormen zou moeten openbaren. Neen, ik
zou er niets tegen hebben als de beeldende kunst een
hero'isch karakter gaf aan de figuur van Jeanne d'Arc,
maar zij mag toch in de verte niet gelijken op eene
tooneelheldin."
Mevrouw Aarts beproefde zelfs niet de questie uit
te maken maar had zich reeds afgewend en vermeidde
zich in de stoffaadje op het Boerenerf van Simon
van den Berg.
„Nu, wat dunkt u, is dat geen natuur?" vroeg zij.
Als 't er nog wat helderder was; bedenkde
schilder verplaatst ons in de voile open lucht," ant-
woordde de criticus.
De verhouding van toon is toch goed," meende
mijnheer Aarts.
Dan moest er welligt eene andere gamme gekoz^n
zijn. In zijn Stal met vee daar ginds heeft van den
B°rg de locale kleur flink getroffen, beter zelftv dan
in zijn Landschap met schapenwaarvoor gij, mevrouw,
stellig weSr zoudt zeggendat is natuur, zoo goed
is er alles bestudeerd."
„Van bestuderen gesproken vindt ge niet dat Bles
het ver heeft gebragt in de studie van 't gelaat zijner
medemenschen .vooral als zij zich bespottelijk of on-
deugend aanstellen?" vroeg mevrouw, en zonder het
antwoord af te wachten ging zij voort: De Lief-
hebbersmuziek is eene opeenstapeling van komische
toestanden."
Hier en daar maar wat gechargeerdmompelde
de criticus.
Waarmed ik mij tiren lang zou kunnen
amuseren."
Terwijl uw echtgenoot intusschen de fraaije techniek
van den kunstenaar zou bewonderen. Welligt zou
hem echter Het verboden romannetje nog meer behagen,
en ook dhar zou de humor in de voorsteliing u niet
verlegen laten." Slot volgt.)