N? 138 DINGSDAG 11 JUNIJ B UIT EN LAND 1851* Bureau: Hoogstraat, Wijk 10, N°. 77. *x£i Vtl^, e>~* </U'f./,A KENNISGEV IN6. Afulultliig der Paa»a(e over dc Spanj aar dsbrug N ATION ALE MILITIE. Oproeping van de Verlofgangers voor de IJVSFECTIE. ENGELAND. FRANKRIJK De Altonneaientsprjis is 24 'a jaars of 6 per drie maanden franco pc post door nH geheele Kij4 Behaive aan het Bureau der Courast kin men rich by alio M ickhindelaars en Postkantoren Abonueren. Enkele Nomraers 10 Ceata. (ieboorte-,..Trouw- str iW^lierigtea van 1 tot 5 regela.. tedere regfil meet.A Audere Adverteatiin p^-rpgel Groote letters aaar -JjljaaDruimte. Bij iedcre Advertentie voor zegelregt eal-l firemplaar der Couraet. —■"■in w. f I.—. - 0.211 0.20 15 Cent. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ROTTER- DAM, doen te weteus dat, uithuofde van te doene Herstellingen aan de Spanjaardsbrugliggende aan de Spaanschekade over den Haringvliet, het verkeer met Rijtuigeh over die Brug, van Woensdag den 12 tot en met Zaturdag den 22 ilezer maand, zal zijn afgeshtnn. Rotterdam den 10 Junij 1861. Burgemeester en Wet- ouilers voornoemd, de Secretarisde Burgemeester J. L. NIERSTRASZ. J. F. HOFFMAN. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van ROTTER DAM, doen te weten: dat door den Heer Militie-Comraissaris over de Kantons 10—14 in Zuid-Holland eene Inspectie zal worden ge- houden over de Verlofgangers der Nationale Militie die tot het Kanton Rotterdam behoorenalsmede over die welke tot andere Gemeenten behooren en thans alhier woonachtig zijn dat op die Inspectie moeten vmchijnen al de Miliciens- Verlofgangers, behoorende tot de Ligtingen van 1857, 1858 en 1859; dat die Inspectie zal plaats hebben op de Groote Beursdes morgens t^n lOure, in de volgende orde, te weten: Woensdag 12 Junij a s., de Miliciens der ligting van 1857, Donderdag 13 Junij a. 8 de Miliciens der ligting van 1858, Vrijdag 14 Junij a. s., de Miliciens der ligting van 1859; en dat derhalve de voorz. Verlofgangers ten ernstigste worden aangemaand, ora zich op de gemelde dagen tijdig ter voornoemde plaats te bevindenin hunne militaire kleeding en voorzien van de kleine equipement stukken, welke zij van hunne korpscn hebben medegebragt, alsmede van hunne repu's en zakboekjesten einde te voorkomen de straf bij art. 183 der Wet van 8 Januarij 1817 tegen de achterblijvenden bepaald. Rotterdam den 5 Junij 1861. Burgemeester en Wethouders voornoemd, de Secretaris, de Burgemeester, J. L. NIERSTRASZ. J. F. 110FFMAK niemand in mijne begeerte om Italie volkomen vrij te zien van de Ooatenrijksclie heerschappij, maar ik weiger aan te nemen de gewapende heerschappij van Sardinie over de tot hiertoe vrije volken van Italie (oh! oh! en gelach), als eene v.are definitie van Italiaansche vnjheid. Sir ik vrees niet zelfs in het1 Cavour Lagerhuis te verklaren dat ik in den dood van graaf Cavour den vinger van Gods regtvaardigheid meen te zien (luide kreten van ohoh1 en herhaalde interruption)." Sir Robert PeelMag ik voorstellen O'Donoghue. Laat het Huis niet (oh! oh!) laat het Huis mij niet verkeerd verstaan. Ik ben verre van mij te verheugen in het eindigen van zijne loopbaan, (oh! oh!) integendeel. ik betreur het, of- schoon ik het betreur om redenen die zeer verschillend zijn van die der geachte leden" (voortdurend gejouw en interruptie, die den heer O'Donoghue noodzaakten te zwijgen.) De heer Milnes gispte ten strengste de uitdrukkingen van dien spreker, en lord Palmerstou eindigde met eene warme lofrede op het persoonlijk karakter en de uitstekende diensten van graaf Cavour deze zeer belangrijke discussie, die O'Donoghue en zijne partij noodzakelijk in de aehtirtg van alle weldenkenden moet doen dalen. llet antwoord van lord John Russell op de inter- pellatie van den heer Dunlop bevestigde de geruchten dat de heer Graham Dunlop op verzoek van het Oostenrijksch Gouvernement van Pesth naar Weenen is teruggeroepen. De Morning Chronicle is verwoed over de inschikkelijkheid van lord John Russell tegen- over het Oostenrijksch Gouvernement, en beschuldigt hem dat hij bezield vvordt door de begeerte om Enge- land te mengen in plannen voor de hernieuwing der magt van het Habsburger Huis en de herstelling der Familie Orleans op den troon van Frankrijk. De slaaf Anderson, wiens uitlevering van Canada naar de Zuidelijke Staten van Noord-Amerika onlangs door ons Gouvernement werd verhinderd, is heden hier gearriveerd. LONDEN 8 Junij. Particuliere Correspondentie. De oppositie heeft gekapituleerd. Het finantieel plan van den heer Gladstone werd gisteren avond in net Hoogerhuis voor de tweede maal gelezen met de toestemming van lord Derby, die verklaarde er zich niet tegen te willen verzettenofschoon hij het budget in alle opzigten afkeurde. De Ilertog van Rutland zag zich derhalve genoodzaakt zijn ameudement, om de;tweede lezing zes maandenuit testellen, intetrekken. De Ministeriel^n, en vooral de heeren Bright c. s., zijn over deze uitkomst uiterst voldaan en prijzen het in lord Derby dat h j de weinig loffelijke tactiek van den heer Disraeli in het Lagerhuis niet gevolgd heeft. De afschafting der papierbelasting is dus een fait accompli en onze Natie behoeft mt niet langer be- vreesd te zijn, dat tusschen het Huis der Lords en dat der Gemeenten eene botsing zal ontstaan, die noodzakelijk voor ons Land hoogst onaangename gevolgen had moeten na zich slepen. De dood van graaf Cavour maakte gisteren avond in het Lagerhuis eene der belangrijkste onderwerpen van discussie uit. Sir Robert Peel en lord John Russell betuigden hun diep leedwezen over de treurige ramp die Italie door het verlies van den grooten Staatsman had geleden, en wijdden uit in lof over den overledene, waartegen de heer O'Donoghue, als vertegenwoordiger der Ultramontanen, nogtans ten sterkste protesteerde. Dat fanatiek lid haalde zich, door zijne onwaardige uitdrukkingen en stnaadredenen, het algemeen misnoegen en de wel verdiende veront- waardiging van anderen op den lials; zijne uitdruk kingen die mogen worden beschouwd als de weerklank der retrograde partij waartoe hij behoort, verdienen, dunkt mij wel de bijzondere opmerkzaamheid uwer lezers, aan welke gij ongetwijfild het verdere in deze zitting behandelde uit het Parlementair verslag- mede- deelt. „lk sta op," dus ving hij aanom mijn volkomen verschil in gevoelen uit te drukken met het voorstel van het lid voor Tamworth (sir R. Peel) en van den lof door den Secretaris van Staat voor buitenlandsche zaken zoo kwistig den overleden graaf de Cavour toegezwaaid. Een der voornaamste eigenschappen van Cavours politi k wasvijandelijkheid tegen het wereldlijk gezag van den Pans luide toejuichingendoorsoinmige leden), en het karakter dier politiek was eene har.l- nekkige en stelselmatig valsche voorstelling (neen! neenvan den toestand der zaken in de Staten der Kerk, ten einde de vergrooting van Sardinie te be- schermen en te begunstigen (luide kreten van neen! neen! en oh1 oh!). Eene dusdanige politiek moge ongetwijfeld harmonieren met de vooroordeelen van vele leden aan beide zijden van dit Huis, die bereid zijn ieder sprookje te gelooven omtrent Pauselijk wanbestuur, en met de ilomme dweepzucht van velen in dit Land gelach1, die eveneens be reid zijn die te gelooven; maar ik twijfel niet of die politiek was eene grove beleediging jegens de heiligste gevoelens van de groote meerderheid der Christenen in de geheele wereld. Ik zeg dat ik voor niemand zwicht, noch voor den geachten baronet, noch voor den Secretaris voor buitenlandsche zaken, in mijne begeerte om het Italiaansche Volk vrij te zien (spot- tende kreten vau „hoor! boor1") lk zwicht voor Lord Granville sloeg ghtereii in het Hoogerhuis de tweede lezing der wet op de inkomsten voor en betoogde het grondwettige van den vorm waarin zij vervat was, tot bewijs waarvoor hij onder anderen aanvoerdb hoe de minister Pitt in 1787 insgelijks d- reis verschillende deelen van zijn finantieel plan in eene en dezelfde wet had vereenigd. De Hertog van Rutland sloeg het uitstel voor met verwerping gelijk staanden tijd voor, vooreerst omdat hij het beweerd bestaan vau een overschot betwijfelde, ten tweede omdat de af- schaffing van andere belastingen dan die op het papier verkieselijker zijn zou, en eindelijk omdat de vorm waarin de wet vervat was de vrije handeling van het Hoogerhuis belemmerde. Lord Derby zeide daaren- tegen dat, ofschoon de wet wel in meer dan 66n opzigt gebrekkig was, hij daarom de verwerping er van niet kon aanraden. De meerderheid van het Lagerhuis had zich voor de afschaffing der papier belasting verklaarden zijn lordschap erkende hoe het billijk is dat het Hoogerhuis, in zaken van belastingen en andere finantiele maatregelenenkele gevallen uit- gezonderdzich naar het oordeel van het Lagerhuis voegt Hij durfde derhalve geen tegeustand aanraden en hoopte dat de Hertog van Rutland niet op zijn voorstel aan zou dringen, maar dat het Huis zich vergeuoegen zou met aan de Regering, met name aan den Kanselier der schatkist, de zware verantwoorde- lijkheid over te laten van ten opzigte der openbare geldmiddelen op eene onbedachtzame en ligtzinnige wijze te hebben gehandeld. Lord Grey sprak in gelijken geest, maar vermaande tevens de Regering den we8 der verstandige bezuinigingen, behoudens de zorg voor eene krachtige nationale verdediging, in te slaan. Nadat lord Mouteagle den vorm der wet nog had verdedigd en opgemerkt had hoe de splitsing doelloos geweest zou zijnnu het bleek dat eene afzonderlijke wet op de papierbelasting toch ook zou zijn aange- nomen, trok de Hertog van Rutland zijn amendement in en werd de wet ten tweeden male gelezen. In het Lagerhuis vroeg de heer Lidilell of het voorstel, door de Regering aan de VereenigdeStaten en aan de Geconfedereerde Staten van Amerika ge- daan, om aan de oorlog- en kaperschepen der beide partijen het binnenbrengen hunner prijzen in havens van het Vereenigd Koningrijk en der Engelsche volk- plantingen te verbieden, met vroegere soortgelijke gevallen overeenkomstig was, vvaarop lord Russell antwoordde dat er geen voorstel gedaan is, maar wel bevelen uiteevaardigd zijn om aan de bedoelde oorlog- en kaperschepen het binnenbrengen van prijzen in onze havens te verbieden. Moeijelijk viel het te zeggen hoe er vroeger is gehandeld, aangezien er in den lateren tijd geen groote oorlog gevoerd is waarin Engelaud onzijdig bleef. De Regering had dus naar haar besie weten gehandeld. Daarop uitte sir R. Peel den wensch d t het Huis zijn diep leedwezen over den vroegtijdigen dood van graaf Cavour uiten zou, waarop lord Russell als zijne meening verklaarde dat nooit iemand cich zoo met lijf en ziel aan het welzijn van zijn Vaderland gCwijd had als die Minister. Hij was, zeide zijn lordschap, met groote bekwaamheid en geschiktheid voor den arbeid toegerust, en wijdde die eigenschappen onaf- gebroken aan de voltooijing der onafhankelijkheid des Italiaanschen Volks. De wijze waarop hij de belang- stelling der Europesche Mogeudheden in zijn werk opwekte, door voor te slaan in de Krim gemeen- sohappelijk met Frankrijk en Engeland te handelen, en zijne latere handelwijze in het Parijzer Congres, bewijzen hoe hij de juiste middelen ter bereiking van zijn doel kende Het was thans het oogenblik niet om van de door hem aangeknoopte onderhandelingen tc spreken, maar dit kon de .Minister nog zeggen hoe hij zich gelukkig achtte meermalen in diplomatieke en persoflfilijke betrekkingen met hem gestaan te hebben, en thaus hulde aan een man te kunnen bewijzen, wiens li-vcii eene gewigtige bladzijde in de geschiedenis zijns Lamb beslaan zal. De O'Donoghue beweerde dat de graaf de (ftffi voe.,1 *m. van den Kerkelijken Rtsat voort durend verkeerd heeft voorgesteld om de vergrooting van Sardinie daardoor te bevorderen, en deed hem nog andere verwijten, die strenge berisping onder- gingen. (Zie dienaangaande de Particuliere Corres pondentie.) Lord Palmerstou merkte op hoe sir R. Peel ge- wenscht had dat het Huis de smart over den dood van een doorluchtig Staatsman op het Vasteland in zijne jaarboeken opteekende, maar hij geloofde dat daatvau geen voorbeeld bestond, zelfs niet als Fngelaitd zelf een zijner uitstekendste bewindslieden verlor n had. Het Huis zou zich dus met de uitingen van leedwezen, door verschillende leden gedaan, moeten tevreden houden. Echter kon hij zich niet weerhou den van op zijne beurt zijn diep leedwezen over den dood van den graaf de Cavour uit te spreken, wiens verlies niet alleen door diens eigen Land, maar door geheel Europa gevoeld zal wordenen wiens leven eene gewigtige plaats in de bevvondcring des menschdoms beslaan zal, zoo lang de geschiedenis de jaarboeken der wereld aan de nakomelingschap pi overbrengen De graaf de Cavour, zeide de eerste Minister ten slotte, is door een ontijdigen dood aan deze wereld ontrnkt, maar men kan niet zeggen dat bij voor zijnen roem te vroeg is gestorven. Daarna heeft het Huis in committe de sour van 138,276 voor de dienst der vrijwilligers toegestaan. Met toestemming van Roiling Victor Emmanuel en onder bet voorzitterschap van zijnen gezant te Londen heeft zich hier eene vereeniging tot onder- steuning van noodlijdeude Italianen in deze hoofdstad gevormddie geenerlei staatkundig doel maar alleen tot oogmerk heeft aan anne Italianen van alle ge- loofsbelijdenis, die ondersteuning waardig zijn woning, voedsel en kleederen te verschatfenhunne kranken te verplegen en, des noodig, voor hunne kindercn te zorgen. De heeren Ashley, Monckton Milnes, Layard en Panizzi zijn nevens anderenleden van het be stuur der Vereeniging. Blondin heeft zijne tweede zoogenaanule lucht- is ogjg transept van hg_t krtstallen paleis te Sydea met het boste gevofg volbragt. llet aantal der toescliouwersofschoon aanzienhjk, was echter met zoo groot als men verwacht hadmaar zal denkelijk bij eene volgende gelegenheid wanneer de toegang- prijs op slecnts een shilling gesteld wordt, verbazend zijn. Up een gespannen koord verscheen Blondin met eene volledige keukenbatterij op den rug zette die neder en bevestigde haar aan het koord maakte vuur aan bakte rustig eenige eijerkoekenen deed die met groote behendigheid aan zijne beneden staande vrienden toekomen. Even als de eerste keer waren de hoogere standen der maatschappij sterk vertegen- woordigd de jongere dames omringden Blondin toen hij weiler op vasten grond wasin menigte en ver gezelden hem onder gelukwenschingen tot aan het station van den spoorweg. PAKIJS 9 Junij. Particuliere Correspondentie.) De zittmg van het VVetgevend Ligchaam op gisteren was te helangrijk dan dat ik haar met stilzwijgen zou kunnen voorbij gaan. De heer Keller, afgevaardigde uit den Elzas, die zich bij de beraadslaging over het adres op eenmaal als een redenaar van den eersten rang deed kennen, heeft op nieuw eene redevoering gehouden. Na de goedkeuring van het budget voor het ministerie van Staat, dat 18,U42,(>00 francs bedraagt, en van dat voor buitenlandsche zakenhetvvelk 11,213,950 francs beloopt volgde de discussie over het budget van het departement van binnenlandsche zaken. De heer Keller nam het eerst het woord. '/.ijne gevoelens zijn die van een Katholiekhij is het Keizerrijk toegedaan, maar h.j verlangt de grootst mogelijke mate van politieke vnjheid. Zijne rede hep uitsluiterid over binnenlandsche questien. Hij stelde voorop dat het conservative Frankrijk tot in 1858 gerust en vol vertri uwen was geweest, .omdat de Regering zich beijverde het begiusel van gezag te beveihgen tegen de pogingen der revolutionnairen, mair dat van toen af aan de revolutionnairen de Regering misleidden door haar te vleijen en door haar hunne medewerking te beloven. Hij veroordeelde de inschikkelijkheid, waarmede de Regering zich van toen af zoo blindelings mild hetoonde jegens hare vijanden, die tevens de vijanden zijn der maatschappij en der Kerk. Hij verweet de admimstratie hare partijdige I anderen, voor de wetten en het gezag." zwakheid ten aanzien van de revolutionnaire pershij De heer Keller verwijt vervolgens der Regering beschuldigde zelfs de regterlijke magt en spaarde dat zij te korl gekomen is in den eersten phgt der niemand in z.jne h^ftige aanvallen. Ik wil u een nieuwe regeringen en dat zij alien, die door hunue denkbeeld geven van zijne rede, door er eenige gewoonten, hunne genegenlieden of hunne overtui- passages uit aan te halen. gingen aan het verledene gehecht wareit, heeft gekrenkt. Dc heer Keller heeft gesproken van de orgamsatie gekwetst en van zich verwijderd. Zijne couclusie is der drukpers en hier vooral bezitten zijn woordeu een zeer opmerkehjk en geheel h propos. Hij haalt deie sprekend karakter van waarheidEven als de oude woorden aan door Napoleon HI zelf geschreven Fraasehe monarchic er n geslaagd was onder hare De harmonie tusschen de Regermg en de ge v^- vanen de otiafhankelijke strijdkrachten der feodale geerd n kan slechts op tweeerlei wijze bestaanwa.o- nemen en die, behoudens achttien of negentieu uitzon- deringen, de r-enstennnige echo's zijn der correspondent ie lavas en van het bureau der openbare meening. „Te l'arijs, de groote basis der operatie, vormeu le siecle eu l'Opinion Nationale de voorhoede; zij laten de ballor.s d'essai op. vevkenuen uit de verte den loop der gebcurtenisseu en widcrnaijnen alle wat den doortogt zou kunnen belemmeren. In het centrum marcheren deftig de Constitutionnel (gelach), la Patrie, la Presse, !e Temps endeD^bats, zij zelfs wie de bekoorlijkheden vau de vrijheid en de gratie dei Italiaansche eenheid in 't eind hebben genezen van hunne ontembare onafhankelijkheid Eindelijk maakt lePays, alleen, de achterhoede uit. (Algemeen gelach, aller blikken vestigen zich op den beer Granier de Cassagnac, die gezeten is op de bank naast die dc- sprekers.Ilij ilekt de positien welke men wil verlaten; jiij stelt de eerlijke gemoedereu gerust door bet laatst van alien vol te houden dat Garibaldi een vrijbuiter is en flat de gebeurtenissen, die op weg zijn om vervuld te worden, nooit zullen plaats hebben Nieuw gelach.) Intusschen heeft dit magtige leger, om de toescliouwers te vermakeneenige bescheiden tegenstanders noodig, Op wie de slagen nedervallen, die altoos ov'ereind blijven staan maar altijd verslagen worden, even als die arme \rabieren der Champs Elvsees, die op de theaters, bij gelegenheid van onze groote l'eesten, periodiek het vuur van onze troepen te verduren hebben. Maar laten deze parade-vijanden zich wel waehten de grenzen van den veroorloofden tegenstand te over schrijdenSomtijds bragt I'Univers de lagehers op zijne v. de. Men heeft hem opgeheven om een voor beeld te stellen en om plaats te maken voor le Temps en l'Opinion Nationale. „Wanneer de goede uitslag van den veldtogt aldus verzekerd is, kondigt eene bombastische brochure vau tijd tot tijd, bij wijze van overwinnings-bulletinde vorderingen der groote arme'e aan en dit bulletin van den opperbevelhebber wordt door de echoos der door hem gedisciplineerde bladen met hunne toejuichingeu overgebragt tot aan de uiteinden van Frankrijk eu der wereld." Dit tafereel van de georganiseerde pers is treffeud van gelijkenis. Verder pakt de heer Keller den heer Edmond About aan. Een pamfletschrijver, die bet ongeluk heeft van 'gev.-.t misbruiken tot h-i bclastetan van a!U- plaatsen waar hem gastvrijheid is verleend, en die niet verdient in deze zaal genoemd te worden, had een vuilaardig boek over Rome geschreven. In den regel is het te begrijpen hoe, even als een onlangs ver- scheueu geschrift (dat van den Hertog van Amuale), ook dit boek gedurende eenige uren aan de vvaakzaatn- heid van ilea Minister van binnenlandsche zaken heeft kunnen ontsnappen. Maar neen. het zijn dagen, het zijn weken, welke men aan dat boek vergunt. Men legt er beslag op, wanneer een geheele oplaag is uit- verkocht, en wat het proces betreft, men heeft er niet meer vau hooren spreken." De heer Keller verwijt de Regering dat zij de gees- telijkheid laat beleedigen. Vreest gij niet dat wanneer de menigte deze impulsie, die maar al te zeer al de bedorven neigingen vleit, gevolgd zal hebben; dat wanneer de zwakheden van eenigen haar voldoende zullen zijn oyn niet langer te gelooven noch aan de deugden, noch aan lie: onder- rigt van hen, die belast zijn met hare zedehjke epvoe- ding, vreest gij niet dat zij, wanneer zj hetzelfde scepticisme overhrengt op het gebied der openbare zaken en daar hetzelfde onvermijdelijke spoor aantreft vau menschelijke verdorvenheiddat zij alsdan zal eindigen met ook datgene te verliezen wat de heer de Moray zoo juist heeft genoemdhet politieke geloof, om niets anders te zien dan eerzucht, dan intrigues, dan kleingeestige hartstogten, daar waar men alleen den bestendigeu wensch moest zien voor het algemeen welzijn. Veroorlooft mij hier nogmaals het u te zeggen zonder het te weten, beantwoorilt gij aan de dier baarste wenschen van alle vijanden der maatschappij. Inderdaad daar zijn menschen die zich vergeuoegen met een horologie of een zakdoek te annexeren (ironiek gelach), daar zijn er die gelukkiger zijn, en door het aankondigen van aanzienlijke dividenden groote zaken op touvv zetten en millioenen annexeren. Daar zijn er, die slechter zijn en aan het volk een gJuk of vrijheden beloven die onmogelijk zijn, revolutien maken in e'en dag, en een geheelen Staat annexeren. Welnu! even als de smokkelaars de tolbeambten haten, even als de stroopers de veldwaclit rs verfoeijen, even- zoo haten zij die de annexatie beoefenenv ooral de laatstgenoemde soort, - ineer speciaal de K erk, omdat de Kerk len eerbied predikt voor het eigendoin van wereld te vereenigen, zoo heeft onder onze oogen een magtig kenner der tactiekde directeur der druk pers, middel gevonden om de ontembare strijders der gedaehte te organiseren, te disciplineren en in rege- menten te verdeelen. (Langdurig gemompel. Op de vleugels dezer geregelde armee voltigereneven als zoo vele bachi-bouzoucks Uitroepingen), de 534 dagb'aden der provincie, die alien uit bunnen aard onafhankehjk zouden zijn, wanneer zij niet, om hun armelijk. leven te onderhoudenden aalmoes der ad ministrative eu regterlijke aankondigingen moesten uau neer het volk zich laat regeren door den wil van een enkelen, of wanneer het hoofd regeert volgens den wil van alien. In het eerste geval is het despotismus, in het twee le is het de vrijheid. De rust van het eene is de stdte der gravende rust van het andere is de kalmte van eeu helderen hemel. ('/.eer goed, zee.- goed!) Welnu ik verlang dat men ons tut' bedekke met den zwaren steeu der graven (gelach), onder welken eenige ongeruste gemoedereu zich zoud willen opsluiten. Ik verlang voor Frankrijk en zij Regering de kalmte van een helderen hemel."

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamse Courant | 1861 | | pagina 1