N? 291
VRIJDAG
6 DECEMBER.
BIJVOEGSEL
BUJ TE NLAND.
Bureau: Hoogstraat, Wijk 10, N°. 77.
Bij deze Courant behoort een
-
AMERIKA.
ENGELAND.
F R A N K R IJ K.
B E L G I E.
OTTERDAMSCHE CODRAAIT.
De Abonnementsprijs is 24 's jaari of f 6 per drie maanden
franco per post door het geheele Rijk.
Behalve aan het Bureau der Courant kan mea rich by all#
Boekhandelaars en Postkantoren Abonneren.
Enkele Nommers 10 Cents.
>r£?, iTVopwr
GeboorfS^,;TronWri48>D6odberigten van 1 tot 5 regels.... f 1.
Iedere regt) mkekf0.20
Andere Advertentitff per regel0.20
Groote letters aaar plaatsruiwteBij iedere Advertentie 45 Ceats
voor zegelregt ea 1 Exemplaar der Couraat.
New-York 20 novomber. Wanueer men rich
herinnert welk een indruk de tijding van den val van
Sebastopol in Europa maakte, dan kan men zich een
denkbeeld vormenhoe het berigt van den gelukkigen
uitslag der maritieme expeditie hier ontvangen werd.
De vreugde wordt niet verminderd door de omstah-
digheid dat men nog weinig bijzonderheden kent,
integendeel het genot wordt er door verhoogdwant
het laat een ruim veld aan de verbeelding.
Wat is nu echter het voordeel dezer overwinning
Dat de Noordelijken in staat zijn Beaufort in hunne
magt te houden lijdt geen twijfel. De fortendie
zij veroverd hebben, maken elken aanval van de land-
zijde onmogelijk, en de toegang te water is geheelin
hunne handen. Bovendien kan het Zuiden geen groot
leger verzamelen om de Noordelijken te verdrijven.
Oeen enkel regement der Zuidelijken kan den Potomac
verjjjBn, daar generaal Mc. Clellan met het meeste
beleid alle maatregelen neemt, om daar ter gelegener
tijd een goeden slag te slaan. Zollikofer is reeds uit
Kentucky teruggedreven tot Cumberland Gap (Z. W.
grens van Kentucky). Generaal William's leger (in
het westelijk gedeelte van Kentucky) is verloopen,
zoodat due de achterhoede van generaal Rosencranz
geheel vrij is, en het overwinnend leger van generaal
Nelson niets meer in den weg staat om in het getrouw
gebleven gedeelte van Tennessee te vallen.
Onder deze omstandigheden zal het niet gemakkelijk
gaan generaal Sherman, die zijne troepen reeds ge-
land heeft en bezig is om uitgestrekte verdedigings-
werken op te werpen, de overwinning te ontwringen.
Bovendien ligt Port Royal slechts op twee dagen af-
stand van Fort Monroe, en de 10000 man, die zich
nu te Annapolis bevinden, zouden dus spoedig ter
versterking kunnen opdagen.
Wat nu de politische gevolgen van deze overwinning
betreft: Zuid-Carolina zal er niet door tot onderwer-
ping worden gebragt; de haat tegen het Noorden is dasr
zoo hevigdat men zich liever dood zou vechten dan
toegeven, maar met Noord Carolina is de zaak geheel
anders. Beide Staten verschillenbijna inelkopzigt; alleen
de slavernij hebben zij gemeen. De afscheidmg heeft
er dan ook lang zoo veel bijval niet getonden als in
Zuid-Carolma. Een geheel graafschap heeft zich na
de*'scheiding wedr trouw aan de Unie verklaard.
Yijf regementen hadden reeds hunne wapenen neer-
gelegd onder voorwendsel, dat zij door de Zuidelijke
Regering werdtn verwaarloosden nu deze beweging
door den val van Port Royal steun krijgt, zal Noord
Carolina welligt voor de Unie zijn gewonnen.
De Zuidelijke bladen beweren natuurlijk dat de
geheele zaak niets beteckent, en wat het binnendringen
in Zuid-Carolina betreft hebben zij volmaakt gelijk.
„Fort Monroe en Newport-News" zegt onder
anderen The Dispatch is nu reeds zes maanden
door de Noordelijken bezet, en ze zijn nu nog geen
haar breed verder in het binnenland. Zoodra de
Noordelijken voort willen dringen kunnen wij ze met
gemak tegeDhouden. Als men geuieend heeft op deze
wijze eene afleiding te bewerken, en de Caroliniers
en Georgiers uit Manassas terug te doen keerendan
vergist men zich, want verscheidene Zuidelijke rege
menten zijn, juist sedert het ontvangen van deze
tijding, daarheen vertrokken. Kortom: de Groote
Armada heeft Port Royal genomen de berg heeft
eene muis gebaard." Daargelaten nu, of dit laatste
niet wat sterk is, bewijst reeds de toon, waarop dit
en andere Zuidelijke dagbladen over de zaak spreken,
dat He slag het verzet tegen het Noorden eer zal
aanwakkeren dan doen bedaren.
Overigens is natuurlijk de gevangenneming van Slidell
en Mason het hoofdonderwerp van gesprekken en
couranten-artikelen. Dat kapitein Wiikes op eigen
gezag handelde is zoo goed als zeker.
Een telegram uit Washington zegt, dat Wilkes naar
de kust van Afrjka vertrok, met den last om de San
Jacinto terug te roepen, en dat hij eerst in de West-
Indien hoorde van het vertrek der beide commissarissen,
zoodat hij dienaangaande geene bevelen heeft gehad.
Omtrent de gevoelens van het Kabinet in deze zaak is
nog niets bekend. De correspondent van de New-York
Herald berigt wel dat Lincolu verklaard heeft, zelfs
op gevaar van oorlog, de commissarissen niet te zullen
uitleverenmaar wat de President ook moge gezegd
hebben dit heeft hij zeker niet gezegd. In de dag
bladen, en zoover men kan nagaan bij debsvolking,
vindt Wilke's handelwijze algemeene goedkeuring. De
New-York Herald haalt verscheidene bewijsplaatsen
aan, ten betooge dat het overbrengen van dep^ches
gelijk staat met het vervoer van contrabande, en dat
een schip in dit geval regtmatig prijs kan woj-den
verklaard. Het overbrengen van een ambassadeur
door dit blad eene fabriek van depeches genoemd
is dus a fortiori eene daad die met prijsverklaring
kan worden gestraft. Of die depdehes of fabriek van
dep£chtsa.ou naar eeneneutrale haven worden gevoerd,
maakt nrlgens de meening van den schrijver geen
verschil, en dat kapitein Wilkes het schip niet opbragt,
maar zich vergenoegde met het opligten der passagiers,
beschouwt men als eene onnoodige menscbhevendheid.
The Commercial Advertiser van den 19 bevat een
artikel, dat zich van de anderen door zijne gematigd-
heid te gunstig onderscheidt om er niet nog melding
van te maken. Dat eene oorlogvoerende Mogendheid
het regt van onderzoek heeft, wordt ook door Enge-
land toegegeven. Dit kan dus geen bezwaar geven.
Ilet punt in kwestie is dus Commodore Wilkes had
de Trent moeten opbreogen in eene onzij.lige haven.
Schip en lading hadden in dit geval ongeschonden
moeten blijven, tot de zaak was beslist door een prijs-
gerigt, en in dit geval zou buiten twijfel het oordqel
ten gunste van kapitein Wilkes uitgevallen zijn. Nu
dit echter niet is geschied, zal de Engelsche Regering
opheldering vragen. Onze R gering zal die ongetwijfeld
geven, en daarmede zal de zaak afgeloopen zijn,
want voor de onderstelling dat Engeland eene reden
van beklag tegen ons zoekt, vinden wij tot heden
geen reden, daar de neutraliteit zoo strikt mogelijk
door de Britsche Regering is bewaard.
Een ander dagblad The New-York Tribune
zegt over dit onderwerp nogWat zal Engeland zeggen
nu deze twee would-be gezanten met geweld van boord
van een harer schepen zijn gehaald. Wij weten het
niet en het kan ons niet veel schelen. Uitlevering
vragen, kan men echter niet, zonder in beginsel te
erkennen, dat de oorlog van 1812, die ontstaan
is door het weghalen van Britsche zeelieden uit
Amerikaansche schepen, hoogst onregtvaardig was,
en in strijd met het volkenregt. Vindt de Britsche
Regering dus goed te erkennen dat zij in deze zaak
het onregt geheel op hare zijde had, dan vertrouwen
wij ook van ons Kabinet dat het de eerbiedwaardige
boetedoenster wijselijk en genereuselijk zal behandelen.
De stedelijke raad van New-York heeft kapitein
Wilkes het eereburgerschap geschonken, als blijk van
erkenteliikheid voor zijn stoutmoedig gedrag.
LONDEN 4 December.
Pnrticuliere Correspondentie.
Ik kan niet zeggen dat men hier bijzonder getroffen
is door de juistheid der redeneringen van de Ameri
kaansche dagbladen, betreffende de zaak van de Trent.
Het spreekt van zelf, dat vreugde bij het vernemen
der aanhouding van twee zulke gehate personagien,
als de heeren Slidell en Mason, den hoventoon voert,
maar wanneer de wettigheid dier aanhouding bespro-
ken wordt, schermt de Amerikaansche pers op zulk
eene luchthartige wijze met allerlei argumenten, dat
men van grondige behandeling niet spreken kan. Zoo
schaamt zich de New-York Herald niet om tot eene
nieuwe ligting van zeelieden en soldaten aan te spr4*vens"p:rotoso? der "Algemeene Geschiedenis aan de
nog eene verdere daling afwRcht, om weder in te
koopen wat hij heeft verkocht, ziet zich bedrogen en
moet ten gevolge der rijzing inkoopen met verlies.
Wat den handel betreft, daarvoor was de oorlog
^.et Rusland vrij wat schadelijker. dan een oorlog met
Amerika kan zijn. Uit Rusland moet het grootste
gedeelte komen van de granen, die men jaarlijks ver-
bruikt. en het eerste gevolg van den oorlogj met
Amerika zou het verbreken der blokkade en dus het
einde van den katoen-nood zijn. Overigens zijn de
commerciele relatien van beide Landen tot Engeland
dezelfde. Het eenige punt van verschil is dus in het
voordeel, niet in het nadeel van den handel.
Ten slotte was men in 1854 volstrekt niet op oorlog
voorbereid, en bijna alles moest met groote geldelijke
opofferingen worden aangeschaft. Nu is, door hetgeen
in de drie laatste jaren aan vloot en leger is ten koste
gelegdEngeland in dit opzigt magtiger dan ooit te
voren.
Intusschen gaat de Regering voort zich ernstig voor
te bereiden. Van daag wordt weder een Kabinetsraad
gehouden en gisteren zijn naar Chattam, van wege
de Adiuiraliteitbevelen gezonden om de Galatea van
26, de Rattlesnake van 21 en de Pylades van 21
stukken, te zamen van 1600 paardenkracht, gereed
te maken om zee te kiezen. Daarbij komen te
Sheerness de Severn, de Barrossa en de Rosario, te
zamen 83 stukken en 1050 paardenkracht. terwijl
50 nieuwe scheepstimmerlieden en 100 arbeiders zijn
aangenomen. Te Woolwich is bevel ontvangen deze
week 100 nieuwe werklieden aan te nemen, terwijl
de Devastation en de Vesuvius onmiddellijk voor de
dienst moeten worden gereed gemaakt.
Ook de reserve-bemanning van Hartlepool heeft het
voorbeeld der mannen van de Theems, de Wear en
de Tyne gevolgd, en het Gouvernement zijne diensten
aangeboden.
Men verzekert dat de Fingal, die volgens gerucht
door een Amerikaansch oorlogschip was genomen, de
blokkade is ontsnapt en te Savannah binnengeloopen.
Het raderbootje de Investigator, dat voor dr.
Livingstone is gebouwd, heeft gisteren een proeftogt
gedaan op de Teems, met den hesten uitslag.
Een onzer dagbladen berigt dat een kapellaan van
de Koningin van Spanje, D. Fernando de Castro,
ren, om eene handelwijze, die het blad als onwettig
erkent, tegen onze vorderingen te verdefligen. Bladen,
die hier te Lande een minderen naam hebben, maar
inderdaad degelijk zijn, The Evening Post, The
Commercial Journal The Boston Journal en The
Providence Journal, zijn veel kalmer in hun oordeel,
terwijl brieven, die hier uit New-York en Boston ont
vangen zijn, duidelijk bewijzen, dat de zaak althans
op den handelstand een zeer ongunstigen indruk heeft
gemaakt, zoodat men meent, dat de overwinning van
Port Royal niet tegen het ongerief, door' den kapitein
van de San Jacinto veroorzaakt, kan opwegen. De
hoofdvraag blijft echter; wat zal de Regering der
Vtreenigde Staten doen? Liever dan het voorbeeld
van zoovele anderen te volgen, en mij in allerlei
gissingen te wagen, die toch voorloopig gissingen
moeten blijven, zal ik een anderen weg inslaan.
Een paar dagen geleden gaf The Times eenige
merkwaardige beschouwingen omtrent de daling der
fondsen, in verband met de vermoedelijke gevolgen
van het gescbil met Amerika. Ik deel ze in uittreksel
mede, daar dergelijke redeneringen vrij wat nuttiger
zijn dan de hartstogtelijke bespiegelingendie men
nu dagelijks verneemt, en die zich toch grootendeels
slechts gronden op zeer losse geruchten. Eene daling
van 2 per cent in de Geconsolideerdenen van 4 of
5 per cent in alle andere fondsenis zeker nog al
van belang. Maar de fondsen verkeerden reeds in
gedrukte stemming door de vrees voor oorlog, die
dezen winter of in de aan9taande lente hier of daar
dreigt uit te breken; verder zijn in de laatste veertien
dagen groote bezendingen goud aangevoerd, en de
Bank zou hoogst waarschijnlijk, als alles rustig was
gebleven, het disconto tot op 2% per cent hebben ver-
laagd. Neemt men al die omstandigheden in aan-
merking, dan kan men gerust beweren dat de Gecon
solideerden reeds 4 per cent lager waren, dan in
gewone tijden het geval zou zijngeweest. En wanneer
het nu werkelijk tot oorlog komt, dan zal eene verdere
daling daarvan het gevolg zijn, want in een tijdsgewricht
zoo als wij nu beleven handelen de effecten-makelaars en
hunne clienten slechts volgens den indruk van het
oogenblik. Iemand die niet speculeert, en die niet
genoodzaakt is zijne effecten tot elken prijs te ver-
koopenzal w61 doen tot zijne geruststelling eens na
te gaan wat in dergelijke omstandigheden vroeger is
geschied en geschieden moet. Toen de Krim-oorlog
uitbrak, daalden de Geconsolideerdenvan januarij tot
maart, van 93% tot 85%. Niettegenstaande nu de
oo log veel kostbaarder en langduriger werd, dan
men in den beginne had vermoed, stegen de fondsen
in de twee volgende maanden van 85% tot 91%, en
al daalden ze nog eens nu en dan, den laagstenstand
der vorige maanden bereikten ze niet meer. Toch
was het disconto, op het oogenblik toen de oorlog
uitbrak, bijna tweemaal zoo hoog als nuen was er
veel minder metaal in de Bank. Gedurende de ge
heele worsteling, die twee jaren aanhield was er geen
percent verandering in de waarde van het geld op ver-
schillende tijdstippen, het spoorwegvervoer bleef vol-
doendeen de zaken gingen vrij ongestoord hun gang.
Na de daling, veroorzaakt door den eersten schnk,
moet dan ook van zelf reeds eene rijzing volgen.
Ieder verkoopt, en bijna niemand weet wat hij met
zijn geld zal aanvangen. Het meerendeel blijft echter
niet renteloos- liggen. De bankiers, die men het toe-
vertrouwt, koopen er schatkistbiljetten of andere pa-
pieren van dezen aard voor. Daardoor ontstaat in
deze papieren eene rijzing, die het vertrouwen van
de houdera der Staatspapierfln herstelt, en ieder die
Universiteit, in eene preek de hovelingen zeer ver-
baasd heeft, door de verklaring, dat hij het met vader
Passaglia eens was, betrekkelijk de wereldlijke magt
van den Paus, terwijl hij daarop met veel vuur een
eenig Italie verdedigde.
In brieven uit St. Petersburg wordt verzekerd, dat
de Keizer binnen kort eene algemeene amnestie zal
verleenen, aan alle personen, die in dejongste studenten-
onlusten betrokken zijn geweest.
Men spreekt hier op nieuw van een aanstaand be-
zoek des heeren de Persigny in Londen.
Z. K. H. Prins Albert is sedert eenige dagen
door een ligte aanval van koorts genoodzaakt zijne
kamer te houden.
Op voorstel der heeren Horsfall en Cobden,
leden van het Parlement. zal waarschijnlijk door de
Kamer van koophandel te Liverpool voor de volgende
bijeenkomst van het Parlement, het zeeregt van oor
logvoerende Mogendheden, vooral wat betreft eene
blokkade, uitvoerig worden behandeld.
Gisteren namiddag zijn te Chatham 150 man
troepen van China aangekomen. Zij hadden Hong-
Kong 29 junij, aan boord van het transportschip
Lemon, verlaten. 15 man zijn onderweg overleden.
PARIJS 4 December.
Particuliere Correspondentie.)
De Senaat heeft heden namiddag alleen eene bijeen
komst in de sectien gehouden, ter henoeming der leden
van de commissie tot onderzoek van het senatus-consult,
waarbij wijziging wordt gebragt in dat van 26 december
1852. De namen dier leden zijn mij echter nog niet
bekend.
Weder kondigt men tegen morgen eene zitting van
den Ministerraad aan, welke door den Keizer zal ge-
presideerd worden.
Dat zijn als 't ware de belangrijkste tijdiugendie
ik u heden uit deze hoofdstad kan melden. Ik zal
uwe aandacht immers maar niet vermoeijen met
allerlei redeneringen, waartoe het Britsch-Amerikaansch
conflict bij voortduring stof geeft. Alleen wil ik
releveren dat de uit deze hoofdstad aan The Morning
Chronicle geschrevene correspondentievolgens
welke onze Minister van buitenlandsche zaken,
Thouvenelaan lord Cowley zou verklaard hebben,
dat bij onze Regering het besluit vast staat om de
Zuidelijke Confederatie te erkennenzoodra Groot-
Brittanje zulks zal gedaan hebben hier minstens
zeer voorbarig wordt geacht.
De overige tijdingen uit ons binnenland zijn ook
vrij schraal, en de dagbladen schijnen reeds zeer voor-
zigtig te zijn geworden om het een of ander chapiter
te bespreken, waarin zij trouwens groot gelijk hebben,
want het zou niet moeijelijk vallen om bijna alle be
schouwingen te rangschikken onder de zeer elastieke
rubriek aanvallen op onze Constitute."
Alleen van regtszaken hoort men spreken. Ik
geloof u reeds ter loops gemeld te hebben dat de
beer de Flers zich in cassatie heeft voorzien tegen
het arrestdat hem veroordeelde wegens eene der
Regering vijandige correspondentie met buitenlandsche
dagbladen.
Thans houdt de correctionele regtbank van Poitiers
zich weder met een zeer zonderling regtsgeding bezig.
Een geestelijkealgemeen bekend onder den naam
van den witten monnik", zal teregt staan wegens
bedelarij, benevens het colporteren en verspreiden van
gedrukte stukken zonder de vereischte authorisatie,
kortom wegens opligterij en diefstal.
Dat men bij ons ook de kleine diefjes hangt, moge
u blijken uit een nieuw dagblad-proces. Het on-
schuldige en vrolijke blaadje, de Revue Anecdotique,
is in heslag genomen. Een zijner laatste nommers
behelsde sommige anecdoten uit de vorige eeuw,
waarvan men de strekking wat heel kras schijnt ge-
vonden te hebben. Het spijt mij dat ik u intusschen
niet weet te vertellen wat de eigenlijke inhoud was.
De telegraaf zal u reeds gemeld hebben dat ik ver-
keerd heb gehandeld, door u het hlgemeen verspreid
gerucht mede te deelen dat Keizerin Eugdnie zich
naar Nizza zou begeven. De Moniteur verklaart dat
berigt voor ongegrond.
De heer Meissonnier is op bijna 50jarigen leef-
tijd tot lid der Academie van schoone kunsten
verkozen in de plaats van wijlen den heer Abel de
Pujol. Na drie stemmingen heeft hij slechts eene
stem meer behaald dan zijn concurrent de heer Hesse.
Naar men wilwaren alle schilders en beeldhouwers
zeer gunstig voor laatstgenoemden gestemd, doch de
musici, bouwkundigen, graveurs enz. waren op de
hand van den verkozene.
De Academie van wetenschappen heeft, door tus-
schenkomst van maarschalk Vaillant, van dr. Hippolite
Larey ten geschenke ontvangen een portret van Bona
parte, als eersten Consul, in het costuum van lid van
het Instituut. Dit uitmuntend geconserveerde stuk is
van het penseel van mevr. Benoist (geboren in 1767
en overleden in 1826) die achtervolgend eene leer'inge
van Lebrun en David was. Zij was gehuwd met den
chef eener afdeeling bij het ministerie van binnen-
landsche zaken en heeft verschillende portretten ver-
vaardigd van Napoleon I en Keizerin Marie Louise.
Uit Italie verneem ik dat door den Minister van
marine de meest dringende orders zijn afgezonden tot
zoo spoedig mogelijke voltooijing van de werken
welke ondernomen worden aan het arsenaal en de
haven van Spezia.
Zoo als ik gisteren wel gedacht had, heeft Le Temps
in zijn heden avond verschenen n.° eene scherpe repliek,
voor dr. Louis Vdron, die gisteren in Le Constitutionnel
wanhopige pogingen aanwendde, om te betoogen dat
er in de gegevene omstandigheden geene sprake be
hoort te zijn van eene ontbinding van het Wetgevend
Ligchaam. De heer Charles Floqnet, die het artikel
van Le Temps teekent, vangt aan met de opmerking,
dat men niet behoeft te vragenof de heer Vdron
zelf afgevaardigde is. In de door hem opgenoemde
merkwaardige feiten eener ontbinding der Kamers,
heeft hi; echter een ongelukkigen greep gedaan, en
als dr. Vdron zegt van nabij alle intrigues te hebben
gadegeslagen bij eene nieuwe verkiezing, voegt de
heer Floquet er bij, dat hij zich vermoedelijk niet altijd
heeft tevreden gesteld met de rol van eenvoudig
toeschouwer.
Als het waar is vervolgt Le Temps dat men
geene overwinning der partijen bij de verkiezingen te
vreezen heeft, en vast vertrouwt dat uit de stembus
weder eene krachtige Wetgevende meerderheid zal te
voorschijn komen, die der Regering, der staatkunde
en der dynastie van den Keizer toegewijd is," dan
kan men ook veilig den vrijen teugel laten aan den
zoo lang bedwongen liberalen stroom. Als eene eerste
satisfactie heeft de volksgeest regt om zijn wettigen
invloed weder te doen gelden, door langs wettelijken
weg zijn wil kenbaar te maken en eene Kamer af te
vaardigendie der Regering niet vijandig zal zijn,
maar voor het minst een vrij uitvloeisel van den
tegenwoordigen volksgeest is.
Ik behoef u niet te zeggen dat ik de zienswijze van
Le Temps geheel deelmaar tevens dat ik bevreesd
ben dat het de stem eens roepende in de woestijn
zal blijven.
In den Moniteur van Algerie komen twee dag-
orders voor; een van den gouverneur-generaal, maar
schalk Pdlissier, hertog van Malakoff, houdende berigt
dat hij zich naar het Moederland moet begeven en de
uitoefening zijner functien tijdelijk opdraagt aan den
vice-gouverneur, den divisie-generaal de Martimprey.
De andere is van gelijke strekking, voor wat betreft
den Staatsraaddirecteur-generaal der burgerlijke aan-
gelegenheden, wiens attributen zullen worden waar-
genomen door zijnen secretaris-generaal.
Ik verneem dat het Amerikaansche stoomfregat San
Jacinto in de eerste dagen van november nog andere
schepen heeft aangehouden en doorzocht. Daaronder
noemt men mij een Deensche brik, Jutland genaamd,
komende van Havana en koers zettende naar de
Antilles, en een Portugeesch vaartuig. Hoewel dit
nu op zich zelf niet veel beteekent, wordt het van
meer gewigt, wanneer men daarin het bewijs zou
moeten zien dat het Kabinet van Washington ver-
meent het regt van visitatie in den meest uitgestrekten
zin te kunnen uitoefenen.
Uit Compitigne verneem ik dat aidaar sedert eenige
dagen in het striktst incognito logeert de Prins van
Capua, oom van den ex-Koning van Napels, FransII.
De Prins heeft zijn intrek genomen in het H6tel de
la Cloche.
La Patrie behelst heden een artikel, dat van den
heer de La Gudronnidre afkomstig is, hoewel het
met den pseudoniem de Laponterie is geteekend.
Daarin wordt betoogd dat Frankrijk niets te maken
heeft met beleedigingen welke Groot-Brittanje worden
aangedaan. Voor het geval echter dat het Kabinet
van Washington weigerachtig mogt bevonden worden
om te verklaren dat de gezagvoerder van de San
Jacinto geheel eigenmagtig handelde, en als Engeland
tot eene erkenning van de Zuidelijke Confederatie
overging dan is Europa verpligt, al ware het alleen
ter wille van de daarbij betrokken handelsbelangen,
eenig besluit te nemen.
Antwerpen 4 december. Uit de puiahoopetn