1946-1964
Burgemeester Peek
neemt afscheid
Veel waardering bij de
grote industrie
Representatieve figuur bij
zilveren medailles en jubilea
Rustig en evenwichtig in
de ambtelijke sfeer
mHHHWUIHUUMMS
Verdraagzaamheid
is een stuk van
's burgemeesters
natuur
ROTTERDAMSCH NIEUWSBLAD WOENSDAG 23 DECEMBER 1964
H. W. METAAL (Gemeenteraadslid
KVP): „Bekend Is dat burgemeester Mr.
J. W. Perk een warm voorstander is
van de Jeugdgemeecieraad en steeds
verwacht beeft, dat deze tot nauwere
politieke samenwerking in de toekomst
zou kunnen bijdragen. Bekend is ook,
dat hij bij de uitreiking van het boekje
„Volk in strijd en verzet*' steeds weer
pleit voor verdraagzaamheid in demo
cratische zin, Te waarderen is verder dat
hij bij jubilea steeds belangstelling toon
de voer de mens als individu. Het spijt
ons alleen, dat hij geen kans heeft ge
zien gevolg te geven aan de wens. die
de Jengdgemecnteraad indertijd beeft ge
formuleerd. n.l. over te gaan tot de in
stelling van een burgerdag voor de jon
geren die de kiesgerechtigde leeftijd be
reiken. Zo'n. jaarlijkse burgerdag, in sa
menwerking met het gemeentestuar door
het Politiek Jongeren Contact te orga
niseren, zou belangrijk lot politieke be
wustwording van de jonge kiezer kun
nen bijdragen''»
JTK HEB DE BURGEMEESTER aan het
woord gehoord bij de installatie van de
Je ugd gem center a ad indertijd. Het was tie
eerste keer, dat ik Mr. J. W. Peek over
de jeugd hoorde spreken. Hij brengt zijn
mening uiteraard ook wel bij andere gele
genheden naar voren, maar bij die instal
latie heeft de burgemeester de samenwer
king op het gebied van de politiek tussen
de verschillende jeugd-groeperingen wel
heel positief benaderd. Hij kon toen na
tuurlijk niet zeggen hoe de dingen zouden
uitpakken, maar hij heeft een aantal vin
gerwijzigingen gegeven en daarbij erop ge
wezen, hoe belangrijk het was dat wij el
kaar op het politieke vlak "»uden vinden.
Dit is een voor de burgemeester typerende
uitspraak, omdat hijzelf echt de man is,
die voortdurend ernaar streeft de stand
punten tot elkaar te brengen. Men zou zo
kunnen zeggen, dat djt een van de grote
verdiensten van de burgemeester is; hij
houdt niet vast aan een eng politiek stand
punt, maar heeft goed begrip voor andere
groeperingen en andere opvattingen dan de
zijne. In die zin heeft burgemeester Peek
de Jeugd gemeenteraad van toen gelukge
wenst en gezegd, dat hij de verdere gang
van zaken met belangstelling zou volgen.
pIJ GELEGENHEID wil ik mijn me-
ning nog wel eens zeggen over de hui
dige gang van zaken bij de Jeugdgemeen-
teraad, waar ik indertijd lid van was. Dat
is een hoofdstuk op zich zelf. Maar wat de
burgemeester betreft: die heeft het met dc
jeugd altijd goed voor gehad. Zonder daar
bij te vervallen in overdreven bescher
ming overigens, want hij hoopte dat de
jeugd wel haar eigen weg zou vinden. Hij
heeft toen zeer nadrukkelijk gezegd, dat
het voor een politieke jongerengroep nut
tig was om met te veel in eigen kring te
blijven praten, maar dat een ontmoeting
op breder vlak van betekenis1 zou kunnen
zijn om de opvattingen van andersden
kenden te leren kennen, waarmee men im
mers toch zal moeten samenwerken. Er
staat me voor de geest, dat hij gezegd
heeft, dat men elkaar in de Jeugdgemeen-
teraad zou kunnen leren waarderen en al
dus zou kunnen bijdragen tot de politieke
meningvorming. Hij heeft daarover ook ge
sproken tijdens de debatten over de ge-
voor het gemeentelijke werk van de kant
van de jeugd zou, zo meende hij, een po
sitieve bijdrage kunnen leveren voor hei
en tel ij ke begrotingen. De belangstelling gemeentelijke werk in de toekomst.
FREEK DE WOLFF: „De burgemees
ter is hier gekomen in een moeilijke
periode van onze stadsgeschiedenis, zij
het een periode met wijde nieuwe pers
pectieven. M-l vliegende haast moest de
stad zich in deze periode ontplooien van
ecu gcisoleerd provinciestadje tot een
stad met grootsteedse allure en Mr.
Peek heeft dit aanstonds ingezien, met
alle konsekwentles van dien. en daar
na deze prespeetieven voltedig in zijn
beleid heeft verdisconteerd. Als men te
rugblikt naar bet gemeenschapsleven ge
durende zijn ambtsperiode, is deze be
leidslijn duidelijk te onderscheiden".
k
W. VAN SCHOONEVELD tWetk. Ge
meente werken)„Begonnen als burg< -
meester van kleine gemeenten met <n*er-
heersend katholiek karakter, heeft bur
gemeester Mr. J. IV. Peek in de stad
Schiedam, waar rekening moest worden
gehouden met verschillende uiteenlopen
de groeperingen, getoond een magistraat
van formaat te zijn» een man van gezag,
maar toch in zijn optreden tegenover de
burgerij bijzonder menselijk, fn Het
college van B. en \V. wist hij de tegen
stellingen te overbruggen en de menin
gen, tot elkaar te brengen. In de Raad
heeft hij bij meer dan een gelegenheid
getoond over stuurmanskunst te beschik
ken en ook bewogen vergaderingen naar
behoren tc kunnen leiden. Uit alles blijkt,
dat hij zich bij de burgerij een veel gro
tere plaats heeft verworven, dan veie
critici hebben gedacht en voor mogelijk
hadden gehouden.
TK HEB ALTIJD bijzonder plezierig
contact gehad met de burgemeester:
hij kwam in het gesprek dikwijls met een
zeer bijzondere eigen mening voor de dag,
die dan meestal zeer verhelderend werkte.
Burgemeester Mr. J. W. Peek is eigenlijk
het type van de vroegere regent geweest,
maar dan niet het type, dat Frans Hals
heeft vereeuwigd en dat thans in het Mu
seum in Haarlem hangt dat zijn af
schuwelijke mensen, die denken leiding te
kunnen geven, maar in feite alleen maar
kleine potentaten zijn nee. een regent,
die echt uit 2ijn eigen aard en over
tuiging doet wat hij meent dat goed is
voor de gemeenschap en daarvan dan geen
stap afwijkt. Hij is een volkomen integere
figuur, die zich door geen enkele kritiek
van zijn doel laat afleiden en dat is wat
ik steeds in hem heb geapprecieerd. Als
wij een vergelijking maken met andere
steden zoals men in Schiedam geneigd is
tc doen, dan zou ik willen zeggen, dat
Schiedam alle reden heeft om dankbaar te
zijn, dat we hier een niet ai te voortvaren
de leiding hebben gehad: op de ontpooiing
onzer stad heeft dat een gunstige uitwer
king gehad.
TN HET BIJZONDER geldt dit ook voor
de grote industrie. Toen burgemeester
Peek hier kwam was de verhouding tus
sen industrie en gemeente koel. Een van
de grote verdiensten van de burgemeester
is geweest, dat hij door zijn grote belang
stelling voor de industrie, deze een grotere
belangstelling voor de gemeenschap heeft
bijgebracht. "Wij hebben geleerd, dat de in
dustrie van de samenwerking met gemeen
telijke instanties slechts voordeel kan heb
ben Wij hebben daarbij de burgemeester
steeds gezien als de coördinerende figuur,
die de samenwerking bevorderde. Wij
hebben na de oorlog tijdens zijn ambtspe
riode heel veel zaken kunnen doen met de
gemeente die door de wethouders en de
diensten waren voorbereid, maar hij was
daarbij voor ons de man. die de groep
vertegenwoordigde. Dat is de typische
functie van een burgemeester en dat zeker
In de ogen van Mr. Peek zelf. Wij heb
ben daaraan de prettigste herinneringen.
Ook bobben wij reden tot erkentelijkheid
omdat de burgemeester steeds bligk van
belangstelling gaf zodra er maar iets bij
ons was. Als een van onze mensen een
koninklijke onderscheiding verwierf, dan
was het als het hem maar enigszins mo
gelijk was de burgemeesterdie de medail
le persoonlijk kwam uitreiken. Hij gaf
daarmee blijk van de belangstelling van
de gemeente en ieder in bot bedrijf heeft
dat als een bijzondere waardering erva
ren.
TTIJ WAS DE EERSTE burger van de
-Tl stad en dit feit stelt aan een mens heel
andere eisen dan als hij zakenman zou
zijn geweest. Het is eigenlijk levensgevaar
lijk een zakenman als burgemeester te
hebben. Dat geeft n.l. wel directe succes
sen, maar op de lange duur blijkt, dat zulk
een burgemeester dingen doet, die In een
risico-dragende onderneming wellicht te
waarderen zijn, maar niet bij de veitegen-
woordïger van 'n gemeente. Die zou daar
mee bij de burgerij onrust en wantrouwen
kunnen zaaien en doet aldus afbreuk aan
het klimaat. Burgemeester Peek heeft ech
ter zifn eigen perken geweten en zich er
streng aan gehouden. Het is erg gelukkig
geweest, dat hij daarmee geen moeite heeft
gehad.
Van grote betekenis voor de industrie is
het huisvestingsbeleid geweest. Dit heeft
steeds de bijzondere aandacht van de bur
gemeester "gehad*. Het was zelfs zijn
grootste zorgenkind. Dat de burgemeester
op dit punt niet steeds 1 ïeeft kunnen doen,
wat wij graag hadden gewild, dat kunnen
wij hem niet kwalijk nemen. -Maar steeds
heeft dc industrie bij hem een willig oor
gevonden en wat gedaan kon worden is
gedaan, gelijk dat ook het geval is in an
dere gemeente in de omgeving, zoals Vlaar-
dingen. Ook op dit punt zien w<j bij bur
gemeester Peek een weloverwogen be
leid. Ais voorzitter van het Actie-Comité
heb ik met voldoening geconstateerd, dat
velen in onze stad dit beleid gewaardeerd
hebben. De lijst van mensen, die mee heb
ben gedaan is bepaald indrukwekkend.
Zij bewijst dat grote groepen, van wie men
overigens slechts weinig hoort, toch ergens
van binnen uit de burgemeester hebben ge
apprecieerd en daarvan door hun bijdrage
blijk hebben willen geven,
Ir, B. WILTON
DEN VAN DE KENMERKEN van bur-
gemeester Peek is de grote verdraag
zaamheid, die hij altijd aan de dag legt.
Die verdraagzaamheid is meer dan forma
liteit, meer dan voorgeschreven ambtelij
ke plicht alleen, maar wel degelijk een
stuk van zijn natuur. Aan de andere kant
vraag ik mij" wél eens af of hij, zelfs op
zijn burgêmeesterszetel. niet wel eens te
verdraagzaam is. Het is een loofelijk ding
verdraagzaam te zijn, maar er zijn gren
zen. Uiteraard moet een burgemeester in
de Raad alle partijen onpartijdig aan het
woord laten, maar bij de burgemeester
was het wel degelijk, dat hij verdraagzaam
tegenover de opvattingen van anderen
stond. De toespraak, die de burgemeester
elk jaar houdt bij de uitreiking van het
boekje „Volk in strijd en verzet" aan de
vertegenwoordigers der hogere klassen
van de scholen, heb ik altijd bijzonder
gewaardeerd orn haar persoonlijke toon. Ik
heb che uitreiking gezien als een poging
de jeugd te wijzen op de bijdrage, die zij
in de toekomst tot de handhaving onzer
democratische fradiües kan leveren. Het
,s een klein steentje in dc opbouw van een
alles omvattende wereldvrede. De burge
meester wijst er zo treffend op hoe ellen
dig de tweede wereldoorlog was en dat ook
in de toekomst andere tijden mogelijk zijn,
clan wat we nu meemaken. Al wordt dan
de oorlog niet gevoerd door de kleintjes,
maar door de grote machthebbers, we
moeten er toch allen naar streven, dat
strijd en onderdrukking, zoals in de jaren
19401943 niet weer terugkomen".
"Ï7"OOR EEN JUISTE beoordeling van
de burgemeester", aldus de heer
F. A. "Wolff, tot uoor kort voorzitter
van de Schtedamse Gemeenschap, „zcm.
men hem moeten hunnen vergelijken
met bijv. burgemeester Van tlaare?i,
maar zulk een vergelijking is nauwe
lijks mogelijk, omdat Schiedam na de
oorlog snel zijn stabiele provinciale
karakter verloren heeft en in de dyna
miek uan de tijd is opgegaan. De daar
op volgende jaren zijn voor de burge
meester niet gemakkelijk geweest, in
de eerste plaats wegens de spanningen
binnen het coltege van B. en W., die
de burgemeester uiteraard opriep, om
dat hij zich voelde als autoriteit, het
geen hij in feite ook was: btj had een
zeer uitgesproken mening, die hij
conté que coüte wilde doorzetten Hei
geen overigens voer een hoofd van
een gemeente te appreciëren valt.
Bijzonder heb ik steeds gewaardeerd
dot hij met grote bereidheid alles
heeft gedaan, dat de S.G. van hem
vroeg en dat is heel wat geweest ut
de loop der jaren. Zijn warme belang
stelling ging uit naar, het verenigings
leven, waarin hij voortdurend acte
de presence heeft gegeven. Ondanks
hetgeen er in de volksmond aan kri
tiek mag leven, is de burgemeester
toch een populaire figuur geworden,
vooral omdat hy het zich een bijzon
dere taak rekende, ook bij de kleinste
onderscheidingen present te zijn en er
een paar hartelijke woorden bfi tc
spreken. Hij rond deze representatieve
kant van zijn taak als burgemeester
terecht zeer belangrijk en hij deed die
dingen bij voorkeur zelfDit is een
van de positieve dingen, die van hem
kunnen worden gezegd. Verder heeft
de burgemeester zich t.a.v de culturele
dingen wat op de achtergrond gehou
den, omdat hij zyn taak in deze aan de
wethouder van culturele zaken had
gedelegeerd en principieel niet tegen
de wethouders inging, zef/s a' wist hy
iets meer van een bepaalde zaak af
in deze dingen heeft burgemeester
Peek zich steeds een groot diplomaat
getoond.
TVTAÏ1 HIJ ECHTER nooit onder
stoelen of banken heeft gestoken
dat was zijn mening, dat in het cultu
rele leven van Schiedam de S G. een
niet te verwaarlozen factor was, een
mening die ik, uiteraard, ook zelf toe
gedaan ben. En met recht zal men dat
toegeven indien men het culturele
leven in ome gemeente met dat van
andere gemeenten vergeïykt. waar
men een overkoepelend orgaan air de
S.Gniut kent. Als erevoorzitter van
de S.G. was in hem bijzonder te tnaar
der en dat hy nooit verstek liet gaan.
renzy er een wel heel dringende reden
voor bestand. Dat heeft zifn weerslag
gehad op het hele verenigingsleven ir>
onze siad. Ik heb Item ten stadkUiZf
vele malen gezien «Is gastheer bij dc
WilhelTnina Mars* een prettige gasi
heerdie sfeer ivist te kweken. Bij de
huldigingen ten stad hui ze vond hy
steeds het juiste woord en dat heeft
zijrt resultaten gehad: ais men niet
voortdurend bad gevoeld, dat he!
hoogste gezag ter plaatse achter hef
verenigingswerk stond, zouden velen
zich mirt der enthousiast hebben ge-
gaven. Hij heeft vele onderscheidingen
uitgereikt en deed deft schijnbaar gc-
makkelljk en n l'improiuste. maar
steeds had hij zich toch van te voren
er behoorlyfc Op gcprenarcerd
Kenmerkend is steeds -de grott
vriendelykheicl i'aii de burgemeester
geweest: hy heeft nooit een hard of
bitter woord over iemand gesproken
Hij was bijzonder voorzichtig tu zijn
uitlatingen en overwoog zorgvuldig
wat ?uj zeggen kon. Dat maak te de
same nicer king met hem zo pleziert a
Het is de vraag of een man met een
ander karakter hel op deze post
goed zou hebben gedaan."
?üiii(!tiiiiiiiiiiiiiHiiiiiitiiiiiiiii![iiiiiiiiimuii]iiiimiiiiiiiii!iiiiiitini!iiuiiii!siiiimiitEniiiiiiiiiuiiiimt]]i}iiiuiitui!iiiimiiimiiiiitiniitii?
IR, BART WJLTON: „In de na-oorlog-
<tc jaren vertminde Schiedams industrJa
een enorme et pans ie, waarbij heel wat
problemen naar voren kwamen, die voor
de oorlog niet hestonden. Het contact
tussen industrie en gemeente leek. in deu
beginne erg moeilijk te zullen worden,
maar wij kunnen stellen, dat van burge
meester Mr. J. W. Peek bij de nieuwe
aanpassing mee een stabiliserende invloed
is uitgegaan. Onder zijn leiding ontwik
kelde zich aan beide zijden, zowel bij
industrie als gemeente, goed begrip voor
elkanders taak en verantwoordelijkheid.
Dit wederzijds begrip zal ook ïn de toe
komst zeker goede vruchten afwerpen.
Van belde zijden zou men zonder dit goe
de begrip niet meer uit kunnen komen".
TN DE ACHTER ONS liggende jaren is
Schiedam het verleden te lijf gegaan
en heeft het stedebouwkundig een alge
hele gedaanteverwisseling ondergaan, De
taak der gemeentelijke diensten is daarbij
niet gemakkelijk geweest. De Burgemees
ter was er steeds een voorstander van
om de wel snelle onfcwikketLing oz> rustige
wijze te bestuderen om daardoor de stads-
ontplooiing een evenwichtig karakter te
geven. Als Voorzitter van de Hufsvestings-
Commissie was de Burgemeester in zeke
re zin daarbij een inspirerende kracht. Zij
is een commissie van advies voor het Col
lege van Burgemeester en Wethouders en
hij had er uiteraard veel invloed.
Ongetwijfeld waren en zfjn de Wethou
ders, die onze stad na de oorlog heeft ge
had en heeft, meer dynamisch dan die van
voor de oorlog en U stelt mij thans voor
het feit als ambtenaar mijn mening te zeg
gen over de belangrijke vraag of de Bur
gemeester desondanks zijn stempel op het
gemeentelijk leven heeft kunnen drukken.
Ook voor de oorlog waren er wel Wethou
ders met een 2ekere kracht, maar toch la
gen de verhoudingen, geloof ik, wel anders
dan tegenwoordig nu door de portefeuille
verdeling de verschillende taken conse
quent meer begrensd worden gehouden.
Ook de taken van de Burgemeester ais
lid van het College van Burgemeester en
Wethouders zijn daarom duidelijk aange
geven. (Zie hierna).
'VEER ZEKER IS een en ander eert ge-
volg van de wijziging in de omstandig
heden. De zich sterk uitbreidende gemeen
te-diensten vragen steeds meer specialisa
tie, het beheer van de gemeente-financiën
met al zijn facetten eveneens.
Nittemin geloof ik, dat de Burgemees-
tr geleid door zijn innerlijke overtui
ging n.l. de, Burgemeester is de door
de Kroon benoemde gezagsdrager als
vertegenwoordiger van dit gezag het sa
menspel in onze gemeente zeer behoorlijk
heeft gediend. Hij heeft voor de ontwikke
ling van de stad een intense belangstelling
gehad, en daarbij een bepaalde visie aan de
dag gelegd. Wel heeft hij, anders wellicht
dan meerdere collegea elders, zich op het
standpunt g isteld: laten wij rle ontwikke
ling van Sc liedam in rustige banen leiden.
Schiedam kan niet groter worden dan
120.000 tot 130,000 inwoners en waarom
zouden wij dat in een zeer snel tempo wil
len bereiken. Het kan voor de gemeente
alleen maar nuttig zijn ook financieel,
de rente en aflossing van de voor alleriei
grote werken op te nemen gelden moeten
door de gewone dienst worden opgebracht
als dit. geleidelijk en weloverwogen ge
beurt. Dit is ook zijn standpunt ten aan
zien van de bouw van het nieuwe Stadhuis,
dat hem tóch zo na aan het hart ligt.
Gezegd moet worden, dat de Burgemees
ter de mogelijkheden en de draagkracht
van Schiedam naar behoren heeft afgewo
gen en ze heeft verdisconteerd in zijn be
leid.
DEN TYPISCHE KONSEKWENTIE van
zijn opvatting van zijn taak was, dal
Burgemeester eveneens zich zeer serieus
heeft onthouden van het maken van vele
dienstreizen op kosten van de gemeen
schap. Dit strookte niet met zijn opvattin
gen. De representatieve kant van zijn
laak, vooral in de eigen stad. heeft de
dc Burgemeester eveneens zeer serieus
opgevat.
Bijzonder te waarderen valt de wijze,
waarop hij steeds bij festiviteiten, bij hul
digingen, bij het uitreiken van önderschei-
dmgen en bij andere belaugiyke evene
menten acte de presence gaf.
Het vieren van vele lustra door 2eer ve
le \eremgingen, vanzelfsprekend als regel
*s avonds, woonde hij zoveel mogelijk bij.
Het ts duidelijk dat dit zeer voel tijd
opeiste.
De Burgemeester had vele ambtelijke
functies.
Uiteraard was hij voorzitter van de Ge
meenteraad, voorzitter van het College van
B. en W.. voorzitter ook van de commis
sie van Strafverordeningen^ van (le Com
missie van administratie van bet Gemeen-
tt-Ziek en hu is, van hei College van Regen
ten van het SI. Jacobs Gasthuis, tan de
commissie van beheer der fondsen, afkom
stig van de vernietigende Gilden, van de
Huisvestmgs-Commissie en van de com
missie Vlees-Keur in gskrtng Schiedam. Een
grote verantwooideHjkheid droeg hij aïs
hoofd van de Politie en van de Brandweer.
Bovendien, vertegenwoordigt hij de ge
meente in de Rijnmond-Commissie.
G. VËIUitLhüONK tVoorz. Sch. Mid
denstands Centrale) „Voor dc midden
stand was dc periode, waarin burge
meester Peek hier de leiding had, er een
van de snelle veranderingen. Nieuwe mo
gelijkheden ontstonden in de nieuwe wij
ken, meer ïn het bijzonder in Nieuw land
en het moet worden gezegd, dat bij do
verdeling der luïmte de winkeliers goed
tot hun recht zijn gekomen, zij het dat
zij niet blijvend bij het overleg zijn be
trokken. De winkelstand zou het op prijs
hebben gesteld, indien de burgemeester
tn dit opzicht zijn beleidslijn nog wat
krachtiger had doorgetrokken, Wel heelt
de middenstand met voldoening vastge
steld, dat dc kleine middenstanders en
de bedrijfjes, die wegens de sanering
moesten verhuizen, door de nieuwe seha-
rfe ver gordings leveling thans beier aau
hun trekken komen".
Wat i.h.b. het bureau Huisvesting be
treft, ook daarvoor had dc Burgemeester
ccn grote belangstelling. Ook op dit ter
rein heeft hij steeds met beide benen op
de grond gestaan en zich gespiegeld aan
de reaiiteit en aan de mogelijkheden die
werden geboden. Hij heeft zeer konsekwent
de zaak in handen gehouden en dat steeds
in de beste harmonie én met de commis
sie én met ondergetekende.
Persoonlijk zou ik Burgemeester Peek
willen noemen: een sympathiek mens, een
prettig verteller, een uitstekend kenner van
de kerkelijke geschiedenis en een bekwaam
redenaar, weJfce hoedanigheden hem tot
een representatieve figuur bij uitstek heb
ben gemaakt.
Ik meen te kunnen besluiten met deze
opmerking: wij ambtenaren hebben in
hem een goede Burgemeester gehad.
J. VAN DE GRIEND
J. VAN DU GRIEN» (chef Bureau
Huisvesting): ,Jn mijn functie van hoofd
van Bureau Hulsvesting heb ik bijna IS
jaar raet burgemeester Mr. J. W. Peek
samengewerkt en de wekelijkse verga
dering van de Huisvestingscommissie
meegemaakt, tk kan niet anders zeggen
en ik. ben overtuigd, dat de leden en
oudleden er evenzo over denken dat
de vergaderingen steeds in een zeer pret
tige sfeer werden gehouden en dat de
persoonlijke verhoudingen, steeds bijzon
der aangenaam zijn geweest, vooral ook
omdat de burgemeester de gave heeft
de dingen goed te kunnen formuleren en
zijn opvattingen en wensen rustig en
plezierig voor te dragen. En dat was
heus niet alleen zo in de vergaderingen
van de Huïsvestingscommissie".