1946-1964 Burgemeester Peek neemt afscheid Veel waardering bij de grote industrie Representatieve figuur bij zilveren medailles en jubilea Rustig en evenwichtig in de ambtelijke sfeer mHHHWUIHUUMMS Verdraagzaamheid is een stuk van 's burgemeesters natuur ROTTERDAMSCH NIEUWSBLAD WOENSDAG 23 DECEMBER 1964 H. W. METAAL (Gemeenteraadslid KVP): „Bekend Is dat burgemeester Mr. J. W. Perk een warm voorstander is van de Jeugdgemeecieraad en steeds verwacht beeft, dat deze tot nauwere politieke samenwerking in de toekomst zou kunnen bijdragen. Bekend is ook, dat hij bij de uitreiking van het boekje „Volk in strijd en verzet*' steeds weer pleit voor verdraagzaamheid in demo cratische zin, Te waarderen is verder dat hij bij jubilea steeds belangstelling toon de voer de mens als individu. Het spijt ons alleen, dat hij geen kans heeft ge zien gevolg te geven aan de wens. die de Jengdgemecnteraad indertijd beeft ge formuleerd. n.l. over te gaan tot de in stelling van een burgerdag voor de jon geren die de kiesgerechtigde leeftijd be reiken. Zo'n. jaarlijkse burgerdag, in sa menwerking met het gemeentestuar door het Politiek Jongeren Contact te orga niseren, zou belangrijk lot politieke be wustwording van de jonge kiezer kun nen bijdragen''» JTK HEB DE BURGEMEESTER aan het woord gehoord bij de installatie van de Je ugd gem center a ad indertijd. Het was tie eerste keer, dat ik Mr. J. W. Peek over de jeugd hoorde spreken. Hij brengt zijn mening uiteraard ook wel bij andere gele genheden naar voren, maar bij die instal latie heeft de burgemeester de samenwer king op het gebied van de politiek tussen de verschillende jeugd-groeperingen wel heel positief benaderd. Hij kon toen na tuurlijk niet zeggen hoe de dingen zouden uitpakken, maar hij heeft een aantal vin gerwijzigingen gegeven en daarbij erop ge wezen, hoe belangrijk het was dat wij el kaar op het politieke vlak "»uden vinden. Dit is een voor de burgemeester typerende uitspraak, omdat hijzelf echt de man is, die voortdurend ernaar streeft de stand punten tot elkaar te brengen. Men zou zo kunnen zeggen, dat djt een van de grote verdiensten van de burgemeester is; hij houdt niet vast aan een eng politiek stand punt, maar heeft goed begrip voor andere groeperingen en andere opvattingen dan de zijne. In die zin heeft burgemeester Peek de Jeugd gemeenteraad van toen gelukge wenst en gezegd, dat hij de verdere gang van zaken met belangstelling zou volgen. pIJ GELEGENHEID wil ik mijn me- ning nog wel eens zeggen over de hui dige gang van zaken bij de Jeugdgemeen- teraad, waar ik indertijd lid van was. Dat is een hoofdstuk op zich zelf. Maar wat de burgemeester betreft: die heeft het met dc jeugd altijd goed voor gehad. Zonder daar bij te vervallen in overdreven bescher ming overigens, want hij hoopte dat de jeugd wel haar eigen weg zou vinden. Hij heeft toen zeer nadrukkelijk gezegd, dat het voor een politieke jongerengroep nut tig was om met te veel in eigen kring te blijven praten, maar dat een ontmoeting op breder vlak van betekenis1 zou kunnen zijn om de opvattingen van andersden kenden te leren kennen, waarmee men im mers toch zal moeten samenwerken. Er staat me voor de geest, dat hij gezegd heeft, dat men elkaar in de Jeugdgemeen- teraad zou kunnen leren waarderen en al dus zou kunnen bijdragen tot de politieke meningvorming. Hij heeft daarover ook ge sproken tijdens de debatten over de ge- voor het gemeentelijke werk van de kant van de jeugd zou, zo meende hij, een po sitieve bijdrage kunnen leveren voor hei en tel ij ke begrotingen. De belangstelling gemeentelijke werk in de toekomst. FREEK DE WOLFF: „De burgemees ter is hier gekomen in een moeilijke periode van onze stadsgeschiedenis, zij het een periode met wijde nieuwe pers pectieven. M-l vliegende haast moest de stad zich in deze periode ontplooien van ecu gcisoleerd provinciestadje tot een stad met grootsteedse allure en Mr. Peek heeft dit aanstonds ingezien, met alle konsekwentles van dien. en daar na deze prespeetieven voltedig in zijn beleid heeft verdisconteerd. Als men te rugblikt naar bet gemeenschapsleven ge durende zijn ambtsperiode, is deze be leidslijn duidelijk te onderscheiden". k W. VAN SCHOONEVELD tWetk. Ge meente werken)„Begonnen als burg< - meester van kleine gemeenten met <n*er- heersend katholiek karakter, heeft bur gemeester Mr. J. IV. Peek in de stad Schiedam, waar rekening moest worden gehouden met verschillende uiteenlopen de groeperingen, getoond een magistraat van formaat te zijn» een man van gezag, maar toch in zijn optreden tegenover de burgerij bijzonder menselijk, fn Het college van B. en \V. wist hij de tegen stellingen te overbruggen en de menin gen, tot elkaar te brengen. In de Raad heeft hij bij meer dan een gelegenheid getoond over stuurmanskunst te beschik ken en ook bewogen vergaderingen naar behoren tc kunnen leiden. Uit alles blijkt, dat hij zich bij de burgerij een veel gro tere plaats heeft verworven, dan veie critici hebben gedacht en voor mogelijk hadden gehouden. TK HEB ALTIJD bijzonder plezierig contact gehad met de burgemeester: hij kwam in het gesprek dikwijls met een zeer bijzondere eigen mening voor de dag, die dan meestal zeer verhelderend werkte. Burgemeester Mr. J. W. Peek is eigenlijk het type van de vroegere regent geweest, maar dan niet het type, dat Frans Hals heeft vereeuwigd en dat thans in het Mu seum in Haarlem hangt dat zijn af schuwelijke mensen, die denken leiding te kunnen geven, maar in feite alleen maar kleine potentaten zijn nee. een regent, die echt uit 2ijn eigen aard en over tuiging doet wat hij meent dat goed is voor de gemeenschap en daarvan dan geen stap afwijkt. Hij is een volkomen integere figuur, die zich door geen enkele kritiek van zijn doel laat afleiden en dat is wat ik steeds in hem heb geapprecieerd. Als wij een vergelijking maken met andere steden zoals men in Schiedam geneigd is tc doen, dan zou ik willen zeggen, dat Schiedam alle reden heeft om dankbaar te zijn, dat we hier een niet ai te voortvaren de leiding hebben gehad: op de ontpooiing onzer stad heeft dat een gunstige uitwer king gehad. TN HET BIJZONDER geldt dit ook voor de grote industrie. Toen burgemeester Peek hier kwam was de verhouding tus sen industrie en gemeente koel. Een van de grote verdiensten van de burgemeester is geweest, dat hij door zijn grote belang stelling voor de industrie, deze een grotere belangstelling voor de gemeenschap heeft bijgebracht. "Wij hebben geleerd, dat de in dustrie van de samenwerking met gemeen telijke instanties slechts voordeel kan heb ben Wij hebben daarbij de burgemeester steeds gezien als de coördinerende figuur, die de samenwerking bevorderde. Wij hebben na de oorlog tijdens zijn ambtspe riode heel veel zaken kunnen doen met de gemeente die door de wethouders en de diensten waren voorbereid, maar hij was daarbij voor ons de man. die de groep vertegenwoordigde. Dat is de typische functie van een burgemeester en dat zeker In de ogen van Mr. Peek zelf. Wij heb ben daaraan de prettigste herinneringen. Ook bobben wij reden tot erkentelijkheid omdat de burgemeester steeds bligk van belangstelling gaf zodra er maar iets bij ons was. Als een van onze mensen een koninklijke onderscheiding verwierf, dan was het als het hem maar enigszins mo gelijk was de burgemeesterdie de medail le persoonlijk kwam uitreiken. Hij gaf daarmee blijk van de belangstelling van de gemeente en ieder in bot bedrijf heeft dat als een bijzondere waardering erva ren. TTIJ WAS DE EERSTE burger van de -Tl stad en dit feit stelt aan een mens heel andere eisen dan als hij zakenman zou zijn geweest. Het is eigenlijk levensgevaar lijk een zakenman als burgemeester te hebben. Dat geeft n.l. wel directe succes sen, maar op de lange duur blijkt, dat zulk een burgemeester dingen doet, die In een risico-dragende onderneming wellicht te waarderen zijn, maar niet bij de veitegen- woordïger van 'n gemeente. Die zou daar mee bij de burgerij onrust en wantrouwen kunnen zaaien en doet aldus afbreuk aan het klimaat. Burgemeester Peek heeft ech ter zifn eigen perken geweten en zich er streng aan gehouden. Het is erg gelukkig geweest, dat hij daarmee geen moeite heeft gehad. Van grote betekenis voor de industrie is het huisvestingsbeleid geweest. Dit heeft steeds de bijzondere aandacht van de bur gemeester "gehad*. Het was zelfs zijn grootste zorgenkind. Dat de burgemeester op dit punt niet steeds 1 ïeeft kunnen doen, wat wij graag hadden gewild, dat kunnen wij hem niet kwalijk nemen. -Maar steeds heeft dc industrie bij hem een willig oor gevonden en wat gedaan kon worden is gedaan, gelijk dat ook het geval is in an dere gemeente in de omgeving, zoals Vlaar- dingen. Ook op dit punt zien w<j bij bur gemeester Peek een weloverwogen be leid. Ais voorzitter van het Actie-Comité heb ik met voldoening geconstateerd, dat velen in onze stad dit beleid gewaardeerd hebben. De lijst van mensen, die mee heb ben gedaan is bepaald indrukwekkend. Zij bewijst dat grote groepen, van wie men overigens slechts weinig hoort, toch ergens van binnen uit de burgemeester hebben ge apprecieerd en daarvan door hun bijdrage blijk hebben willen geven, Ir, B. WILTON DEN VAN DE KENMERKEN van bur- gemeester Peek is de grote verdraag zaamheid, die hij altijd aan de dag legt. Die verdraagzaamheid is meer dan forma liteit, meer dan voorgeschreven ambtelij ke plicht alleen, maar wel degelijk een stuk van zijn natuur. Aan de andere kant vraag ik mij" wél eens af of hij, zelfs op zijn burgêmeesterszetel. niet wel eens te verdraagzaam is. Het is een loofelijk ding verdraagzaam te zijn, maar er zijn gren zen. Uiteraard moet een burgemeester in de Raad alle partijen onpartijdig aan het woord laten, maar bij de burgemeester was het wel degelijk, dat hij verdraagzaam tegenover de opvattingen van anderen stond. De toespraak, die de burgemeester elk jaar houdt bij de uitreiking van het boekje „Volk in strijd en verzet" aan de vertegenwoordigers der hogere klassen van de scholen, heb ik altijd bijzonder gewaardeerd orn haar persoonlijke toon. Ik heb che uitreiking gezien als een poging de jeugd te wijzen op de bijdrage, die zij in de toekomst tot de handhaving onzer democratische fradiües kan leveren. Het ,s een klein steentje in dc opbouw van een alles omvattende wereldvrede. De burge meester wijst er zo treffend op hoe ellen dig de tweede wereldoorlog was en dat ook in de toekomst andere tijden mogelijk zijn, clan wat we nu meemaken. Al wordt dan de oorlog niet gevoerd door de kleintjes, maar door de grote machthebbers, we moeten er toch allen naar streven, dat strijd en onderdrukking, zoals in de jaren 19401943 niet weer terugkomen". "Ï7"OOR EEN JUISTE beoordeling van de burgemeester", aldus de heer F. A. "Wolff, tot uoor kort voorzitter van de Schtedamse Gemeenschap, „zcm. men hem moeten hunnen vergelijken met bijv. burgemeester Van tlaare?i, maar zulk een vergelijking is nauwe lijks mogelijk, omdat Schiedam na de oorlog snel zijn stabiele provinciale karakter verloren heeft en in de dyna miek uan de tijd is opgegaan. De daar op volgende jaren zijn voor de burge meester niet gemakkelijk geweest, in de eerste plaats wegens de spanningen binnen het coltege van B. en W., die de burgemeester uiteraard opriep, om dat hij zich voelde als autoriteit, het geen hij in feite ook was: btj had een zeer uitgesproken mening, die hij conté que coüte wilde doorzetten Hei geen overigens voer een hoofd van een gemeente te appreciëren valt. Bijzonder heb ik steeds gewaardeerd dot hij met grote bereidheid alles heeft gedaan, dat de S.G. van hem vroeg en dat is heel wat geweest ut de loop der jaren. Zijn warme belang stelling ging uit naar, het verenigings leven, waarin hij voortdurend acte de presence heeft gegeven. Ondanks hetgeen er in de volksmond aan kri tiek mag leven, is de burgemeester toch een populaire figuur geworden, vooral omdat hy het zich een bijzon dere taak rekende, ook bij de kleinste onderscheidingen present te zijn en er een paar hartelijke woorden bfi tc spreken. Hij rond deze representatieve kant van zijn taak als burgemeester terecht zeer belangrijk en hij deed die dingen bij voorkeur zelfDit is een van de positieve dingen, die van hem kunnen worden gezegd. Verder heeft de burgemeester zich t.a.v de culturele dingen wat op de achtergrond gehou den, omdat hij zyn taak in deze aan de wethouder van culturele zaken had gedelegeerd en principieel niet tegen de wethouders inging, zef/s a' wist hy iets meer van een bepaalde zaak af in deze dingen heeft burgemeester Peek zich steeds een groot diplomaat getoond. TVTAÏ1 HIJ ECHTER nooit onder stoelen of banken heeft gestoken dat was zijn mening, dat in het cultu rele leven van Schiedam de S G. een niet te verwaarlozen factor was, een mening die ik, uiteraard, ook zelf toe gedaan ben. En met recht zal men dat toegeven indien men het culturele leven in ome gemeente met dat van andere gemeenten vergeïykt. waar men een overkoepelend orgaan air de S.Gniut kent. Als erevoorzitter van de S.G. was in hem bijzonder te tnaar der en dat hy nooit verstek liet gaan. renzy er een wel heel dringende reden voor bestand. Dat heeft zifn weerslag gehad op het hele verenigingsleven ir> onze siad. Ik heb Item ten stadkUiZf vele malen gezien «Is gastheer bij dc WilhelTnina Mars* een prettige gasi heerdie sfeer ivist te kweken. Bij de huldigingen ten stad hui ze vond hy steeds het juiste woord en dat heeft zijrt resultaten gehad: ais men niet voortdurend bad gevoeld, dat he! hoogste gezag ter plaatse achter hef verenigingswerk stond, zouden velen zich mirt der enthousiast hebben ge- gaven. Hij heeft vele onderscheidingen uitgereikt en deed deft schijnbaar gc- makkelljk en n l'improiuste. maar steeds had hij zich toch van te voren er behoorlyfc Op gcprenarcerd Kenmerkend is steeds -de grott vriendelykheicl i'aii de burgemeester geweest: hy heeft nooit een hard of bitter woord over iemand gesproken Hij was bijzonder voorzichtig tu zijn uitlatingen en overwoog zorgvuldig wat ?uj zeggen kon. Dat maak te de same nicer king met hem zo pleziert a Het is de vraag of een man met een ander karakter hel op deze post goed zou hebben gedaan." ?üiii(!tiiiiiiiiiiiiiHiiiiiitiiiiiiiii![iiiiiiiiimuii]iiiimiiiiiiiii!iiiiiitini!iiuiiii!siiiimiitEniiiiiiiiiuiiiimt]]i}iiiuiitui!iiiimiiimiiiiitiniitii? IR, BART WJLTON: „In de na-oorlog- <tc jaren vertminde Schiedams industrJa een enorme et pans ie, waarbij heel wat problemen naar voren kwamen, die voor de oorlog niet hestonden. Het contact tussen industrie en gemeente leek. in deu beginne erg moeilijk te zullen worden, maar wij kunnen stellen, dat van burge meester Mr. J. W. Peek bij de nieuwe aanpassing mee een stabiliserende invloed is uitgegaan. Onder zijn leiding ontwik kelde zich aan beide zijden, zowel bij industrie als gemeente, goed begrip voor elkanders taak en verantwoordelijkheid. Dit wederzijds begrip zal ook ïn de toe komst zeker goede vruchten afwerpen. Van belde zijden zou men zonder dit goe de begrip niet meer uit kunnen komen". TN DE ACHTER ONS liggende jaren is Schiedam het verleden te lijf gegaan en heeft het stedebouwkundig een alge hele gedaanteverwisseling ondergaan, De taak der gemeentelijke diensten is daarbij niet gemakkelijk geweest. De Burgemees ter was er steeds een voorstander van om de wel snelle onfcwikketLing oz> rustige wijze te bestuderen om daardoor de stads- ontplooiing een evenwichtig karakter te geven. Als Voorzitter van de Hufsvestings- Commissie was de Burgemeester in zeke re zin daarbij een inspirerende kracht. Zij is een commissie van advies voor het Col lege van Burgemeester en Wethouders en hij had er uiteraard veel invloed. Ongetwijfeld waren en zfjn de Wethou ders, die onze stad na de oorlog heeft ge had en heeft, meer dynamisch dan die van voor de oorlog en U stelt mij thans voor het feit als ambtenaar mijn mening te zeg gen over de belangrijke vraag of de Bur gemeester desondanks zijn stempel op het gemeentelijk leven heeft kunnen drukken. Ook voor de oorlog waren er wel Wethou ders met een 2ekere kracht, maar toch la gen de verhoudingen, geloof ik, wel anders dan tegenwoordig nu door de portefeuille verdeling de verschillende taken conse quent meer begrensd worden gehouden. Ook de taken van de Burgemeester ais lid van het College van Burgemeester en Wethouders zijn daarom duidelijk aange geven. (Zie hierna). 'VEER ZEKER IS een en ander eert ge- volg van de wijziging in de omstandig heden. De zich sterk uitbreidende gemeen te-diensten vragen steeds meer specialisa tie, het beheer van de gemeente-financiën met al zijn facetten eveneens. Nittemin geloof ik, dat de Burgemees- tr geleid door zijn innerlijke overtui ging n.l. de, Burgemeester is de door de Kroon benoemde gezagsdrager als vertegenwoordiger van dit gezag het sa menspel in onze gemeente zeer behoorlijk heeft gediend. Hij heeft voor de ontwikke ling van de stad een intense belangstelling gehad, en daarbij een bepaalde visie aan de dag gelegd. Wel heeft hij, anders wellicht dan meerdere collegea elders, zich op het standpunt g isteld: laten wij rle ontwikke ling van Sc liedam in rustige banen leiden. Schiedam kan niet groter worden dan 120.000 tot 130,000 inwoners en waarom zouden wij dat in een zeer snel tempo wil len bereiken. Het kan voor de gemeente alleen maar nuttig zijn ook financieel, de rente en aflossing van de voor alleriei grote werken op te nemen gelden moeten door de gewone dienst worden opgebracht als dit. geleidelijk en weloverwogen ge beurt. Dit is ook zijn standpunt ten aan zien van de bouw van het nieuwe Stadhuis, dat hem tóch zo na aan het hart ligt. Gezegd moet worden, dat de Burgemees ter de mogelijkheden en de draagkracht van Schiedam naar behoren heeft afgewo gen en ze heeft verdisconteerd in zijn be leid. DEN TYPISCHE KONSEKWENTIE van zijn opvatting van zijn taak was, dal Burgemeester eveneens zich zeer serieus heeft onthouden van het maken van vele dienstreizen op kosten van de gemeen schap. Dit strookte niet met zijn opvattin gen. De representatieve kant van zijn laak, vooral in de eigen stad. heeft de dc Burgemeester eveneens zeer serieus opgevat. Bijzonder te waarderen valt de wijze, waarop hij steeds bij festiviteiten, bij hul digingen, bij het uitreiken van önderschei- dmgen en bij andere belaugiyke evene menten acte de presence gaf. Het vieren van vele lustra door 2eer ve le \eremgingen, vanzelfsprekend als regel *s avonds, woonde hij zoveel mogelijk bij. Het ts duidelijk dat dit zeer voel tijd opeiste. De Burgemeester had vele ambtelijke functies. Uiteraard was hij voorzitter van de Ge meenteraad, voorzitter van het College van B. en W.. voorzitter ook van de commis sie van Strafverordeningen^ van (le Com missie van administratie van bet Gemeen- tt-Ziek en hu is, van hei College van Regen ten van het SI. Jacobs Gasthuis, tan de commissie van beheer der fondsen, afkom stig van de vernietigende Gilden, van de Huisvestmgs-Commissie en van de com missie Vlees-Keur in gskrtng Schiedam. Een grote verantwooideHjkheid droeg hij aïs hoofd van de Politie en van de Brandweer. Bovendien, vertegenwoordigt hij de ge meente in de Rijnmond-Commissie. G. VËIUitLhüONK tVoorz. Sch. Mid denstands Centrale) „Voor dc midden stand was dc periode, waarin burge meester Peek hier de leiding had, er een van de snelle veranderingen. Nieuwe mo gelijkheden ontstonden in de nieuwe wij ken, meer ïn het bijzonder in Nieuw land en het moet worden gezegd, dat bij do verdeling der luïmte de winkeliers goed tot hun recht zijn gekomen, zij het dat zij niet blijvend bij het overleg zijn be trokken. De winkelstand zou het op prijs hebben gesteld, indien de burgemeester tn dit opzicht zijn beleidslijn nog wat krachtiger had doorgetrokken, Wel heelt de middenstand met voldoening vastge steld, dat dc kleine middenstanders en de bedrijfjes, die wegens de sanering moesten verhuizen, door de nieuwe seha- rfe ver gordings leveling thans beier aau hun trekken komen". Wat i.h.b. het bureau Huisvesting be treft, ook daarvoor had dc Burgemeester ccn grote belangstelling. Ook op dit ter rein heeft hij steeds met beide benen op de grond gestaan en zich gespiegeld aan de reaiiteit en aan de mogelijkheden die werden geboden. Hij heeft zeer konsekwent de zaak in handen gehouden en dat steeds in de beste harmonie én met de commis sie én met ondergetekende. Persoonlijk zou ik Burgemeester Peek willen noemen: een sympathiek mens, een prettig verteller, een uitstekend kenner van de kerkelijke geschiedenis en een bekwaam redenaar, weJfce hoedanigheden hem tot een representatieve figuur bij uitstek heb ben gemaakt. Ik meen te kunnen besluiten met deze opmerking: wij ambtenaren hebben in hem een goede Burgemeester gehad. J. VAN DE GRIEND J. VAN DU GRIEN» (chef Bureau Huisvesting): ,Jn mijn functie van hoofd van Bureau Hulsvesting heb ik bijna IS jaar raet burgemeester Mr. J. W. Peek samengewerkt en de wekelijkse verga dering van de Huisvestingscommissie meegemaakt, tk kan niet anders zeggen en ik. ben overtuigd, dat de leden en oudleden er evenzo over denken dat de vergaderingen steeds in een zeer pret tige sfeer werden gehouden en dat de persoonlijke verhoudingen, steeds bijzon der aangenaam zijn geweest, vooral ook omdat de burgemeester de gave heeft de dingen goed te kunnen formuleren en zijn opvattingen en wensen rustig en plezierig voor te dragen. En dat was heus niet alleen zo in de vergaderingen van de Huïsvestingscommissie".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1964 | | pagina 1