i
m
Aangename beschrijving
van het landsbestuur
Mexico,
romantisch
land
Stille straat met cultureel
verleden radicaal verhipt
Uit de tijdschriften
m
JÉS$
Kopergloed doet het goed
in het plastictijdperk
BOEKEN
Burgemeester in
bezettingstijd
Oni te huilen
Jeugdconcerten
grondsee in de
DDR
Estetische
Over de binnenkant van 's mensen
buitenkant Gerard Kornelis en de
Glorievolle en Gezegende Maagd
Burgerjongen uit een bloedeloos kli
maat Woordcollages
ZATERDAG 21 OKTOBER 1557
Mexico komt in het centrum van
de belangstelling te staan: de
stroom journalisten die naar de
Olympische Spelen zal trekken zal
daar wel voor zorgen. Wie nu al
een goed denkbeeld wil krijgen
van land en volk kan terecht bij
een bijzonder mooie uitgave van
Uitgeverij "W. Gaade in Den
Haag: „Mexico, land, volk, cul
tuur" van Ursula Bernath en
Richard Grossmann, in t»n Ne
derlandse bewerking van W. Gaa
de. Een platenboek, zwart-wit en
in kleuren, waarvan we er hlerbii
een afdrukken misschien niet
de allermooiste, en er staan
prachtige foto's in, maar wel een
van de merkwaardigste in onze
ogen. Men vindt er een vriende
lijke inleiding: romantisch, toe
ristisch en optimistisch, die aan
boeiende verschijnselen in politiek
en kunst wat voorbij gaat, maar
wel een beeld geeft van de men
sen en hun omgeving en levens
gewoonten. Een mnoi geschenk
voor wie belangstelling heeft of
zal gaan hebben voor dit boeiende
midden-amerikaanse land.
J. J.
Op AUerheilig&n wordt het dodenbrnod, het „pan de muerto" gebakken. Iedereen koopt het.
De bakkerijen beschilderen hun etalagevensters voor die dag met geraamtes
In 1632 schilderde Rembrandt de
„Anatomische les van dr. Nico-
laes Tulp", waarop men de zeer
geleerde met de linkerduim en
'Wijsvinger omhoog geheven
(hét zogenaamde prima-gebaar
ontwaart, terwijl zijn rechter
hand een veredelde nagelschaar
hanteertwaarmee hij in de on
derarm van een lijk port. Van de
zeven heren die naast de geleer
de Tulp en de overledene het doek
vullen, kijken er twee alsof dr.
Tulp hun iets nieuws verteltde
anderen nemen een camerabe-
tousfe pose aan. Het is een soort
schuttersstuk (maar dan ge
maakt voor een chirurgijnsgilde)
duidelijk voorbestemd om in de
mooie kamer te hangen, waar
toe dan ook de meergemelde
Tulp zijn zondagse hoed heeft
opgezet en het corpus de indruk
wekt een miniem lendendoekje
krachtig omhoog te houden.
J. van den Berg is in opdracht
van het Algemeen Handelsblad,
Burgemeester J. J. G.Boot van
Hilversum was in de oorlog bur
gemeester van Wis eb in de Ach
terhoek. Hij begon in 1939 aan een
soort dagboek eigenlijk meer
maandelijkse notities dat uit
groeide tot een hoogst belangrijk
document over het leven van een
burgemeester in bezettingstijd.
Hij had niet gekozen voor hét
standpunt van zijn collega. Bruins
Slot, die spoedig ontslag nam en
het illegale tijdschrift Trouw mee
oprichtte. Hij was ook niet bevan
gen door de ambtelijke gehoor-
zaamheidswaan met de bedoeling
het apparaat draaiende te houden.
Hij had zich tot taak gesteld de
bevolking te beschermen en had
dan ook geen last van de bange
lijke vraag: Tot hoever mag ik
gaan Voor hem was het alleen
maar de vraag, hoever hij de
Duitsers kon laten gaan, en toen
dat punt bereikt was, pakte hij de
fiets en reed naar het Gooi, om
daar onder te duiken.
Behalve dit soort overwegingen
bevat het boek ook glirnpen van
het dagelijks leven in 1940-'45 en
geeft het inzicht in de politieke
meningsvorming over het nieuwe
Nederland dat na de bevrijding
zou worden opgebouwd. Dat laat
ste werd al spoedig overscha
duwd door de wanorde van de
zuivering. Hoewel het boek vooral
vanuit antirevolutionaire omstan
digheden is geschreven is het
ook voor buitenstaanders heel wel
te lezen, al moet hij dan wel eens
iets onbegrepen overslaan, nemen
wij aan.
Veel minder zijn de toegevoegde
opmerkingen als zodanig duide
lijk van het eigenlijke dagboek
onderscheiden waarin van al
les achteraf verklaard wordt. Men
mag dr. L. de Jong prijzen dat hij
de burgemeester heelt ontmoe
digd in zijn voornemen de aante
keningen te gaan veranderen in
memoires, waarin die interpreta
ties-achteraf de boventoon zouden
hebben gevoerd. Zou daarin ook
de volgende opmerking van mr.
J. Donner zijn genoteerd: „Don-
ner zei, dat het nieuwe kabinet
wel gematigd was, maar dat de
Koningin nog illegaler dan de ille
galen was?"
Het notenmateriaal verklaart
niets, terwijl daarin toch zoveel
groeps- en tijdgebonden uitdruk
kingen in hadden kunnen worden
verhelderd. Burgemeester in be
zettingstijd is uitgegeven, door
Semper agendo in Apeldoorn.
v. D.
[Vrij Nederland eri de uitgeverij
De Bezige Bij gedoken in de ach
terkant van het publieke leven in
ons land en presenteert het
eerste resultaat van een honderd
tal gesprekken met gezaghebben
de personen en van verder onder
zoek in „De anatomie van Neder
land, deel één". Dit eerste deel
behandelt het koninklijk huis,
het parlement, de politieke par
tijen (althans de bekende vijf),
de departementen, het kabinet,
de diplomatieke dienst en „Brus
sel". Allemaal politiek dus, met
de drie grote kerken achteraan
als buitenboord-... nee. geen mo
tor.
De titel („De" anatomie enzo
voort) doet nogal veel verwach
ten, maar wie gewetensvol eerst
de inleiding leest stuit daar op de
mededeling dat 's schrijvers
grootste ontdekking was, dat de
naam van mr. V. M. Marijnen
zelfs ontbreekt in Who's Who in
the Netherlands 1962*63. Als
zo'n ontdekking de grootste is,
kan de rest nooit veel wezen, is
men dan geneigd te denken.
Maar kijk: dat valt nu weer reu
ze mee. Een bezwaar is dat twee
van Van den Bergs opdrachtge
vers er al stukken uit gepubli
ceerd hebben. De verrassing die
stijl en aanpak kunnen bieden, is
er op zo'n manier af.
Deel één is een heel passabel
werk geworden, waarin een flin
ke hoeveelheid achtergrondinfor
matie gemengd is met heerlijke
titbits.en voor-waar-vertelde
anekdoten. Voor wie een klein
beetje de politiek gevolgd heeft
(en wie heeft dat niet in de korte
periode tussen het rookgordijn
van de duidelijkheid en de mist
bank van de partijvemieuwing?)
valt er veel uit op te steken.
Toch raakt men in dit eerste
deel de herinnering aan Rem-
brandts dr. Tulp niet geheel kwijt.
Maar het is nog maar één arm
waarin de ontleder geknipt heeft;
de andere hand houdt het verhul
lende doekje nog vast. Het twee
de deel, dat enkele minder publie
ke zaken zal behandelen (banken,
beurzen, vakbonden en werkge
vers-organisaties naast radio,
tv en pers) verschijnt volgend
jaar.
G. ALB. VAN DONGEN
Om te huilen zo vervelend/oud
bakken en grof zijn de meeste
„grappen van geestelijken en an
dere roomse humor", die de Ar
beiderspers onder de tifcel Pries
terpraat heeft uitgegeven. En ze
worden echt niet leuker door een
voorwoord waarin de heilige pas
toor van Ars met St. Augustinus
het allemaal nóg even op hóger
plan mogen breng en-
Twee van de minst slechte (toe
vallig allebei jezuïetenmopjes):
Een jezuïet vraagt een voorbij
ganger de weg:
„Hoe kom ik het vlugst bij de. ka
thedraal?"
„Oh", zegt de ander, „maar
daar komt u nooit. Het is name
lijk rechtdoor".
En deze:
„Kunt u ooit wel eens .een vraag
met „ja" of „neen" beantwoor
den?", vraagt een franciscaan
aan een jezuïet.
„Hoe bedoel je dat?", luidt het
antwoord.
v. D-
De Stichting „Kunst voor.de
Jeugd" organiseert in,de maand
november weer enkele concerten
voor scholieren en georganiseer
de jeugd in „De Doelen".
De concerten zullen worden gege
ven door het Zuid-Hollands Or
kest, dirigent Jan van der Waart
en door het Rotterdams Phil-
harmonisch Orkest, dirigent Edo
de Waart-
Het Zuid-Hollands Orkest concer
teert voor leerlingen van g.I.o.
en voortgezet onderwijs; het
R.Ph.O. voor leerlingen van
voortgezet onderwijs en voor jon
geren van vormingsinstituten,
Van onze correspondent
ROMS WAS tot voor enkele
jaren trots op een heel bijzon
dere straatde Via Margutta,
die nu naar de hippies is, op
eens. Naar Romeinse begrip
pen is het een tamelijk nieuwe
straat, daar zij deel uitmaakt
van een ic ijk die eerst tegen
het einde van de zestiende
eeuw haar landelijk voorko
men verwisselde voor dat van
een barokke woonwijk. De Via
Margutia is beslist geen be
langrijke verkeerswegZe
loopt aan beide uiteinden min
of meer dood. Gelegen aan de
voet van de heuvelkom de
Pinclo is het er schaduwrijk
en rustig.
De eerste bewoners waren onze
landgenoten, schilders en beeld
houwers uit de noordelijke en zui
delijke Nederlanden. De Neder
landse kunsthistoricus, dr. G. J.
Hoogewerff, heeft zich tientallen
jaren lang bezig gehouden met de
talloze „fiamminghi", (Ook al
kwamen zij uit Utrecht of Gronin
gen, voor de Italianen waren het
Vlamingen), die in de „status ani-
marum {opgave der zielen) van
de parochie S. Maria del Popoio
vermeld worden. De meesten wa
ren „eretici" (ketters) en dan
maakte de pastoor het zich niet al
te moeilijk: „Fietro Flammingo,
of Giovanni Fiammingo, eretico"
was meer dan voldoende. Gingen
zij met Pasen ter communie, dan
probeerde de brave geestelijke
ook hun familienaam, fonetisch
geschreven, vast te leggen.
Een straat van kunstenaars is de
Via Margutta eeuwenlang geble
ven. De huizen bestaan er uit een
doolhof van binnenplaatsen, trap
pen, tuinen en ateliers. Tegen
woordig wonen er alleen gevestig
de en dus bejaarde schilders en
beeldhouwers, omdat de huren te
hoog zijn geworden voor „bohé
miens". Tot een jaar of tien gele
den was dat anders.
De eenmaal vermaarde kunste
naarsclub, anderhalve eeuw lang
het middelpunt van het artistieke
leven der eeuwige stad, is nu de
zetel van een filmmaatschappij,
die het kennelijk als een status
symbool beschouwt, in de kunste-
naatswijk gevestigd te zijn. Ook
al zijn die kunstenaars tegen
woordig meer Amerikaanse film
diva's, die zo'n groot schilders
atelier met het koele licht, dat
door enorme vensters binnenvalt
„echt een Italiaans huis" vinden.
Da winkels van de Via Margutta
zijn kunsthandels en bescheiden
zaakjes van antiquairs. De gróte
antiquairs vindt men in de drukke
parallel straat, de Via del Babui-
no.
Maar sedert korte tijd is
dat alles veranderd. Miss Mary
Quant uit Londen wist voor zeer
hoge prijzen zes, zeven, tenslotte
zelfs tien van die winkeltjes te hu
ren en cp een goede dag kwam zij
met haar hele staf van ontwer
pers en „public relation men"
naar Rome, naar de Via Margut
ta, die officieus werd omgedoopt 1
in Carnaby Street, Rome. Met
haar kortste minirok, gezeten in
een koets met twee paarden, haar
gevolg ten dele op motorfietsen,
ten dele te paard, deed zij haar
intrede. Al de „capellont en capel-
lone" (vrouwelijke en mannelijke
manendragers) van de hoofdstad
waren aanwezig: gitaren, ye-ye,
protestliederen, niets ontbrak. De
ware bewoners van de straat za
gen het met verbijstering aan: de
rust van hun bijna dorpse samen
leving werd verstoord. „Heilig
schennis", schreven de burger
lijke kranten. Zoals in Italië van
zelf spreekt, werd de zaak aan cle
orde gesteld in het parlement,
maar zonder enig gevolg.
Antiek en knopen
DE VIA MARGUTTA van nu
wordt beheerst door tieners en hun
handige mode-ontwerpers. Ner
gens in Italië ziet men zoveel
lange haren, zoveel baarden die
meisjesachtige gezichten omlijs
ten, zoveel kaneelstofckleurige
hemden en minirokjes, zoveel
gele, lila. vlamrode en zeegroe
ne pantalons uit fluweel of zijde.
En de straat past zich wel aan.
De winkeliers hebben al gauw-
ontdekt, dat dit jonge, rumoeri
ge publiek ook wei oog heeft voor
hun koopwaar. Het is immers
alles uit Carnaby Street, Rome!
Waarom zou dan een achttiende-
ceuws zakhorloge, of een antieke
armband niet passen bij het laat
ste model van Mary Quant?De
antiquairs beleven een gulden
tijd.
De grote uitgever Feltrinelli,
steeds op de bres wanneer het
om moderne zaken gaat, heeft in
zijn boekwinkel ettelijke juke
boxes opgesteld, verkoopt naast
serieuze boeken bonte manifesten
(natuurlijk in het Engels) met
leuzen als „I like love without
sex" of „I like sex without love"
en dergelijke. Geweldig is plot
seling de vraag naar knopen,
protestknopen uit Amerika. Er
zijn er ook met Italiaanse teksten
maar die zijn lang zo boeiend niet
als de Engelse, waarvan,men de
zin niet begrijpt. Die knopenrage
is hier ontstaan dank zij een
'schoolmeester in de goede stad
Ferrara. Een jongen kwam op
■school met zulk een knoop, ge-
Ischenk van een Amerikaans
j vriendje. De tekst luidde „I hate
jtho state". Ot de jongen dit „pro-
itest" ook begreep, weten wij echt
[niet, maar hij werd in ieder geval
ivoor een periode van twee weken
[naar huis gestuurd. Een bewijs,
ids' de betrokken schoolmeester
niet door had, dat zulke knopen
[een uitstekend middel zijn om
liet onderwijl; in de Engelse taa?
te bevorderen.
Maar tenslotte is Ferrara een tta
Uaanse stad en dus werd nog dc-
jzelfde dag de gemeenteraad bij
eengeroepen. die een hele nacht
vergaderde om aan de tien. of
jtwintig versrhillende partijen, itt
die raad vertegenwoordigd, ge
legenheid te geven hun standpunt
inzake protejtknoocn uitvoerig
toe te lichten.
Tenslotte kwam er een afkeuring
van de maarregel van het school-
huofd uit de bus. Deze gezags
drager had zjrh schuldig gemaakt
aan „schending van het bij de
grondwet vastgelegde recht \-an
iedere burger op vrije menings-
j uiting door middel van het gespro
ken of geschreven woord". Geen
Italiaans dagblad, dat er niet
onder vette koppen melding van
maakte.
Van dat ogenblik af waren
protestknopen natuurlijk „in".
De fabrieken in Amerika moesten
overuren maken en al gauw kwa
men er aanwijzingen, dat de kno
pen, voor Italië extra-groot moes
ten zijn. Het leuke is juist een
knoop, waar iets Engels op staat,
dat men niet kan uitspreken, en
niet begrijpt. Wat te denken van
het preutse jonge Italiaanse
meisje met haar microscopische
minirokje en geblondeerde haren,
dat op haar frambozenkleurige
trui een klein formaat soepbord
draagt met het opschrift: ,,1'm
game. What about you"? Wij
weten met honderd procent ze
kerheid, dat zij zonder meer zou
bezwijmen wanneer iemand haar
voorstelde precies datzelfde in
het Italiaans zelfs maar te den
ken, laat staan uic te spreken.
Het augustus-septembernummer
van LITTERAIR PASPOORT
heeft een extra-royale tersprei
ding gekregen: men kon het losse
nummer kopen op de .tentoonstel
ling van Duitse boeken die in De
Doelen te zien is geweest, als
een soort handleiding voor de
moderne Duitse letterkunde. Te
recht, trant het nummer is vrij
wel ge/teel gewijd aan „twintig
jaar Duitse literatuur"is breed
opgezet en is zeer informatief op
een aantrekkelijke manier
Klaus Siegel heeft er een goed
gesprek in met Martin Walser,
'waarin men die boeiende man
beter leert kennen danmogelijk
teas op de tentoonstelling zelf,
waar hij wat voorlas uit zijn
werk. Jammer, dat men hem
toen niet wat vrijer heeft gelaten
want hij heeft bepaald iets te
zeggen. Van Hildegard Brennér
een uitstekend beeld van de lite
raire situatie in Oost-Duitsland.
overgenomen uit haar inleiding
op haar bloemlezing van de jong
ste DDR-letterkundeDeze letter
kunde is „socialistisch",zegt
mej. Brenner in wat acade
misch Duits, zowel in de situa
ties als in zijn visie, maar er is
toch een nieuwe estetische grond-
zee, die nog niet zo aan de opper-
t7Ïakte komt en misschien zijn
tijd vooruit is, en die zich ont
trekt aan de gebruikelijke kriti
sche normen die in het Westen
Tcorden aangelegd. Verder bij-
t;oorbeeld een overzicht van de
enorme stroom pocketboeken,
die van de Duitse persen blijft
rollen.
In het septembernummer van
MAATSTAF een hooggestemde
herdenking door A. Roland Holst
van de componist Matt hijs Ver
meulen. „Het kwam mij dan wel
voor, dat hij hoe weldadig
menselijk hij kon zijn ook, als
't ware, voormenselijk was:
iets, onderdaad, als een. Titan".
J. B. Charles zet de publicaties
van fragmenten van een „sia
mees dagboek" voort: beelden
uit Si am, afgewisseld met jeugd
herinneringen uit Nederland,
want ook in Siam blijkt het kruid
je-roer-me-niet te groeien, zoals
in de hortus in Groningen. Wire.
Gijsen zegt over Heere Heeres-
ma, dat deze schrijft over de bin
nenkant van de menselijke bui
tenkant, en dusdoende met het
belangrijkste deel van zijn per
soonlijk mooi buitenschot
blijft een vondst. Verder een
verhaal van Theun de Vries „Fa
scisme is mo' 'en verzen van o.a.
Ida G. M. Gcrhardt en Helen
Koppers.
In het augustus-septembernum-
mervan TIRADE onuitgegeven
brieven van J. van Oudshoorn,
grijs-groen ran grauwheid, over
zijn existentie op de kanselarij
van het Nederlandse gezant
schap in Berlijn in ISÖ5. C. Bit-
tremieus haait in „post uit
jKempland" herinneringen op
aan de onlangs overleden dichter
(Pierre Kemp. Josine W. L. Mey-
iCr schrijft over Freud in zijn
brieven."naar aanleiding van
de briefwisseling tussen Freud en
j Lou Andreas-Salomé, de vijfde
j bundel Freudbrieven. G. K. van
[het Reve verdedigt in een kort
iStttfc zijn geloof: „Als ik een
ikaars ontsteek voor de Glorievol
ste en Gezegende Maagd, die ai-
lies weet en alles begrijpt, dan
jverricht ik een in mijn ogen zin-
Wij ke handeling, die mij diepe
K/O"ons
vreugde en troost schenkt, en
zulks terwijl ik tegelijkertijd
zeer wel weet, dat zich nergens
in het heelal een door eeri stra
lenkrans omgeven dame in een
fraaie zaal bevindt, die mij bij
mijn binnenkomst toevoegt:
„Kom maar verder, hier brandt
de kachelEn vertel me meteen
maar, Gerard, wat ifc mijn'god-
delijke Zoon voor jou moet vra
gen". Zou ik haar echter, op
grand van de zojuist genoemde
overweging, verwerpen, dan
zou ik een wezenlijk deel van mij
zelf verloochenen en een geheel
gebied van mijn ziel domweg
amputeren
In het septembernummer van
KENTERING constateert ook
Harry Scholten dat Wim Zaal in
zijn boek „De herstellers" het Ne
derlandse fascisme bagatelliseert,
en Wim Hazeu licht Zaal's doop
ceel. Dr. Jaap Meijer schrijft
ever het Joodse dichterschap van
Herman van den Bergh, zet hem
hier en daar naast zijn. geliefde
Jacob Israël de Haan en noemt
hem een „burgerjongen uit een
bloedeloos klimaat". Verder een
voortzetting van de nuttige ru
briek, waarin vormen van cen
suur worden gemeld.
Een niemv nummer van VERS
U NI VERS, waarin weer veel lite
raire collages, speelse teksten en
hooggrijpende beschouwingen.
Van de redacteur Frans van der
Linden, bij wie (Brittenoord 43,
Rotterdam) men zich kan. abonne
ren, drukken we een lettergrap-
}e af.
JAAP JOPPE
HET MUSEUMJOURNAAL
nummer 7 van de lopende jaar
gang herdenkt tioec gestorve
nen. Van de schilder Gustave As-
seibergs, die nog geen 30 jaar
was, zegt Wim Beeren dat bij
|.,z'erpaonder iftteresses bezet dan
(hei hanteren van een aantal
.kwasten": een gratuite sneer je-
jpens schilderende schilders. Sand-
berg herdenkt de Duitse criticus
Sc huize VeUinghausen, die aan
het Rijksmuseum Kröller-Müller
een beeld van Caret Visser na
liet om iets af te doen van de
schuld van Duitsland aan Ne
derland. Veel ruimte is gegeven
aan doodsaaie beschrijvingen
ivcm doodvervelende ongein: „si
tuaties" en projektenLezer
Paul van 't Veer stelt vast, dat
jFonlana manifest raaskalt. Nou
en?
k \Y.
ponsen. Dat is het eerste ver
diend, zeg ik maar. Vooral van
die koperen koetslantaarns, kan
delaars, klooster be Hen en deur
kloppers kunr.en wc niet genoeg
maken. Ze halen ze onder onze
handen weg. Bijna alles gaat naar
hot buitenland en voorlopig lijkt
het er niet op, dat do vraag aan
het minderen is. Integendeel.
Van onze correspondent
HAARLEM Deor het gat van
de openstaande deur pronkt en
praalt het koperwerk op de vol-
getaste tafels en aan de muur.
Weinige jaren terug, verdiende
de Haarlemse koper- en bliksla
ger C. Hofstee, 51 jaar, ee« be
scheiden weekloon op een blikfa-
briek. Het bedrijf werd opgehe
ven en de heer Hofstee stond met
zijn 30 dienstjaren op straatNu
ts hij de trotse eigenaar van een
koperwerkplaats en hij verschaft
volop en goed betaald werk aan
negen man personeel.
De vraag naar koperen luxe- en
gebruiksvoorwerpen in het antie
ke genre is zo groot, dat men de
binnenstromende bestellingen
nauwelijks aan kan. De produktie
is vooral voor de export bestemd.
De orders komen, behalve uit de
Westeuropese landen, ook uit
Amerika en Australië. Niet zel
den lopen ze in de duizenden gul
dens.
„We kunnen het eenvoudig niet
bijbenen," vertelt de heer Hof
stee. „Vijf jaar geleden begon ik
in een schuurtje oude koetslan-
taams na te maken. Alles met de
hand. Met hard werken kreeg ik
er tien in een week klaar. Mijn
zoons en ik brachten ze liftend
naar Amsterdam om ze daar aan
de man te brengen. Ze gingen vlotjX" ^ufliVr'uit^De^AriieiSi.
weg en we kregen steeds meer jpBrSj A^s(erö^m. f SU Een
ULsieumgen. [koele, wetenschappelijke benade-
Het ging zelfs zo gesmeerd, dat jrjnS van de groto hervormer,
mijn oudste zoon Gerrit, die van
MAKSIM GORKY EN LEV
TROTSKY: „Herinneringen aan
Lenin", Vert* C. J. Pouw jr. en
Jaap Walvis. Ui tg. De Arbeiders
pers, Amsterdam" f4,90. Herinne
ringen van twee scherp waarne
mende en intelligente tijdgenoten
aan de grote leider van de revolu
tie.
KONSTANTIN PAUSTOVSKIJ:
„Begin van een onbekend tijd
perk". Herinneringen aan de
Russische revolutie. Vert. W.
Hartog. Uitg. De Arbeiderspers,
Amsterdam, f 9,1)0. Schetsen door
de „grijze eminentie" van de
Russische literatuur, en een hoog
tepunt in zijn oeuvre.
ERIK II. ERIKSONDe jonge
Luther". Een psychoanalytisch
en historisch onderzoek. Vert. K.
zijn vak stempelmaker is, en mijn
andere zoon Nico, die bankwer
ker-lasser is, voor hale dagen
bij mij kwamen, werken. Succes
sievelijk moesten er meer man
netjes bijkomen."
„Al die lantaarns, strijkbouten,
kronen, kandelaars en klooster
bellen maken we zo nauwkeurig
mogelijk van het origineel na.
Alles, ook het gereedschap en de
instrumenten die wc gebruiken,
maken we zoveel mogelijk zelf,
zoals stempels, Lanlbankjes en
URSULA BERNATH EN RI
CHARD CROSS MANN: „Mexi
co". Land, volk, cultuur. Ned
bew. W. Gaade, Uitgeverij W.
Gaade, Den Haag f 49.50.
JEAN-PAUL OLLIVIER: „Wan
neer wordt hot dag, kameraad?"
Geschiedenis van de oktoberrevo
lutie. Vert. R. B. I. Verlaan, Uitg.
In den Toren, 13aarn. f 14,90- Le
vendige, journalistieke „reporta
ge" van de oktoberrevolutie door
oen redacteur van het Franse
foto-blad Paris-Match, met vele,
vaak onbekende, foto's.