i m Aangename beschrijving van het landsbestuur Mexico, romantisch land Stille straat met cultureel verleden radicaal verhipt Uit de tijdschriften m JÉS$ Kopergloed doet het goed in het plastictijdperk BOEKEN Burgemeester in bezettingstijd Oni te huilen Jeugdconcerten grondsee in de DDR Estetische Over de binnenkant van 's mensen buitenkant Gerard Kornelis en de Glorievolle en Gezegende Maagd Burgerjongen uit een bloedeloos kli maat Woordcollages ZATERDAG 21 OKTOBER 1557 Mexico komt in het centrum van de belangstelling te staan: de stroom journalisten die naar de Olympische Spelen zal trekken zal daar wel voor zorgen. Wie nu al een goed denkbeeld wil krijgen van land en volk kan terecht bij een bijzonder mooie uitgave van Uitgeverij "W. Gaade in Den Haag: „Mexico, land, volk, cul tuur" van Ursula Bernath en Richard Grossmann, in t»n Ne derlandse bewerking van W. Gaa de. Een platenboek, zwart-wit en in kleuren, waarvan we er hlerbii een afdrukken misschien niet de allermooiste, en er staan prachtige foto's in, maar wel een van de merkwaardigste in onze ogen. Men vindt er een vriende lijke inleiding: romantisch, toe ristisch en optimistisch, die aan boeiende verschijnselen in politiek en kunst wat voorbij gaat, maar wel een beeld geeft van de men sen en hun omgeving en levens gewoonten. Een mnoi geschenk voor wie belangstelling heeft of zal gaan hebben voor dit boeiende midden-amerikaanse land. J. J. Op AUerheilig&n wordt het dodenbrnod, het „pan de muerto" gebakken. Iedereen koopt het. De bakkerijen beschilderen hun etalagevensters voor die dag met geraamtes In 1632 schilderde Rembrandt de „Anatomische les van dr. Nico- laes Tulp", waarop men de zeer geleerde met de linkerduim en 'Wijsvinger omhoog geheven (hét zogenaamde prima-gebaar ontwaart, terwijl zijn rechter hand een veredelde nagelschaar hanteertwaarmee hij in de on derarm van een lijk port. Van de zeven heren die naast de geleer de Tulp en de overledene het doek vullen, kijken er twee alsof dr. Tulp hun iets nieuws verteltde anderen nemen een camerabe- tousfe pose aan. Het is een soort schuttersstuk (maar dan ge maakt voor een chirurgijnsgilde) duidelijk voorbestemd om in de mooie kamer te hangen, waar toe dan ook de meergemelde Tulp zijn zondagse hoed heeft opgezet en het corpus de indruk wekt een miniem lendendoekje krachtig omhoog te houden. J. van den Berg is in opdracht van het Algemeen Handelsblad, Burgemeester J. J. G.Boot van Hilversum was in de oorlog bur gemeester van Wis eb in de Ach terhoek. Hij begon in 1939 aan een soort dagboek eigenlijk meer maandelijkse notities dat uit groeide tot een hoogst belangrijk document over het leven van een burgemeester in bezettingstijd. Hij had niet gekozen voor hét standpunt van zijn collega. Bruins Slot, die spoedig ontslag nam en het illegale tijdschrift Trouw mee oprichtte. Hij was ook niet bevan gen door de ambtelijke gehoor- zaamheidswaan met de bedoeling het apparaat draaiende te houden. Hij had zich tot taak gesteld de bevolking te beschermen en had dan ook geen last van de bange lijke vraag: Tot hoever mag ik gaan Voor hem was het alleen maar de vraag, hoever hij de Duitsers kon laten gaan, en toen dat punt bereikt was, pakte hij de fiets en reed naar het Gooi, om daar onder te duiken. Behalve dit soort overwegingen bevat het boek ook glirnpen van het dagelijks leven in 1940-'45 en geeft het inzicht in de politieke meningsvorming over het nieuwe Nederland dat na de bevrijding zou worden opgebouwd. Dat laat ste werd al spoedig overscha duwd door de wanorde van de zuivering. Hoewel het boek vooral vanuit antirevolutionaire omstan digheden is geschreven is het ook voor buitenstaanders heel wel te lezen, al moet hij dan wel eens iets onbegrepen overslaan, nemen wij aan. Veel minder zijn de toegevoegde opmerkingen als zodanig duide lijk van het eigenlijke dagboek onderscheiden waarin van al les achteraf verklaard wordt. Men mag dr. L. de Jong prijzen dat hij de burgemeester heelt ontmoe digd in zijn voornemen de aante keningen te gaan veranderen in memoires, waarin die interpreta ties-achteraf de boventoon zouden hebben gevoerd. Zou daarin ook de volgende opmerking van mr. J. Donner zijn genoteerd: „Don- ner zei, dat het nieuwe kabinet wel gematigd was, maar dat de Koningin nog illegaler dan de ille galen was?" Het notenmateriaal verklaart niets, terwijl daarin toch zoveel groeps- en tijdgebonden uitdruk kingen in hadden kunnen worden verhelderd. Burgemeester in be zettingstijd is uitgegeven, door Semper agendo in Apeldoorn. v. D. [Vrij Nederland eri de uitgeverij De Bezige Bij gedoken in de ach terkant van het publieke leven in ons land en presenteert het eerste resultaat van een honderd tal gesprekken met gezaghebben de personen en van verder onder zoek in „De anatomie van Neder land, deel één". Dit eerste deel behandelt het koninklijk huis, het parlement, de politieke par tijen (althans de bekende vijf), de departementen, het kabinet, de diplomatieke dienst en „Brus sel". Allemaal politiek dus, met de drie grote kerken achteraan als buitenboord-... nee. geen mo tor. De titel („De" anatomie enzo voort) doet nogal veel verwach ten, maar wie gewetensvol eerst de inleiding leest stuit daar op de mededeling dat 's schrijvers grootste ontdekking was, dat de naam van mr. V. M. Marijnen zelfs ontbreekt in Who's Who in the Netherlands 1962*63. Als zo'n ontdekking de grootste is, kan de rest nooit veel wezen, is men dan geneigd te denken. Maar kijk: dat valt nu weer reu ze mee. Een bezwaar is dat twee van Van den Bergs opdrachtge vers er al stukken uit gepubli ceerd hebben. De verrassing die stijl en aanpak kunnen bieden, is er op zo'n manier af. Deel één is een heel passabel werk geworden, waarin een flin ke hoeveelheid achtergrondinfor matie gemengd is met heerlijke titbits.en voor-waar-vertelde anekdoten. Voor wie een klein beetje de politiek gevolgd heeft (en wie heeft dat niet in de korte periode tussen het rookgordijn van de duidelijkheid en de mist bank van de partijvemieuwing?) valt er veel uit op te steken. Toch raakt men in dit eerste deel de herinnering aan Rem- brandts dr. Tulp niet geheel kwijt. Maar het is nog maar één arm waarin de ontleder geknipt heeft; de andere hand houdt het verhul lende doekje nog vast. Het twee de deel, dat enkele minder publie ke zaken zal behandelen (banken, beurzen, vakbonden en werkge vers-organisaties naast radio, tv en pers) verschijnt volgend jaar. G. ALB. VAN DONGEN Om te huilen zo vervelend/oud bakken en grof zijn de meeste „grappen van geestelijken en an dere roomse humor", die de Ar beiderspers onder de tifcel Pries terpraat heeft uitgegeven. En ze worden echt niet leuker door een voorwoord waarin de heilige pas toor van Ars met St. Augustinus het allemaal nóg even op hóger plan mogen breng en- Twee van de minst slechte (toe vallig allebei jezuïetenmopjes): Een jezuïet vraagt een voorbij ganger de weg: „Hoe kom ik het vlugst bij de. ka thedraal?" „Oh", zegt de ander, „maar daar komt u nooit. Het is name lijk rechtdoor". En deze: „Kunt u ooit wel eens .een vraag met „ja" of „neen" beantwoor den?", vraagt een franciscaan aan een jezuïet. „Hoe bedoel je dat?", luidt het antwoord. v. D- De Stichting „Kunst voor.de Jeugd" organiseert in,de maand november weer enkele concerten voor scholieren en georganiseer de jeugd in „De Doelen". De concerten zullen worden gege ven door het Zuid-Hollands Or kest, dirigent Jan van der Waart en door het Rotterdams Phil- harmonisch Orkest, dirigent Edo de Waart- Het Zuid-Hollands Orkest concer teert voor leerlingen van g.I.o. en voortgezet onderwijs; het R.Ph.O. voor leerlingen van voortgezet onderwijs en voor jon geren van vormingsinstituten, Van onze correspondent ROMS WAS tot voor enkele jaren trots op een heel bijzon dere straatde Via Margutta, die nu naar de hippies is, op eens. Naar Romeinse begrip pen is het een tamelijk nieuwe straat, daar zij deel uitmaakt van een ic ijk die eerst tegen het einde van de zestiende eeuw haar landelijk voorko men verwisselde voor dat van een barokke woonwijk. De Via Margutia is beslist geen be langrijke verkeerswegZe loopt aan beide uiteinden min of meer dood. Gelegen aan de voet van de heuvelkom de Pinclo is het er schaduwrijk en rustig. De eerste bewoners waren onze landgenoten, schilders en beeld houwers uit de noordelijke en zui delijke Nederlanden. De Neder landse kunsthistoricus, dr. G. J. Hoogewerff, heeft zich tientallen jaren lang bezig gehouden met de talloze „fiamminghi", (Ook al kwamen zij uit Utrecht of Gronin gen, voor de Italianen waren het Vlamingen), die in de „status ani- marum {opgave der zielen) van de parochie S. Maria del Popoio vermeld worden. De meesten wa ren „eretici" (ketters) en dan maakte de pastoor het zich niet al te moeilijk: „Fietro Flammingo, of Giovanni Fiammingo, eretico" was meer dan voldoende. Gingen zij met Pasen ter communie, dan probeerde de brave geestelijke ook hun familienaam, fonetisch geschreven, vast te leggen. Een straat van kunstenaars is de Via Margutta eeuwenlang geble ven. De huizen bestaan er uit een doolhof van binnenplaatsen, trap pen, tuinen en ateliers. Tegen woordig wonen er alleen gevestig de en dus bejaarde schilders en beeldhouwers, omdat de huren te hoog zijn geworden voor „bohé miens". Tot een jaar of tien gele den was dat anders. De eenmaal vermaarde kunste naarsclub, anderhalve eeuw lang het middelpunt van het artistieke leven der eeuwige stad, is nu de zetel van een filmmaatschappij, die het kennelijk als een status symbool beschouwt, in de kunste- naatswijk gevestigd te zijn. Ook al zijn die kunstenaars tegen woordig meer Amerikaanse film diva's, die zo'n groot schilders atelier met het koele licht, dat door enorme vensters binnenvalt „echt een Italiaans huis" vinden. Da winkels van de Via Margutta zijn kunsthandels en bescheiden zaakjes van antiquairs. De gróte antiquairs vindt men in de drukke parallel straat, de Via del Babui- no. Maar sedert korte tijd is dat alles veranderd. Miss Mary Quant uit Londen wist voor zeer hoge prijzen zes, zeven, tenslotte zelfs tien van die winkeltjes te hu ren en cp een goede dag kwam zij met haar hele staf van ontwer pers en „public relation men" naar Rome, naar de Via Margut ta, die officieus werd omgedoopt 1 in Carnaby Street, Rome. Met haar kortste minirok, gezeten in een koets met twee paarden, haar gevolg ten dele op motorfietsen, ten dele te paard, deed zij haar intrede. Al de „capellont en capel- lone" (vrouwelijke en mannelijke manendragers) van de hoofdstad waren aanwezig: gitaren, ye-ye, protestliederen, niets ontbrak. De ware bewoners van de straat za gen het met verbijstering aan: de rust van hun bijna dorpse samen leving werd verstoord. „Heilig schennis", schreven de burger lijke kranten. Zoals in Italië van zelf spreekt, werd de zaak aan cle orde gesteld in het parlement, maar zonder enig gevolg. Antiek en knopen DE VIA MARGUTTA van nu wordt beheerst door tieners en hun handige mode-ontwerpers. Ner gens in Italië ziet men zoveel lange haren, zoveel baarden die meisjesachtige gezichten omlijs ten, zoveel kaneelstofckleurige hemden en minirokjes, zoveel gele, lila. vlamrode en zeegroe ne pantalons uit fluweel of zijde. En de straat past zich wel aan. De winkeliers hebben al gauw- ontdekt, dat dit jonge, rumoeri ge publiek ook wei oog heeft voor hun koopwaar. Het is immers alles uit Carnaby Street, Rome! Waarom zou dan een achttiende- ceuws zakhorloge, of een antieke armband niet passen bij het laat ste model van Mary Quant?De antiquairs beleven een gulden tijd. De grote uitgever Feltrinelli, steeds op de bres wanneer het om moderne zaken gaat, heeft in zijn boekwinkel ettelijke juke boxes opgesteld, verkoopt naast serieuze boeken bonte manifesten (natuurlijk in het Engels) met leuzen als „I like love without sex" of „I like sex without love" en dergelijke. Geweldig is plot seling de vraag naar knopen, protestknopen uit Amerika. Er zijn er ook met Italiaanse teksten maar die zijn lang zo boeiend niet als de Engelse, waarvan,men de zin niet begrijpt. Die knopenrage is hier ontstaan dank zij een 'schoolmeester in de goede stad Ferrara. Een jongen kwam op ■school met zulk een knoop, ge- Ischenk van een Amerikaans j vriendje. De tekst luidde „I hate jtho state". Ot de jongen dit „pro- itest" ook begreep, weten wij echt [niet, maar hij werd in ieder geval ivoor een periode van twee weken [naar huis gestuurd. Een bewijs, ids' de betrokken schoolmeester niet door had, dat zulke knopen [een uitstekend middel zijn om liet onderwijl; in de Engelse taa? te bevorderen. Maar tenslotte is Ferrara een tta Uaanse stad en dus werd nog dc- jzelfde dag de gemeenteraad bij eengeroepen. die een hele nacht vergaderde om aan de tien. of jtwintig versrhillende partijen, itt die raad vertegenwoordigd, ge legenheid te geven hun standpunt inzake protejtknoocn uitvoerig toe te lichten. Tenslotte kwam er een afkeuring van de maarregel van het school- huofd uit de bus. Deze gezags drager had zjrh schuldig gemaakt aan „schending van het bij de grondwet vastgelegde recht \-an iedere burger op vrije menings- j uiting door middel van het gespro ken of geschreven woord". Geen Italiaans dagblad, dat er niet onder vette koppen melding van maakte. Van dat ogenblik af waren protestknopen natuurlijk „in". De fabrieken in Amerika moesten overuren maken en al gauw kwa men er aanwijzingen, dat de kno pen, voor Italië extra-groot moes ten zijn. Het leuke is juist een knoop, waar iets Engels op staat, dat men niet kan uitspreken, en niet begrijpt. Wat te denken van het preutse jonge Italiaanse meisje met haar microscopische minirokje en geblondeerde haren, dat op haar frambozenkleurige trui een klein formaat soepbord draagt met het opschrift: ,,1'm game. What about you"? Wij weten met honderd procent ze kerheid, dat zij zonder meer zou bezwijmen wanneer iemand haar voorstelde precies datzelfde in het Italiaans zelfs maar te den ken, laat staan uic te spreken. Het augustus-septembernummer van LITTERAIR PASPOORT heeft een extra-royale tersprei ding gekregen: men kon het losse nummer kopen op de .tentoonstel ling van Duitse boeken die in De Doelen te zien is geweest, als een soort handleiding voor de moderne Duitse letterkunde. Te recht, trant het nummer is vrij wel ge/teel gewijd aan „twintig jaar Duitse literatuur"is breed opgezet en is zeer informatief op een aantrekkelijke manier Klaus Siegel heeft er een goed gesprek in met Martin Walser, 'waarin men die boeiende man beter leert kennen danmogelijk teas op de tentoonstelling zelf, waar hij wat voorlas uit zijn werk. Jammer, dat men hem toen niet wat vrijer heeft gelaten want hij heeft bepaald iets te zeggen. Van Hildegard Brennér een uitstekend beeld van de lite raire situatie in Oost-Duitsland. overgenomen uit haar inleiding op haar bloemlezing van de jong ste DDR-letterkundeDeze letter kunde is „socialistisch",zegt mej. Brenner in wat acade misch Duits, zowel in de situa ties als in zijn visie, maar er is toch een nieuwe estetische grond- zee, die nog niet zo aan de opper- t7Ïakte komt en misschien zijn tijd vooruit is, en die zich ont trekt aan de gebruikelijke kriti sche normen die in het Westen Tcorden aangelegd. Verder bij- t;oorbeeld een overzicht van de enorme stroom pocketboeken, die van de Duitse persen blijft rollen. In het septembernummer van MAATSTAF een hooggestemde herdenking door A. Roland Holst van de componist Matt hijs Ver meulen. „Het kwam mij dan wel voor, dat hij hoe weldadig menselijk hij kon zijn ook, als 't ware, voormenselijk was: iets, onderdaad, als een. Titan". J. B. Charles zet de publicaties van fragmenten van een „sia mees dagboek" voort: beelden uit Si am, afgewisseld met jeugd herinneringen uit Nederland, want ook in Siam blijkt het kruid je-roer-me-niet te groeien, zoals in de hortus in Groningen. Wire. Gijsen zegt over Heere Heeres- ma, dat deze schrijft over de bin nenkant van de menselijke bui tenkant, en dusdoende met het belangrijkste deel van zijn per soonlijk mooi buitenschot blijft een vondst. Verder een verhaal van Theun de Vries „Fa scisme is mo' 'en verzen van o.a. Ida G. M. Gcrhardt en Helen Koppers. In het augustus-septembernum- mervan TIRADE onuitgegeven brieven van J. van Oudshoorn, grijs-groen ran grauwheid, over zijn existentie op de kanselarij van het Nederlandse gezant schap in Berlijn in ISÖ5. C. Bit- tremieus haait in „post uit jKempland" herinneringen op aan de onlangs overleden dichter (Pierre Kemp. Josine W. L. Mey- iCr schrijft over Freud in zijn brieven."naar aanleiding van de briefwisseling tussen Freud en j Lou Andreas-Salomé, de vijfde j bundel Freudbrieven. G. K. van [het Reve verdedigt in een kort iStttfc zijn geloof: „Als ik een ikaars ontsteek voor de Glorievol ste en Gezegende Maagd, die ai- lies weet en alles begrijpt, dan jverricht ik een in mijn ogen zin- Wij ke handeling, die mij diepe K/O"ons vreugde en troost schenkt, en zulks terwijl ik tegelijkertijd zeer wel weet, dat zich nergens in het heelal een door eeri stra lenkrans omgeven dame in een fraaie zaal bevindt, die mij bij mijn binnenkomst toevoegt: „Kom maar verder, hier brandt de kachelEn vertel me meteen maar, Gerard, wat ifc mijn'god- delijke Zoon voor jou moet vra gen". Zou ik haar echter, op grand van de zojuist genoemde overweging, verwerpen, dan zou ik een wezenlijk deel van mij zelf verloochenen en een geheel gebied van mijn ziel domweg amputeren In het septembernummer van KENTERING constateert ook Harry Scholten dat Wim Zaal in zijn boek „De herstellers" het Ne derlandse fascisme bagatelliseert, en Wim Hazeu licht Zaal's doop ceel. Dr. Jaap Meijer schrijft ever het Joodse dichterschap van Herman van den Bergh, zet hem hier en daar naast zijn. geliefde Jacob Israël de Haan en noemt hem een „burgerjongen uit een bloedeloos klimaat". Verder een voortzetting van de nuttige ru briek, waarin vormen van cen suur worden gemeld. Een niemv nummer van VERS U NI VERS, waarin weer veel lite raire collages, speelse teksten en hooggrijpende beschouwingen. Van de redacteur Frans van der Linden, bij wie (Brittenoord 43, Rotterdam) men zich kan. abonne ren, drukken we een lettergrap- }e af. JAAP JOPPE HET MUSEUMJOURNAAL nummer 7 van de lopende jaar gang herdenkt tioec gestorve nen. Van de schilder Gustave As- seibergs, die nog geen 30 jaar was, zegt Wim Beeren dat bij |.,z'erpaonder iftteresses bezet dan (hei hanteren van een aantal .kwasten": een gratuite sneer je- jpens schilderende schilders. Sand- berg herdenkt de Duitse criticus Sc huize VeUinghausen, die aan het Rijksmuseum Kröller-Müller een beeld van Caret Visser na liet om iets af te doen van de schuld van Duitsland aan Ne derland. Veel ruimte is gegeven aan doodsaaie beschrijvingen ivcm doodvervelende ongein: „si tuaties" en projektenLezer Paul van 't Veer stelt vast, dat jFonlana manifest raaskalt. Nou en? k \Y. ponsen. Dat is het eerste ver diend, zeg ik maar. Vooral van die koperen koetslantaarns, kan delaars, klooster be Hen en deur kloppers kunr.en wc niet genoeg maken. Ze halen ze onder onze handen weg. Bijna alles gaat naar hot buitenland en voorlopig lijkt het er niet op, dat do vraag aan het minderen is. Integendeel. Van onze correspondent HAARLEM Deor het gat van de openstaande deur pronkt en praalt het koperwerk op de vol- getaste tafels en aan de muur. Weinige jaren terug, verdiende de Haarlemse koper- en bliksla ger C. Hofstee, 51 jaar, ee« be scheiden weekloon op een blikfa- briek. Het bedrijf werd opgehe ven en de heer Hofstee stond met zijn 30 dienstjaren op straatNu ts hij de trotse eigenaar van een koperwerkplaats en hij verschaft volop en goed betaald werk aan negen man personeel. De vraag naar koperen luxe- en gebruiksvoorwerpen in het antie ke genre is zo groot, dat men de binnenstromende bestellingen nauwelijks aan kan. De produktie is vooral voor de export bestemd. De orders komen, behalve uit de Westeuropese landen, ook uit Amerika en Australië. Niet zel den lopen ze in de duizenden gul dens. „We kunnen het eenvoudig niet bijbenen," vertelt de heer Hof stee. „Vijf jaar geleden begon ik in een schuurtje oude koetslan- taams na te maken. Alles met de hand. Met hard werken kreeg ik er tien in een week klaar. Mijn zoons en ik brachten ze liftend naar Amsterdam om ze daar aan de man te brengen. Ze gingen vlotjX" ^ufliVr'uit^De^AriieiSi. weg en we kregen steeds meer jpBrSj A^s(erö^m. f SU Een ULsieumgen. [koele, wetenschappelijke benade- Het ging zelfs zo gesmeerd, dat jrjnS van de groto hervormer, mijn oudste zoon Gerrit, die van MAKSIM GORKY EN LEV TROTSKY: „Herinneringen aan Lenin", Vert* C. J. Pouw jr. en Jaap Walvis. Ui tg. De Arbeiders pers, Amsterdam" f4,90. Herinne ringen van twee scherp waarne mende en intelligente tijdgenoten aan de grote leider van de revolu tie. KONSTANTIN PAUSTOVSKIJ: „Begin van een onbekend tijd perk". Herinneringen aan de Russische revolutie. Vert. W. Hartog. Uitg. De Arbeiderspers, Amsterdam, f 9,1)0. Schetsen door de „grijze eminentie" van de Russische literatuur, en een hoog tepunt in zijn oeuvre. ERIK II. ERIKSONDe jonge Luther". Een psychoanalytisch en historisch onderzoek. Vert. K. zijn vak stempelmaker is, en mijn andere zoon Nico, die bankwer ker-lasser is, voor hale dagen bij mij kwamen, werken. Succes sievelijk moesten er meer man netjes bijkomen." „Al die lantaarns, strijkbouten, kronen, kandelaars en klooster bellen maken we zo nauwkeurig mogelijk van het origineel na. Alles, ook het gereedschap en de instrumenten die wc gebruiken, maken we zoveel mogelijk zelf, zoals stempels, Lanlbankjes en URSULA BERNATH EN RI CHARD CROSS MANN: „Mexi co". Land, volk, cultuur. Ned bew. W. Gaade, Uitgeverij W. Gaade, Den Haag f 49.50. JEAN-PAUL OLLIVIER: „Wan neer wordt hot dag, kameraad?" Geschiedenis van de oktoberrevo lutie. Vert. R. B. I. Verlaan, Uitg. In den Toren, 13aarn. f 14,90- Le vendige, journalistieke „reporta ge" van de oktoberrevolutie door oen redacteur van het Franse foto-blad Paris-Match, met vele, vaak onbekende, foto's.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1967 | | pagina 1