Klooster mag niet parasiteren
op de buitenwereld
KRANTEN LATEN TANDEN ZIEN
Citaten
Organisatie zit gerei
kerken in de teeg
Gesloten deuren?
Kleine rel op
Binnenhof in
Amerikaans licht
PRIORIN ELISABETH VAN ST. C ATH ARINADAL
KERK EN KANSEL
Priesters contra
aartsbisschop
Zalig ivorden op
gemakkelijker
voorwaarden
Opstand priesters
Tegenactie
Wegkopen
Monddood
Trouw-liartig
pagina 6
ZATERDAG 26 APRIL
„Het is inderdaad parasite
ren op de gemeenschap, wan
neer een klooster gedeeltelijk
door de buitenwereld in stand
moet worden gehouden. Daar
om is ons streven erop gericht
zelf produkten voort te bren
gen die kunnen worden ver
kocht. We moeten niet bede
len" De priores van de norber-
tinessen van Sint-Catharinadal
in het Brabantse Oosterfiout
strekt de armen en legt twee
stevige handen op tafel. Haar
blauwe ogen schitteren zelfbe
wust; een krachtige vrouw, die
zich niet laat intimideren en
zeëixwel in staat is om een
kloosteh-"4e beheren met 54
zusters, efficiënt-en eigentijds.
Een moderne gemeenschap
wet vaste regels die worden ge
hanteerd. zoals deze tijd dat wil.
De tijden van zwijgplicht en
bruidssc/ieU en het gebed gedu
rende dag en nacht" zijn voorbij.
Een meerderheid van stemmen
bepaalde dat het gebed van één
uur *5 nachts wat veel van het
goede was en moest worden afge-
sckaft. Aldus geschiedde, een dag
sluiting om heli tien kwam ervoor
inde plaats.
Zuster Elisabeth Janssens, in
een geheime verkiezing tot prio
res verheven, de hoogste rang in
het klooster: „We zijn toch dood
gewone mensen, met de proble
men van iedereen". Haar gezicht
slaat onverwacht open tot 'n lach
terwijl zij achterover in haar
stoei leunt.
„Natuurlijk worden we wel
eens verliefd; en dat hoeft niet
eens altijd te gebeuren, als we
eens buiten het klooster op stap
gaan. Maar dat moet bij het mo
ment zelf blijven en dat gebeurt
ook. Anders werd het leven in dit
klooster onmogelijk. Wie in ons
klooster komt, heeft een. proeftijd
van vijf en een half jaar. Daarna
ir het verblijf voorgoed. Tijdens
die „verlovingstijd" kan men zich
lerugtrekken, maar wie blijft,
weet waarom."
Uit roeping
De priores stelt een tegen
vraag: „Waarom wordt een knap
rr.eisje verliefd op een lelijke jon
gen?' In de aarzeling die erop
volgt ligt het antwoord. De reden
om in een klooster te gaan is
moeilijk te omschrijven.
Gemeenschap
KARAKTERISTIEK VOOR deze
orde van de norbertinessen is de
gemeenschapsgedachte, het com
munisme uil liefde, met elkaar
voor elkaar, Een en ander iets
uitvoeriger omschreven in de sta
tuten.
Maar de statuten worden ge wij
z.igd wanneer de tijd daarom
vraagt. De priores: „Natuurlijk
hebben we televisie, natuurlijk
hebben wij gisteravond gekeken,
Ajüx, wat dacht u,"
Bij de ingang van de proosdij
het voorhuis zijn kleine ka
mertjes, waarin relaties van de
zusters op bezoek mogen komen.
De zusters zelf mogen het kloos
ter met uit, behalve voor een
sterfgeval van een nabij familie
lid en voor „boodschappen"', wan
neer artikelen voor bet kunst
atelier worden ingekocht en
priores Elisabeth enkele zusters
meeneemt en met een moeder
lijke glimlach er een uitje aan
vastknoopt. Een hoogtijdag.
Missch ien
MAAR DE regels worden ver
anderd. ..Misschien", fluistert
een zuster hoopvol," wanneer zij
alleen is in een van de lange, stil
le* gangen, wat klinisch maar met
groen en rood gekleurde tegels,
„misschien magen we straks
ook naar huis als iemand gaat
trouwen of zo."
Even aarzelt zij, alsof zij te
veel heeft gezegd en daarom
voegt zij er maar meteen dapper
aan toe dat het natuurlijk niet
noodzakelijk is en dat zij met an
ders zou willen dan. m het kloos
ter. „Anders hielden we het toch
geen twee maanden uit?"
Maar de gedachte aan thuis -
de priores even daarvoor: „We
zijn toch gewone mensen"
leeft nog een ogenblik voort.
Dagtaak
EEN DAG van een kloosterzus
ter is tamelijk eenvormig: zes uur
op, half tien dagsluiting en half
elf naar bed. Er worden geen uit
zonderingen gemaakt, al her
bergt het sfeervolle klooster zus
ters van 22 tot 91 ia ar. Alleen op
zondag mag men uitslapen, dan.
is de morgendienst met om half
zeven, maar om negen uur.
De dag wordt verder voor
diensten onderbroken om twee
uur, zeven, uur en half tien. Daar
tussendoor zijn de maaltijden en
de vaste werkzaamheden, huis
houdelijk of in het atelier, de
boekbinderij of de tuin.
Het klooster bezit onder meer
27 grote beesten, waaronder 14
melkkoeien, behorend bij de eigen
boerderij waaruit alle groenten en.
aardappels voor het klooster ko
men.
Mond dicht
AF EN TOE een uurtje 's mor
gens, 's middags en 's avonds is
men vrij; dan kunnen de zusters
wandelen, lezen, studeren en
.praten. Want hoewel de zwijg
plicht is opgeheven, worden de
zusters tijdens de werkuren ge
acht hun mond te houden, tenzij
het gaat over het werk. Maar ook
hiermee wordt wel eens de hand
gelicht; de regels zijn er voor,
om soepel gehanteerd te worden.
Ze lijken streng, die zusters m
hunwit-gele habijt en zwarte kor
te kappen, die met meer over het
voorhoofd vallen. „Ingetogen",
zouden zij zeif misschien zeggen,
maar op een toevallige bezoeker
maken zij een (uiteraard) zwijg
zame, koele indruk, die later ver
dwijnt. Dan blijken zij goedlachs
en in. staat tot een kloostermop.
Zeven eeuwen
DE ORDE bestaat in 1971 zeven
eeuwen. Reden om eens stevig uit
te pakken. Een lange lijst van
voorlopige evenementen is reeds
vastgesteld, de zusters bereiden
zich nu al voor. Overwogen wordt
een kunstatelier te bouwen dat ge
deeltelijk in de proosdij ligt, voor
iedereen toegankelijk en gedeelte
lijk in het slot, waar behalve de
zusters alleen regerende vorstin
nen mogen komen.
Soms wordt het betreurd, dat
bezoekers niet in het slot mogen
komen, in de privévertrekken, de
bibliotheek en de restauratieka
mer (waar oude boeken worden
hersteld). Koningin Juliana is er
één keer geweest, met haar bin
nenglippend gevolg. Maar dat
was uitzondering; gewone lieden
komen er niet. Ook al betalen zij
honderd miljoen gulden.
PRIORES ELISABETH
iiiet parasiteren
de firma die zich bezig houdt
met het vervaardigen van kunst-
aardbeipitlen ter verhoging van
de geloofwaardigheid van jam.
Zoiets 'verwacht men niet iri een
kerkelijk blad, maar het staat echt
m het. Algemeen Doopsgezind
Weekblad, m een hoofdartikel dat
ei overigens niet toe doet: over
dat echte bomen toch de voor
keur verdienen boven kunstbomen
Wie kent er bij ons geestelijk
gezag toe can d> synode? Zolang
het onrecht acn prof. Smits niet
is goedgemaakt, zie ik er niet
meer in dan een falend bestuurs
lichaam. De Staalmeesters ma
ken een betere indruk. Zij pre
tenderen niet meer te zijn dan
harde rijke kooplieden, maar het
zijn tenminste kerels!
a lev rouw M. Ooslen-Fape in Kerk
en wereld, het blad van de Vei-
oruging van vruzuinige hervorm
den.
IN DE Venezolaanse sta Me-
rida hebben 22 r.k. geestlijken
te kennen gegeven, dat zij niets
moeten hebber, van de nieuwe
aartsbisschop. Volgers hen neemt
deze een standpunt in, dat in
strijd is met het concilie.
Eerder zijn berichten ontvan
gen over rebellerende geestelij
ken m Argentinië, Brazilië en Co
lombia,
DE GEREFORMEERDE
KERKEN kunnen hun roeping
in de wereld niet goed vervul
len wanneer zij geen verande
ringen aanbrengen in hun ker
kelijke organisatie. Tot deze
conclusie komt een studiecom
missie van acht sociologen,
theologen en andere deskundi
gen in een rapport „Kerk in
perspectief", bestemd %'oor de
synode, die op 13 mei in Sncek
wordt geopend. Dc synode gaf
vier jaar geleden opdracht tot
deze studie over de structuur
van de gemeente.
liet rapport vindt dc huidige
.structuur te zeer naar binnen
gericht. Ze is te weinig open
naar niet-kerkleden en met-ge-
reformeerde kerkleden. Ook
biedt ze te weinig zicht op de
samenleving en op de vragen
die daar aan de orde zijn. Ze
Is te weinig gericht op de ta
ken die de kerk heeft te ver
vullen en de gemeente wordt
te weinig gezien als draagster
van alle bedoelingen van de
kerk.
Veel plaatselijke gemeenten
zijn, aldus het rapport, te klein
voor een goede taakvervulling.
Grotere verbanden in de vorm
van streekgemeenten en groot
stedelijke gemeenten bieden
meer mogelijkheden tot een
gevarieerde aanpak van het
werk. He huidige wijksgewijze
indeling der pastorale werk
zaamheden zou moeten veran
deren in meer op de diverse
groeperingen en leefsituaties
afgestemde Indelingen. Behal
ve voor het pastoraat zou ook
voor de kerkdiensten naar een
meer gedifferentieerde aanpak
moeten worden gestreefd.
NIET ALLEEN ECHTER
dient er volgens het rapport in
het werk van de predikanten,
ouderlingen en diakenen specia
lisatie aangebracht te worden.
Ook dient de vanuit hel dage
lijks beroep van. de gemeente
leden bechikbare deskundig
heid de gemeente in hel ver
vullen van haar bedoelingen
zoveel mogelijk ten goede te
komen. Allerlei gemeenteleden
zijn immers deskundigen op
hun terrein en kunnen in pre
diking, onderricht, pastoraat
en dienstbetoon van dienst zijn.
Gespecialiseerde ouderlin
gen en diakenen zouden, waar
dal gewenst is, ook erkenning
moeten hebben In andere ge
meenten. Daardoor zou de fi
guur van een „interplaatselij-
fce" ambtsdrager ontstaan.
Voor een nauwkeurige regi
stratie van de zorgen en noden
ook binnen de gemeente stelt
het rapport de inschakeling
van contactpersonen voor. Per
tien gezinnen zou er een con
tactpersoon moeten zijn, die
nagaat wat er leeft onder de
mensen en die de vragen kan
verdelen over dc daarvoor ge
schikte ambtsdragers en ge
meenteleden. Daarbij mag bel
niet alleen gaan om indivi
duele naden, maar ook alge
mene (zoals de plotselinge
sluiting van een bedrijf, de
zorgen van buitenlandse werk
nemers of de vestiging van een
bejaardencentrum of een zie
kenhuis in hel eigen gebied).
DE PAUS heefl de lange pro
cessen van zalig- en heiligverkla
ring vereenvoudigd. Meer dan tol
dusver wordt het onderzoek in
handen gelegd van plaatselijke
Disschoppen, waardoor de taak
van de Vaticaanse functionaris
sen wordt verlicht. Voortaan zul
len alleen bisschoppen en andere
plaatselijke kerkelijke gezagheb
bers. in overleg met het Vaticaan,
het vooronderzoek naar een za
lig- of heiligverklaring kunnen
openen.
Tot dusver waren er twee soor
ten initiatieven, door de plaatse
lijke bisschoppen en door het Va
ticaan. Het proces zal twee vor
men van onderhoek behelzen, een
naar de geschriften van de moge
lijke heilige en de andere naar
zijn leefwijze, zijn deugden of zijn
martelaarschap. De bijzonderhe
den moeten na voltooiing van het
onderzoek naar de Vaticaanse
congregatie van de riten worden
gebonden.
IN COLUMBIA gaat de rege
ring zich Zorgen maken over het
conflict in de rooms-katholickc
kerk tussen „opstandige" pries
ters en hun kerkelijke overheid.
In een communiqué van een
aartsbisschoppelijke commissie In
Cali, de hoofdplaats van het de
partement Valle de Cauca, krij
gen de dissidente geestelijken de
raad uit de kerk te treden. Dan
zouden zij gemakkelijker gewa
penderhand kunnen gaan optre
den. Volgens de commissie heb
ben de „opstandelingen" hun
eigen helden en heiligen zoals Le
nin, Fidel Castro. Mao Tse-Toeng,
Lin Pial en „natuurlijk onze Ca-
mitlo Torres". „Als zij aan de
zuilen van de kerk blijven schud
den, lopen zij de kans dat hun
hetzelfde gebeurt als Simson".
De dissidente geestelijken blij
ven intussen voortgaan met hel
houden van „revolutionaire pre
ken". Zij hebben geprotesteerd
tegen de uitwijzing van een
Spaanse en een Amerikaanse
priester, die beschuldigd zijn van
opruiing en ondermijnende activi
teit. Enige van hen hebben aan
gekondigd, dat zij op 1 mei in de
open lucht de mis zullen gaan op
dragen en over sociale kwesties j
zullen preken. -
door ds. W. Veen
DE REEKS van vijftig dagen,
waarvan de eerste het paasfeest
en de laatste het pinksterfeest
aangeeft, heeft te maken met de
bijbelse toekomstverwachting en
geeft uitdrukking aan het „messi
aanse verlangen". Het oude h
voorbijgegaan, een nieuwe tijd »al
nu aanbreken! Of anders gezegd:
het messiaanse r'jk breekt door
m de on-messiaanse werkelijk
heid van deze wereld.
Hieraan willen de evangeliën
gestalte geven: de werkelijkheid
van de messiaanse gemeensckap
komt tot uitdrukking in de ver
schijning van de Heer. Wie aan
deze verschijning deel heeft, heeft
deel aan de messiaanse gemeen
schap.
Het is dus geen willekeurige
zaak: de Heer verschijnt niet op
een willekeurigg plaats of tijd
niet zomaar op de markt of in het
stadion maar op de plaats
waar en de lijd waarop de ge
meente bijeen is. Toen in Jeruza
lem of m CJalilca, in Damaskus of
op Patmos, en nu. waar dan ook,
waar de discipelen zijn, waar de
gemeenschap is, waar zelfs maar
twee of drie „in Zijn naambij
eenkomen.
DE GEMEENTE functioneert
vanouds ais die vorm van samen
leving, waar plaats vindt wat
in de ivereld helaas nog niet
kan bestaan. Je zou haar een li
turgische eenheid kunnen noemen,
binnen welke onomstotelijk tot uif-
drukking komt om welke werke
lijkheid het ten diepste gaat.
Deze liturgische eenheid is ook
bijvoorbeeld het onderwerp van
Psalm 200, vooral in de berij
ming die ons, geïnspireerd door
de oude dichter, laat zingen:
..Hier staat zijn troon, hier woont
zijn woord
De moeilijkheid is alleen, hoe
je de verbinding tot stand brengt,
tussen tvat binnen de gemeente
plaats vindt en wat in de buiten-
wereld gebeurt.
Want behalve de voorwaarde
dat de gemeente bijeen is (al zijn
het maar twee of diie) is het voor
de tijd tussen pasen en pinkste
óók kenmerkend dat de messic
sc werkelijkheid zich afspeelt
ter gesloten deuren.
Wie aan de v)ereldgeschied<
denkt met alle vervolgingen
bedreigingen die er kennelijk
horenkan zich die gesloten, d
best voorstellen en hem ook
rechtvaardigen. Maar wie m
eigen wereldje een beetje ro
kijkt kan zich tegelijkertijd j
onttrekken aan de indruk dat
nogal wat mensen zijn die
of niet heimelijk terug t?erj(
gen «aar de gang van zafcen-a
ter-gesloüen-denren t?an wele
Alsof er nimmer sprake is
we est van een zendingsouclrat
voor de gemeente die e
open deur veronderstelt ,,e
deur die niemand kan sluiten.
HET IS BLIJKBAAR V00r
gemeente moeilijkeropenlijk
onbedreigd in de wereld te l
slaan dan zich in de htitrgisc,
eenheid achter gesloten deuren
tc spelen. Dit geldt niet alleen
letterlijke, maar ook in figuurl
kt' en geestelijke zin. Wij.^oek
ons vaak het prettigst binnen oi
gesloten denk- of geloo/ssysteeT,
daf ive geneigd zijn angstvdli
tegen elke invloed of inbreuk va
buiten te behoeden.
Het is niet helemaal onbegrijpi
lijk, maar ook helemaal niet bi.
bels. Al gaat het aar niet or
het beïnvloed ivorden van, maa
om het invloed uitoefenen naé
buiten.
Geloven is dan ook niet eei
zaak van vrijblijvendheid-mcfli
van inzetniet alleen van iufcee:
(of zelfs afkeer), maar ook vat
uitzending (en toewijding).
Wie werkelijk gelooft durft 0oï
in de wereld wat aan. /Viet om
dat die wereld het je in dank aj
neemt, maar wel omdat It et oj
het heil uoor'die wereld aankomt
En waar zou je dan tenslotte bans
voor zijn? Er is toch zoiets als
een belofte! Tussen pasen en
pinksteren breekt de werkelijk
heid van die belofte door.
Aon ons de vraag, of wij er ons
in laten betrekken. Het pinkster-
feest toont aan dat het mogelijk is
deze vraag' positief te beantwoor
den.
Door onze parlementaire redacteur
IN AMERIKA, waar de maatschappe
lijke ontwikkeling op veel gebieden on
geveer een kwart eeuw voor is op die in
Europa, wordt de politieke journalistiek
wel eens aangeduid als „de vierde
macht", die naast de uitvoerende macht
(de president), de wetgevende macht
(het congres) en de rechterlijke macht
het staatsrechtelijke en politieke gebeu
ren beheerst. De term „vierde macht"
wijst er op dat de politieke journalistiek
daar meer is dan alleen maar waarne
mer en beschrijver, doch zelf een min
of meer actieve rol speelt; een rol die
bestaat uit het beoordelen van het op
treden van bestuur en volksvertegen
woordiging op soms nogal onbarmhar
tige wijze, het blootleggen van motieven
die door de president en de volksverte
genwoordiging niet rechtstreeks ge-
noefrtd worden, het" beoordelen ook van
de personen die zich met het bestuur en
het vertegenwoordigen van het volk
bezig houden.
NATUURLIJK leidde deze manier van
werken tot een tegenactie van zowel be
stuur als volksvertegenwoordiging. In Wa
shington deed daarom de „perschef" al heel
vroeg aijn intrede. Het bestuur probeerde
zijp handelingen zo goed mogelijk in de
pers te verkopen, parlementsleden begon
nen in hun optreden zoveel mogelijk reke
ning te houden met de pers. Amerikaanse
presidenten hadden en hebben er een flink
handje van om journalisten bij hun voorna
men te noemen. De wekelijkse persconfe
renties van vele presidenten ontwikkelden
zich tot gebeurtenissen van politiek belang.
Woordvoerders van het Witte Huis, zoals
James Hagerty en Pierre Sallingcr kregen
vvereldbekendhcid. Beïnvloeding van de
pers door het nieuws op een bepaalde ma
nier en op bepaalde momenten te presente
ren, „news managing", werd een apart vak
en een apart probleem.
WIE DE NEDERLANDSE kranten een
beetje volgt zal het opvallen dat wij hier
aan een ontwikkeling bezig zijn die sterke
overeenkomst vertoont met de Amerikaan
se. Het voornaamste verschil is het ontwik
kelingstempo de richting is dezelfde. De
achterstand om dat woord maar te ge
bruiken hoewel we er geen waarde-oordeel
mee willen uitspreken hangt een beetje
samen met de (nog steeds bestaande) aan
wezigheid van beginselen in de Nederlandse
politiek. Het is wat moeilijk om over per
soonlijke drijfveren van politici te schrijven
zolang ze hun optreden vooral baseren op
partij-politieke principes. Waarom gaat ie
mand in de politiek? Waarom wordt iemand
minister? Kan hij het werk wel aan of is hij*
een waardeloze prutser? Laat hij zich in
pakken door zijn collega's, zijn ambtena
ren, het parlement? Dat zijn vragen die in
de Nederlandse politieke journalistiek nog
weinig worden gesteld en beantwoord
maar het begint te komen.
OM HET AMERIKAANSE voorbeeld te
volgen: ook de nieuwsmanipulatje, de
„news managing", is geen onbekend ver
schijnsel meer. Alle ministers hebben voor
lichtingsambtenaren in dienst die het be
stuurlijk beleid zo goed mogelijk proberen
te verkopen. Ze laten hun redevoeringen
schrijven door mensen die weten welke zin
nen de kranten halen. Ook de politici zijn
zich tegenover de pers aan het versterken.
Steeds meer Kamerfracties kopen bij" de
dagbladen ervaren journalisten weg die ze
gebruiken om hun publiciteit te laten ver
borgen. hun redevoeringen te bewerken, uit
treksels voor de kranten te maken. Juist
deze journalisten, die met hun vroegere col
lega's op een vriendschappelijke basis kun
nen omgaan, worden steeds belangrijker
pionnen in het politieke spel. Ze weten waar
de kranten belangstelling voor hebben, ze
kennen de vreemde golfbewegingen in het
nieuws, ze weten door welke factoren de
nieuwspresentatie beïnvloed wordt
DEZE MENSEN, die het journalistieke
ambacht uit eigen ervaring kennen, hebben
de bestuurders en de politici ook geholpen
aan het wapen van de „vertrouwelijkheid",
een. probaat middel om de journalisten
monddood te maken. In onze democratie is
het hele optreden van het bestuur in princi
pe geheim tenzij het uitdrukkelijk vrij voor
publikatie wordt verklaard. De journalist
die aan „vrije nieuwsgaring" doet is daar
om op een voortdurende voet van oorlog
met het bestuur. Wat hij te weten komt
krijgt hij veelal via persoonlijke relaties,
via zijn bronnen die hij dikwijls door jaren
lang moeizaam werken heeft verzameld,
door een reeks kleine gegevens en aanwij-
zingen te combineren tot een volwassen
journalistieke primeur.
DEZE MANIER van werken staat bij de
overheid niet in een bijster goed blaadje.
Het kan voorkomen dat gegevens in de
openbaarheid komen die de overheid nog
even achter de hand wil houden (bijv. om
dat nog niet alle betrokkenen zijn geraad
pleegd, omdat onderhandelingsposities wor
den geschaad, omdat men blunders liever
geheim wil houden). Ket middel om onge
wenste publiciteit tegen te gaan is dan het
verstrekken van vertrouwelijke gegevens.
Dc minister die aanwijzingen heeft dat jour
nalisten een stuk nieuws op het spoor zijn,
schrijft een persconferentie uit, waarop hij
de hele kwestie uit de doeken, doet, maar
met de toevoeging dut zijn mededelingen
voorlopig nog vertrouwelijk zijn en dat er
dus nog niet over geschreven kan worden.
„U zult begrijpen heren, dat onze onderhan
delingspositie in internationaal verband pu
blikatie op dit moment niet toelaat." Het ef
fect van ctit optreden is duidelijk: de jour
nalisten zijn tot een zwijgplicht gebonden
ook die ene journalist die bijna alle gege
vens verzameld had en op het punt stond
zijn irerhsal te publiceren. Wèg is de pri
meur.
EEN BUITENSTAANDER zal zeggen dat
de journalisten zich dan maar niet op deze
manier moeten laten inpakken. Dat is waar
maar In de praktijk is het vrij moeilijk
om je er tegen te verzetten. De betrokken
journalist moet tijdig in de gaten hebben
wat de minister zal gaan vertellen, hij moet
opstaan en de conferentie verlaten. Moeilij
ker nog wordt het als journalist A van. krant
X de persconferentie bijwoont en journalist
B van dezelfde krant de man was die het
nieuws bijna „rond" had. Meestal blijkt de
ministeriële truc dan pas achteraf. In de
discussie ter redactie wint collega A hel
dan meestal want schending van het ver
trouwen kan voor lange tijd een heleboel re
laties die voor de toekomst in stand moe
ten blijven verzieken. Soms is collega B
de winnaar en dan ontstaat er een rel in het
politieke en journalistieke wereldje.
ZOIETS IS BEGIN deze week gebeurd
toen minister Den Toom (Defensie) op een
vertrouwelijke bijeenkomst van journalis
ten ineens nieuws begon te vertellen. De Ne
derlandse aarzeling om deel te nemen, aan
de ontwikkeling van het nieuwe gevechts
vliegtuig MRCA '75, De vraag of Nederland
nog mee zal doen aan deze opvolger van de
Starlight er was al geruime tijd een interes
sant news!tem". Het dagblad Trouw was
met zijn journalistieke speurwerk al heel
ver en vertikte het om zich te laten gijzelen
door de vertrouwelijke mededelingen van
de minister. Gevolg: een rel. Het bestuur
van de Parlementaire Pers Club, dat als
gastheer voor de ontmoeting met de minis
ter was opgetreden, vond dat Trouw het
vertrouwen geschonden had, dat daardoor
de vereiste grondslag van vertrouwen aan
het vertrouwelijk overleg met ministers
was komen te vervallen (de leden van de
PPC praten regelmatig met ministers,
maar meestal over politieke koetjes en kalf
jes) en trad af.
HET WAS EEN gebeurtenis die enige
aandacht trok ook al omdat er deze week
aan het Binnenhof toch niets anders te bele
ven viel. Maar het is meer dan oen incident.
Het is een symptoom van de zich geleidelijk
aan verscherpende verhouding tussen be
stuur en politici enerzijds en politieke jou*"*
nalistiek anderzijds. De eerbied voor minis
ters, het prestige van de ambtsdragers is
kennelijk aan het verminderen. Nu de
volksvertegenwoordiging door interne ver
deeldheid zijn controlerende taak steeds
slechter uitvoert is een wat agressievere
houding van de pers een interessant ver
schijnsel.