Klooster mag niet parasiteren op de buitenwereld KRANTEN LATEN TANDEN ZIEN Citaten Organisatie zit gerei kerken in de teeg Gesloten deuren? Kleine rel op Binnenhof in Amerikaans licht PRIORIN ELISABETH VAN ST. C ATH ARINADAL KERK EN KANSEL Priesters contra aartsbisschop Zalig ivorden op gemakkelijker voorwaarden Opstand priesters Tegenactie Wegkopen Monddood Trouw-liartig pagina 6 ZATERDAG 26 APRIL „Het is inderdaad parasite ren op de gemeenschap, wan neer een klooster gedeeltelijk door de buitenwereld in stand moet worden gehouden. Daar om is ons streven erop gericht zelf produkten voort te bren gen die kunnen worden ver kocht. We moeten niet bede len" De priores van de norber- tinessen van Sint-Catharinadal in het Brabantse Oosterfiout strekt de armen en legt twee stevige handen op tafel. Haar blauwe ogen schitteren zelfbe wust; een krachtige vrouw, die zich niet laat intimideren en zeëixwel in staat is om een kloosteh-"4e beheren met 54 zusters, efficiënt-en eigentijds. Een moderne gemeenschap wet vaste regels die worden ge hanteerd. zoals deze tijd dat wil. De tijden van zwijgplicht en bruidssc/ieU en het gebed gedu rende dag en nacht" zijn voorbij. Een meerderheid van stemmen bepaalde dat het gebed van één uur *5 nachts wat veel van het goede was en moest worden afge- sckaft. Aldus geschiedde, een dag sluiting om heli tien kwam ervoor inde plaats. Zuster Elisabeth Janssens, in een geheime verkiezing tot prio res verheven, de hoogste rang in het klooster: „We zijn toch dood gewone mensen, met de proble men van iedereen". Haar gezicht slaat onverwacht open tot 'n lach terwijl zij achterover in haar stoei leunt. „Natuurlijk worden we wel eens verliefd; en dat hoeft niet eens altijd te gebeuren, als we eens buiten het klooster op stap gaan. Maar dat moet bij het mo ment zelf blijven en dat gebeurt ook. Anders werd het leven in dit klooster onmogelijk. Wie in ons klooster komt, heeft een. proeftijd van vijf en een half jaar. Daarna ir het verblijf voorgoed. Tijdens die „verlovingstijd" kan men zich lerugtrekken, maar wie blijft, weet waarom." Uit roeping De priores stelt een tegen vraag: „Waarom wordt een knap rr.eisje verliefd op een lelijke jon gen?' In de aarzeling die erop volgt ligt het antwoord. De reden om in een klooster te gaan is moeilijk te omschrijven. Gemeenschap KARAKTERISTIEK VOOR deze orde van de norbertinessen is de gemeenschapsgedachte, het com munisme uil liefde, met elkaar voor elkaar, Een en ander iets uitvoeriger omschreven in de sta tuten. Maar de statuten worden ge wij z.igd wanneer de tijd daarom vraagt. De priores: „Natuurlijk hebben we televisie, natuurlijk hebben wij gisteravond gekeken, Ajüx, wat dacht u," Bij de ingang van de proosdij het voorhuis zijn kleine ka mertjes, waarin relaties van de zusters op bezoek mogen komen. De zusters zelf mogen het kloos ter met uit, behalve voor een sterfgeval van een nabij familie lid en voor „boodschappen"', wan neer artikelen voor bet kunst atelier worden ingekocht en priores Elisabeth enkele zusters meeneemt en met een moeder lijke glimlach er een uitje aan vastknoopt. Een hoogtijdag. Missch ien MAAR DE regels worden ver anderd. ..Misschien", fluistert een zuster hoopvol," wanneer zij alleen is in een van de lange, stil le* gangen, wat klinisch maar met groen en rood gekleurde tegels, „misschien magen we straks ook naar huis als iemand gaat trouwen of zo." Even aarzelt zij, alsof zij te veel heeft gezegd en daarom voegt zij er maar meteen dapper aan toe dat het natuurlijk niet noodzakelijk is en dat zij met an ders zou willen dan. m het kloos ter. „Anders hielden we het toch geen twee maanden uit?" Maar de gedachte aan thuis - de priores even daarvoor: „We zijn toch gewone mensen" leeft nog een ogenblik voort. Dagtaak EEN DAG van een kloosterzus ter is tamelijk eenvormig: zes uur op, half tien dagsluiting en half elf naar bed. Er worden geen uit zonderingen gemaakt, al her bergt het sfeervolle klooster zus ters van 22 tot 91 ia ar. Alleen op zondag mag men uitslapen, dan. is de morgendienst met om half zeven, maar om negen uur. De dag wordt verder voor diensten onderbroken om twee uur, zeven, uur en half tien. Daar tussendoor zijn de maaltijden en de vaste werkzaamheden, huis houdelijk of in het atelier, de boekbinderij of de tuin. Het klooster bezit onder meer 27 grote beesten, waaronder 14 melkkoeien, behorend bij de eigen boerderij waaruit alle groenten en. aardappels voor het klooster ko men. Mond dicht AF EN TOE een uurtje 's mor gens, 's middags en 's avonds is men vrij; dan kunnen de zusters wandelen, lezen, studeren en .praten. Want hoewel de zwijg plicht is opgeheven, worden de zusters tijdens de werkuren ge acht hun mond te houden, tenzij het gaat over het werk. Maar ook hiermee wordt wel eens de hand gelicht; de regels zijn er voor, om soepel gehanteerd te worden. Ze lijken streng, die zusters m hunwit-gele habijt en zwarte kor te kappen, die met meer over het voorhoofd vallen. „Ingetogen", zouden zij zeif misschien zeggen, maar op een toevallige bezoeker maken zij een (uiteraard) zwijg zame, koele indruk, die later ver dwijnt. Dan blijken zij goedlachs en in. staat tot een kloostermop. Zeven eeuwen DE ORDE bestaat in 1971 zeven eeuwen. Reden om eens stevig uit te pakken. Een lange lijst van voorlopige evenementen is reeds vastgesteld, de zusters bereiden zich nu al voor. Overwogen wordt een kunstatelier te bouwen dat ge deeltelijk in de proosdij ligt, voor iedereen toegankelijk en gedeelte lijk in het slot, waar behalve de zusters alleen regerende vorstin nen mogen komen. Soms wordt het betreurd, dat bezoekers niet in het slot mogen komen, in de privévertrekken, de bibliotheek en de restauratieka mer (waar oude boeken worden hersteld). Koningin Juliana is er één keer geweest, met haar bin nenglippend gevolg. Maar dat was uitzondering; gewone lieden komen er niet. Ook al betalen zij honderd miljoen gulden. PRIORES ELISABETH iiiet parasiteren de firma die zich bezig houdt met het vervaardigen van kunst- aardbeipitlen ter verhoging van de geloofwaardigheid van jam. Zoiets 'verwacht men niet iri een kerkelijk blad, maar het staat echt m het. Algemeen Doopsgezind Weekblad, m een hoofdartikel dat ei overigens niet toe doet: over dat echte bomen toch de voor keur verdienen boven kunstbomen Wie kent er bij ons geestelijk gezag toe can d> synode? Zolang het onrecht acn prof. Smits niet is goedgemaakt, zie ik er niet meer in dan een falend bestuurs lichaam. De Staalmeesters ma ken een betere indruk. Zij pre tenderen niet meer te zijn dan harde rijke kooplieden, maar het zijn tenminste kerels! a lev rouw M. Ooslen-Fape in Kerk en wereld, het blad van de Vei- oruging van vruzuinige hervorm den. IN DE Venezolaanse sta Me- rida hebben 22 r.k. geestlijken te kennen gegeven, dat zij niets moeten hebber, van de nieuwe aartsbisschop. Volgers hen neemt deze een standpunt in, dat in strijd is met het concilie. Eerder zijn berichten ontvan gen over rebellerende geestelij ken m Argentinië, Brazilië en Co lombia, DE GEREFORMEERDE KERKEN kunnen hun roeping in de wereld niet goed vervul len wanneer zij geen verande ringen aanbrengen in hun ker kelijke organisatie. Tot deze conclusie komt een studiecom missie van acht sociologen, theologen en andere deskundi gen in een rapport „Kerk in perspectief", bestemd %'oor de synode, die op 13 mei in Sncek wordt geopend. Dc synode gaf vier jaar geleden opdracht tot deze studie over de structuur van de gemeente. liet rapport vindt dc huidige .structuur te zeer naar binnen gericht. Ze is te weinig open naar niet-kerkleden en met-ge- reformeerde kerkleden. Ook biedt ze te weinig zicht op de samenleving en op de vragen die daar aan de orde zijn. Ze Is te weinig gericht op de ta ken die de kerk heeft te ver vullen en de gemeente wordt te weinig gezien als draagster van alle bedoelingen van de kerk. Veel plaatselijke gemeenten zijn, aldus het rapport, te klein voor een goede taakvervulling. Grotere verbanden in de vorm van streekgemeenten en groot stedelijke gemeenten bieden meer mogelijkheden tot een gevarieerde aanpak van het werk. He huidige wijksgewijze indeling der pastorale werk zaamheden zou moeten veran deren in meer op de diverse groeperingen en leefsituaties afgestemde Indelingen. Behal ve voor het pastoraat zou ook voor de kerkdiensten naar een meer gedifferentieerde aanpak moeten worden gestreefd. NIET ALLEEN ECHTER dient er volgens het rapport in het werk van de predikanten, ouderlingen en diakenen specia lisatie aangebracht te worden. Ook dient de vanuit hel dage lijks beroep van. de gemeente leden bechikbare deskundig heid de gemeente in hel ver vullen van haar bedoelingen zoveel mogelijk ten goede te komen. Allerlei gemeenteleden zijn immers deskundigen op hun terrein en kunnen in pre diking, onderricht, pastoraat en dienstbetoon van dienst zijn. Gespecialiseerde ouderlin gen en diakenen zouden, waar dal gewenst is, ook erkenning moeten hebben In andere ge meenten. Daardoor zou de fi guur van een „interplaatselij- fce" ambtsdrager ontstaan. Voor een nauwkeurige regi stratie van de zorgen en noden ook binnen de gemeente stelt het rapport de inschakeling van contactpersonen voor. Per tien gezinnen zou er een con tactpersoon moeten zijn, die nagaat wat er leeft onder de mensen en die de vragen kan verdelen over dc daarvoor ge schikte ambtsdragers en ge meenteleden. Daarbij mag bel niet alleen gaan om indivi duele naden, maar ook alge mene (zoals de plotselinge sluiting van een bedrijf, de zorgen van buitenlandse werk nemers of de vestiging van een bejaardencentrum of een zie kenhuis in hel eigen gebied). DE PAUS heefl de lange pro cessen van zalig- en heiligverkla ring vereenvoudigd. Meer dan tol dusver wordt het onderzoek in handen gelegd van plaatselijke Disschoppen, waardoor de taak van de Vaticaanse functionaris sen wordt verlicht. Voortaan zul len alleen bisschoppen en andere plaatselijke kerkelijke gezagheb bers. in overleg met het Vaticaan, het vooronderzoek naar een za lig- of heiligverklaring kunnen openen. Tot dusver waren er twee soor ten initiatieven, door de plaatse lijke bisschoppen en door het Va ticaan. Het proces zal twee vor men van onderhoek behelzen, een naar de geschriften van de moge lijke heilige en de andere naar zijn leefwijze, zijn deugden of zijn martelaarschap. De bijzonderhe den moeten na voltooiing van het onderzoek naar de Vaticaanse congregatie van de riten worden gebonden. IN COLUMBIA gaat de rege ring zich Zorgen maken over het conflict in de rooms-katholickc kerk tussen „opstandige" pries ters en hun kerkelijke overheid. In een communiqué van een aartsbisschoppelijke commissie In Cali, de hoofdplaats van het de partement Valle de Cauca, krij gen de dissidente geestelijken de raad uit de kerk te treden. Dan zouden zij gemakkelijker gewa penderhand kunnen gaan optre den. Volgens de commissie heb ben de „opstandelingen" hun eigen helden en heiligen zoals Le nin, Fidel Castro. Mao Tse-Toeng, Lin Pial en „natuurlijk onze Ca- mitlo Torres". „Als zij aan de zuilen van de kerk blijven schud den, lopen zij de kans dat hun hetzelfde gebeurt als Simson". De dissidente geestelijken blij ven intussen voortgaan met hel houden van „revolutionaire pre ken". Zij hebben geprotesteerd tegen de uitwijzing van een Spaanse en een Amerikaanse priester, die beschuldigd zijn van opruiing en ondermijnende activi teit. Enige van hen hebben aan gekondigd, dat zij op 1 mei in de open lucht de mis zullen gaan op dragen en over sociale kwesties j zullen preken. - door ds. W. Veen DE REEKS van vijftig dagen, waarvan de eerste het paasfeest en de laatste het pinksterfeest aangeeft, heeft te maken met de bijbelse toekomstverwachting en geeft uitdrukking aan het „messi aanse verlangen". Het oude h voorbijgegaan, een nieuwe tijd »al nu aanbreken! Of anders gezegd: het messiaanse r'jk breekt door m de on-messiaanse werkelijk heid van deze wereld. Hieraan willen de evangeliën gestalte geven: de werkelijkheid van de messiaanse gemeensckap komt tot uitdrukking in de ver schijning van de Heer. Wie aan deze verschijning deel heeft, heeft deel aan de messiaanse gemeen schap. Het is dus geen willekeurige zaak: de Heer verschijnt niet op een willekeurigg plaats of tijd niet zomaar op de markt of in het stadion maar op de plaats waar en de lijd waarop de ge meente bijeen is. Toen in Jeruza lem of m CJalilca, in Damaskus of op Patmos, en nu. waar dan ook, waar de discipelen zijn, waar de gemeenschap is, waar zelfs maar twee of drie „in Zijn naambij eenkomen. DE GEMEENTE functioneert vanouds ais die vorm van samen leving, waar plaats vindt wat in de ivereld helaas nog niet kan bestaan. Je zou haar een li turgische eenheid kunnen noemen, binnen welke onomstotelijk tot uif- drukking komt om welke werke lijkheid het ten diepste gaat. Deze liturgische eenheid is ook bijvoorbeeld het onderwerp van Psalm 200, vooral in de berij ming die ons, geïnspireerd door de oude dichter, laat zingen: ..Hier staat zijn troon, hier woont zijn woord De moeilijkheid is alleen, hoe je de verbinding tot stand brengt, tussen tvat binnen de gemeente plaats vindt en wat in de buiten- wereld gebeurt. Want behalve de voorwaarde dat de gemeente bijeen is (al zijn het maar twee of diie) is het voor de tijd tussen pasen en pinkste óók kenmerkend dat de messic sc werkelijkheid zich afspeelt ter gesloten deuren. Wie aan de v)ereldgeschied< denkt met alle vervolgingen bedreigingen die er kennelijk horenkan zich die gesloten, d best voorstellen en hem ook rechtvaardigen. Maar wie m eigen wereldje een beetje ro kijkt kan zich tegelijkertijd j onttrekken aan de indruk dat nogal wat mensen zijn die of niet heimelijk terug t?erj( gen «aar de gang van zafcen-a ter-gesloüen-denren t?an wele Alsof er nimmer sprake is we est van een zendingsouclrat voor de gemeente die e open deur veronderstelt ,,e deur die niemand kan sluiten. HET IS BLIJKBAAR V00r gemeente moeilijkeropenlijk onbedreigd in de wereld te l slaan dan zich in de htitrgisc, eenheid achter gesloten deuren tc spelen. Dit geldt niet alleen letterlijke, maar ook in figuurl kt' en geestelijke zin. Wij.^oek ons vaak het prettigst binnen oi gesloten denk- of geloo/ssysteeT, daf ive geneigd zijn angstvdli tegen elke invloed of inbreuk va buiten te behoeden. Het is niet helemaal onbegrijpi lijk, maar ook helemaal niet bi. bels. Al gaat het aar niet or het beïnvloed ivorden van, maa om het invloed uitoefenen naé buiten. Geloven is dan ook niet eei zaak van vrijblijvendheid-mcfli van inzetniet alleen van iufcee: (of zelfs afkeer), maar ook vat uitzending (en toewijding). Wie werkelijk gelooft durft 0oï in de wereld wat aan. /Viet om dat die wereld het je in dank aj neemt, maar wel omdat It et oj het heil uoor'die wereld aankomt En waar zou je dan tenslotte bans voor zijn? Er is toch zoiets als een belofte! Tussen pasen en pinksteren breekt de werkelijk heid van die belofte door. Aon ons de vraag, of wij er ons in laten betrekken. Het pinkster- feest toont aan dat het mogelijk is deze vraag' positief te beantwoor den. Door onze parlementaire redacteur IN AMERIKA, waar de maatschappe lijke ontwikkeling op veel gebieden on geveer een kwart eeuw voor is op die in Europa, wordt de politieke journalistiek wel eens aangeduid als „de vierde macht", die naast de uitvoerende macht (de president), de wetgevende macht (het congres) en de rechterlijke macht het staatsrechtelijke en politieke gebeu ren beheerst. De term „vierde macht" wijst er op dat de politieke journalistiek daar meer is dan alleen maar waarne mer en beschrijver, doch zelf een min of meer actieve rol speelt; een rol die bestaat uit het beoordelen van het op treden van bestuur en volksvertegen woordiging op soms nogal onbarmhar tige wijze, het blootleggen van motieven die door de president en de volksverte genwoordiging niet rechtstreeks ge- noefrtd worden, het" beoordelen ook van de personen die zich met het bestuur en het vertegenwoordigen van het volk bezig houden. NATUURLIJK leidde deze manier van werken tot een tegenactie van zowel be stuur als volksvertegenwoordiging. In Wa shington deed daarom de „perschef" al heel vroeg aijn intrede. Het bestuur probeerde zijp handelingen zo goed mogelijk in de pers te verkopen, parlementsleden begon nen in hun optreden zoveel mogelijk reke ning te houden met de pers. Amerikaanse presidenten hadden en hebben er een flink handje van om journalisten bij hun voorna men te noemen. De wekelijkse persconfe renties van vele presidenten ontwikkelden zich tot gebeurtenissen van politiek belang. Woordvoerders van het Witte Huis, zoals James Hagerty en Pierre Sallingcr kregen vvereldbekendhcid. Beïnvloeding van de pers door het nieuws op een bepaalde ma nier en op bepaalde momenten te presente ren, „news managing", werd een apart vak en een apart probleem. WIE DE NEDERLANDSE kranten een beetje volgt zal het opvallen dat wij hier aan een ontwikkeling bezig zijn die sterke overeenkomst vertoont met de Amerikaan se. Het voornaamste verschil is het ontwik kelingstempo de richting is dezelfde. De achterstand om dat woord maar te ge bruiken hoewel we er geen waarde-oordeel mee willen uitspreken hangt een beetje samen met de (nog steeds bestaande) aan wezigheid van beginselen in de Nederlandse politiek. Het is wat moeilijk om over per soonlijke drijfveren van politici te schrijven zolang ze hun optreden vooral baseren op partij-politieke principes. Waarom gaat ie mand in de politiek? Waarom wordt iemand minister? Kan hij het werk wel aan of is hij* een waardeloze prutser? Laat hij zich in pakken door zijn collega's, zijn ambtena ren, het parlement? Dat zijn vragen die in de Nederlandse politieke journalistiek nog weinig worden gesteld en beantwoord maar het begint te komen. OM HET AMERIKAANSE voorbeeld te volgen: ook de nieuwsmanipulatje, de „news managing", is geen onbekend ver schijnsel meer. Alle ministers hebben voor lichtingsambtenaren in dienst die het be stuurlijk beleid zo goed mogelijk proberen te verkopen. Ze laten hun redevoeringen schrijven door mensen die weten welke zin nen de kranten halen. Ook de politici zijn zich tegenover de pers aan het versterken. Steeds meer Kamerfracties kopen bij" de dagbladen ervaren journalisten weg die ze gebruiken om hun publiciteit te laten ver borgen. hun redevoeringen te bewerken, uit treksels voor de kranten te maken. Juist deze journalisten, die met hun vroegere col lega's op een vriendschappelijke basis kun nen omgaan, worden steeds belangrijker pionnen in het politieke spel. Ze weten waar de kranten belangstelling voor hebben, ze kennen de vreemde golfbewegingen in het nieuws, ze weten door welke factoren de nieuwspresentatie beïnvloed wordt DEZE MENSEN, die het journalistieke ambacht uit eigen ervaring kennen, hebben de bestuurders en de politici ook geholpen aan het wapen van de „vertrouwelijkheid", een. probaat middel om de journalisten monddood te maken. In onze democratie is het hele optreden van het bestuur in princi pe geheim tenzij het uitdrukkelijk vrij voor publikatie wordt verklaard. De journalist die aan „vrije nieuwsgaring" doet is daar om op een voortdurende voet van oorlog met het bestuur. Wat hij te weten komt krijgt hij veelal via persoonlijke relaties, via zijn bronnen die hij dikwijls door jaren lang moeizaam werken heeft verzameld, door een reeks kleine gegevens en aanwij- zingen te combineren tot een volwassen journalistieke primeur. DEZE MANIER van werken staat bij de overheid niet in een bijster goed blaadje. Het kan voorkomen dat gegevens in de openbaarheid komen die de overheid nog even achter de hand wil houden (bijv. om dat nog niet alle betrokkenen zijn geraad pleegd, omdat onderhandelingsposities wor den geschaad, omdat men blunders liever geheim wil houden). Ket middel om onge wenste publiciteit tegen te gaan is dan het verstrekken van vertrouwelijke gegevens. Dc minister die aanwijzingen heeft dat jour nalisten een stuk nieuws op het spoor zijn, schrijft een persconferentie uit, waarop hij de hele kwestie uit de doeken, doet, maar met de toevoeging dut zijn mededelingen voorlopig nog vertrouwelijk zijn en dat er dus nog niet over geschreven kan worden. „U zult begrijpen heren, dat onze onderhan delingspositie in internationaal verband pu blikatie op dit moment niet toelaat." Het ef fect van ctit optreden is duidelijk: de jour nalisten zijn tot een zwijgplicht gebonden ook die ene journalist die bijna alle gege vens verzameld had en op het punt stond zijn irerhsal te publiceren. Wèg is de pri meur. EEN BUITENSTAANDER zal zeggen dat de journalisten zich dan maar niet op deze manier moeten laten inpakken. Dat is waar maar In de praktijk is het vrij moeilijk om je er tegen te verzetten. De betrokken journalist moet tijdig in de gaten hebben wat de minister zal gaan vertellen, hij moet opstaan en de conferentie verlaten. Moeilij ker nog wordt het als journalist A van. krant X de persconferentie bijwoont en journalist B van dezelfde krant de man was die het nieuws bijna „rond" had. Meestal blijkt de ministeriële truc dan pas achteraf. In de discussie ter redactie wint collega A hel dan meestal want schending van het ver trouwen kan voor lange tijd een heleboel re laties die voor de toekomst in stand moe ten blijven verzieken. Soms is collega B de winnaar en dan ontstaat er een rel in het politieke en journalistieke wereldje. ZOIETS IS BEGIN deze week gebeurd toen minister Den Toom (Defensie) op een vertrouwelijke bijeenkomst van journalis ten ineens nieuws begon te vertellen. De Ne derlandse aarzeling om deel te nemen, aan de ontwikkeling van het nieuwe gevechts vliegtuig MRCA '75, De vraag of Nederland nog mee zal doen aan deze opvolger van de Starlight er was al geruime tijd een interes sant news!tem". Het dagblad Trouw was met zijn journalistieke speurwerk al heel ver en vertikte het om zich te laten gijzelen door de vertrouwelijke mededelingen van de minister. Gevolg: een rel. Het bestuur van de Parlementaire Pers Club, dat als gastheer voor de ontmoeting met de minis ter was opgetreden, vond dat Trouw het vertrouwen geschonden had, dat daardoor de vereiste grondslag van vertrouwen aan het vertrouwelijk overleg met ministers was komen te vervallen (de leden van de PPC praten regelmatig met ministers, maar meestal over politieke koetjes en kalf jes) en trad af. HET WAS EEN gebeurtenis die enige aandacht trok ook al omdat er deze week aan het Binnenhof toch niets anders te bele ven viel. Maar het is meer dan oen incident. Het is een symptoom van de zich geleidelijk aan verscherpende verhouding tussen be stuur en politici enerzijds en politieke jou*"* nalistiek anderzijds. De eerbied voor minis ters, het prestige van de ambtsdragers is kennelijk aan het verminderen. Nu de volksvertegenwoordiging door interne ver deeldheid zijn controlerende taak steeds slechter uitvoert is een wat agressievere houding van de pers een interessant ver schijnsel.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1969 | | pagina 4