fevr* Schwagermann-KIeiberg
mmm
Meester,
daar toetert
een boot
WÊm.
VOOR DE BLINDE
ESPERANTISTEN
Herinneringen aan Schiedamse Vismarkt
Liever
Schiedammer
dan Pruisisch
soldaat
I
STAD
dmm-ÏÊ mM
Utttüt: m
I S f-rvt i
erwtenpikkers
CHIEDAMSCHE COURANT WOENSDAG 15 APRIL 1970
3
.«jPSKifR.,
wÊmmÊÊm^MmmJÉSi
Schiedam De dames J. A. HoutmanVan Buysen en N. van
Buysen hebben zaterdag jl. een interessant beeld opgehangen
van de Schiedamse Waterkant, maar mevrouw M. Schwa-
germannKleiberg, de echtgenote van de eigenaar van het
loodgietersbedrijf Schwagermann uit Schiedam-Zuid, heeft
nog enige topografische bijzonderheden over de Gorzen, die
in dit verband ook de aandacht verdienen,
«et Schreiershuisje, zo weet ze te vertellen, zag er vroeger
heel anders uit dan thans. Het was eertijds een vierkant
houten gebouwtje met aan de voorkant een bank voor twee
personen en aan de achterkant een urinoir. Links en rechts
waren luifels, zodat je altijd een tegen de wind beschut
plaatsje kon vinden om naar de bootjes te kijken.
SCHREIERSHUISJE
ftchter het Schreiershuisje was een soort café-restaurant met
een balkon temidden van wat plantsoen en tussen een paar
oude bomen. Wat nu de Maasboulevard is, dat was in het
begin van deze eeuw een haventje voor olieaanvoer en het
was er een vieze troep. Vlak bij het Schreiers-
huisje had je het zg. Maashofje, een stuk of
vier straatjes met heel kleine arbeidershuis
jes, omringd door fleurige tuintjes, alles met
elkaar gebouwd in de vorm van de letter H.
Lik woonde hoek Geervlietsestraat-Rozenbur-
gerplein. De Zwartewaalsestraat was er nog
niet dat was allemaal zand. Halverwege
de Geervlietsestraat rechts stond in mijn
jonge jaren een houten noodkerk met de pas
torie van pastoor Warnink een man, die
ook bij de hervormde kinderen in de Gorzen
hoog in aanzien stond. Ik ging hoewel her
vormd vaak met mijn vriendinnetje naar
de kindermis. Ik heb vaak mijn centje laten
vallen door de kieren in de vloer.
DE LUTHERSEN
WONNEN
Eutke Meijer
met."
JAARKAARTEN
GARNALEN
Schiedam Een kleine correctie is noodzakelijk ten aanzien
-"van het artikel dat wij hebben geschreven over de heer en
mevrouw Schwagermann van de Stadhouderslaan. De oud
conservator van het Stedelijk Museum las in ons artikel dat
hij indertijd failliet zou zijn gegaan, maar wijst er op, dat de
verandering in zijn leven wel het gevolg was van een faillis
sement, maar niet van hemzelf, maar van een relatie, waar
voor hij borg had gestaan. Voor de heer Schwagermann zelf
betekende dit faillissement en het verlies dat hij er bij leed
wel een grote financiële strop en ernstige zakelijke moeilijk
heden, maar deze kon de heer Schwagermann opvangen
dank zij de hulp van een oudere vriend, de thans 86-jarige
professor Grandpré Moller uit Delft. „Toen de aannemer,
waarvoor ik borg stond, failliet ging en men mij aanpakte,
heeft deze vriend mij au bout portant een bedrag geleend.
Kon ik het later teruggeven, dan was het goed, zo niet dan
was het ook goed. Failliet ben ik dus niet gegaan. Maar het
betekende wei een keerpunt in mijn leven".
STRAATHANDEL
laiMll
i. Ver. v. HuisvtoJ
inman over Jee
'ond St. Martiim;,I
ag voor de jeugd,
iesbureau.
se Filmkring,
ïst Studievrienden,
ibè, etsen en litho's,
oclub Schiedam,
grens van land en I
tling n.a.v. J. v.dl
2e week)14 jr.
onder Glory", 14 jr, I
an de OTERM 1»
alige RSM-zender.
wanveld voert be
over het schip,
zendmast moe'
plaatst. Hij heeft
ten vallen op een
ruim 2000 ton, dat
eving van Rotter
De vlag zal in het
worden geregi-
r welk land w
ikendmaken-
'aneveld probeert
ster-adverteerders
i komen. Diegenen
ERM adverteren
vens aandeelhou-
i. Bovendien staat
nrting te wachten
n en kunnen fl
dschappen uitzen-
>ot als het bedrag
ime. Vijftig P>'°;
:e opbrengst ga®
adigheidsinstellm-
nocht zich een ol
np in de wereld
dan zal OTERM
nen onmiddelhJ»
ngen door actie'
aldus da heer
Er stond een
circus in
de Hof van Eden
'W'
Recht tegenover de Brielsestraat had je de Zuider
straat een hele groep houten noodwoningen,
groen gebeitst en met geasfalteerd dak. Hoe vaak
daar wel brand is geweest, weet ik niet. Ik heb wel
meegemaakt dat er drie, vier huisjes achter elkaar
afbrandden. Achter die woningen was er helemaal
niks meer. Je kon zo het water zien. Op school in
de Zwartewaalsestraat hoorde je het getoeter van
de boten. „Dat is een boot van de HAL, meester,"
riep je, „en dat is er een van de Lloyd". Je kende
ze aan het geluid. De Lekstraat was indertijd een
rechte kale dijk met kinderhoofdjes als je naar
de Hoofdstraat moest, liep je recht tegen de wind
in. Links beneden de dijk was de vuilstortplaats,
via een brandpad liep je dwars over de vuilnisbel
ten. Diepe karren met vuil kwamen er aan en
mannen gooiden het vuil met hun handen op de
hoop. Aan de andere kant, waar nu de Rijnstraat
is, was de Hof van Eden, zo genoemd naar de
mooie oude bomen die er stonden en het groene
gras. Daar konden we naar hartelust spelen. Hier
heeft vaak een circus- of een andere kermistent
gestaan, o.a. een keer Circus Hagenbeek en een
paar draaimolens en kramen voor kaneelpijpjes en
noga".
ji,Als het Hoofd onder water stond en dat gebeur
de nogal eens liepen de mensen uit het Maashof-
Je door de Hof van Eden de dijk op naar de oude
orzen. Ik kan me nog herinneren, dat er bij de
uuershoeksestraat-Strijensestraat eens een dijk
doorgebroken. Toen stonden ook de oude Gorzen
mank. Waar ik woonde had-
en we er geen last van, maar
e Groenelaan en de zijstraten
~7' a'lemaal opgespoten land
stonden blank. Er bleef veel
vu» m de straten achter; ze za-
ürab'^raUW Van alle slik en
Mevrouw Schwagermann-KIeiberg vertelt over de oude Gorzen.
v< >c.V
Van tijd tot tijd stond in de Hof van Eden een circustent.
Nog een ander punt vereist nade
re toelichting. Het geslacht
Schwagermann komt uit Min
den, op de grens tussen Westfa-
len en Hannover, hoofdstad der
i.Wat u ook wel zal interesseren:
veel van de kinderen bij mij op
school moesten 's middags vlug
naar huis om op de kleintjes te
Passen. Moeder moest in het
middaguur nl. warm eten bren
gen naar haar man op de Glas-
in aanraking is gekomen.
fabrieken aan de Buitenhaven-
Weg. Een theedoek erover. In
blauw kannetje wat drin-
eri. De mannen hadden maar
cn half uurtje schaft. Een
massa vrouwen en meisjes uit
e Gorzen werkte op de oude
assenfabriek iedereen
p.e ,e baar. Ze verdienden er
cv jpvavtje meer dan op de
mfabriek *n Overschie. En
°g zo iets: de erwtenpikkers.
noemden wij de vrouwen die
een handwagentje naar de
aven kwamen om een paar
gakken met erwten te halen.
le moesten worden uitge-
2°cht: alle aangestoken erwten
®l uit. Dat was in die tijd werk,
dat
vrouwen deden als thuis-
^crk. Erwtenpikkers heetten ze.
est had men het in die jaren
Zij deelt mede het te hebben ge
leerd van twee blinde Esperan
tisten, t.w. de ook in ons artikel
reeds genoemde heer J. Huizer,
en de heer A. Baerveldt. Ze
heeft met beiden Esperanto-
congressen bezocht en later
was zij aanwezig bij een Brail-
le-schrift demonstratie, die de
beide Rotterdamse Esperantis
ten voor de Schiedamse groep
kwamen geven.
De heer Baerveldt kreeg door een
sterfgeval de kans een bestaan
de blindenbibliotheek in Eex-
terveen over te nemen en ves
tigde zich in genoemde plaats.
Die van Baerveldt heeft me
vrouw Van Gink geholpen aan
haar eerste Braille-machme.
die later door een betere is ver
vangen; deze werd verschaft
door dé reeds lang .bestaande
blinden-bibliotheek in
oen, waar thans de door me
vrouw Van Gink in Braille
schrift geschreven boeken heen
gaan De heer J. Huizer woont
no- altijd in Rotterdam; hi.i
heeft daar zijn werk, maar is
niet beheerder van een biblio
theek. Mevrouw Van Gink wijst
er nog op, dat een in Braille
schrift overgezet Esperanto-
boek over heel de wereld kan
worden gelezen, zodat vele geï
soleerde mensen van haar werk
hebben kunnen profiteren. Es
peranto en Braille-schrift vor
men samen een gelukkige com
binatie
binatie.
Schiedam Enkele lezers van onze krant geven een waardevolle
aanvulling van de spaarzame gegevens, die wij tot dusver konden
publiceren over de visafslag aan de Lange Haven. „Het was altijd
heugelijk nieuws als omroeper Kersten met zijn koperen klankbord
in de stad rondging om met luide stem aan te kondigen: „Leven
de schol aan de Vismarkt. Vanavond zeven uur afslag. Halen
maar!" Aldus schrijft ons de thans 93-jarige heer J. van Kemena-
de De vissersbootjes met de verse vis kwamen door de Lange Ha
ven tot aan de Appelmarkt. De vissers schepten de vis in manden,
die zij naar de Vismarkt droegen, waar vrouwen de vangst sorteer
den: de grote vissen bij de „uitleggers", bestemd voor de welge
stelde klanten, het stortgoed voor de minder kapitaalkrachtigen.
Afslager Abshoven en Kersten
deden het werk samen. De roe
per reikte de vis aan en de
schele afslager noemde de be
dragen van 25 stuivers omlaag,
twintig, negentien, achttien, ze
ventien, zestien tachtig cent
is er iemand voor tachtig?
Riep iemand: „Mijn" dan be
gon hij met het volgende zootje.
Stortvis bracht zo ongeveer de
helft op, soms voor mooie klei
ne scholletjes. Na afloop was
het afrekenen met de vissers in
het kantoortje in de Walvis-
steeg; het is duidelijk dat afsla
ger en omroeper een deel van
de opbrengst voor zich mochten
opesen.
opeisten.
„Naast ons", zo vertelt de heer
Van Kemenade, „woonde een
timmerman met een heel klein
vrouwtje. Zij ging ook naar de
vismarkt^ maar bleef buiten
staan, want je moest om binnen
te komen een jaarkaart van
een gulden kopen. Op een gege
ven moment roept zij: „Mijn"
en de schele afslager lacht
haar uit en zei: „Hoor daar
buiten dat meissie daar
Ons buurvrouwtje holde naar
binnen en als een furie ging ze
tegen de onthutste afslager te
keer: „Jij lelijke scheelkijker,
heb ik geen rechten? een moe
der van vier kinderen De
visvrouwen trokken partij voor
de afslager: „Niemand ziet aan
jou, dat je moeder van vier kin
deren bent". Ons buurvrouwtje
moest haar woorden intrekken
en weer buiten de markt op een
goed koopje wachten".
„Later kwamen hier ook de mos-
selschepen. Ik herinner mij
goed, dat ik voor vader voor
tien cent mosselen haalde, plus
een portie van vijf cent voor
mij".
Ook de heer P. van Stuivenberg,
dé bekende Schiedamse beeld
houwer, heeft een levendige
herinnering aan de visafslag
aan de Lange Haven. „Daar
kwamen ze met vis uit IJmui-
den", zo vertelt hij, „in het ijs
gelegd. Je kreeg grote leng of
schol of kabeljauw voor weinig
geld, een paar dubbeltjes, een
kwartje misschien. En daar
voor had je heel wat vis. Je zag
ook mannetjes lopen met krui
wagens; die kwamen van Per
nis met gepelde garnalen en
leurden langs de straat: „Cent
een kop verse garnalen".
Tot hun kruiwagen leeg was".
„Piet van Stuivenberg herin
nert zich, dat je op de Vismarkt
soms aardige koopjes kon ha
len. Opmerkelijk is, dat er tus
sen de herinneringen van de
heer Van Kemenade en die van
de heer Van Stuivenberg onge
veer een kwart eeuw verschil
ligt; de verandering is te mer
ken: het zijn in zijn tijd niet
meer de vissers en de vissers
vrouwen, die hun vangst aan de
markt komen brengen, maar
het is koopwaar geworden, die
gekoeld en wel uit IJmuiden
wordt aangevoerd.
Pruisische provincie Westfalen.
Het stadje moet omstreeks 1866
betrokken zijn geweest, bij een
oorlog, die het toenmalige ko
ninkrijk Hannover samen met
Oostenrijk tegen de Pruisen
voerde. De Hannoveranen capi
tuleerden na de slag bij Lan-
gensalza en Hannover werd bij
Pruisen ingelijfd. Toen de man
nen in Minden werden opgeroe
pen voor de militaire dienst in
het Pruisische leger, weken
verschillende families uit. Hun
namen vindt men thans nog in
o.a. het Schiedamse telefoon
boek. Het zijn de namen
Schwagermann en Windhorst.
Mencke en Schulze, om er en
kele te noemen. Zij traden toe.
t-ot de Lutherse kerk in onze
stad, die overigens al ruim een
eeuw bestond. Zij hebben aan
het leven der Lutherse gemeen
te in Schiedam een belangrijke
nieuwe impuls gegeven.
Toch weet ook de kunstschilder
Goof Smit nog te vertellen van
de afslager met zijn koperen
gong en zijn doordringend
stemgeluid: „Schol, schar, de
vismarkt afslag. Halen, halen,
halen". De afslag had plaats in
een klein gebouwtje op palen,
een afdak waaronder de vis in
hoopjes werd uitgespreid. De
vrouwen gingen er heen in de
hoop een koopje te halen. On
dertussen we zijn dan al
weer een jaar of tien verder
dook dan ook de straathandel
op. „Er liep in Schiedam een
mannetje rond met een emmer
tje haring aan de arm, zo on
smakelijk, zo vies, dat het niet
was aan te zien. „Cent de ha
ring kost maar een cent",
dat was de kreet, waarmee hij
zijn koopwaar aanprees. Er
was ook een man met een goud
viskom op een karretje, bij
hem moest je wel meer beta
len, maar dat was dan ook
luxe".
l