OOK TOLKRAKERS AAN
DE SCHIEDAMSE KANT
Niet langer
haring per
kruiwagen..
ZATERDAG 19 SEPTEMBER 1970
'door
Gerard
Lutke Meijer
Schiedam/Vlaardingen De voormalige vrachtrijder Kornelis
Hozeman uit Vlaardingen weet het nog te vertellen of het
gisteren is gebeurd. Om van Vlaardingen naar Schiedam te
komen had je de keuze: je kon over Kethel rijden of recht
streeks over de Vlaardingerdijk langs de Vijfsluizen, maar in
beide gevallen moest je een tolhek passeren en je tolcentjes
betalen. Bij de tolgaarster aan de Kethelweg, de weduwe
Van der Valk, hing het tarief ingelijst aan de muur. Tolbaas
Van der Valk had twee dochters en een zoon, die een hout
handel heeft gehad. Vader Vander Valk was een manusje van
alles geweest. Achter de witte tolhekken, waar een luie kat
aan een touw zich knipogend in de zon met haar gevangen
schap probeerde te verzoenen, verschool zich een nijver le
ven. Je kon er je klompen laten maken als de kap gebroken
was, of je kruiwagen als de band van het wiel was gelopen.
Van der Valk had ook een rookhok, waar je voor een paar
cent hammen en worsten kon laten roken. Het geslacht van
de Van der Valks uit Vlaardinger Ambacht is thans helemaal
weg, maar in de herinnering van vele bejaarde stadgenoten
leeft nog het beeld van het tolhuisje voort: het witte tolhek,
de slaperige kat aan het touw, vastgebonden aan een knop
van de deur
Over het prikkeldraad le^esTeiust.
De chaotische opstopping bij de tol aan de Vijisluizen.
Tolbedwinger Holstein
Doorgang geblokkeerd
Eerst twee dagen na de bestorming
van de tol bij de Vijfsluizen kwam het nieuws in de Schie
damse Courant: „Een aantal bezitters van luxe- en vrachtau
to's uit Vlaardingen heeft donderdagmiddag in alle stilte een
bestorming van de tol aan de Vijfsluizen ondernomen. Wij
schrijven „in alle stilte" en bedoelen daar dan mee, dat de
autoriteiten van niets op de hoogte waren; anders was wel
licht de actie geheel en al mislukt. De pers met de fotografen
was evenwel op de hoogte, zodat wij ongeveer half vijf bij de
tol present waren.".
Onze college van die jaren
geeft een levendige beschrij
ving van de gebeurtenissen.
Hoewel april stond er een
scherpe noordewind en het
wachten op de dijk was niet
bepaald aangenaam, maar
gelukkig stond er een
schuurtje op de draaie bij
het Sterrebos en daarachter
zochten de journalisten en
de fotograaf de heer
Adriaan Maltha dekking
onder het opsteken van een
sigaartje.
Het Café Vijfsluizen, waar menig gezin ontspanning zocht.
ACTIE GOED
OPGEZET
PROCES-VERBAAL
EEN SPOTLIED
1930: Bestorming van
de Vlaardingse tol
Tolbaas Van der Meyden van de
tol op de Maasdijk richting
Maassluis een bek op de dijk
voor het grote verkeer, en nog
twee hekken op de beide oprit
ten was, aldus Kornelis Ho
zeman, een vent van niks. een
dikke kerel, te lui om te lopen.
Het tolhuisje stond beneden-
dijks, maar Van der Meyden
stuurde er zijn vrouw op af, als
er op de dijk een rijtuig, een
fietser, een sjees-je of een boer
met een kruiwagen m:est móest
passeren. De tolibaas van de
Vijfsluizen heette Boekhout; 't
was een gemoedelijke man, die
tijd had voor een praatje. Zijn
naaste buren waren de Bon-
gers en de lui van de speeltuin
bij dè Vijfsluizen, geliefd doel
wit voor ouders met veel kinde
ren, die ontspanning zochten op
een vrij'e dag. In het .café woon
den de Duitse muzikanten, die
met hun vrolijke melodietjes
vertier braehten in de straten
van Vlaardingen en Schiedam.
Muidertol; een en ander ver
oorzaakte een langdurige ver-
keerssboornis." De heren had
den het goed met elkaar afge
sproken. Van beide kanten van
het tolhek naderden de auto's.
De eerste die richting Schie
dam wilde paSseren was boven
genoemde Holstein. Hij was het
hek al half gepasseerd toen
hem om het tolgeld werd ge
vraagd. Rij zette de wagen stil
en zei: „Ik betaal niet. Waar
om zou ik? Ik betaal toch we
genbelasting? Kijk maar." En
hij liet zijn wegenkaart zien.
De gemoedelijke Boekhout
krabde zich achter het oor en
zei aarzelend: „Ja, maar..."
Wat hij verder zei was niet te
verstaan, omdat links en rechts
van het tolhek de claxons be
gonnen te toeteren. Er ont
stond, schrijft de krant, een
grote opstopping van auto's,
autobussen en vrachtwagens,
die nog werd verergerd door de
werklui van de Schiedamse
werven, te voet of op de fiets,
die kwamen toestromen op xei-
„Als jongen had je geen zin om je
drie centen tolgeld te betalen,
wanneer je op zondag naar de
bioscoop in Schiedam wou", al
dus Kornelis Hozeman. „je
klom dus over het prikkeldraad
en kwam dan terecht tussen de
schommels en wippen bij Bon-
igers. Dan kwam je zo op de
weg naar Schiedam. Je wist er
goed de weg, want je had er als
kind een hele dag gespeeld tot
dat '3 avonds de wagen voor
kwam om je weer naar huis te
brengen". Bij betaling van het
tolgeld kreg men een bonneje.
Ze worden hier en daar nog
als curiosa bewaard en we heb
ben er verschillende gezien:
Tol Gemeente Vlaardingen
Voeganger IV* cent Nummer
Q 00701" of in andere kleur
„Tol Gemeente Vlaardingen
Tweewielig Voertuig vijf cent"
of „vierwielig Voertuig tien
cent". En steevast, net als
vroeger de tramkaartjes en de
entreebiljetten voor de bios-
koop op de laatste regel „Druk
van H. A. M. Roelants, Schie
dam".
Op donderdag 17 april 1930 heeft
men dan de tol bij de Vijfslui
zen „bestormd en belegerd".
Kornelis Hozeman doet er la'ko-
niek over, „De tolstaking was
des middags om half vijf een
feit. Je kon er geen van allen
meer door. Je had Vlaardingse
gasten, die weigerden het tol
geld te betalen. En daar ston
den we te toeteren. Toen het
ons verveelde hebben we de
wagen laten staan waar hij
stond en zijn over het pad on-
derlangs gegaan. Bij Wilton
stonden honderden wagens, sle-
persfcarren en .auto's. Het heeft
al met al een paar uur ge
duurd."
We leefden in 1930 in de nadagen
van de tolhekken in het alge
meen. Kort voordien had Floris
Vos een tolactie ontketend ten
aanzien van de Modderweg en
die was in korte tijd als een
epidemie over ons land gegaan.
Overal stonden nog tolhekken
als lastige obstakels op de weg
van de kilometer-verslindende
moderne vierwielers; ze had
den zich zelf overleefd. Floris
Vog en zijn navolgers liepen
deze hindernissen eenvoudig
weg onder de voet. Een van
zijn navolgers was de Vlaar
dingse groentefcoopman Hol
stein. Hij had niet het geduld
om rustig te wachten op de uit
komst van de onderhandelin
gen, nóch op de trage uitvoe
ring van het reeds genomen be
sluit der Vlaardingse autoritei
ten, nóch op de aanbevelingen
van de landelijke tolcommissie.
Hij nam het reoht in eigen han
den. zoals in onze tijd de wo*
ningkrakers doen.
"Een Vlaardingse Floris Vos?"
vroeg op 18 april 1930 zich de
Vlaardingsche Courant in een
verontrust artikeltje af. „Gis
termiddag omstreeks vijf uur",
aldug het blad, „heeft men ge
tracht de tol aan de Vijfsluizen
alhier te forceren, in de geest
i als het gebeurde bij de bekende
Bij de tolboom trok Boekhout een
onverbiddelijk gezicht, daarin
terzij gestaan door de Vlaar
dingse agent Seekles, die nu in
een bejaardenhuis woont, maar Schiedam/Vlaardingen
nog best over dat avontuur zou
kunnen vertellen. Om half zes
kwam de Vlaardingse burge
meester Van Walsurn en na
enig gepraat reed Holstein door
en was de weg langs het tolhek
vrij. De auto's stonden echter
schots en scheef door elkaar en
de automobilisten toonden zich
niet direct meegaand. Een
vrachtwagen beladen met be
tonnen palen, geraakte klem;
de .agenten er waren er nog
meer gearriveerd moesten
een ijzeren paal uitgraven om
de weg vrij te maken. Tot acht
uur duurde de obstructie der
demonstranten; sommigen 'be
taalden met groot geld, ande
ren weigerden te betalen, zodat
er procesverbaal moest worden
opgemaakt. Eerst omstreeks
negen uur kon het verkeer weer
worden vrijgegeven onder het
toeziend oog van de Schiedam
se politie, want het merkwaar
dige feit deed zich voor, dat
deze Vlaórdingse tol zich be
vond op Schiedam^ grondge
bied...
Precies op de afgesproken tijd
naderden van beide kanten een
stuk of tien auto's. Onze colle
ga's sprongen op de fiets en
zorgden tegelijkertijd bij de tol
hekken aan te komen. Ze hoor
den Holstein betogen, dat hij
met zijn wegenbelasting genoeg
tot het onderhoud van de wegen
had bijgedragen, „maar als ik
er niet door mag zonder beta
len, nou, dan ga ik maar te
rug...". Maar dat lukte niet
meer, omdat zijn collega-auto
bestuurders de weg totaal had
den geblokkeerd. Het werd een
hopeloze kluwen, toen om
streeks halfzes het werkvolk
van Wilton uit de hekken
stroomde. Uit Schiedam kwa
men vier agenten op de fiets,
die probeerden de auto's netjes
in de rij te zetten. Bij het hek
stonden ondertussen de wagens
drie rijen dik. Achter de wagen
van Holstein had zich een
vrachtrijder opgesteld met een
wagen en bespannen met twee
paarden, beladen met twee ton
betonnen palen. Burgemeester
Van Walsum vroeg hem weg te
rijden, maar hij weigerde, zo
genaamd omdat hij bang was
brokken te maken. Toen hij
het tenslotte toch probeerde,
liep zijn wagen vast tegen een
ijzeren paal, onderdeel van tol
hek ën tolboom. De wagen
werd gelost en agenten groeven
de ijzeren paal uit de grond al
vorens hij de wes vrij kon ma
ken.
Ondertussen groeide de stoet ge
strande wagens nog altijd aan.
De autobusdienst uit Rotter
dam was totaal ontwricht. De
bussen keerden bij het hek van
Wilton en de passagiers ginge-n
te voet onderlangs naar Vlaar
dingen.
Aan Schiedamse kant was het de
heer Hoogerwerf jr., die wei
gerde het tolgeld te betalen. Hij
kreeg een procesverbaal met
nog een aantal medestanders.
Eerst om negen uur, aldus onze
collega, kon men weer ongehin
derd door de tolhekken passe
ren. Een beetje schamper ein
digde hij zijn boeiend verhaal
door mede te delen dat er in de
Vlaardingse raad reeds in 1929
een voorstel van de heer Moer
man was geweest om althans
op zondag .geen tol meer te hef
fen. Burgemeester Van Wal
sum sprak zich tegen het voor
stel uit: Waarom zullen we?
Heb nog maar een paar maan
den geduld; het hoeft niet meer
de zaak is nu weldra hel®-
mal van de baan. Niettemin
bleef men ook in 1930 doorgaan
met het innen van de tolgelden.
In de „Tramkrant van Rotter
dam", eerste jaargang num
mer 12, een blad dat iedere
vrijdag, maandag en dinsdag
gratis aan trampassagiers
werd uitgereikt, kwam op 25
april 1930 een spotlied uit van
Arnold van Raalte Jzn., dat we
hieronder laten volgen. Het zou
niet de enige reactie in de bla
den zijn. Tussen Vlaardingsche
Courant en Schiedamsche Cou
rant ontstond een vinnige ge
dachtewisseling die nog weken
zou aanhouden. Het spotlied
luidde ondertussen als volgt:
„In naam van de vrijheid,
doe open de tol",
Zo luidde heer Holsteins
verweer.
„Ik heb er genoeg van de
maat is nu vol.
Betalen, dat doe ik niet
meer".
De tolbaas trok daarop een
nijdig gezicht.
Smeet vlak voor heer Hol
stein de tolboom toen dicht,
En spoedig nadat die geslo
ten werd
Was 't dijkje door auto's
versperd.
Daar kwam de politie al
gauw aan te pas
En riep: „Rij direkt maar
terug...."
Maar daar er het dijkje
wat smalletjes was.
Zo ging er dat keren niet
vlug.
Dus heeft het een volle drie
uren geduurd
Dat Holstein de boel in de
war heeft gestuurd,
maar daarna ten kostte van
tijd en van geld,
Was spoedig de tol wee.r
hersteld.
'k Breng hulde aan hen die
omgorden hét zwaard
En strijden voor vrijheid en
recht.
Zij hebben de tollen de oor
log verklaard;
Dit zij tot hun ere gezegd.
En deden de wegengebrui
kers als zij
Dan werden de wegen toch
veel sneller vrij
Dan waren wij binnen af
zienbare tijd
De tollen in Holland wel
kwijt".
Schiedam/Vlaardingen De
voormalige gemeentearchivaris
'van Vlaardingen, de heer M. C.
Sigal jr., heeft over de Vlaar
dingse tollen een interessante
beschouwing geschreven, waar
uit we enkele historische de
tails overnemen. De toegangs
wegen naar Vlaardingen waren
eind achttiende eeuw nog zeer
gebrekkig en de eerste plannen
om daarin verandering te bren
gen door verharding van de
Maasdijk met puin en koolas
dateren van 1797. Als die dijk
redelijk verhard is, zodat er
karren en rijtuigen over kun
nen rijden, zo betoogden voor
standers van het plan, dan be
hoeft de haring niet meer per
kruiwagen naar Schiedam te
worden vervoerd of per schuit
naar Delft, dan behoeven voer
lieden hun paarden minder af
te beulen, dan kunnen de rijken
ook in de winter er met hun rij
tuigje op uit. Particuliere be
langhebbenden zouden de 7000
gld., die de dijkverharding zou
moeten kosten, voor hun reke
ning moeten nemen, maar he
laas, een inschrijving leverde
niet veel meer op dan ruim
eenderde van het benodigde ka
pitaal.
Meer succes had een nieuw plan
anno 1808, toen de kosten waren
opgelopen tot 30.000 gld. Achten
twintig Vlaardingse nering
doenden tekenden in; een
„commissie voor de Negoclatie
ter Bestrating van den Maas
dijk tusschen Vlaardingen en
Schiedam" werd ingesteld. Be
zwaren van de kant van het
Hoogheemraadschap Delfland
vertraagden de uitvoering,
maar het kwam er toch van.
Eind 1809 werd de levering van
klinkers opgedragen aan M.
Weggeman Guldemond in
Krimpen a. d. IJssel, het rij
werk en het opkruien aan An
dreas van Putten uit Schiedam,
het bestratingswerk over een
breedte van één Rijnlandse roe
(3.67 meter) aan Rijsterberg in
Delft. Een ogenblik dacht men,
dat Keizer Napoleon de eerste
zou zijn, die de weg zou betre
den bij zijn bezoek in 1810,
maar op het laatste moment
wijzigde hij zijn reisroute.
Hij zou dan ook de eerste zijn ge
weest om tolgeld te betalen.
Het tolhek stond in Schiedam,
even buiten de Vlaardingse
Poort. En om ontduiking via
Kethel te voorkomen, werd in
Vlaardinger Ambacht een
tweede tolhek geplaatst. Het
onderhoud van de nieuwe weg
en de opbrengst van de beide
tollen was helemaal een Vlaar
dingse aangelegenheid. Schie
dam had alleen de zorg voor
een voetpad tussen beide ste
den en wel sinds 1824, toen op
een klaCht van bewoners van
Schiedam, die tol betaalden,
ook al gingen ze via de Vlaar
dingerdijk slechts naar hun
Schiedamse landerijen, even
buiten de poort, de tolhekken
werden verplaatst naar de
Vijfsluizen.