id awfH lensten Geslaagd voor hoofdleidster „Toen ik elf was, moest ik mee met de groente wagen i&Zn 111111 e dienst aangevreten door de tijd Benzinestation nu met zelfbediening SIMÈ wit srvoo'fcixi.oe»&€»s®'2s TOBER i97o V gCHIEDAMSCHE COURANT ZATERDAG 3 OKTOBER 1970 itkieding :tie Schiedam De rechtstreekse verbinding tussen Broersvest en Grote Kerk liep en loopt nog altijd via het centrum van de stad: het Herenpad, dwars over het Broersveld, de Grofbaan, de Laan en de Nieuwstraat, of als men het langs de andere kant zoekt: de Hoogstraat, de Lange Achterweg en dan de Laan en de Nieuwstraat. Het is daar in het hart van de stad van ouds een gesloten wereld geweest. Een mensenleven ge leden waren de touwslagers nog actief, die de straatjes hier tot een niet voor ieder toegankelijke werkplaats maakten; zij droegen er tot de vooruitgang bij door achteruit te lopen. De bewoners van het centrum leefden in een wereldje voor hen alleen. En dat is zo gebleven tot in de vijftiger jaren, toen geleidelijk het verval zijn bressen sloeg in de intieme zelfgenoegzame sfeer. Nog lang was er in het gewir war van kronkelende straat jes en nauwe hofjesachtige slopjes dikwijls alleen maar toegankelijk door een poort of een steeg van een meter breed een heel aparte wereldvreemde rust. De gele klinkers van de straatjes werden aangevre ten door de tijd; het zoute tjes werden douchehokjes geïmproviseerd en overal verschenen de televisieappa raten, die iedereen aandeel gaven in alle rijkdom, alle schoonheid, maar ook alle zorg en alle pijnen van de grote wereld. Niettemin vol trekt zich in de binnenstad het vonnis der eeuwen. Men voelt er zich bijeengeveegd op de rand der tijden, wach tend op een onafwendbare ondergang. aardappelwater en het zeep- gullen we teevee dan maar sop voerden eeuwig strijd te gen de mieren en het mos in de voegen; het scherpe aard appelschilmesje krabde bij het wieden de scherpe kan ten van de IJsselstenen af; het gruis werd weggespoeld bij het schrobben. Met blote voeten stonden er de vrou wen achter de wasmachine of gebogen over het zinken wasbord, boven de teil met schuimend sop. Lang hebben de bewoners van Schiedams binnenstad de strijd tegen de ouderdomsge breken van hun behuizingen gevoerd. Gas en waterlei ding kregen plaats in een Acwh; voormalige bedstee, binnen- muurtjes werden tussen twee kamers weggebroken en vervangen door een artis tieke toog, zolderruimten werden beschoten en tot slaapkamertjes ingericht, in bijkeukentjes of opkamer- GROENTEBOER VAN EYK NAAR DE WATER STOKER NACHTELIJKE FIGUREN door Gerard Lutke Meijer Francina Marina Royers-Van Eijk en haar beide vriendinnen. Schiedam „Ik ben" al dus de bijna 78-jarige Francina, „op school gegaan in de Westmo lenstraat in de Sint Liduïna school. Mijn moeder had zeven kin deren; lang heeft dat onderwijs dus niet ge duurd. Ik was elf jaar toen ik mee moest met de groentewagen. We reden langs de straten, eerst met een handwa gen en later met paard en wagen. Hu krijg je de boodschappen in pa pier, maar toen niet. De vrouwen hadden lage schorten met bandjes. Ze kochten een schort vol spinazie of andijvie; soms moes ten ze een mandje aard appelen nagebracht hebben. Als mijn vader tekort kwam, bracht ik hem nieuwe vroorraad. Toen het me verveelde ben ik gaan werken in Rotterdam. Als daghit je; viereneenhalve gul den in de week het tramabonnement Rot terdam-Schiedam kostte me zestig cent in de week". „Toen ik trouwde was ik 24. Mijn man was zee man op de grote vaart; hij was soms acht of negen maanden weg. Ik heb zes zonen gekre gen; we waren dus met zijn zevenen, maar ik kon al die mannen best de baas. Weet je, de op voeding was vroeger veel beter dan nu. Als vader op zijn vingers floot, kwamen de zes zoons van alle kanten aanlopen. Maar nu roe pen de ouders en ze ko men niet". ONTZAG VOOR DE OUWELUI Mevrouw Engels-Ver boon: „Bij ons hoefden ze niet „je" en „jij" te zeggen, want dan zwaaide er wat. Nee, je had vroeger ontzag voor je ouwelui. ,.Ik heb 22 jaar mijn moe der bij me gehad. Ik had geen zusters of broers. Zij redderde een beetje de boel. Nou, je kon het weten, dat je je moeder bij je had. Je had haar bij je 'in huis, maar je was het kind en blééf het kind; ze kommandeer de je nog net als vroe ger". Mevrouw Royers-Van Eyk: „Ja, ik weet er al les van.Ik had 13 jaar mijn schoonmoeder in huis. Ze heeft er nooit een cent voor betaald; daar niet van. Maar als ik even buiten stond te praten met de buur vrouw. schreeuwde mijn schoonmoeder: „Sien, heb je niks an- ders te doen?" Ik heb één keer „mens" tegen haar gezegd. Nou, ik kreeg met een paar natte kousen om de oren van je welste. Ook mijn moeder was erg kort. Als de kinderen ruzie hadden, greep ze hardhandig in. Ik had trouwens zelf met mijn kinderen niet veel meer consideratie. Mijn zoon mocht niet vissen aan de water kant ik was bang dat hij er in zou vallen. Hij kwam een keer thuis met een jampotje met visjes verborgen achter zijn jasje. Ik zeg: Wat heb je daar? Hij zei: Een potje met visjes. Wat! zeg ik en ik smijt hem dat potje naar zijn hoofd. Het bloedde nogal en hij janken. Ga maar naar de politie, zei ik, vertel maar dat je moeder dat gedaan heeft. Dat deed hij niet. Natuurlijk niet. Maar ik kon toch niet goedvinden dat hij naar de wallekant ging en verdronken werd thuisgebracht?" „Ze moesten met hun broertjes rijden; ze moesten ramen zemen en nog veel meer. Ik maakte de bedden op en vader poetste de schoenen. Ik heb er nog een hekel aan ie mand met ongepoetste schoenen te zien. Als ze tijd over hadden gin gen ze naar de over kant. Mijn broer had ook een groentezaak. Daar konden ze op de wagen passen, want ze waren vroeger niet bang om de aardappe len van de wagen te pikken. En des zondags wandelden we naar Kethel en Overschie. Drie uur lopen. Je was doodop als je thuis kwam. Ik achter de kinderwagen. Ik heb er wel eens drie tegelijk moeten douwen...?" „Hier in de buurt was het in de zomermaanden best gezellig. Als de schutterij langs kwam plunderden de man nen de bak met ra dijsjes en op het laatst liepen ze allemaal met een bosje radijs in het knoopsgat. Bij mooi weer zaten de mannen voor het huis te kaar ten bij e.en potje. bier. Een paar speelden har monica en de vrouwen dansten daarbij of gin gen touwtje springen, zomaar voor de' gezel ligheid. De blauwe stoepen zaten, vol men sen. Lastig vöor ons, want daar alleen kon den de meisjes naar be horen bikkelen vier tegelijk bonken, één weghalen, twee wegha len, dan drie en vier, daarna twee tegelijk en weer vier. Als het ge- rikketik van de kope ren bikkels de mensen verveelde, kreeg je plotseling een emmer water over je hoofd. Dan zocht je een ande re stoep, waar de vrou wen niet zaten te breien en geep, mannen een kaartje legden. Soms kwamen er vreemde straatzangers. Ik herinner mij een straatmuzikant met een harmonica. Er woonde in onze buurt een vrouw van 300 pond. Als hij die zag speelde hij: „Heb me delij, Jet, heb medelij Jet is er voor mij dan geen plaats meer in bed". Als ik die vrouw zie, zei hij, weet ik niks anders meer te verzinnen". 719 uur. rs N.V. k 409 a Schiedam vraag 0) 24 83 51 Herinneringen in stervende binnenstad r: Bridge Schie. gelse les; 14 uut;| it Studievrienden. I 20 uur: Contact. rijf bij verstek», uur; Rep. VriejJ ,e Vier. Expositie! (0. Dag. 2 en 8.151 .Satyricon". Zont boy" met Jertyl .30—14.00, 19.3(1 uur; kraama.M .30, 19.0013.3 le klas ook v® I -15.00 uur mi I 18.00—18.30 uui f GEMEENTE: uur: ds E. tl 1. Doop, 5 uur del ;s, 7 uur ds Vos.l uur ds Naiiii.l H. Avondmaal. 10 uur ds H1 7 uur ds A D aur ds Hietkamp, ir ds M. J. C. ViS' dam, 7 uur ds E, k 9.30 uur ds. E ur Jongerendiensi J. D. van Velseit ar ds H. J. Ripto :k" (Zwaluwlaaul J. Nierop, en lOJj 3 uur ds J. C. ierk 10 uur ds uur Prof. dr. f Bevestiging ds II en" 10 uur ds K-| :.00 uur ds J. 1" (Burg. Kat,Pf 10 uur ds C. vl r Geen dienst, r ng: 10 uur Irenj en, Veenendaal, c de heer Luitjes. I l 10.30 uur dienst! 10 uur ds Steal nor de avond-e® van 2 tot en fflf eopend apothes Haven 81, tel en-weedenddiet» boodschapp® onder numM® afzetten?", vraagt de 77-jarige Francina Maria Royers^van Eijk uit de Laan aan haar bei de vriendinnen, de 73-jarige Eli zabeth Adriana van Beek-Wes- dorp en de 76-jarige Gerdina Johanna Engels-Verboom en daar verdwijnen Feijenoord en de tegenstanders van het scherm. De voetbalsport is aar dig, maar de gezamenlijke her inneringen aan de toen nog zeer vitale binnenstad van zestig, zeventig jaren terug zijn toch ook iets heel bijzonders. Wie weet beter hoe het allemaal ge weest is dan Francina, die er haar hele leven heeft gewoond? Vlaardingen Aan de Kweek school voor kleuterleidsters De Christelijke Vormschool te Vlaardingen zijn voor de B-akte (hoofdleidster) de volgende kandidaten geslaagd: G. E. Bé- nard, C. M. Hoogerwerf-Meijer, J. L Houdijk-van der Ven, J. B. de Jong, A. A. M. van Selm en L. F. W. van der Sta van der Ven, wonende te Vlaardingen; E. A. Breugem, C. Hooger- boord en G. v.d. Kruijt (Schie dam); G. M. Bakker, C. J. van Deyk en O. van der Leek (Rot terdam) M. P. de Groot en M. Westein (Maassluis); W. M. Blanken, H. A. van den Ham en J. Mosterd (Maasland); A. H. van der Velde (Rozenburg)A. P- van Hofwegen (Baren- drecht)I. van der Wouden (Delfgauw); L. M. Stolk (De Lier); D. C. Bom (Ooltgens- Plaat). Vlaardingen Het verbouwde Mobil benzinestation De West- wijk aan de Floris de Vijfde laan 3 te Vlaardingen is van daag officieel geopend. Het is geheel ingericht voor zelfbedie ning, al zullen er de eerste tijd nog enkele jongedames aanwe zig zijn om de tankende auto mobilisten wegwijs te maken in de bediening van de appara tuur. Daarbij is men uitsluitend aangewezen op de borden, die met duidelijke teksten uitleg gen wat men te doen heeft om de automaten in werking te stellen. terweg geboren", zegt ze „we waren middenstanders: we woonden in een groentenzaak. Tegenover ons had je Bokhorst, die met zijn zoons en tien knechten werkte in de manden makerij op de Laan. Zijn vrouw was mode-naaister eigenlijk ook middenstanders. O, en ik heb het meegemaakt, dat de oude Van der Water honderd jaar werd. De hele Achterweg was versierd en ook de Korte Achterweg en een stuk van de Nieuwstraat. Dat was ime een baas! Als er een koe moest worden geslacht, dan was hij het die het beest beoordeelde, zo oud als hij was. Dat durfde hij niet overlaten aan zijn zoon, die toch ook al over de vijftig was." „Je had nog meer middenstan ders in de buurt. Een broer van vader werkte bij bakker Ram mers op de Achterweg; je be taalde daar 12 cent voor een brood en kreeg nog een paar imopjes toe. Er was nóg een bakker en .dan had je nog drie, vier slagers; verder Van Rijn een maniufaeturertoaóidel. Er was een kruideniertje, een man met een houten been. Die had wel M in zijn leven. Bij dronk graag en zat dan te zingen voor zijn winkel. Verder waren er nog de winkels van Van der Sloot en Bervoets en die van Groenendaal". In de Laan aan de overkant had je de waterstokerij en brand- stoffenhandel van Drenth. Op maandag, de wasdag, moest je daar 's morgens om vier uur water halen. Hij had een grote ketel in zijn winkel staan en je kreeg voor twee cent een gan getje water d.w.z. twee volle emmers. Van tijd tot tijd gaven wij hem een kwartje, want één keer in het jaar gingen de vrou wen met hem uit, alle buur rou wen spaarden daarvoor een kwartje in de week. Dat werd dan door de Betuwe, door Bra bant of de kant van Limburg op, of langs het strand veer tig dames in een toeringcar. Hij nam van alles mee koek jes en snoep en we kregen ook eten en drinken. Dat hebben we zo een jaar of wat gedaan. Toen heeft hij zijn winkel van de hand gedaan en is er mee opgehouden". Het duurde ons soms te lang bij Drenth", zei Gerdina Johan na Engels-Verboon. „Het was bij die kruidenierszaak een heel "edrang en je moest soms tot vijf uur half zes op je beurt wachten. Paarsfla gingen wij naar Philippa in de Kreupel- straat, daar kon je om drie uur 's nachts al terecht. Het is mijn moeder wel eens gebeurd, dat ze op de Lange Kerkstraat een stel late feestgangers te genkwam, zij met haar twee emmers heet water en die lui met hun feestneuzen op. Dan gingen ze om haar heen staan hossen zongen: „Lang zal ze le ven, in de gloria..." Je zag soms de gekste dingen, zo vroeg in deochtend. Soms spier witte spoken; dat waren de bakkersknechts, gewoon in on derbroek, het hemd opgeknoopt bij de armen. Spierwit je wist niet wat je zag. De man nen zaten trouwens in die tijd m een blauwe onderbroek bij de kachel 's avonds, de pantof fels aan. Dat was gewoonte toen; je wist nu eenmaal niet beter. Des nachts om één uur .ging Oosthof rond. Ja.n Oosthof of zijn vrouw. Dat waren por ders, die de mensen van de branderijen uit bed trommel den; die moesten om twee uur beginnen". Kinderen opvoeden in

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1970 | | pagina 3