■HMPW Commissaris C. van der Haagen: Man drong huis binnen om zijn kinderen te zien GEZIN IN NOOD TROK VAN ZIEKTEWET EN SOCIALE DIENST Duw viel te hard uit: 20 boete m. Jubilea bij ScMedamse politie Dronken op de fiets: boete 50 Boete voor geïddiefstal M I 3 M if I 1 N r sCHIEDAMSCHE COURANT DINSDAG 20 OKTOBER 1970 DUIDELIJKHEID. OPLEIDING SLECHTE IMAGE PERSONEELS GEBREK RAYONAGENT TOEKOMST Politie moeï rekening houden met ontwikkelingen in maatschappij v.' J Schiedam „Er is een ontwikkeling gaande in de maatschap pij en ik vind dat het politie-apparaat daar rekening mee dient te houden. De politieman kan niet meer werken zoals dat 25 jaar geleden werd gedaan. Overigens geloof ik niet in het bestaan van „de ideale agent". Onverschillig waar hij op treedt, de man kan falen in de communicatie naar buiten. Hij kan naar buiten verkeerd optreden, maar dan mag men nooit zeggen: die politieman is dé politie. Dat is onjuist. Dan ga je generaliseren. De politieambtenaar is ook een mens". Voor commissaris van politie C. van der Haagen (46) is het een duidelijke zaak: een politie korps dient midden in de maat schappij' te staan. Het dient ook rekening te houden met alle ontwikkelingen die daarin plaatsvinden, al kunnen die ont wikkelingen bij de gezagshand- having wel eens moeilijkheden opleveren. Ondanks die veran deringen blijft de taak van de politie naar de mening van de heer Van der Haagen hetzelf de: ,,Ten aanzien van de ge meente heeft de politie een die nende en een hulpverlenende taak". „Er moet meer openheid in het beleid en in de uitvoering ko men. De politieman moet zicfh van zijn dienende taak aan de enkeling en aan de gemeen schap bewust zijn. Bij een snel heidscontrole is er sprake van ■een gerichte actie. De gemeen schap zal begrijpen dat. die ac tie nodig is om het aantal ver keersongevallen terug te bren gen. Toch kan zo'n actie botsin gen geven tussen de verbalise rende politieman en de overtre der". De heer Van der Haagen ziet naast deze dienende taak ook de hulpverlenende. „Dan kun je donors ophalen als het plotse ling nodig mocht zijn. maar ook boodschappen over moeten brengen die vaak minder pret tig zijn. Beide taken, de dienen de en de hulpverlenende heb- Iben dezelfde orde van grootte, hoewel de tweede anders zal worden ervaren, omdat het in dividu er persoon! ilk bij is be trokken". Schiedam Commissaris van politie C. van der Haagen viert deze week met 23 andere ambtena ren uit zijn korps het zil veren jubileum. Alle 24 ambtenaren zijn na de bevrijding in dienst van de politie gekomen en vieren woensdag geza menlijk hun jubileum. De commissaris trad in 1946 in dienst als klerk van de gemeentepolitie in Den Helder en werd in 1948 inspecteur in Nijme gen. In 1954 kwam hij naar Schiedam, waar hij in '58 tot hoofdinspecteur en in 1967 tot commissa ris werd benoemd. Het vraaggesprek met de heer Van der Haagen zou niet worden gevoerd als een interview met de korpschef van de Schie- damse politie. De com missaris wenste nadruk kelijk te worden geïnter viewd als één van de 24 jubilarissen. Zijn functie als korpschef kwam dus op de achtergrond: be langrijker was de functie en taak van de politie ambtenaar, waarover op het ogenblik veel gespro ken wordt. Als politieman was de commissaris be reid op actuele vraag stukken rond dit ambt in te gaan. Zijn meningen treft u aan in neven staand vraaggesprek- werkt nog steeds door. Men z-iet in de agent de autoritaire per soonlijkheid van ,,Zo moet het gebeuren". De politieman is constant bezig te vechten tegen een vooroordeel. Hij moet zijn beslissingen naar gelang de omstandigheden nemen. Hij werkt in de gemeenschap, dus die beslissing kan niet altijd volgens bladzijde zoveel van het boekje worden genomen. De agent moet ook ingeschoten raken op de mentaliteit van de bevolking". Over die mentaliteit gesproken: is Schiedam een „lastige stad?" De commissaris: „Be slist niet. Het bloeiende vereni gingsleven is daar een maat staf voor. In een stad waar dat het geval is. is begrip voor de ander aanwezig. In Schiedam kent men elkaar, streeft men dezelfde idealen na en spreekt men met elkaar. Als je als poli- tie.man d« mensen vertelt waarom het gaat, het de men sen duidelijk maakt, dan zijn er geen problemen. Dat geldt trouwens voor Iedere stad". Duidelijkheid van beleid naar binnen en naar buiten is een •zeer belangrijke zaak. De over treder moet enerzijds weten waarom hij een proces-verbaal krijgt, de (jonge) agent moet aan de andere kant weten waarom hij iets doet. De heer Van der Haagen: „Wil onze or ganisatie goed draaien, dan ■moet je de mensen de interne lijn goed duidelijk maken. Da uitvoerenden van het systeem moeten het waarom weten. De adspirant komt van de oplei dingsschool in ons korps, waar een mentor met hem optrekt. Hij krijgt een boekwerk van zo'n 20CP300 punten af te wer ken, van het fouilleren van ar restanten tot het verzorgen van telexberichten toe. Ook hel dienstdoen in de portiersloge behoort daarbij. Dat is erg be langrijk, want da.t is het visite kaartje van het korps. Als die ■taken gebeurd zijn, wordt de «agent zelfstandiger, hoewel hij. onder toezicht van de mentor Rotterdam De 58-jarige bouw vakarbeider M. S. uit Vlaardin- gen is maandag bij verstek door de politierechter veroor deeld tot een boete van f 50 om dat hij dronken op de fiets had gereden. Op de avond van de 23-ste mei had S. volgens zijn eigen op gave vier glazen bier en vier glaasjes jenever gedronken. Omstreeks half één reed hij zwaar slingerend over de Abr. Kuy perstra at in Vlaardin- gen. De surveillancewagen van de politie kon de man niet pas seren. Pas toen deze op een ge geven ogenblik helemaal links ging rijden, kon de politie hem aanhoud-en. S- stonk sterk naar drank, liep Waggelend en was niet in staat °ni een redelijk gesprek te voe ren. Bij zijn vervoer naar het Politiebureau stribbelde hij te gen. Re eis van de officier was gelijk aan de uitspraak van de politie rechter. De commissaris gelooft niet dat de taak van de jonge agent anno 1970 moeilijker is als die van diens collega die in 194a met zijn dienst begon. „Verge leken bij 25 jaar geleden is er een bijzonder goede opleiding op gang gekomen. In 1945 deed men maar zo'n beetje in eigen beheer aan opleiding. Daarna kwam een agent onder toezicht van een oudere agent en kon dan zelf aan de slag. Nu is er voor de adspirant-agent de op leiding in regionaal verband in t-eusden, er is een aparte re chercheschool in Wolfheze. een verkeersschool in Zandvoort en een kaderschool in Hilversum. Deze opleidingsinstituten ma ken het mogelijk dat de politie ambtenaar anno 1970 de ont wikkelingen in de maatschappij kan volgen. Waren die scholen er niet. dan kon de man da» niet". Kijk een oudere politieman "moet het vaak ontberen. Het «gevaar van bedrijfsblind te worden is bij hem aanwezig. Daarom zijn er de vormingswe- ken: hij kan dan kennis nemen van de diverse stromingen in de maatschappij. Er is daar mogelijkheid tot discussie met vertegenwoordigers van allerlei stromingen. De man mag als politieman nooit met oogklep pen voor lopen. Hij leeft van daag. hij zal vandaag met de mensen, moeten werken. Ik krijg hier vaak oudere ambte naren van die cursussen terug en dan zeggen ze: „Nou snap pen we het". Hpt image van de politie is slecht, vindt'de heer Van der Haagen. „Dat is een image van 25 jaar terug. Dat oude image blijft. Dan gaat hij naar de di verse afdelingen. Er wórdt een jaar lang voortgebouwd aan de vorming van de man". De commissaris vervolgt: „Na dat jaar is de man dus voor zijn taak als politieman bere kend, maar hoe zit het met da ■mens zelf? Je kunt hem van al- les leren, maar iemand zijn aard is iemand zijn aard en daar doe je niks aan. Los van ons eigen oordeel hebben w» ■overigens nog het advies van de Rijks Psychologische Dienst" Eén van de grootste problemen van de politiekorpsen in ons land het personeelsgebrek is ook op het Schiedamse korps van toepassing. Op napier zijn er drie vacatures, op het oog niet veel, maar het maximum aantal „toegestane" politie mensen is voor een stad als Schiedam te weinig. De heer Van der Haagen geeft dat grif toe. „We hebben momenteel drie vacatures. Dp maximum korpssterkte is verre van vol doende. Gelukkig voor de men sen is er een vijfdaagse werk week ingevoerd, maar motori sering en mechanisering moet dit 'tekort aan mensen opvan gen. Dat is nadelig voor het contact tussen politie en burge rij". Een voorbeeld: „Tegenwoordig surveilleren we met onze auto's ■met mobilofoon door de ge meente. Dat gebeurt vluchtiger dan in het. verleden. t.oen we het Mg te voet of met de fiets deden. Nu kan in een bepaalde straat de baldadigheid toene men. Vandaag rijdt op een be paald tijdstip in die straat onza wagen, maar die komt daar morgen later en overmorgen imisschien helemaal niet. Men komt er nauwelijks toe, om te lgen die „daders" in die straat iets te doen". Het stelsel van de rayonagent moet dat manco enigszins op heffen. De heer Van der Haag en: „Ja, de rayonagent voldoet uitstekend. Neem nou de be handeling van binnengekomen klachten. Daar moet je geen papieren oorlog van maken. Er moet snel iemand naar de kla ger toe. Onze negen rayonagen ten hebben in de eerste 'negen maanden van dit jaar zo'n 400 tot 500 klachten op weten te vangen. Door hun toedoen zijn er zo'n 400 autowrakken van de straat gehaald. De politieman heeft één van de ■laatste vrije beroepen die er wog bestaan. Als hij er niet uit komt, zijn er 139 andere colle ga's die kunnen bijspringen. Hij is een alleenwerkende indi vidualist, in het kader van zijn opdracht zelf zijn werk uitvoe rend". De sterkte van de korp sen zou dus moeten worden op gevoerd. Al was het maar met oog op de preventie: „Als op de Koemarkt één van de mensen maar staat te staan gedraagt de weggebruiker zich beta me iijker. Vanuit de aanwezigheid van de agent is er een preven tie, die ik onmeetbaar noem en die we niet moeten onderschat ten". De toekomst tot slot. „We leven in Nederland in een land met veel rechtsregeLs en zoeken naar nieuwe normen. Tussen het geschreven recht en die nieuwe normen is een nie- mandsgebied, waar het moei lijk is om zlch„, ta$tenderwjjs een weg te vinden. Het perso neel zal in de toekomst con stant beter gekwalificeerd moe ten zijn en zich bewust moeten zijn van de taak die het in de gemeenschap moet vervullen". „Voor wat de toekomst voor mij zelf betreft, zeg ik altijd maar dat de mens datgene nastreeft ■wat ie net niet heeft bereikt. De commies wil graag hoofdcom mies worden, de hoofdcommies graag refrendaris en ga zo maar door. Zelf heb ik geen be hoefte uit Schiedam weg te ■gaan, maar hoe jk over vijf jaar denk weet ik nu nog niet. Maar overigens, met mij zijn er nog 23 in ons korps, die ook 25 jaar op de kleine stenen heb ben gelopen". Zal een toenemend geroep om meer gezag in de toekomst ern stige vormen aan gaat nemen De heer Van der Haagen: „Ne derland een politiestaat? Nee, dat zal ik niet meemaken. Als we daar naar toe groeien, hoeft het voor mij niet meer, en met mij voor zeer velen niet meer. Ik vind dat het politie-apparaat in de maatschappij en niet te gen de maatschappij moet wer ken. Dat is een duidelijke uit spraak. Ik zie overigens niet, dat het zover komt". Schiedam/Rotterdam De 31-jarige straatmaker J. P. van _E. uit Het gebeurde gaf hij volledig toe. Schiedam stond maandag terecht voor de Rotterdamse politierech ter mr. Van Panthaleon van Eek, omdat hij in juni van dit jaar de woning was binnengedrongen waar zijn vrouw was ingetrokken, nadat zjj hem, in oktober 1969, had verlaten. Vele malen had Van E. sinds die tijd bij haar en haar ouders aange beld met het verzoek zijn kinderen, die zijn vrouw had meegeno men, te zien, maar steeds was hem dat geweigerd. Officier van justitie mr. A. R. Schimmel meende toch dat het gedrag van Van E. niet goed te praten was en eiste een gevan genisstraf van vijf dagen. Toen had hij in juni na herhaald bellen de deur ingetrapt en zo had hij zijn vrouw weer ont moet, die hem opnieuw contact met zijn kinderen weigerde. Daarop was een ruzie ontstaan, die erop uit liep, dat Van E. zijn vrouw bij de keel greep. Van E., die nooit veroordeeld is, verklaarde erg veel, spijt van het gebeurde te hebben. Hij had zich eenvoudig niet meer kunnen beheersen. Inmiddels is er een echtscheidingsprocedure op 'gang gekomen en Van E. heeft inmiddels al officieel het recht gekregen zijn kinderen regelmatig te zien. De politierechter wilde echter re kening houden met het blanco strafblad van Van E. en met het feit, dat er een regeling-is dat hij zijn kinderen mag ont moeten. Hij veroordeelde de Schiedammer tot een geldboete van 150 gulden en twee weken voorwaardelijke gevangenis straf met -een proeftijd van twee jaar. Zwaar steunend op het hekje stond de invalide Schiedammer voor de politierechter. Vijfentwintig jaar had hij zijn hoofd boven water weten te houden. Nu was het mis gegaan. De man moest met zijn grote gezin rondkomen van 125 per week. Dat was natuurlijk geen vetpot. Op een gegeven ogenblik had de man zijn kans waargenomen. Hij had maandenlang zowel van de Sociale Dienst aLs van de Ziektewet getrokken. En dat mag niet. Verbitterd stond de man voor ziin rechter. Hij beschimpte de we reld, zijn invaliditeit, zijn le ven. Hij wees op het armoedige bestaan, dat hij met zijn gezin lijdt. „Het is langzame zelf moord. Ik kan me beter meteen in de Haven gooien". Het handjevol aanwezigen in de rechtszaal keek bedrukt. De man ging tekeer, spuugde zijn gal, beweerde dat 'de heren het niet konden begrijpen. Toen stond de officier op. Hij zei dat ondanks zijn begrip wat de Schiedammer gedaan had, niet door de beugel kon en eiste zeven dagen cel tegen hem. Toen barstte de man pas goed los. De politierechter kreeg nauwelijks de kans om uit spraak te doen. Tussen het schrijnend relaas door konden de woorden van de politierech ter nog juist opgevangen wor den: „Drie weken voorwaarde lijk met een proeftijd van drie jaar. Als u het niet weer doet, hoort u er dus nooit meer wat van". Toen werd het eindelijk stil. Daar had de Schiedammer kennelijk niet van terug. Hij deed nog zachtjes afstand van hoger be roep en hinkte de zaal uit. Rotterdam De 25-jarige J. S. M. P. uit Vlaardingen is maan dag door de politierechte^- ver oordeeld tot een boete van f 80 omdat zij op 28 april f 15 had weggenomen van een van haar collega's. In het warenhuis waar de ver dachte werkte, werd meerma len geld vermist. Op de bewus te dag werd zij betrapt. P., die \n 1967 ook al werd veroordeeld voor een dergelijk geval, ont kent dat zij de andere bedragen ook heeft weggenomen. Voorts kan zij niet vertellen, waarom zij het geld stal. Haar man heeft een goede betrekking, zij heeft het niet nodig. De eis van de officier was gelijk aan de uitspraak van de politie rechter. P. was niet op de zit ting verschenen, zij is bij ver stek veroordeeld. Vlaardingen/Rotterdam De Vlaardinger A. J. N. (38) is maandag door de Rotterdamse politierechter mr. Panthaleon van Eek veroordeeld tot een geldboete van twintig gulden. N. had de 14-jarige zoon van zijn buren een duw gegeven, waardoor de jongen was geval len en zijn hoofd en enkel be zeerd had. N. was tussenbeide gekomen toen hij meende dat zijn 9-jarig zoontje door de buurjongen werd geplaagd. Hij verkaarde nooit de bedoeling te hebben gehad de jongen te be zeren. De officier van justitie, mr. A. R. Schimmel, had veertig gulden boete *geëist, maar de politie rechter hield het bij twintig gulden met de dringende ver maning tot de verdachte en de buren, die als getuigen aanwe zig waren, voortaan „de vrede te bewaren".

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Rotterdamsch Nieuwsblad / Schiedamsche Courant / Rotterdams Dagblad / Waterweg / Algemeen Dagblad | 1970 | | pagina 3